Q RAI FFEISEN BANK het statussymbool m BRIGADIER PIET! EN DE SPORTCOMPUTER I IeBPE rubriek voor LANDBOUW en VEETEELT .1 t ruim lijoen ar der s. spaarbank en alle bankzaken FEUILLETON door Gerrit Franssen iEBDE blad TEXELSE COURANT VRIJDAG 6 OKTOBER 1967 roilaklic L >*a Gwmiiitfi'i» 7 ZEER SNELLE GRASGROEI Wij hebben de laatste maand weer Cns een staaltje beleefd van de enor- ie mogelijkheden, die „de natuur" ,eeft. Wc denken daarbij aan het feit, jat op 1 september op heel Texel vrij- rel geen êras was te vinden, terwijl én maand later gesproken kan worden een overvloed aan gras. Dat dit pvallend is geweest, bewijst ook het éit, dat ik maandag op het spreekuur nkelc oudere boeren kreeg, die niet onden nalaten om hun verwondering aar over uit te spreken. Dat naast „de natuur" ook „de cul- uur" een rol heeft gespeeld, is duide- ijk uit de opmerkingen van enkele vee- louders, die het betreurden, dat ze bc- september nog zoveel stifstof had- gestrooid. Ze waren nu nl. wat met iet gras verlegen. We vinden in het feit van deze snelle rrasgroei nog weer eens een bevesti- ing van een waarheid, die we eigen- jk allang weten, maar die ons toch elkens weer aanspreekt: Water is één ?an de belangrijkste voorwaarden voor goede grasgroei. „Wat moeten we er mee?" Deze vraag is ons de laatste dagen al nkele malen gesteld. Nu is het met as al net zo als met heel veel dingen: Ret is beter om er mee verlegen dan r om verlegen te zijn", maar toch kan »k een overmaat aan gras een pro- ileem zijn. Iedere goede veehouder 'eet, dat het zaak is om er voor te orgen, dat het gras vóór de winter fan het land is. Weiden, die „ruig" de rinter in gaan lijden heel sterk. Als deze overmaat aan gras in het roorjaar aanwezig is, dan is dit geen irableem. Voorjaarsgras leent zich ïaast de beweiding ook zeer goed voor iet maken van ruwvoer. Bij herfstgras gt dit veel moeilijker. En vooral het [ras, dat zoals nu in een zeer korte ijd met vrij veel water is gegroeid, is vrij moeilijk om te zetten in winter- voer. Dit gras heeft nl., wat we zouden kunnen noemen: weinig inhouden. Met name het gehalte aan ruwe celstof en de zetmeelwaarde is laag. Wil men hier toch kuilgras van maken en dit zal in een aantal gevallen nodig zijn dan zijn er de volgende mogelijkheden. a. Na een korte verwelkingstijd inkui len met ruim melasse. We zullen hier wel moeten uitgaan van een toevoeging van 5% melasse. Dus bij een hoeveelheid van 15 ton gras per ha. een hoeveelheid van 750 kg. me lasse. Het is heel goed mogelijk de melasse vanuit het vat op de ruiter- drager over het zwad of dunne wier- sen te laten lopen. Daarna in één dag inkuilen en afdekken. b. Eveneens na het enigszins verwel ken van het gras een toevoeging van 3 - 4°/o melasse over het zwad of de wiers te brengen en dit gras daarna met de maaikneuzer kneuzen en op laden. Er moet hier werkelijk wel van kneuzen sprake zijn. Is dit niet het geval, dan zou ook in dit geval een toevoeging van 5°/o nodig zijn. c. Het gras inkuilen gemengd met sui kerbietekoppen. In dit geval is geen andere toevoeging nodig, omdat het blad en de koppen deze functie ver vullen. Evenals in de voorgaande gevallen is het zéér gewenst, om niet te zeggen beslist nodig, om het materiaal droog bij elkaar te bren gen. Bij gebruik als weidegras Niet alleen voor het maken van kuilgras vraagt dit herfstgras bijzon dere maatregelen. Ook als we dit gras laten afweiden moeten we er op be dacht zijn, dat het een heel andere „inhoud" heeft dan voorjaarsgras. Dit blijkt ook duidelijk uit de mededeling van enkele veehouders. Ze vertelden mij, dat de koeien op het moment dui delijk voorkeur hebben voor een kleine hoeveelheid stro in het rantsoen. Ze IN HOLLAND STAAT EEN HUIS prefereerden