ADJUDANT J. GULMANS:
Met de verkeersfouten van een
ander steeds rekening
Beste oogst - matige prijzen
ïu 1967:
10 doden, 20
zwaargewon
den
Het bloembollenbedrijf in 1967
Teelt gele crocussen
na tien jaar
iveer lonend
VIERDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 29 DECEMBER 1967
IEMAND, die 1967 met de beste wil van de wereld géén „goed jaar" kan
vinden, is adjudant J. Gulmans, commandant van de groep Texel der
Rijkspolitie. „Het is een van de somberste jaren die onze gemeente ooit
heeft beleefd", zegt hij. En hij wijst naar een der wanden van zijn
werkkamer in het politiebureau waar een grote kaart van Texel hangt. Die
kaart geeft een overzicht van de verkeersongelukken, die zich het afge
lopen jaar hebben voorgedaan. Gekleurde spelden wijzen de plaatsen aan.
Een witte speldekop betekent: een dode. Van die witte spelden heeft adju
dant Gulmans er dit jaar tien nodig gehad, tegen vorig jaar vier. De tien
verkeersdoden, waaronder zes Texelaars, vormen een droevig rekord.
Gulmans bladert in een stapeltje
proccesen-verbaal. „Wat ik extra droef
vindt, is dat de oorzaken allemaal kun
nen worden toegeschreven aan mense
lijke tekortkomingen. In geen enkel ge
val kan gesteld worden dat aan force
majeur klapband, kettngbotsing op
gladde wegen of zo het ongeluk te
wijten was. We kunnen ook zeggen dat
in zeker twee gevallen de dodelijke af
loop had kunnen worden voorkomen
als veiligheidsgordels waren gebruikt".
Het waren dus menselijke tekortko
mingen, fouten De processen-verbaal
laten daarover geen twijfel bestaan. In
één geval was spra'ke van drankmis
bruik. De betrokkene kwam zelf om
het leven en vijf inzittenden van de
wagen waarop hij inreed werden ge
wond. Bij een ander dodelijk ongeval
lag de oorzaak in het rijden met veel
te hoge snelheid op een voorrangsweg,
waardoor een andere weggebruiker, die
volgens de wet voorrang moest verle
nen, daartoe niet in de gelegenheid
was.
Rekenen op fouten
„Het kennen en toepassen van de
verkeersregels is niet voldoende", zegt
de adjudant. „Dat blijkt wel uit de
snelheid waarmee soms gereden wordt.
Men staat op zijn voorrangsrecht. We
hebben op Texel diverse voorrangswe
gen en voorrangslkruisingen en blijk
baar gaan de meeste weggebruikers er
vanuit dat ieder zich daaraan stipt
houdt. Als iemand voor een naderende
auto een voorrangsweg of -kruising
oprijdt is hij natuurlijk fout. Maar in
veel gevallen gaat de andere partij in
moreel opzicht niet vrijuit. Hij heeft
die andere wagen wel zien naderen,
maar heeft gedacht: ik heb voorrang.
We zouden al een stuk in de goede
zo'n situatie zou redeneren: ik heb wel
richting zijn gevorderd als zo'n man in
voorrang maar die andere weggebrui
ker zou dat wel eens niet of te laat
kunnen bedenken. Laat ik wat gas te
rugnemen en goed opletten of hij wer
kelijk aanstalten maakt om voor mij
te wachten. Iedere verkeersdeel
nemer moet weten dat zeer velen van
zijn medeweggebruikers niet voldoen
de van de verkeersregels op de hoogte
zijn. Als iedereen er rekening mee zou
houden, dat een ander fouten kan ma
ken, dan is het verkeer al heel wat vei
liger geworden. Het is vaak goed te
bekijken. Als je een auto met onver
minderde snelheid een voorrangskrui
sing ziet naderen, kun je erop rekenen,
dat zo'n man niet tijdig meer kan stop
pen. Het rekening moeten houden met
andermans fouten is een regel, die ook
in andere verkeerssituaties geldt. Het is
realistische verkeersopvoeding. Mensen
zijn nu eenmaal feilbaar. Daarmee is
niet gezegd dat alle ongelukken te
voorkomen zouden zijn geweest. Een
kind dat plotseling de weg oversteekt
of een man die onverwacht op de weg
omdraait in zo'n geval is een aan
rijding onvermijdelijk".
