19 RAIFFEISENBANK
Hoe komt het dat we ouder
worden
„Eens komt het geluk
fiWAT tmma wm ..fk
Cellen maken fonten zonder dat ze
het bemerken
met ruim
2 miljoen
spaarders.
spaarbank en alle bankzaken
Feuilleton
- HVEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1967
BH»»»» l»i»ri - bultan 4» r»d»lu»
DE KUNST EEN SLECHTE
DIENST BEWEZEN
In de hoop, dat deze brief in Uw
krant 'kan worden opgenomen of ten
minste aan de ter zake betrokkenen
ter inzage kan worden gegeven, heb ik
wat tijd van mijn vakantie geofferd om
te zeggen wat niet verzwegen mag blij
ven. „Hebt U klachten, zegt het ons;
bent U tevreden, zegt het anderen!"
Gedachtig dit spreekwoord zou ik wil
len melden wat mij op mijn voorlaat
ste vakantiedag op Texel overkomen is.
Om de schitterende dagen op het heer
lijke stukje aarde passend te besluiten,
spraken we af om de aangekondigde
muziekavond (Gaudeamus-strijkkwar-
tet Red.) in de Ned. Herv. kerk van
De Waal te bezoeken. Zo zaten we dan
vol verwachting in het 'kerkje en ver
heugden ons op Mozart en Brahms. Een
beetje getemperd werd de vreugde toen
wij ƒ5,entree per persoon moesten
betaien. Door deze ongewoon hoge
prijs werden onze verwachtingen echter
ook hoger gespannen. Voor de kunst
mag men tot een offer bereid zijn. En
het wérd een offer, echter met het ver
schil, dat het niet aan de kunst werd
gebracht, want kunst viel deze avond
niet te beleven. Wat wij hoorden, was
niets bijzonders, het was huismuziek
met de typische, vergefelijke fouten,
die kenmerkend zijn voor amateur
musici. Het is woeker om voor deze
voorstelling een dergelijke prijs te vra
gen. Hier werd de kunst een zeer
slechte dienst bewezen.
Hans-Jürgen Schepers
Nordhorn, Duitsland
NASCHRIFT REDACTIE
Bij het lezen van bovenstaande brief
hebben we wel even met de ogen ge
knipperd. Herr Schepers bestaat het
om het voortreffelijke concert dat het
Gaudeamuskwartet in de N.H. kerk
van De Waal bracht niets bijzonders te
noemen, amateurwerk Wij denken er
anders over, maar wie zijn wij? Cultu
reel misdeelde eilandbewoners zonder
muzikale vorming of goede smaak,
vergiftigd -door Sarasani en radio Ve
ronica en daarom niet tot oordelen in
staat. Herr Schepers zou ons een min
derwaardigheidscomplex bezorgen,
ware het niet dat vele duizenden lief
hebbers van goede muziek ons gunstig
oordeel over Gaudeamus onderschrij
ven. Het kwartet is niet voor niets in
ternationaal befaamd. Het bestaat uit
vier bijzonder begaafde musici, die hun
taak uiterst serieus opvatten. Voor een
concert in de provincie spannen zij zich
evenzeer in als voor een optreden met
de groten der aarde onder het gehoor.
In de kerk van De Waal hebben zij de
middag voorafgaande aan het concert
enkele uren gerepeteerd alleen om zich
op de akoestiek van het gebouw te
kunnen instellen. De uitvoering slaagde
die avond dan ook volledig en was
even goed als het optreden de volgen
de dag bij de herdenking van het 100-
jarig jubileum van het Roode Kruis,
waarbij o.a. koningin Juliana aanwezig
was. Gaudeamus hoort tot de beste
strijkkwartetten, waarover Nederland
beschikt. Wie de prestaties daarvan
middelmatig noemt, maakt dezelfde in
druk als iemand die zegt dat Rem
brandt een knoeier was.
Misschien heeft onze briefschrijver
het anders bedoeld. Toen hij zich zo op
Mozart en Brahms verheugde, dacht hij
misschien populaire menuetjes en wals
jes te horen te krijgen. De donderdag
avond gespeelde strijkkwartetten boei
den op een geheel andere wijze en wij
wij kunnen het ons voorstellen dat
deze niet bij ieder prettig in het gehoor
liggen. U mag best weten dat niet
name het laatstgespeelde strijkkwartet
van Bartok, voor onze oren geen wel
daad was, maar door de geraffineerd-
goede viooltechniek een belevenis om
nooit te vergeten.
