s
H-
EU
n
Nieuwe
WW-woningen
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
Diepgrondbe werking
weer in de belangstelling
„Eens komt het geluk"
rubriek voor
LANDBOUW en VE
Feuilleton:
■WEEDE blad
TEXELSE COURANT
DINSDAG 5 SEPTEMBER 1967
1,45
n
aat
Dit is het vooraanzicht van de wo
ningwetwoningen, waarvan er door de
fa. Duin 22 worden gebouwd aan de
lac. P. Thijsselaan en de Hallerwcg te
Den Burg. Opvallend zijn de zeer grote
ramen en de panelen tussen beneden-
tn bovenkozijnen, die bestaan uit
3Glasal"-plaat in twee kleuren.
t
WEER EERSTE PRIJS VOOR
MEISJESDRUMBAND
Zondag nam de 71 leden tellende gid-
sendrumband „Margaretha Sinclair"
deel aan het jaarlijkse concours te Uit
geest, georganiseerd door de (plaatse
lijke VW, In de jeugdafdeling werd
de eerste prijs met het hoogste aantal
punten behaald. De jury kende tevens
de ere-prijs toe. Dit is een schitterend
resultaat, temeer als men bedenkt dat
maar liefst 12 jeugdbands deelnamen.
Overigens behaalde de band ook vorig
jaar de eerste prijs en een ere-prijs,
maar toen deden slechts drie jeugd-
korpsen mee. De band ging zondag j.l.
met nóg een prijs, een beker, naar huis.
Deze was beschikbaar gesteld door de
WV in verband met het 10-jarig jubi
leum van de concoursorganisatie. De
drumband heeft dit jaar wel zeer vele
lauweren geoogst. Zowel op het con
cours te Medemblik, Den Helder en nu
Uitgeest werden „dikke" eerste
^rijzen behaald. De leider, opperwacht
meester Stomp, beschouwt dit als een
glorieuze afsluiting van zijn carrière
als bandleider.
VERLEENDE
BOUWVERGUNNINGEN
In de afgelopen maand verleenden
burgemeester en wethouders van Texel
aan de navolgende personen en zaken
de daarbij omschreven bouwvergun
ning
De heer P. H. de Porto te Den Burg
voor de bouw van een bergplaats aan
de Schilderweg; mej. T. Eelman te
Oosterend, voor de bouw van een gara
ge bij haar woning (O 168); de heer B.
Halsema te Den Burg, voor de uit
breiding van een bergplaats; de heer
K. Tjepkema te Den Hoorn H 29, voor
de verandering van een woonhuis; de
heer H. Zoetelief te De Waal, voor de
uitbreiding van een rundveestal in
Waalenburg, W 60a; de N.V. Rab te
Den (Burg, voor de lbouw van twee
garages aan de Hallerweg; de heer A.
P. Bakker te Den Hoorn, voor de ver
andering van een garage tot zomerwo
ning aan de Herenstraat; mej. C.
Stoepker te Den Burg, voor de bouw
van een woonhuis aan de Bernhard-
laan; mej. J. Stoepker te Den Burg,
voor de bouw van een woonhuis aan de
Kogerstraat; de fa. Drijver te Den
Burg, voor de bouw van tien auto
boxen aan de Achtertune te Oosterend;
de fa. J. C. Rab N.V. te Den Burg, voor
de uitbreiding van een magazijn aan
de Kantoorstraat; de heer S. v.d. Vis
te De Koog, voor de uitbreiding van
een pension aan de Dorpsstraat; de
heer B. Gieze te Eierland, voor de
bouw van een dubbel woonhuis op de
hoek Molenstraat-Beatrixlaan; de heer
J. M. P. J. Verstegen te Den Burg, voor
de verandering van zijn werkplaats
aan de Slingerweg; de N.V. TESO te
Den Burg, voor de bouw van een ha
vengebouw bij 't Horntje; mevrouw C.