dit tot een zekere hoe veelheid boven goed hooi. Dit wijst duidelijk in de richting van een be hoefte aan ruwe celstof of ruwvezel. Omdat dit gras ook arm is aan zet- meelachtige stoffen en suiker kan men in deze tijd ook veel profijt hebben van aardappelen, droge pulp en een eiwitarme koeksoort. Het is dan wel goed er aan te denken, dat het herfst gras ook arm is aan mineralen en dat het daarom gewenst is om per dag 1 kg. mineralenkoek te geven. Bij een verstandig gebruik van dit herfstgras behoeft het beslist niet zo te zijn, dat we met dit gras in de maag zitten. ZE KIJKEN NIET NAAR JE! Als ik het opschrift boven dit arti keltje bekijk, dan realiseer ik me, dat het, zo nuchter Hollands als het daar staat, niet in de schaduw kan staan van de wijze, waarop ik het hoorde uit spreken. In de eerste plaats zou het er dan op z'n Texels moeten staan. Maar ook dan zou je het enthousiasme nog niet horen, waarmee de boer in kwes tie die woorden uitsprak. En dat brengt we weer tot de overtuiging, dat onze voorlichting heel weinig zou betekenen als het niet verder werd gedragen door boeren, die met bepaalde nieuwe me thoden goede ervaringen hebben op gedaan. Ik ben nog altijd van mening, dat de groep van boeren, die uiteinde lijk door onderwijs, onderzoek en voor lichting bereikt wordt, belangrijk gro ter is dan het aantal, dat rechtstreeks aan deze zaken deelneemt. Een nieuwe weide De woorden boven dit artikeltje werden gesproken «door een Texelse veehouder. Hij vertelde me, dat hij de keurooien een dag of wat geleden van een perceel grasland had verweid naar een nieuwe weide, die enkele weken geleden onder het graan was vandaan gekomen. Juister gezegd was het Ita liaans raaigras, dat eender dekvrucht van zomergerst was gezaaid. De wei, waar de dieren eerst liepen, was zeker geen slechte wei. Toch werd op dit eerste perceel aan de lammeren wat krachtvoer bij gegeven. Ze namen dit graag op en dit was ook te bemer ken aan de reactie van de dieren. Zo dra de bedoelde boer het perceel op kwam lopen reageerden de lammeren hier op en kwamen ze naar de voer plaats lopen. Na het verweiden naar het perceel Italiaans raaigras blee'k dit niet meer nodig te zijn. De lammeren vonden hier alles wat ze begeerden. En als illustratie, dat de dieren volkomen te vreden waren zei de boer; „We gaan er natuurlijk iedere dag even heen. Maar ze kijken niet naar je!" Niet te vervangen Bedoelde veehouder is niet de enige, die dit weet door ervaring. Het is ze ker al 20 jaar geleden, dat ik van scha penhouders hoorde, dat lammeren zich buitengewoon goed ontwikkelden op percelen nieuw grasland, die in de nazomer onder de dekvrucht vandaan kwamen. Toch wordt hiervan m i. nog veel te weinig gebruik gemaakt. Als men er beslist geen kans voor ziet om dit op eigen bedrijf te verwezenlijken, dan zou men moeten proberen op an dere bedrijven klaar te komen. Wat op dergelijke weiden bereikt wordt, is op het eigen bedrijf, zelfs met het geven van een flinke gift kracht voer, meestal niet klaar te krijgen. De oorzaak? Het is speciaal voor lamme ren zeer belangrijk, dat ze de kans krijgen om zgn. selectief te grazen. Hier een hapje en daar een hapje. Daarbij kunnen we gerust zeggen, dat op zichzelf het gras op deze nieuwe weiden al beter is dan op oudere wei den. De graswortels krijgen hier de beschikking over een groter deel van de bouwvoor, omdat de grond regel matig bewerkt wordt. Op blijvend grasland moeten de plantenwortels het veelal doen met datgene, wat in de bovenste 5 cm. is te vinden. Tenslotte is er het zeer belangrijke punt van de parasieten, met name van de maagdarmwormen. In dit opzicht is zo'n nieuwe wei volkomen „schoon". En ook nadat we de beschikking heb ben gekregen over