Het welbestede leven van
burgemeester De Koning
Afscheid van
een vriend
27 functies
Strijd om behoud
van Texels bekoring
Zijn werk was nog
niet volbracht
Een man die veel
tot stand bracht
Van de 14 burgemeesters die Texel
sedert 1851 heelt gekend, behoorde de
heer C. De Koning tot degenen die het
langst hun krachten aan Texel gaven.
Zijn 17-jarige ambtsperiode werd
slechts overtroffen door de 25-jarige
ambtsperiode van burgemeester B. C.
Loman (1864-1889).
Zowel door die lange duur van zijn
ambtsperiode, als door de tijd waarin
die viel, heeft de heer De Koning, meer
dan een van zijn voorgangers, althans
maatschappelijk gesproken, zijn stem
pel op Texel gedrukt. In meer dan één
opzicht werd in het tijdvak van bur
gemeester De Koning de grondslag
gelegd voor een nieuwe ontwikkeling,
afgezien van alle veranderingen, die
ons ook voor de komende jaren nog
te wachten staan.
Toegegeven, die periode van krach
tige ontwikkeling gold voor het gehele
land. Ik ben echter van mening, dat er
genoeg argumenten zijn om aan te to
nen dat in de ontwikkeling, die zich
tussen 1950 en 1967 op Texel voordeed,
de heer De Koning een zeer werkzaam
aandeel heeft gehad. Voor het aandra
gen van argumenten voel ik mij in zo
verre geroepen, omdat ik in die perio
de uit hoofde van mijn functie bij de
Economisch-Technologisch Dienst van
Noord-Holland vele malen over uiteen
lopende zaken betreffende Texel met
hem van gedachten heb mogen wisse
len en soms ook, ten aanzien van een
enkel punt van mening heb mogen
verschillen.
Als ik terug denk aan al die in de
loop der jaren gevoerde gesprekken,
dan zal mij vóór alles bijblijven de
charmante wijze waarop hij een ieder
steeds tegemoet trad en de evenzo
charmante wijze waarop hij na korter
of langer tijd met grote hardnekkig
heid opnieuw het onderwerp aan
sneed, zodra hij maar een kans zag om
voor de belangen van zijn Texelaars
op te komen. In dit verband voel ik
mij als het ware verplicht hier in de
eerste plaats te noemen een zaak,
waarvoor hij bij herhaling heeft ge
ijverd: Oudeschild.
Burgemeester De Koning heeft vele
zorgen t.a.v. Texel gehad. Een groot
deel daarvan heeft hij met steun van
de wethouders Hin en Roeper, die hem
gedurende het grootste deel van zijn
ambtsperiode ter zijde stonden, zo niet
weten op te lossen, dan toch nader tot
een oplossing weten te brengen. Het is
daarom erg jammer dat het hem niet
meer gegeven mocht zijn een nieuwe
haven in Oudeschild tot stand te zien
komen Wel heeft hij nog tot zijn grote
voldoening kennis kunnen nemen van
het principe besluit van de regering in
Oudeschild, de bestaande haven, mede
ten behoeve van de visserij, met een
werkhaven uit te breiden. Daarmede
zal dan tenslotte een gedachte verwe
zenlijkt worden, die door hem bij her
haling bij diverse instanties naar voren
werd gebracht. Die werkhaven vormde
voor hem het noodzakelijke uitgangs-
Naast zijn burgemeestersambt
bekleedde de heer De Koning de
volgende functies
degelegeerd Commissaris N.V.