BoersenJKuip te De Koog, voor de
bouw van een woonhuis aan de Boodt-
laan; de heer J. Kaczor te Den Burg,
voor de uitbreiding van een garage aan
de Keesomlaan; de directeur van de
Rijksgebouwendienst (ten behoeve van
Rijkswaterstaat Texel) te Den Helder,
voor de bouw van een magazijn met
garage aan het Wezenland te Den
Burg; de heer A. van Tongelen te De
Cocksdorp C 72, voor de bouw van
een woonhuis aan de Molenlaan, en
de heer J. Barendrecht in
Eierland, voor de bouw van een loods.
TWEEHONDERD PAKKEN HOOI
IN BRAND
DE WAAL Op het erf van de
boerderij „Castra Vetera" van de gebr.
Plaatsman bij De Waal raakte vrijdag
middag om half vier een vrij grote
hoeveelheid hooi in branda Door onbe
kende oorzaak stonden 200 naast de
schuur opgeslagen pakken hooi in
vlammen. De brandweer werd gealar
meerd end eze was ruim 6 minuten
later ter plaatse. Men kwam op tijd,
want juist was een hoeveelheid bran
dend hooi op een tank gevallen met ca.
600 liter gasolie. Met het blussen en
uit elkaar trekken van het hooi was
men geruime tijd bezig. Het merendeel
van de ca. 7 ton hooi moest als verlo
ren worden beschouwd.
OPENINGSTIJDEN
OPENBARE BIBLIOTHEEK
De openingstijden zijn
Maandag: 10.00 tot 12.00 uur;
Woensdag: 19.30 tot 21.30 uur;
Donderdag: 15.30 tot 17.30 uur.
Vrijdag: 14.30 tot 15.30 uur en 19.30 tot
21.30 uur.
Jeugd: woensdag van 14.30 tot 17.30
uur en vrijdag van 15.30 tot 17.30 u.
dA-tLQ5l
COPYRIGHT STUDIO AVAN
103 Verbijsterd keek Krijn Krentebol
de dief van zijn kleding en bakkerskar
en de tranen sprongen hem in de
ogen. Doch nóg groter werd zijn ont
zetting, toen hem plotseling een ruwe
stem in de oren klonk. „Hand'n om-
gü" riep die stem. „We hebb'n hem
te pakk'n, Verhool'n! Hij is er gloeiend
bij!"
Langzaam hief Krijn de handen naar
de sterretjes en even langzaam draaide
hij zich op. Doch nu was het de beurt
van smidje Verholen en Eelco Eelkema
om verbaasd te kijken.
„Wel alle joppies!" riep de smid uit.
„Het 'is onze bakker! Het is Krijn
Krentebol!"
„Héél handig van je bekeek'n, bak
ker!" riep Eelco streng. „Hééèl handig!
Gauw het pakkie van een lij nwerker
an en dan op het inbrekerspad! Een
slimme truuk! De buit vervoer'n we
natuurlijk in de bakkerskar! Dat heeft
geen sterveling in de gaat'n, want wie
zou er nu ooit vermoed'n, dat zich
achter een onschuldige bakker een
doortrapte inbreker verborg! Een bak
ker mag immers overal anbell'n? Dat
vind niemand gek
„Hoii asjeblieft op, Eelco!" zei de
smid. „Je kletst nou uit je nek. Een
lijnwerker op een bakkerskar zeker!
Dat loopt toch nog méér in de gaten
dan een hoop sneeuw op een warme
zomerdag in augustus! Zeg op, Krijn,
wat is er met je gebeurd?"
I
Ond«-p rfdubtic
mm m mm >11»
UI CC L I L >«n Lroninfiru
„Mijn bakfiets is gestolen!" jammer
de Krijn Krentebol. „Plotseling greep
een lijnwerker van de P.P.T. me beet
en hij verwisselde zijn kleding met de
mijne. Intussen zette hij mij die malle
postpet op en voegde hij mij de afschu
welijkste dreigementen toe! Gindse
kant is hij opgegaan!!"