Die ƒ5,was voor dit concert niet
te veel, hoewel het op zichzelf een heel
bedrag is. Maar het kan moeilijk voor
minder. Ais de kosten van het concert
geheel uit entreegelden hadden
Dat een mens ouder wordt met alle
verschijnselen van dien, zoals grijze
haren en langzame afname van zijn
kwaliteit, is zoiets volkomen normaals,
dat wij ons eigenlijk nooit afvragen
wat hiervan de oorzaak is. Het is nu
eenmaal een gang van zaken, die in
het natuurlijke proces thuishoort en
die men aanvaardt zonder geneigd te
zijn vragen te stellen.
En toch moet er een oorzaak zijn!
Ons lichaam bestaat uit bepaalde stof
fen en via ingewikkelde chemische
processen is ons lichaam worden deze
stoffen voortdurend vernieuwd, terwijl
de oude worden afgebroken. Op die
manier vindt er regelmatig een zekere
vernieuwing plaats en die blijft voort
durend gaande. Wanneer alles zich
precies zol voltrok als de bedoeling
was, dan bleven de stoffen waaruit ons
lichaam is opgebouwd voortdurend
jong en pril en zou de mens over een
eeuwige jeugd beschikken. Als er dan
geen schadelijke invloeden van buiten
uit optraden, dan zou hij op hoge
ouderdom er nog steeds als een jonge
ling uitzien.
Het is echter helaas niet zo. In te
gendeel, met het vorderen der jaren
neemt in meerdere of mindere mate de
kwaliteit van ons lichaam af, logisch
doordenkend komt men dan tot het
vermoeden dat er in ons lichaam iets
mis moet gaan, iets in de chemische
processen en met de nieuwe vervan
gende stoffen.
De Amerikaan Orgel heeft met be
trekking tot dit ouder worden een bij
zonder interessante theorie opgesteld.
Hij stelt, dat er tijdens het voltrekken
van de vele chemische processen in het
menselijk lichaam foutieve produkten
ontstaan. Een en ander zouden we
kunnen vergelijken met een grote fa
briek, daar ontstaan tijdens het pro-
duktieproces ook produkten, die niet
voor honderd procent aan de eisen vol
doen en deze produkten worden dan
bij de controle er uit geselecteerd.
Zo zou het ook in het lichaam gaan.
Nu hangt het er maar van af hoe
groot de fout, of afwijking van het
produkt is. Er zijn fouten die in het
oog springen en bij de controle dade
lijk worden waargenomen, maar er zijn
ook kleine verborgen fouten en die
slippen er wel eens door. In het li
chaam zou zich een soortgelijk proces
afspelen. Stoffen die door de chemische
processen in het lichaam worden ge
vormd, kunnen ook afwijken. Dat i«
natuurlijk een fout en wanneer ze sterk
afwijken, dan zijn ze gewoon onbruik
baar en maken lichaamscellen geen ge
bruik van die stoffen, maar het komt
volgens Orgel ook voor, dat ar slechts
sprake is van kleine, bijna onbemerk
bare afwijkingen en dan laten de cel
len zich bedriegen. Ze werken dan met
de stof alsof deze in orde was, maar
verderop in het proces van de stof
wisseling, voldoet de stof dan niet en
treedt de gemaakte fout duidelijk aan
de dag, maar dan is het te laat. Afhan
kelijk van de omstandigheden kan dit
leiden tot de ondergang van de cel of
cellen, maar ook tot een verminderd
functioneren van de cel of cellen en in
wezen treedt dan reeds een vorm van
achteruitgang in. De oude toestand is
niet meer te herstellen.
In de loop van een mensenleven
treden meer of minder van deze om-
moeten worden betaald, zou men bijna
ƒ10,per persoon gelvraagd moeten
hebben. Hetgeen op zichzelf reeds een
aanwijzing is dat we het niet met een
middelmatig concert te doen hadden.