goede bestrijdings middelen is toch de toestand, die er aanwezig is op zo'n nieuwe wei op ouder grasland niet te bereiken. HET 'S NACHTS OPSTALLEN We ontvingen al enkele reacties naar aanleiding van ons artikeltje over het gedurende de hele weideperiode 's nachts opstallen van de melkkoeien. In de meeste gevallen in zeer afwijzende zin. Ik kan U wel zeggen, dat één Texelse veehouder, die het in veel op zichten met ons eens is, in dit geval op een heel ander standpunt staat. Dan zijn er ook veehouders, die stel lig van mening zijn, dat deze methode wat melk kost, maar dit systeem toch blijven toepassen, omdat ze het gemakkelijk vinden als de koeien 's morgens bij de hand zijn. Er zijn verder ook veehouders, die van oordeel zijn, dat de methode van het 's nachts opstallen voordelen geeft op kleinere bedrijven. Het zou dan n.l. mogelijk zijn op een zelfde oppervlakte grasland meer vee te houden, dan bij het normale systeem. We kunnen de mening van deze veehouders onder schrijven. VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN In de afgelopen maand verleenden burgemeester en wethouders van Texel aan de navolgende personen en zaken do daarbij omschreven bouwvergun ning De Stichting Vakantieverblijven te Amsterdam, voor de bouw van een hoofdgebouw aan de Bosrandweg in Everstekoog; de fa. Frans Zegel Kzn. te Oudeschild, voor de uitbreiding van een pand aan de Parkstraat; de heer W. H. Zijm te Den Burg, voor de bouw van een veestal bij B 123; de heer P. Vlaming te Den Burg, voor de bouw van een garage aan de Beatrixlaan; de heer D. de Vries te Den Burg, voor de bouw van een garage aan de Beatrix laan; de heer H L. Ploeger te Den Burg, voor de bouw van een garage aan de Beatrixlaan; de heer F. Tuit- man te De Waal, voor de bouw van een dakkapel aan een woning aan de Polderweg; de heer P. G. Kuip te Oos terend, voor de verandering van de boerderij O 35; de fa. M. J. en C. Bak ker te Den Hoorn, voor de verande ring van een loods aan de Molenweg; de heer J. C. Koegelberg te Den Burg, voor de verandering van een woon huis aan het Schilderend; de fa. Drijver te Den Burg, voor de bouw van een opslagloods aan het Wezenland; de heer H. Wuis te De Koog, voor de uit breiding van het hotel aan de Ruijs- laan; de Houtvester bij het Staatsbos beheer voor de bouw van een woon huis aan de Boodtlaan te De Koog, en de heer iB. Gieze in Eierland, voor de bouw van twee woningen aan de Waal- derstraat. We kregen een uitvoerige anonieme brief van een verklaard tegenstander van het 's nachts opstallen. De vee houder in kwestie had in zijn omge ving enkele veehouders, die de me thode van het 's nachts opstallen toe pasten met als gevolg minder goede produkties dan op zijn bedrijf. Het spijt ons, dat dit een anonieme brief is. Heel vaak is de aanleiding om anoniem te blijven een minder correcte inhoud van de brief. Dat is hier beslist het geval niet. De reden van de anonimi teit is voor ons dan ook een raadsel. Intussen zijn we toch dankbaar voor deze schriftelijke reactie. En zelfs als iemand er behoefte aan heeft om ano niem te blijven, zullen we met dank baarheid en belangstelling van de in houd kennis nemen. We doen een drin gend beroep op alle veehouders, die voordelen of nadelen van het systeem ondervinden, of hebben ondervonden, om ze mondeling of schriftelijk aan ons door te geven. Zóvelen geven hun •^rtfouwen 1 a c^ncTéR aiffei sehj?a nk. Samen 'sparen zij^nj'eet miljard gulden COPYRIGHT STUDIO AVAN 107. „Vooruit, jongens, 'beginnen maar!" klonk het bevel van Wasilew I. Omskomsk. Even was het stil, dreigend stil...., en brigadier Piet dacht: „Nu is het met me gebeurd...." Doch rrrrrrringgggü! Daar sneed plotseling het snerpende geluid van een brutale elektrische