Maar intussen had de doortrapte Kid
Sucker het Gravendrechtse Bos al be
reikt. „Zo.... nu krijgen ze me niet
gauw meer te pakken", overwoog hij
tevreden. En zijn tevredenheid steeg
om zo te zeggen tot het kookpunt, toen
hij in de verte plotseling de gestalte
ontwaarde van de kleine Wladimir
Kotsof
De redacteur van deze rubriek
werkt nu ruim 27 jaar bij de land
bouwvoorlichting. In die tijd is met
tussenpozen telkens de vraag aan de
orde gekomen of er iets te doen zou
zijn aan de droogtegevoeligheid van
veel Texelse gronden. Die vraag werd
bijna niet gehoord in jaren, waarin de
regenval zodanig was dat er niet of
praktisch niet van droogteschade kon
worden gesproken. Er is een tijd ge
weest, waarin de boeren op droogte-
gevoelige gronden er op rekenden,
dat wel één op de twee jaar en in
ieder geval één op de drie jaren zo
droog was, dat er flinke schade op
trad.
Met de reeks van jaren na 1959 was
dat anders. Na dit zeer droge jaar is de
gedachte aan droge jaren en droogte-
schade wat op de achtergrond geraakt.
In het jaar 1962 is er nog even aanlei
ding geweest om ons eiland als een
droog eiland te beschouwen en mede
als gevolg van een premie, die door de
Streek ontwikkeling beschikbaar werd
gesteld bij diepgrondbewerking, is er
dat jaar nog weer enige belangstelling
geweest voor de bestrijding van de
droogteschade. De jaren, die daarna
volgden, waren zo nat, dat niemand
nog enige belangstelling voor deze
zaak had
Teen kwam 1967
Ook de voorzomer van 1967 gaf geen
aanleiding om te denken aan diep
grondbewerking als een middel om
droogte te bestrijden. Zowel het gras
land als de akkerbouwgewassen ont
wikkelden zich op alle gronden en
misschien moeten we wel zeggen, spe
ciaal op de drogere gronden, zeer goed.
We hebben het al eerder gezegd, dat
dit vooral te danken is geweest aan de
meer dan normale hoeveelheid regen in
mei en het watersparende weer in be
gin juni. De granen hebben op die
manier het eind goed weten te halen
met uitzondering van een aantal perce
len zomertarwe, waar duidelijk droog
teschade aanwezig was.
Vooral in juli is de droogte parten
gaan spelen. Aanvankelijk vooral in
het gewas aardappelen en op het gras
land. Ik geloof, dat de jaren, waarin de
veehouders gedwongen waren om in
de weideperiode twee maanden lang
hooi en kuilgras bij te voeren niet zo
talrijk zijn. Dit jaar is dit op een aan
tal bedrijven het geval, waarbij we
direct willen opmerken, dat de melk
veestapel op deze bedrijven ook be
langrijk groter is dan in het verleden.
Op dit moment is speciaal in polder
Eierland de stand van het grasland en
die van de bieten allertreurigst. En
overduidelijk blijkt, dat ons eiland wel
echt een droogte-eiland is. Uit de reac
ties van deelnemers aan excursies en
andere berichten is op te maken, dat
een beeld als op dit moment polder
Eierland vertoont, in heel ons land
niet is te vinden.
Wat moet cr gebeuren?
Die vraag wordt op het moment
weer door een flink aantal boeren ge
steld. Naar ik meen hebben we nu het
voordeel, dat bij de beantwoording van
die vraag kan worden teruggegrepen
op werk, dat in het verleden is gedaan.
We denken daarbij aan de proeven,
die in 1959 en 1962 zijn genomen.
En dan is zonder meer duidelijk, dat
het diepploegen van 1959 voor bestrij
ding van de droogtegevoeligheid een
volledig succes kan worden genoemd.