Kwaliteit moet nu eenmaal worden be
taald.
standigheden op, dat er in het lichaam
fouten worden gemaakt, die onherstel
baar zijn en zo „takelt een mens lang
zaam af".
Er zijn veel geleerden, die zich ach
ter deze theorie van Orgel plaatsen.
Het is een bekend feit, dat cellen kun
nen worden bedot, men maakt daar
zelfs in de geneeskunde gebruik van.
Zo bijvoorbeeld in de strijd tegen be
paalde ziekteverwekkers. Men geeft de
patiënt dan een bepaald geneesmiddel.
Deze stof wordt door de cellen van de
bacterie aangezien voor een normaal
stofwisselingsprodukt (maar het is dat
niet) en het neemt die stof op en gaat
er aan ten gronde.
Ook al wijzen vele feiten in de rich
ting dat Orgel wel eens de waarheid
kon hebben ontdekt over het ouder
worden, toch is het bijzonder moeilijk
om de juistheid van deze theorie te
bewijzen, zoals men dat in wetenschap
pelijke kringen nu eenmaal verlangt.
Het is namelijk vrijwel ondoenlijk om
aan te tonen in welke van de vele
miljoenen cellen, waaruit een rfiense-
lijk lichaam bestaat, er iets is misge
gaan, in welke bijzondere stof de fout
zit en van welke aard deze is.
Twee Britse wetenschappelijke on
derzoekers zijn kortgeleden op het idee
gekomen de theorie van Orgel eens te
gaan testen op de bananevlieg,
Drosophila melanogaster, een van de
belangrijkste proefdieren bij het on
derzoek naar de erfelijkheid. In deze
diertjes voerden zij kunstmatig fouten
in.
De bananevlieg is een insect van on
geveer drie millimeter lang dat lijkt
op onze normale huisvlieg, maar dan
in heel kleine afmetingen. Al naar de
soort kunnen deze diertjes 50 tot 90
dagen oud worden. Ze leven dus erg
kort, maar maken in hun leven de ge
hele cyclus door van geboren worden,
jeugd, middelbare leeftijd en ouderdom.
Door die korte levensduur volgen de
generaties elkaar snel op en zo hebben
de onderzoekers de mogelijkheid om in
een betrekkelijk kort tijdsbestek te
constateren, welke veranderingen er
na generaties plaatsvinden, wanneer
men bepaalde proeven met deze dier
tjes neemt.
De larven van deze bananevliegen
werden nu met stoffen gevoederd, die
zich slechts door heel kleine afwijkin
gen onderscheidden van het normale
voedsel. Bij de gebruikte stoffen ging
het om bestanddelen van eiwitten. In
het ilchaam 9pelen de eiwitten een bij
zonder grote rol, aangezien zij de che
mische reacties besturen. Het ligt voor
de hand, dat in de ingewikkelde che
mische processen die zich in een levend
wezen afspelen, kleine afwijkingen
grote gevolgen kunnen hebben, want
alle stoffen, die onder de invloed van
een „fout" eiwit geproduceerd worden,
zijn op hun beurt weer niet normaal.
De larven werden slechts enkele
uren met het foutieve voedsel gevoerd,
waarna men op normaal voedsel over
schakelde. De onderzoekers con
stateerden, dat de larven zich ech
ter normaal ontwikkelden, maar toen
ze eenmaal volwassen vliegen waren,
werden ze veel sneller oud en stierven
gemiddeld tien dagen eerder dan hun
normale soortgenoten.
Dit onderzoek van de twee Engelsen
heeft er toe bijgedragen, dat de theo
rie van Orgel op een solider basis
kwam te staan. Of een en ander echter
wetenschappelijk bewezen zal kunnen
worden is nog een vraag. De theorie
van Orgel is echter interessant genoeg
om te kennen, want waarschijnlijk is
hiermee ons ouder worden verklaard.
BRANDMELDING
Bij brand altijd bellen (02220) 2066.
Dit geldt voor alle dorpen, zowel over
dag als 's nachts.
MHOIUND
SUUDHMS
Zóvelen geven hun
vertrouwen
aan de Raiffeisenbank.
Samen sparen zij meer
dan 5 miljard gulden.