TEM; voorzitter Rekreatiestich-
ting; voorzitter Stichting cultu
reel werk Texel; voorzitter So
ciale Dienst; voorzitter commissie
gemeentelijke sociale werkvoor
ziening; voorzitter Stichting
schooltandverzorging; voorzatter
Prof. Dr Keesomstudiefonds;
voorzitter adviescommissie b.l.o.-
school; voorzitter Raad van be
stuur NV. Luchtvaartterrein
Texel; voorzitter plaatselijk be
stuur jeugdherberg „Panorama";
voorzitter afd. Texel van de Ver.
voor Veilig Verkeer; voorzitter
plaatselijke comm. Bouwfonds
Nederlandse Gemeenten; voorzit
ter Texelse schoolraad; hoofd Be
scherming Bevolking; strandvon
der; fungerend waterschout;
plaatsvervangend kantonrechter;
ambtenaar van de burgerlijke
stand; bestuunslid Stichting
Texels Museum; gedelegeerde in
bestuur Stichting nijverheidson
derwijs voor meisjes; lid comm.
van toezicht op Rijks H.B.S.; lid
comm. van beheer sdhoolartsen-
dienst, district Den Helder; lid
bestuur kweekschool voor onder
wijzers, Den Helder; lid algemeen
bestuur van het Middenstands-
borgstellingsfonds Noordhollands
Noorderkwartier; lid alg. bestuur
Stichting Fed. Noordhollandse
werkülaatsen voor minder-vali-
den; lid stichtingsraad van het
Noordhollands Philharmonisch
Orkest
punt voor de vestiging van nieuwe be-
staansbronnen.
De zich na de oorlog voordoende
teruggang van de Waddenvisserij van
Oudeschild bracht hem er toe zijn ge
dachten te laten gaan over, wat hij
zelf noemde, „de regeneratie van Ou
deschild". Het middel daartoe zocht hij
aanvankelijk in de mogelijkheid van
vestiging van Zeeuwse mosselkwekers,
die mettertijd Zeeland zouden moeten
verlaten. Deze plannen bleken niet te
verwezenlijken, mede omdat de alge
hele overplaatsing van het mosselbe-
drijf van Zeeland naar het Noorden
langer op zich liet wachten dan zich
omstreeks 1954 liet aanzien. Een enkele
Zeeuwse mosselkweker zocht in die
jaren woonruimte op Texel. Meer dan
eens heeft burgemeester De Koning
mij verteld hoezeer hij het achteraf
betreurde, dat hij aan dit individuele
verzoek niet meer aandacht had be
steed.
Het moet hem echter, juist in zijn
zorgen om Oudeschild toch wel goed
gedaan hebben dat nog voor zijn
verscheiden de regering besloot de
proef inzake het verwateren van mos
selen definitief op Texel te vestigen.
De regeneratie van buitenaf is niet ge
komen, maar hij is wel getuige ge
weest van de regeneratie van binnen
uit, zoals die tot uitdrukking kwam in
de opleving van de visserij-activiteiten
van Oudeschild zelf.
Niet de werkgelegenheid in Oude
schild alleen, maar ook die van geheel
Texel, had bij voortduring zijn aan
dacht. Hij vroeg zich meer dan eens af
of het inmiddels, mede door zijn toe
doen opgevoerde voorzieningenpeil, wel
gehandhaafd zou kunnen worden in
dien niet tevens de werkgelegenheid
zich uitbreidde. Soms ging hij zover
dat hij verwachtte, dat de aflopende
werkzaamheden ten behoeve van de
ruilverkaveling en de voortgaande me
chanisering in akkerbouw en veeteelt
zouden leiden tot een teruggang van
het inwonertal, indien daar geen
nieuwe werkgelegenheid tegenover
stond voor het toenemende aantal
jongeren.
Voor hem was de bevolkingspyra-
mide niet zo maar een theoretisch ge
val waarover in de studieboek wordt
geschreven. De tekening van de leef
tijdsopbouw van Texel hing in zijn ka
mer op het raadhuis, om hem dagelijks
te herinneren aan het werkgelegen
heidsvraagstuk. Hij voelde er weinig
voor Texel uitsluitend de richting van
woon- en recreatiegemeente op te laten
gaan. Hij heeft dan ook niet nagelaten
te ijveren voor vestiging van industrie
op Texel. Het was voor hem moeilijk
te aanvaarden dat, toen Texel eenmaal
deel ging uitmaken van een stimule
ringsgebied, hieraan niet verbonden
bleken te zijn de subsidies voor in
dustrievestiging.