Het best wordt dit geïllustreerd op het
perceel, dat eigendom is van de heer
>S. C. Keijser, gelegen aan de Postweg
in Eierland. Hier liggen de suikerbie
ten op het onbehandelde gedeelte als
„vodden" voor de grond, op het ge
deelte, dat gewoeld is tot een diepte
van 60 cm. is het duidelijk beter, ter
wijl op i het gedeelte, dat diepgeploegd
is geen schijn van droogteschade aan
wezig is. Het resultaat is hier werke
lijk 100%. Wij zijn van mening, dat
wanneer op de andere, in dat jaar ge
ploegde percelen, een gewas bieten
stond precies hetzelfde beeld zou zijn
te zien.
Het werk van 1962 heeft alleen be
staan uit het meer of minder diep-
mengwoelen van een flink aantal per
celen. Het resultaat is hier veel meer
gevariëerd. Naast gevallen met een
zeer goed resultaat zijn er ook die geen
of weinig verbetering geven te zien.
Wel menen we te kunnen zeggen waar
dn die laatste gevallen de oorzaak ligt.
We hebben het nl. al eerder gezegd,
dat de bewerking in ieder geval zo
diep moet zijn, dat het gewas de mo
gelijkheid krijgt om met zijn wortels
aan het bodemvocht te raken. Zolang
er tussen bovengrond en het grond
water nog een barrière aanwezig is,
die het de planten onmogelijk maakt
van het grondwater te drinken, krijgen
we geen afdoende verbetering.
De uitvoering
Het staat voor ons vast, dat wanneer
op dit moment een Texels loonwerk-
bedrijf de beschikking had over een
werktuig, dat de grond tot een diepte
van 90 - 100 cm. op een of andere
manier kon mengen, dat hij dan vol
doende emplooi voor dit werktuig zou
vinden. Hier geldt nl. wel heel sterk,
dat het ijzer moet worden besmeed als
het heet is. Nu is er een flink aantal
boeren werkelijk rijp voor om hiervoor
een flinke uitgave te doen. Bovendien
zouden de omstandigheden daarvoor op
dit moment zeer geschikt zijn.
Het is dan ook geen wonder, dat één
van de boeren, die hiermee te maken
•heeft een paar dagen geleden bij ons
kwam met een idee. „Is het niet mo
gelijk", was zijn vraag, „dat de Vereni
ging voor Bedrijfsvoorlichting een
aantal landbouwers, dat dit jaar ern
stige droogteschade heeft, bij elkaar
haalt om zich te beraden wat er ge
daan kan worden". De, gedachten van
deze landbouwer gingen uit naar een
inventarisatie van de oppervlakte
grond, die voor een diepgrondbewer
king in aanmerking komt en een plan
in de komende jaren telkens een flinke
oppervlakte te laten bewerken, waar
door het mogelijk wordt, dat op Texel
de aanschaffing van een dergelijk
werktuig met de benodigde trekkracht
verantwoord is.
We zijn inderdaad van mening, dat
in dit plan goede kanten zitten. Het
bezwaar van uitvoering van het werk
door een loonwerkbednjf van het vas
teland kan inderdaad zijn, dat „het
ijzer niet gesmeed kan worden als het
heet is".
We geven het plan van deze land
bouwer graag in overweging en kun
nen wel zeggen, dat wij er graag ach
ter staan.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild
5 sept. 9.41 en 22.15; 6 sept. 10.23 en 22.53;
7 sept. 10.55 en 23.24; 8 sept. 11.26 en 23.53;
9 sept. 11.56 en
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 6 september worden de moeders
van de buitcndorpcn venvacht op de volgende
uren
Den Hoorn: 13.0013.45 uur; Oosterend en
De Waal: 13.4514.45 uur; De Cocksdorp
en Eierland: 14.4515.45 uur; De Koog:
15.45—16.15 uur.
door Henk van Heeswijk
29. De liefde verdween in het kleine
huisje en toen de winter zijn intrede
had gedaan, was de verwijdering tus
sen het echtpaar groter dan ooit Bijna
zonder een woord te spreken leefden
man en vrouw naast elkaar totdat een
onverwacht moment van genegenheid
hen weer tot elkaar bracht. Dan be
leefden ze weer enkele dagen van in
tens geluk en kon niets de vrede ver
storen, totdat hij weer een paar dagen
een norse bui had en daarop, als ge
woonlijk, een scène volgde.