schel de stilte aan stukken. Onthutst keken de lijfwach ten elkaar en hun meester aan. Wat nu? Moesten ze doorgaan? Of moesten ze hun onmenselijk werk even uitstel len? Wasilew I. Omskomsk besloot tot het laatste, want je kon nooit weten. Als een circusdirecteur in de arena, zo stond hij met brede gebaren midden in de kwelkamer. „Onraad!" siste hij. „Wegwezen! Breng deze bemoeial naar de knekel kelder en hou je gedekt! Ik ga kijken wie daar is!" Bij het woord onraad ontstond een afschuwelijke paniek en dat is op het plaatje dan ook duidelijk te zien. De voor brigadier Piet bedoelde tang beet met zijn rondgloeiende tanden name lijk per ongeluk in de welgevulde broek van een der lijfwachten. Deze slaakte daarop zo'n afschuwelijke kreet, dat W. I. Omskomsk moest zeg gen: „Hou je mond toch! Ze kunnen je buiten horen!" Al met al was iedereen in een wipje in zijn schuilhoek verdwenen en Wasi lew begaf zich nu ijlings naar een soort periscoop, waarmee hij onge merkt de buitendeuren begluren kon. Voorzichtig stelde hij de lens scherp en toen zag hij wie daar belde. Hij slaakte een zucht van verlichting en mompel de „Gelukkig! Het is de bakker maar! Hij staat aan de achterdeur, zoals het nette leveranciers betaamt. HOOFDSTUK 1 De Larixlaan wordt een luxe laan „Japie Japie!" „Japie! Jaap! Kom er toch uit! Straks ben je te laat!" „Ach jameid. Hennie Overvest keek nog één keer in het trapgat en kwam vervolgens te rug in de huiskamer. „Dat opstaan is wat bij hem. Ik snap dat met". Ze nam haar tas, gelijk er in kijkend, waarna ze hem sloot. Ze liep naar de vrouw, die in een ochtendjas aan tafel zat toe te kijken. „Dag, mam". De vrouwen kusten elkaar. „Dag, kind". In het voorbijgaan aaide ze even over de kalende schedel van de man, die een krant opengevouwen hield en er schijnbaar in verdiept was. „Dag, paps". „Dag". De achterdeur ging open. Van boven Wonk gerommel, iemand kwam de trap afstormen. Een jongeman rende met zijn overhemd in de hand en een hand doek over zijn schouders door de ka- mer heen naar de keuken. „Morgen!" „Dag, Jaap". De vrouw kwam overeind om thee in te schenken. Ze keek nog eens naar de boterhammen op de schaal en haal de het ei uit de theemuts, dat ze in het dopje plaatste. „Zal ik je ei alvast Pellen?" „Ja, doe maar!" Mevrouw Overvest keek door het raam en stak nog even haar hand op ten groet, toen ze haar dochter op de fiets zag springen. Een vrachtauto den derde door de straat. In de keuken floot de jongen. „Nou, de kogel is door de kerk". De vrouw ging weer zitten, haar handen in de schoot. „Wat bedoel je, lieve?" vroeg ze, haar man aankijkend. Hij vouwde de krant dicht en wees naar het raam. „Een strook van twee honderd meter is aangekocht door de Bouwmaatschappij uit Utrecht. Bin nenkort zullen we ons mooie uitzicht wel kwijt zijn. Ze gaan er huizen bou wen, bungalows". Mevrouw Overvest 'keek door het raam naar het nu groenende bos aan de overkant. Een geliefd speelterrein voor de jeugd overdag. Een gezocht plekje voor geliefden in de avond. „Dat is erg jammer, Frits". De man smeerde nog een boterham. Schouderophalend antwoordde hij: ,vHet moest er toch eens van komen. De stad beschikt over slechts weinig bouwgrond. Annexatie van een paar randgemeenten zou de beste oplossing zijn, maar dat gaat ook niet zo gemak kelijk". Mevrouw Overvest keek haar man aan „Je snapt het niet, he? Nu wordt er toch zoveel gebouwd en het lijkt wel of er aan die woningnood geen eind komt Ik heb al eens gedacht, wat dat met onze kinderen moet, als ze zo ver zijn, dat ze trouwplannen maken. Hoe komen ze aan een huis?" „Eigenlijk mag je je kinderen meteen na de geboorte wel laten inschrijven", meende hij lachend te moeten opmer ken. yWat zei je ook weer? Had