Onder toezicht
„Er zijn dingen die vroeger wel kon
den en tegenwoordig niet meer. Het
rijden onder toezicht bijvoorbeeld, dat
op Texel heel veel gebeurt. Een zoon,
vrouw of dochter wil graag rijden, gaat
achter het stuur zitten en begeeft zich
in het veikeer. Vroeger ging men er
vanuit dat zoiets wel verantwoord was
als de „instructeur" de handrem binnen
zijn bereik had. Tegenwoordig kan dat
niet meer. De auto moet nu volledige
dubbele bediening hebben. Het „een
zame landweggetje" waarop men vroe
ger kon oefenen, bestaat niet meer".
Adjudant Gulmans vindt dat zeer
jonge kinderen te gauw aan het ver
keer worden overgeleverd. Het gebeurt
dat kinderen van vier of vijf jaar met
een driewielertje naar de kleuterschool
gaan, terwijl ze geen notie van ver
keersregels hebben en de meest onver
wachte bewegingen kunnen uitvoeren.
„Het is verheugend dat het streven be
staat om al op de kleuterscholen ver-
keersonderwijs te geven. Maar de
ouders kunnen er ook aan meewerken.
Dat het nodig is, blijkt wel uit het on
noemelijk grote aantal kinderen, dat
het afgelopen jaar in het land is om
gekomen. De meeste ouders, zijn zich
van de gevaren bewust en halen en
brengen hun kinderen. Maar dat moet
weer niet overdreven worden, want de
kinderen zullen ééns met het verkeer
vertrouwd moeten raken.
Texel gevaarlijk
De vraag of Texel gevaarlijker is dan
vergelijkbare andere gebieden, durft
adjudant Gulmans niet zomaar te be
antwoorden. „Dat staat allerminst vast,
hoewel de vakantiestemming waarin 's
zomers de automobilisten verkeren tot
het nemen van grotere risico's kan lei
den. Automobilisten van het vasteland
zijn misschien geneigd Texel als een
landelijk en „dus" minder gevaarlijk
gebied te beschouwen. De hoera-stem-
mdng is ook in het afgelopen jaar in en
kele gevallen de oorzaak geweest van
moet er met het teveel aan jongens
gebeuren Hij zegt„Ideaal zou een
concentratie zijn. Een groot terrein
waar alle jongeren zouden kunnen
kamperen, maar dan zou daar ook al
les moeten zijn wat de jeugd verlangt
om zich te vermaken, natuurlijk onder
degelijk toezicht. Maar zoiets is niet
direct te verwezelijken. In de tussen
tijd moeten de jongeren op alle kam
peerterreinen kunnen worden onderge
bracht. Ik vind het betreurenswaardig
dat de meeste particuliere exploitanten
geen jongeren toelaten, dat is discre-
minatie. Bij het afgeven van een kam-
peerexploitatidvergunning zou de ge
meente als voorwaarde moeten stellen
dat kampeergelegenheid moet worden
geboden aan een zeker percentage
jongeren. De exploitanten zouden meer
ideële motieven ook moeten laten spre
ken. Het hele toerisme is erbij gebaat
dat de jongeren worden opgevangen.
En is het zo'n gek idee dat de verschil
lende particuliere exploitanten die lie
ver geen jongeren opnemen samen de
schouders zetten onder een gezamenlijk
plan voor een centraal jeugdkamp
Als in de komende zomer de jonge
ren niet kunnen worden opgevangen,
zal het aantal clandestiene kampeer
ders hand over hand toenemen en ze
moeten niet denken dat wij mensen ge
noeg hebben om ze elke nacht allemaal
op te pikken. Overigens, ik heb geen
hekel aan de jongeren. Ik was pelf
vroeger geen haar beter. Met wat
meer overleg en erkenning van het feit
dat deze zaak ieder aangaat zouden de
moeilijkheden wel eens snel kunnen
worden opgelost".
overschrijding van alle grenzen van het
toelaatbare. Onder invloed achter het
stuur zitten, kan hier niet zoveel
kwaad, denkt men. Maar dat denken
veel Texelaars zelf ook. Er zijn er die
regelmatig dronken in het auto rijden.