De ruzies tussen het echtpaar Van
der Plas bleven ook de dorpelingen
niet verborgen en daar men van Nel
geen kwaad wilde horen, daalde Geert
tamelijk in de achting van de dorps
genoten. Men keurde het af, dat Geert
na z'n huwelijk zo was veranderd. Dat
was immers niet oprecht. Eerst het
goudvisje vangen en dan zo behande
len. Nee, zulke mensen moest je in de
gaten houden. Eerst mooi weer spelen
en nu hij haar eenmaal had, ruzie met
haar maken. Ja ja, dat kon je van die
vastelanders verwachten
Zo oordeelden de dorpers en men
beklaagde Nel in stilte. Zij zelf be
merkte oök wel, dat er onder elkaar
besproken werd betreffende hun bei
den, doch zij trok zich er uiterlijk niets
van aan. Als ze des avonds achter de
tapkast stond, was ze dezelfde vrolijke
Blonde Nel van vroeger en de bezoe
kers merkten er althans niets van, hoe
ze innerlijk leed. Misschien was Aris,
haar meest vertrouwde vriend, de eni
ge, die iets begreep van haar toestand.
Dikwijls zat hij alleen aan een tafeltje,
in het verste hoekje van de zaal,
schijnbaar onverschillig voor wat er om
hem heen besproken werd en gebeur
de, met z'n geliefkoosd door rokertje
dromerig voor zich uit te staren.
Maar in werkelijkheid luisterde hij
heel scherp toe of de andere bezoekers
soms ook iets over de kasteleines en
haar man te vertellen hadden en in
tussen bestudeerde hij dan de altijd
kwieke en beweeglijke Nel, die dan
hier, dan daar een praatje maakte en
bestellingen rondbracht, dan wel rustig
achter haar tapkast stond in haar ka
rakteristieke houding met de ellebogen
op de toonbank en het hoofd gesteund
op de handen. Een enkele maal ont
moetten hun blikken elkaar weieens,
als wilde de een de ander doorgronden,
maar dan glimlachte Nel met een blik
van verstandhouding, doch zich uiten
deed geen van beiden.
Eenmaal had hij haar gesproken;
dat was geweest op de avond van Nel's
verjaardag, toen Geert zodanig had ge
dronken, dat Nel zijn hulp had inge
roepen om Geert naar boven te bren
gen. Toen Geert rustig en wel op zijn
bed lag, waren beiden nog even in de
keuken blijven zitten en Aris had ver
ontwaardigd uitgeroepen: „Nel, Nel,
wat een zonde, dat' je aan zo'n kerel
vastzit".
Maar Nel had de vinger op zijn
lippen gelegd, de wenkbrauwen ge
fronst en zacht, doch vast geantwoord:
„Zeg zulke dingen niet meer, Aris, an
ders kunnen wij geen vrienden blij
ven".
Aris was echter koppig geweest. „Dan
maar geen vrienden meer", zei hij ver
ontwaardigd, „maar je zult mij toch
niet willen wijsmaken, dat je geen
spijt van je huwelijk met hem hebt? Of
denk je, dat ik mijn ogen in m'n zak
heb?"
„Toch heb ik er geen spijt van".
„Maar lieve help, hoe kun je nu met
zo'n man gelukkig zijn?"
„En toch ben ik niet ongelukkig".
Hij keek haar diep in de ogen,
maar zij sloeg de blik niet voor hem
neer. Nee, dat was oprechte waarheid,
wat ze sprak. Hij schudde, met be
grijpend, het hoofd. „Je houdt dus nog
van hem?"
„Meer nog dan ooit tevoren".
Toen was hij opgestaan. Nee, daar
stond z'n verstand bij stil. Lachend
was ze hem gevolgd tot de buitendeur.