Door het op peil brengen van de
voorzieningen op Texel, na de grote
achterstand, die er gedurende, maar
eigenlijk ook al vóór de oorlog was
ontstaan, heeft hij de bevolking van
Texel zeer aan zich verplicht. Vanzelf
sprekend is een burgemeester uit hoof
de van zijn functie op velerlei terrei
nen werkzaam. Hij is echter niet de
enige die iets doet. Hij heeft immers
ook te maken met de gemeenteraad,
de wethouders en toch ook niet te ver
geten met het korps van ambtenaren.
Zo verkreeg onder zijn stimulerende
aanpak een aantal bestaande scholen
nieuwe huisvesting. Van verstrekkende
betekenis was de vestiging van nieuwe
scholen. In denk in de eerste plaats
aan de tot standkoming van de h.b.s.,
waarbij het aandeel van de burgemees
ter onmiskenbaar is. En hoe ging het
met stichting van de b.l.o. school en de
vestiging van de l.t.s.?
Toen 'hij volop bezig was met de
voorbereiding van de h.b.s. vertelde
hij mij, dat hij niet van plan was te
gaan ijveren voor een technische
school. Ook die school is er gekomen.
Misschien niet in de eerste plaats dank
zij de heer De Koning. Maar wie ont
kent het aandeel dat hij heeft gehad in
de totstandkoming van de sporhal-cul-
tureel centrum, verbonden aan die
zelfde l.t.s.? Het project heeft hem
menige slapeloze nacht gekost, maar
het is gerealiseerd.
Bij al zijn bemoeiingen voor meer en
betere voorzieningen stelde hij zich
van het begin af aan op het standpunt,
dat een plattelandsbevolking recht
heeft op dezelfde voorzieningen als de
grote stad. Een in dit opzicht tot voor
kort algemeen geldende tegenstelling
tussen stad en platteland kende hij
niet. Juist door het onvermoeide stre
ven van figuren als burgemeester De
Koning, heeft in ons land het begrip
leefbaarheid van het platteland inhoud
gekregen.
De enorme voordelen, voortspruiten
de uit de omstandigheid dat Texel met
zijn 18.000 ha. en 11.000 zielen, ver
spreid over zeven dorpen, slechts één
gemeente vormt, was hij zich terdege
bewust. In het artikel in het tijdschrift
„Noord-Holland" ter gelegenheid van
de stadsrechtfeesten van 1964 vroeg hij
zich af wat er van Texel geworden zou
zijn, indien bijvoorbeeld Oosterend,
Den Hoorn, Den Burg en Oudeschild
afzonderlijke gemeenten waren gewor
den. Vele organisaties zouden niet in
het leven zijn geroepen. En zeker niet
zijn geesteskinderen: Recreatie Stich
ting Texel (Stichting Sociaal Toerisme
Texel) en de Stichting Cultureel Werk
Texel.
Dat Texel in 1967 een invasie van
toeristen heeft geleefd, die alle records
slaat, heeft hij en ook anderen in 1955
niet kunnen voorzien bij de geboorte
van de Stichting Sociaal Toerisme
Texel. Maar hij voorzag in die jaren
wel een enorme toeristenstroom, die
aan de veerdienst, de logies verstrek
king en ook aan de gemeente hoge
eisen zou gaan stellen.
In de loop der jaren zijn er vele re
gelingen geweest, waarvoor bepaalde
gemeenten in bepaalde omstandigheden
in aanmerking kwamen om aldus uit
keringen te ontvangen ten behoeve van
de recreatie. Als er één gemeente is
geweest die al die regelingen beproefd
heeft, dan is dat zeker Texel.