INGEKOMEN PERSONEN
Johannes B. Groothuis, van Hasker-
land, Joure, Blaauhoflaan 58 naar Den
Burg, Binnenburg 15; Jacob Bijlsma,
van Sneek, Napjusstraat 60 naar Den
Burg, Beatrixlaan 100; Nelly D. K. van
't Veer, ev. Eelman, van Westzaan, J.
J. Allanstraat 184 naar Den Burg B 12;
Hendrik S. L. Paul, van Doom, Mari
niersweg 7 naar Den Hoorn, H IJl;
Kathaleen R. Miles ev. Voorthuijzen,
van Groot-Brittanië naar Den Burg,
Kogerstraat 59.
RUILVERKAVELING
Tot op heden is de meest eenvou
dige definitie van ruilverkaveling de
omschrijving, die in het Rapport van
het Koninklijk Nederlands Landbouw
Comité van 1910 verscheen. Aldaar
wordt onder ruilverkaveling verstaan
,Jiet ter bevordering van de landbouw
naar een bepaald plan samenvoegen
en vervolgens opnieuw indelen van
gronden, al dan niet gepaard gaande
met het aanleggen of verleggen van
wegen en waterlopen".
In de huidige samenleving kan het
begrip ruilverkaveling nog een aantal
elementen omvatten. De voornaamste
zijn: ontginning, drainage, aanleg van
utiliteitswerken, ruimtelijke ordening,
bouw of verplaatsen van boerderijen,
landschappelijke aanleg.
Als een ruilverkaveling eenmaal tot
stand is gekomen, is het interessant na
te gaan in welke mate de produktie-
omstandigheden (bevordering van de
landbouw) verbeterd zijn.
Voor verschillende omstandigheden,
in het bijzonder voor de elementen die
moeilijk in de definitie van 1910 zijn
onder te brengen, is het haast ondoen
lijk de verandering in cijfers uit te
drukken. Omtrent één van de wezen
lijkste delen van het begrip ruilver
kaveling samenvoegen van gronden
staan wel gegevens ter beschikking.
Het C.B.S. publiceerde onlangs cij
fers van de mei-mventarisatie 1966
wat betreft aantal en grootte van de
kavels. Deze cijfers vertonen een op
vallend verschil met de cijfers van
1950 1950 en 1959, t°en de ruilverkave
ling nog niet gereed was.
Het totale aantal kavels liep in die
jaren als volgt terug
1950 2043
1959 2138
1966 1284
Sedert 1959 bedroeg de teruggang
854 kavels Weliswaar daalde in die
periode ook het areaal cultuurgrond
en het aantal bedrijven. Met uitscha
keling van deze factoren is niettemin
het verschil opvallend.
In 1950 zowel als in 1959 bedroeg
het gemiddelde aantal kavels per be
drijf op Texel 3,0; in 1966 2,0. De ge
middelde kavelgrootte was in 1950 4,84
ha, in 1959 4,49 ha, in 1966 niet min
der dan 7.31 ha.
Ook de volgende cijfers spreken een
duidelijke taal omtrent de veranderin
gen in het aantal kavels per bedrijf.
Kavels per
bedrijf Aantal bedrijven
1959 1966
1 314 290
2 -4 263 323
5-9 107 33
10 - 14 24
15-19 5
20 -29 3
30 -49 1
Totaal 717 646
Vergelijking van de cijfers van 1959
en 1966 leert bovendien dat vnl. de be
drijven van 11 en meer ha. hun aantal
kavels drastisch zagen verminderen.
In 1966 telt Texel geen bedrijven
met 10 of meer kavels. In 1959 zijn
er evenwel 22 bedrijven van 11-50 ha.
die ieder 10 - 14 kavels omvatten, 5
bedrijven van 20 - 50 ha. met ieder 15
- 19 kavels, 3 bedrijven van eveens 20 -
50 ha. met ieder 20 - 29 kavels. Ten
slotte is er in 1959 nog één bedrijf van
50 - 100 ha. dat tussen de 30 - 49 ka
vels telt.
Volgens vorenstaande cijfers heeft
de ruilverkaveling t.a.v. één van de
primaire doelen naar het lijkt, wel
enig effect gesorteerd.
li
door Henk van Heeswjjk
30. „Geluk? Onzin!" bromde Geert,
schouderophalend, „wat is geluk?"