„Misschien zul je later, als je zelf ge
trouwd bent, nog wel eens beseffen,
wat het betekent, Aris. Maak je over
mij maar geen zorg, want ik zou Geert
toch niet willen missen".
Aan deze woorden dacht de jonge
visser nog dikwijls terug, vooral als hij
dan weer hoorde van deze of gene,
dat Nel en Geert-glaassie-melk weer
zo'n ruzie met elkaar hadden gehad.
Intussen lekte het langzaam door tot
Den Burg, dat die man van Blonde Nel
van Skil niet goed voor haar was. En
hoe komen geruchten in de wereld?
Wie zal het zeggen? Maar op zekere
dag kwam het de weesvader ter ore,
dat Geert z'n vrouw had geslagen en
wel zo, dat ze een dikke buil boven
haar oog had. De waarheid was, dat
Nel over een mat was gestruikeld en
toen met het hoofd tegen de deurknop
terecht was gekomen Toen dit ge
beurde, was Geert juist het dorp in
een boodschap doen, dus hij had er
part nog deel aan. Maar het praatje
was nu eenmaal rondgestrooid en toen
de oude heer het hoorde, besloot deze
zijn gewezen pupil en haar man eens
op te zoeken. Te meer, omdat hij al
meerdere vreemde geruchten over bei
den had gehoord.
Op een maandagmorgen in het begin
van december stapte hij op z'n fiets ^n
reed de weg af naar de haven, waar hij
het smalle straatje insloeg naar hei
café. Het toeval wilde, dat Geert alleen
thuis was en Nel juist met de tweede
boot naar Den Helder was gegaan om
enkele inkopen te doen. Geert was in
een allesbehalve vriendelijke stem
ming; hij had de avond tevoren tame
lijk stevig gedronken en had zodoende
weer een flinke kater, zodat hij minder
gesticht was over het bezoek van de
oude heer. Hij stak dat dan ook niet
onder stoelen of banken, toen deze de
zaak was binnengestapt en ouderge
woonte was doorlopen naar de keu
ken en vroeg: „Nel niet thuis?"
Geert keek de bezoeker nors aan en
schudde slechts ontkennend het hoofd.
Hij stond bij het raam en rookte een
pijp tabak.
„Zo", sprak de ander, „en blijft ze
lang weg?"
„Dat zou 'k denken", antwoordde
Geert nu. „Ze is naar Den Helder en
komt pas met de avondboot terug".
„Nou", zei de vader, die inmiddels
een stoel had genomen en was gaan
zitten, „dat is ook eigenlijk niet zo
erg, want wat ik te zeggen heb, kan
Ik net zo goed aan jou vertellen, want
jij 'bent nu de baas in huis, nietwaar?"
En de oude heer lachte om z'n eigen
scherts.
Geert antwoordde niet en bleef
stuurs met de 'handen in de zak bij het
raam staan, met sombere blik de be
zoeker aanstarende.
Deze haalde op z'n gemak een siga
renkoker uit de zak en presenteerde de
jongeman een sigaar: „Roken?"
„Merci"
„Zoals je wilt". Zelf haalde hij er
een uit de koker, sneed er vervolgens
met de zorg van een kenner de punt
af en zoog bedaard de brand er in.
Niettegenstaande zijn uiterlijke rust
voelde de vader zich niet op zijn ge
mak. De blik, waarmede de echtgenoot
van z'n pupil hem aankeek, was verre
van vriendelijk en hij voelde als bij
intuïtie, dat deze hem op het moment
vijandig gezind was. Hij liet dit echter
niet merken en besloot zich niet door
diens houding te laten intimideren.
„Jullie zijn nu al een jaartje ge
trouwd", begon de oude heer bedacht
zaam; „kunnen jullie het nogal met
elkaar vinden?"
„Waarom zouden we niet?" gaf de
ander bot ten antwoord.
„Waarom? Wel", meesmuilde de va
der, „je houding is nu juist niet die
van een gelukkige echtgenoot, zou ik
menen".
(Wordt vervolgd)