Onder aanvoering van zij-n burge
meester heeft Texel, mede dank zij een
goed korps van ambtenaren, vele sub
sidies in de wacht weten te slepen.
Burgemeester De Koning was zich de
unieke positie van Texel ten aanzien
van de recreatie bewust. Ten overstaan
van diverse instanties heeft hij de pro
blemen van de gemeente en de belan
gen van de bevolking uitgemeten. Dat
er voor Texel en voornamelijk uit de
keuken van de gemeente zelf, een re
creatieplan tot stand kwam, was mede
aan zijn initiatief te danken. Aan de
opstelling van dit plan heeft hij niet
rechtstreeks deelgenomen. Hij liet dat
aan zijn ambtenaren en adviseurs over.
Maar in het overleg dat Burgemeester
en Wethouders met die werkgroep
voerden, was het meer dan eens de
Burgemeester die op belangrijke pun
ten veranderingen of aanvullingen
voorstelde en daarvoor begrip wist te
wekken.
Voor Burgemeester De Koning was
Texel een gelukkig eiland. In het be
wuste tijdschriftartikel schreef hij over
„die wonderlijke ervaring, dat ieder
die op Texel gewoond heeft en ge
werkt, onvoorwaardelijk onder de be
koring van het eiland komt".
Hij heeft veel gedaan voor het be
houd van die bekoring. Hij heeft zijn
leven wel besteed.
Drs. S. SCHREUR
Burgemeester De Koning overleden
't Is gebeurd, waar we ons al spoedig
zorgen over maakten, doch waar we
lafer met steeds meer zekerheid van
doordrongen werden: onze burgemees
ter zou zich niet meer van zijn ernstige
ziekte herstellen: alleen nog de dood
zou een einde aan dit lijden kunnen
maken. Toch was ik geschokt toen ik
het overlijdensbericht ontving.
Wanneer we zo de levensloop van
het gezin De Koning overdenken, dan
is deze zeker met zware moeilijkheden
gepaard gegaan.
Deze foto die in september 1950 in de Texelse Courant verscheen
toont de heer De Koning als resident van Danka en Billiton. De foto
deed menigeen eraan hv(jfclen of deze man wel de juiste was voor
het Texelse burgemeestersambt. Dat die twijfel ongegrond was, is
m de afgelopen 17 jaar duidelijk gebleken.
Voor het jonge gezin scheen een toe
komst in het voormalig Ned. Indië
weggelegd te zijn, dooh de oorlog deed
het anders verlopen. Internering volg
de. In verschillende kampen van elkaar
gescheiden kwam het gezin de oorlog
door. Een nieuwe taak volgde na de
oorlog op Banka en Billiton, onder
uiterst moeilijke omstandigheden Doch
ook hieraan kwam door de souvereini-
teitsoverdiacht een abrupt einde Te
ruggekeerd in Holland werd de heer
De Koning in oktober 1950 burge
meester van Texel.
Het besturen lag hem en hij heeft
dan ook in het bijzonder in zijn
eerste jaren een grote activiteit
ontwikkeld en veel bereikt. Vanaf zijn
intrede heb ik met hem mogen samen
werken als raadslid en later nog een
aantal jaren als wethouder.
Burgemeester De Koning was een
werkzaam man, die altijd voor zijn
gemeente bezig was. Maar daarnaast
was hij wanneer je hem goed leerde
kennen ook een fijngevoelig mens.
Ik zou een opsomming willen geven
van hetgeen hij hier bereikt heeft, ware
het niet dat ik er van overtuigd ben,
dat dit al wel van andere zijde zal
gebeuren. Burgemeester De Koning
hield van zijn gemeente en hij be
schouwde het als een voorrecht hier te
mogen werken. Hij zag voor Texel een
grote toekomst weggelegd en was er
van overtuigd, dat er in het bijzonder
op het terrein van de recreatie nog
vele mogelijkheden en ontwikkelings
kansen voor Texel lagen. Hij genoot er
van als de Raad een voorstel had aan
vaard, dat hij van groot belang achtte,
doch voor de uitvoering waarvan ge
werkt moest worden. Hem was dit ten
volle toevertrouwd.