„Tja", hervatte de ander, enigszins
verbouwereerd, „dat is iets, waarover
we maar niet moeten gaan discussië
ren, vind je wel?"
„Best", antwoordde Geert, „ik ben
er trouwens niet over begonnen".
De oude heer was enigszins van z'n
stuk gebracht. Het viel op deze manier
niet gemakkelijk om vat op de jonge
man te krijgen en bovendien was hij
onaangenaam getroffen door diens min
of meer onbeschofte houding. Deze
jongeman, die daar zo onverschillig
voor hem stond, was niet dezelfde
Geert, die Nel, de vorige winter als
haar verloofde bij hem had voorge
steld.
„Toen ik jou die eerste avond ont
moette", begon de bezoeker kalm, „be
groette ik in jou de verloofde van mijn
pupil en de eerste indruk, die ik van
je kreeg, was een goede. Ik kende je
niet, maar ik kende Nel te goed, dat
ze zich, daar ze toch financieel onaf
hankelijk was, onberaden in het hu
welijk zou begeven. Je weet, dat ik je
vrouw van haar prilste jeugd af ken
en ik wil je niet verbloemen, dat ik
van haar, al was ik maar een pleeg
vader, veel hield. Ik heb mij altijd op
het standpunt gesteld, dat ik mijn
meerderjarige pupillen vrij moet laten
in de keus van een levensgezel of -ge
zellin. Dat heb ik ook met Nel gedaan,
toen ze voor de eerste maal trouwae
en eveneens verleden jaar, toen ze met
jou in de echt trad. Nogmaals, ik
meende te mogen vermoeden, dat je
een flinke kerel was, met wie, Nel zich
gelukkig zou gevoelen. Nu zijn jullie
een jaar getrouwd en ik vind het
beroerd, dat ik het zeggen moet
maar er lopen op het eiland over jou
vreemde praatjes".
„Hecht u geloof aan praatjes?"
schamperde Geert.
„Nee. Integendeel. Aanvankelijk heb
ik er geen acht op geslagen, maar dezer
dagen vertelde men mij, dat je haar
mishandeld hebt. Dat
Verder kwam de oude heer niet,
want Geert was opgestoven en met een
paar stappen vlak voor de vader geko
men; „Wie durft beweren, dat ik mijn
vrouw mishandel?"
„Datdat weet ik niet. Ik zei
toch, dat men het rondvertelt. Men
heeft haar gezien met een buil op het
voorhoofd en
Geert barstte in een schaterlach uit.
„Zo, zo, dus op die manier probeert
men mij hier zwart te maken. Ik heb
het al lang gemerkt. Ik deug niet voor
de Texelaars, of liever, ze misgunnen
het me, omdat ik Blonde Nel en haar
centen heb getrouwd. Het is niets als
afgunst en daarom gaan ze nu een
beetje roddelen. Nou, ik vind het best
en het kan me geen snars schelen, als
U het weten wilt. Wanneer U denkt,
dat ik mijn vrouw mishandel, wel,
denk het voor mijn part. Ik trék me er
geen bal van aan, weet je?"
De oude pleegvader was verrast door
die driftige uitval.
„Dat je je niets van de praatjes van
de mensen aantrëkt, spreekt vanzelf.
Ik doe het ook niet, maar terwille van
m'n gemoedsrust zou ik toch graag wil
len weten: Is het waar of niet?"
„Dus U gelooft het ook?"
„Ik geloof niets, voordat jij of je
vrouw het. me vertelt".
„Waarom bent U dan hier gekomen?"
„Omdat ik het weten wil".
Geert dacht even na. Toen zei hij:
„Dehk wat U wilt, voor mijn part.
Wanneer U die praatjes over ons niet
geloofd had, was U niet hierheen ge
komen. Daarom zeg ik niets. Wanneer
U het weten wilt, vraag het dan maar
aan m'n vrouw".
En daarbij was het gebleeven. De
oude heer had nog gepoogd om op het
onderwerp door te gaan, maar Geert
zweeg in alle talen, verstoord en in
wendig razend over de ^kletspraatjes
over hem en zijn vrouw. Tenslotte had
de oude heer zijn poging maar opge
geven en was na een 'korte groet weer
vertrokken.