Ik weet, dat er Texelaars zijn die rustig
durven zeggen, dat zij het helemaal niet
erg vinden dat ze op Texel een borrel
drinken en achter het stuur gaan zitten,
maar het aan de overkant wel zouden
laten.
In deze december-maand wordt
overal in het land intensiever dan ge
woonlijk gelet op chauffeurs, die te
veel hebben gedronken. Ook op Texel
hebben we de controle verscherpt. Wij
houden een speoiaal oogje op de Texe
laars, die er een gewoonte van maken
om maandags, na de markt waar ze een
stevige borrel hebben gedronken, met
de auto huiswaarts te keren. We wach
ten hen meestal bij de auto op en ver
bieden hen in te stappen. Men moet zich
bewust gaan worden van het gevaar.
Tien doden, 20 zeer ernstig gewonden
en 22 minder ernstige gewonden, dat
betekent dat het op Texel niet veiliger
is dan op het vasteland, in tegendeel.
Overigens kan men de medewerking
van het publiek niet ontberen bij het
tegengaan van deze verkeersverschrik-
kingen. Wie werkeloos toeziet hoe een
dronkaard in zijn auto wegrijdt, is
mede schuldig aan het ongeluk, dat hij
straks veroorzaakt".
Onvoldoende kennis
Adjudant Gulmans stelt met voldoe
ning vast, dat veel Texelaars beseffen,
dat zij beter op de hoogte moeten zijn
van de verkeersregels. De cursussen in
de diverse dorpen worden goed be
zocht, met uitzondering van Den Burg.
„Jammer, want ik heb juist het idee,
dat heel wat inwoners van Den Burg
nog onvoldoende kennis van de voor
schriften dragen".
Verder is adjudant Gulmans over de
gang van zaken op Texel in het afge
lopen jaar niet ontevreden. „We heb
ben minder aangiften van winkeldief
stal gehad en er zijn ook minder ver
nielingen geweest.
Dan spreek ik niet over de Oude
jaarsnacht en Luilak, want toen hebben
zich schandalige toestanden voorge
daan, die de reputatie van onze samen
leving veel kwaad heeft gedaan. Tegen
dergelijke uitwassen zal nu veel stren
ger worden opgetreden dan in het ver
leden is gebeurd. We tolereren niets
meer. Bij de komende Oudejaarsviering
zullen we heel wat minder lankmoedig
optreden dan de laatste keer. De loco
burgemeester heeft de ouders aangera
den de jeugdige kinderen thuis te hou
den na het middernachtelijk uur. Ik
hoop, dat de anderen van de gelegen
heid gebruik maken om naar de nacht
voorstelling van de bioscoop te gaan.
Overigens ben ik er van overtuigd, dat
de moeilijkheden vorig jaar mede zijn
ontstaan door de houding van de oude
ren. Die keken welwillend en bewonde
rend toe, hitsten de jongeren tegen de
politie op en namen zelfs aan de bal
dadigheden deel. Een onwaardige toe-
len optreden. Men doet er dus verstan-
stand! Ik kan U bij voorbaat zeggen dat
we zonodig zeer hardhandig zul-
dig aan thuis te blijven. Onze nieuwe
rayoncommandant voor Den Burg, op
perwachtmeester J. de Boer, houdt van
orde. Hij krijgt voldoende mensen toe
gewezen en heeft voldoende ervaring
met dit soort zaken om te weten of en
hoe hij moet ingrijpen".