Maar door zijn grote activiteit voor
de gemeente heeft hij ongetwijfeld zijn
gezin tekort gedaan, in het bijzonder
nadat enkele jaren geleden zijn vrouw,
die hem zo'n bijzondere steun was, zo
plotseling overleed. Bij het afscheid
van haar op Westerveld heb ik gezegd
„Haar werk was niet af, met in de
gemeente, niet in haar gezin" en het is
wel een bijzondere tragiek dat Texel
op dezelfde wijze afscheid moet nemen
van zijn burgemeester.
Wat hadden we hem graag de lof
toegezwaaid, die hij in zo'n ruime
mate had verdiend, warmere hij over
twee jaar de pensioengerechtigde leef
tijd zou hebben bereikt. Het heeft niet
zo mogen zijn. Midden in zijn werk is
hij weggenomen Wij weten het en we
moeten hierin berusten, maar ons me
deleven gaat toch wel heel sterk uit
naar hen, die achterblijven en die
straks het ouderlijk huis door anderen
bezet zien. Wij willen ze van harte de
kracht toewensen deze moeilijke dagen
te doorstaan en de wens uitspreken,
dat iets van die grote geestkracht,
welke hun vader in zo ruime mate
bezat, hen in staat stelt een middel
punt te hervinden.
C. H. ROEPER
Bij het bericht van het overlijden
van onze Burgemeester, dat we niet
onver wacht, maar naar menselijk
denken toch wel veel te vroeg ont
vingen, gaan mijn gedachten weer uit
naar de zomer van 1950, waarin we
elkaar zo vaak de vraag stelden: Wie
zal Burgemeester Rehorst komen op
volgen?
Toen in september het bericht in de
Texelse Courant stond van de benoe
ming van de heer C. De Koning, voor
heen Resident van Banka en Billiton,
met een 20-jarige Indië-ervaring en hij
op de bijbehorende toto stond afge
beeld met een hoge pet op, rees bij
ons wel even de vraag: zou dit nu wel
de juiste benoeming voor ons eiland
zijn?
Ik betwijfel sterk of de heer De Ko
ning bij de moderne inzichten over
burgemeestersbenoemingen waarbij
voor de gemeenten zelf gepleit
wordt voor een flinke stem in het ka
pittel wel hier gekomen zou zijn.
Na enkele dagen de eerste kennis
making. Collega De Waard en onder
getekende stonden op de haven te
Oudeschild bij het binnenvaren van de
boot: „Zouden dat ze nu zijn?"
Eenvoudige hartelijke mensen wa
ren het, die zioh bekendmaakten als de
pas-benoemden en bij de rondrit over
ons eiland voelden we ons direct met
hen thuis en kan ik wel zeggen
ook erg opgelucht.
Deze karaktertrekken typeren geheel
onze nu overleden Burgemeester: Ge
woon in de omgang voor iedereen; be
langstelling voor alle problemen waar
de mensen mee worstelden; maar ook
kwam soms weer de autoriteit naar
voren b.v. in besprekingen met hogere
autoriteiten, waarin hij door vasthou
dendheid en overtuigingskracht veel
wist te bereiken. Dat weten ook dege
nen op ons eiland, die veel met onze
Burgemeester te maken hebben gehad
Veel overwicht en doorzettingsvermo
gen, zodat men heel goed georiënteer
moest zijn om een eventueel ander in
zicht met succes te kunnen voordragen
Een man of mag ik er Mevrouw De
Koning ook nog eens bij betrekken
een burgemeestersechtpaar, dat voou
Texel zeer veel heeft betekend.