Toen Geert alleen was, dacht hij nog
over het gesprek na. Was hij slecht
voor z'n vrouw? Hij wist er zo spoedig
geen antwoord op te geven. Dus zo
gingen ze nu al op het eiland over de
tong. En toch.... schuld had hij, dat
stond vast. Was Nel nog wel de mollige
blonde waardin van vroeger? Neen,
nu hij er dieper over nadacht, kon hij
zich niet ontveinzen, dat ze magerder
was geworden. Dat leed geen twijfel,
want kortgeleden had ze haar winter
mantel ook al moeten laten vernauwen,
omdat hij haar te ruim zat. Ook in
haar gezicht was ze magerder gewor
den. Hij dacht terug aan die dag, nu
enkele weken geleden, dat de pleeg-
broer van Nel, die op de grote vaart
zat, voor enkele dagen naar Texel
was gekomen. Hij had z'n „zussie", zo
als hij dat noemde, eens opgezocht en
had geconstateerd, dat „Nel effetief
mager was worre". Geert had door toe
val een gesprek tussen Aris en de
pleegbroer afgeluisterd. De zeeman
had Nel in twee jaren niet gezien en
„broertje" bleek maar matig te spreken
te zijn over Geert, nadat hij hem had
ontmoet. „Dat was immers geen kerel
voor haar", had hij tegen Aris gezegd.
Deze had echter de schouders opge
haald en wijsgerig geantwoord: „Wat
zei je er an doen, hè? Liefde is immers
blind?"
„Of ze dan van mekaar hieuwe", was
de wedervraag.
„Nou, dat zei waar weze", had Aris
volmondig geantwoord; „ze vrete me
kaar zowat op".
Dit alles had Geert gehoord, maar
Nel wist er niets van af. En Geert had
er ook niet over gesproken.
Dit alles overdacht Geert nu en lang
zamerhand rijpte er bij hem een be
sluit. Als hij dan geen kerel voor haar
was, zou hij wel uit haar leven ver
dwijnen. Hij mishandelde haar, zeiden
de mensen al, zelfs in Den Burg. Goed,
als hij dan niet voor haar deugde, en
als de mensen dachten, dat hij haar
Om haar geld had getrouwd, zou hij la
ten meiken, dat hij haar om de drom
mel niet nodig had. Opnieuw had hij
de laatste weken weer het idee gehad,
dat hij op haar zak teerde en dat gaf
hem een minderwaardig gevoel. Een
dolzinnig plan kwam bij hem op Lang
dacht hij er niet ovei na, maar voerde
het terstond uit.
Toen de laatste boot in de haven was
gemeerd, en Nel met vlugge passen
huiswaarts 6taipte, was het al donker
geworden en het verwonderde haar,
dat ze nergens licht zag branden, toen
ze het straatje insloeg. Zou Geert weg
gegaan zijn? Maar dat had hij nog
nooit gedaan, als ze eens een keer weg
was; er zouden immers klanten kunnen
komen!
Met een vreemd voorgevoel trad ze
op het huis toe. De voordeur zat op
slot. Toen liep ze achterom, haalde de
sleutel van het bekende richeltje af en
opende de achterdeur. Gejaagd liep ze
naar de keuken, stak het licht op en
zag onmiddellijk een brief op tafel
liggen. Bevend nam ze hem in de han
den en las: t
(Wordt vervolgd)
ZON, MAAN EN HOOG WATER
Dc zon komt 10 september op om 6.05 uur
cn gaat onder om 19.08 uur; 13 september
op om 6,10 uur en onder om 19.02 uur.
Maan: 11 sept. E.K.; 18 sept. V.M
Hoog water ter rede van Oudeschild
8 sept. 11.26 cn 23.53; 9 sept. 11.56 en
10 sept. 0.20 cn 12.23; 11 sepL 0.48 en 12.55
12 sept. 1.18 cn 13.38; 13 sept. 2.27 en 15.03
14 sept. 4.04 en 16.42; 15 sep.. 5.44 en 18.11
16 sept. 7.02 en 19.18.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.