Roofoverval
Het is er in het afgelopen jaar op
Texel niet misdadiger toegegaan dan
vroeger. Wel deed zich voor het eerst
een roofoverval voor, die men helaas
nog niet tot klaarheid heeft weten te
brengen. De daders, volgens adjudant
Gulmans bijna zeker vakantiegangers
die zonder geld zaten, heeft men niet
kunnen achterhalen. Het vermoeden,
dat verband zou bestaan met andere
elders in het land gepleegde roofover
vallen, is onjuist gebleken.
De kans dat Texel meer met roof
overvallen en inbraken te maken krijgt
is er overigens wel. De verbinding met
de vastewal is tegenwoordig zo fre-
kwent dat een dief al weer is vertrok
ken voordat het feit wordt ontdekt. Dat
zag je aan die knaap die op één nacht
in vijf scholen inbrak. Toen het ont
dekt werd zat hij allang weer op het
vasteland.
Jongeren-overschot
We vragen de heer Gulmans naar
zijn mening over het jongerenprobleem
dat voor de komende zomer dreigt. Wat
ALCOHOLOGICA
Er zijn mensen, die zeggen dat ze
nooit drinken als ze nog moeten rij
den Hoogstens een paar glazen
bier. HoogstensWist' u dat er in
zo'n glas bier ongeveer net zoveel alco
hol zit als in een stevige borrel. Had u
niet gedacht? U moet juist wel denken
Aan de duizenden verkeersongevallen
per jaar met als oorzaak; ALCOHOL.
Kleine hoeveelheden alcohol zijn
reeds van zeer nadelige invloed op uw
evenwichtsgevoel (wijze van rijden), op
uw reactiesnelheid (remmen), uw diep-
tewaarneming (inhalen) en op het rij
den in het donker (nachtblindheid).
„Glaasje op? Léat je rijden!" Weet u
nog wat dat zeggen wil? Dat u ander
half uur moet wachten met rijden na
een drankje. Dat u niet achter het
stuur moet kruipen als u gedronken
hebt. Er zijn treinen, bussen, taxi's voor
uw plezier.Een ernstig ongeluk zit
in een klein glaasje.
Natuurlijk drinkt u op een feestje
wat, waarom ook nietMaar rij dan
niet zelf naar huis- Laat een ander rij
den. Uw vrouw misschien
Bent u met de komende jaarwisseling
gastvrouw? Hebt dan het beste met uw
gasten voor. U bent een „ideale" gast
vrouw als u zorgt dat er naast de alco
holhoudende drankjes ook een voor
raadje alcoholvrije drankjes op de
plank staat.
Zomer 1967. Een fantastisch mooie zomer Tot vreugde van de vakantie
gangers. Tot vreugde ock van de bloembollenkwekers. Want half juli begiht
de 3 a 4 weken durende oogsttijd. Mooi en droog weer zijn dan van het groot
ste belang voor het oogsten van gave en gezonde bellen. Droog weer betekent
ook: werken zonder tijdverlies. Ook dat is belangrijk.
Want de kweker die voorjaars, als hij zijn gewas op ziekten en afwijkingen
controleert, zo rustig door zijn bollen kan lopen, heeft in de oogsttijd plotse
ling haast gekregen. Haast, omdat de exporteur, die zijn bollen koopt, zelf zo
vroeg mogelijk aan zijn klanten (supermarkets) in het buitenland moet leve
ren en daarom op zijn beurt bij onze kweker op spoedige levering aandringt.
Werkte het weer dus mee om goed en op tijd te kunnen leveren, ook over
de oogstresultatcn kon men tevreden zijn.
gevolge van de jaarlijkse uitbreiding
van het areaal en dus het onttrekken
van leverbare crocussen aan de export,
geleidelijk tot acht gulden per kilo ge
stegen. Totdat in 1955 het aanbod plot
seling van alle kanten loskwam en de
marktprijs tot minder dan een gulden
inéén zakte. De jaren daarna is de prijs
om een daalder per kilo blijven schom
melen. Een prijs, niet lonend voor de
kwéker, met als gevolg geleidelijke in
krimping van het areaal tot bijna de
helft in 1965. En toen de zomer van
1966 bovendien een slechte oogst te
zien gaf, was het aanbod kleiner dan
de vraag, waardoor de marktprijs flink
kon oplopen..