Door werkkracht en medeleven mei"
de evenmens, vooral voor de jeugd en
de minderbedeelden onder ons, en ge
steund door een Raad en diverse orga
nisaties, waarin de kleingeestige partij
geest, die de vroegere gemeentepolitiek
zo vaak beheerste, gelukkig praktisch
verleden tijd bleek te zijn, heeft Bur
gemeester De Koning veel tot stand
kunnen brengen. Denk maar aan het
onderwijs, de sociale dienst, de woning
bouw.
Ondergetekende heeft het geluk ge
had met Burgemeester De Koning 15
jaar te mogen samenwerken. Hij was
een man, die steeds met nieuwe plan
nen of ideeen aan kwam dragen, die
bij de uitwerking daarvan veel van het
personeel vroeg, maar die door eigen
activiteit ook voorging. Hij zat niet erg
vast op zijn kantoorstoel; als hij met
plannen rondliep was het zijn stijl de
zaak ook direct ter plaatse te bekijken.
Elk hoekje en gaatje van ons eiland
kende hij en vaak beter dan vele be
woners. Dat heb ik voor mezelf ook
wel eens moeten erkennen, 't Was wel
eens moeilijk alles te volgen en na
tuurlijk botsten de meningen ook wel
eens, maar ik heb in die tijd voor het
echtpaar De Koning een hoge waarde
ring gekregen.
Texel heeft veel aan hen te danken
en zal en mag de naam De Koning
nummer vergeten. Dat zij mogen rusten
in vrede.
D. Hin
Bij het heengaan van burgemeester
C. De Koning wil ik, als zijn vriend,
aan het vele, dat hier al gezegd is,
nog enige woorden toevoegen.
Ongeveer gelijktijdig kwamen wij
beiden op Texel. In de loop der jaren
groeide er tussen ons een hechte
vriendschap, waarin ik C. De Koning
heb leren kennen en waarderen.
Toen ik hem eens vroeg, wat hij het
belangrijkste van zijn burgemeester
schap vond, antwoordde hij: „de ont
moeting met de mensen". Dit antwoord
typeert hem. Zelf wilde hij bovenal
mens zijn onder de mensen. Daarbij
kende hij geen verschil, geen stands
verschil of onderscheid des persoons.
Ieder mens nam hij ernstig. Zijn liefde
voor de medemens hield niet in, dat hij
altijd ja tegen iedereen zei. Daarvoor
had hij te veel eigen persoonlijkheid
en rechtsgevoel. En met dit laatste
marchandeerde hij nooit, ook al moest
hij wel eens beslissingen nemen, die
hem zelf pijn deden. Hij kon niet an
ders, omdat het moest.
Mede door zijn liefde voor de mede
mens was hij mild in zijn oordeel over
anderen. In al de jaren, waarin ik hem
ken, heeft hij tegen mij nooit één lief
deloos woord over een ander gezegd.
Uit dit alles heb ik heel veel geleerd
en ik ben hem dankbaar daarvoor.
Met zijn drukke werkzaamheden en
met alle contact met zijn omgeving,
bleef hij toch een eenzaam mens. Hij.
heeft zijn vrouw, die hem zo dierbaar
was, nooit kunnen vergeten. Niet dat
hij zichzelf ooit beklaagde. Neen. Maan
ik weet, dat hij vele tranen, de jarenj
door, om haar gelaten heeft.
In zijn hart had hij een bepaaldej
piëteit jegens de kerk. Dit blijkt dui
delijk uit het grote aandeel, dat hij bij
de restauratie van verschillende ker-i
ken op Texel heeft gehad. Daarvoor.]
ben ik hem heel dankbaar. De
deeldheid der kerken was voor hemf
moeilijk te volgen en te begrijpen,
evenals vaak voor mij. 1
Zo is het heengaan van C. De Ko-
ning voor zijn vrienden een smartelijk i
verlies. In mijn herinnering zal hij
voortleven als mijn vriend en als mens, I
die hij getradht heeft te zijn.
W. A. SOES AN