je het niet over bungalows?" Hij knikte en nam de krant nog eens ter hand. Na enig zoeken vond hij het bericht. „Hier staat het: Voorlopig acht bungalows. De laan zal worden ver breed tot twintig meter met een groene afscheidingsstrook in het midden". „Dan wordt het toch wel mooi". „Jawel, maar ons mooie uitzicht ra ken wij erdoor kwijt". De jongen kwam terug in de kamer, zich hijsend in zijn overhemd. Mevrouw Overvest keek op de klok. „Je mag wel opschieten, Jaap. Je bent toch tijdig ge roepen. Waarom kom je niet vlugger uit je bed?" De jongen stopte de einden van zijn overhemd weg en ging zitten. „De meid met haar Japie", mopperde hij. „Daar heeft ze niet eens erg in". „Ik ben toch zeker geen tien, zoals de tweelingen?" „Je mag ze wel eens roepen", meen de Frits Overvest. „Ze zijn al op. I'k heb ze zoéven gehoord". „En Tonia? Moet zij niet op?" „•Het is donderdag vandaag, lieve. Ze heeft het eerste uur geen les. Overi gens, die ligt vast al te leren in bed". Hij kwam overeind en dronk zijn thee op, waarna hij om de tafel heen liep en zijn vrouw kuste. „Tot van avond". „Dag, Frits". Twee jongens renden de trap af en stormden de kamer binnen. „Hebben we weer pindakaas? Of zijn er nu vlokken?" informeerde een van hen. „Kalm aan, jongens. Niet zo druk. Het is nog zo vroeg. Vlokken zijn er. En vruchtenhagelslag". „Hoi! Feestverlichting!" Jaap kéék naar zijn broertjes, de tienjarige tweeling. „Er is een knoop van je bloes", wees hij. Mevrouw Overvest keek naar het kind, hoofdschuddend. „Hoe kan dat nu?" Flip, de meest intelligente van het tweetal, keek ongeïnteresseerd naar de leemte in de sluiting. „Zo maar". „Trek dan maar even uit, zal ik hem er nog aannaaien". „Dat kan vanmiddag wel". Jaap draaide zich om naar zijn broertje. „Trek uit en niet tegenspre ken. Doe, wat mam zegt". „Schiet jij maar op", troefde de jon gen gevat. „Straks ben je te laat op school". Een grote auto reed voorbij. „Daar gaat de bus al van tien voor half". De oudere jongen kwam gehaast overeind. „Er gaan toch altijd een paar minuten overheen, voordat er gebeld wordt". Terwijl hij na een vluchtige groet naar buiten liep, zaten de tweelingen al rustig te eten, de een in zijn hemdje, omdat mevrouw Overvest nu bezig was de knoop aan te zetten. „Er komen huizen aan de overkant", zei Flip, wijzend naar het raam. Mevrouw Overvest staakte haar werk een ogenblik, met de ogen knip perend. Ze keek naar haar zoon, vra gend: „Hoe weet jij dat? Het staat van morgen pas in de krant". Verachtelijk zijn schouders ophalend, antwoordde de jongen: „Ik wist het lang, niet Jo? Allemaal huizen voor rijke mensen met sleeën van auto's". Zijn broertje knikte. „Ik ga vragen, of ik eens mee mag rijden. Waarom hebben wij geen auto, mam?" De moeder schoot in een lach. „Kind, wat moeten wij ermee? Die hebben we toch helemaal niet nodig?" „Nou, kunnen wij toch gaan rijden? Zaterdags en zondags, als we vrij heb ben. Fijn naar het strand of ergens anders heen". „Waarom koopt pap er geen? Hij heeft toch een boel geld op de bank?" Ze glimlachte nog steeds. „Maar dat is niet van papa". „Wat heb je er dan aan, als je het toch niet mag houden?" „Eet nu maar. Anders komen jullie ook te laat. Hier is je 'bloes. En doe eens wat voorzichtiger. Hij is pas nieuw en moet je eens zien, hoe hij er al uit ziet". „Kan ik niks aan doen. Gaat vanzelf, he Jo?" „Vanzelf", echode de aangesprokene. Op hun beurt verlieten de kinderen de woning. Mevrouw Overvest keek het tweetal na tot ze om de hoek wa ren verdwenen. Daarna begon ze de tafel op te ruimen. Nadat ze alles naai de keuken had gebracht, ging ze de trap op. Op de overloop ging ze een der kamers binnen. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1967 | | pagina 9