Ook afgelopen zomer kon voor de
grote maten een prijs worden bedongen
van ƒ3,tot ƒ4,en voor de kleine
maten zelfs ƒ4,a 5,per kg.
De met gele crocussen beplante op
pervlakte bedroeg in 1967 70 ha., waar
van 30 ha. op Texel.
Intussen zijn de bollen alweer ge
plant en van een beschuttend winter-
dek voorzien. En terwijl rond de bol-
leribednjven enkele maanden van rust
zijn aangebroken, wordt er in de
bloemtrekkerijbcdrijven in binnen- en
buitenland dag en nacht gewerkt om
aan de jaarlijks groter wordende vraag
naar bolbloomen te voldoen. Bloemen
van hyacinthen, tulpen en narcissen,
zo bij uitstek geschikt om in de donkere
wintermaanden onze huiskamers een
fleurig aanzien te geven.
Ik wens U een goed en gelukkig
nieuwjaar.
Over het algemeen kan van een beste
oogst worden gesproken. Van hyacin
then en tulpen zelfs zo best, dat de
prijzen hiervan, die in de voorverkoop
waren gemaakt, reeds een paar maan
den voor de oogsttijd al niet meer te
handhaven waren en gedurende de zo
mer een dalende lijn te zien gaven
De narcissenprijzen van de goede
handelssoorten hielden zich goed, een
enkele uitzondering daargelaten.
Door de beste narcissenoogst waren er
op het eind van de zomer zelfs kleine
maten tekort, die daardoor in prijs kon
den oplopen. Ook de Sions deden het
weer goed. Tegen het eind van het sei
zoen zijn ze zeifis een paar wéken duur
geweest.
De gele crocussen tenslotte gaven een
zeer beste oogst te zien. Zo best dat er
weinig kleine crocussen werden ge
rooid. En daar juist deze kleine maten
in grote hoeveelheden in het buitenland
waren verkocht (de grote maten, waar
van er minder in een kilo gaan, waren
te duur), overtrof de vraag het aanbod,
met als gevolg oplopende prijzen.
En zo zijn dan thans de, voor vele
Texelse bollenkwekers zo belangrijke,
gele crocussen, na 10 jaar goedkoop te
zijn geweest, weer op een lonend prijs
peil gekomen.
Van 1947 tot 1954 was de prijs ten-
H. BRUIJN
ONDERZOEKINGEN DEN BURG
(Vervolg van binnenpagina 3de blad)
door ons niet waargenomen. Bewoning
uit deze periode is op zichzelf echter
niet uitgesloten, gezien de op het ter
rein aan de Beatrixlaan gedane vond
sten en de door Van Cuyck in 1789 ver
melde Romeinse munten, die in het
stadspark gevonden zouden zijn.
Voor zover dat in het sterk gestoorde
profiel de wand van de bouwpunt
nog viel vast te stellen, waren de grep
pels afgedekt met een 20 cm. dikke
donker- tot blauwgrijze laag: mogelijk
een akkerlaag. Daarop volgde een ho
mogene bruingrijze laag van 20-30 cm.
dikte die eveneens aan akkergrond
deed denken. De hogere lagen waren in
recente tijd tot een diepte van tenmin
ste 60 cm. beneden maaiveld vernield.
In het vlak wezen echter enkele kuilen
met kogelpotscherven op bewoning in
de Vroege Middeleeuwen.
Gracht
In het noordelijke deel van de bouw
put werd de reeds door Jacob-Friesen
waargenomen gracht teruggevonden.
Het was een opvallend brede en on
diepe gracht met vlakke bodem: breed
te tenminste 10 m, diepte beneden oor
spronkelijk oppervlak ca. 1.20 m. Hij
beschrijft een flauwe boog om een on
geveer ter hoogte van de kerk gelegen
middelpunt. Deze kenmerken zijn zo
karakteristiek, dat de identificatie met
de in 1942 gevonden gracht als zeker
kan worden beschouwd.
Aan de buitenzijde werd de 'brede
gracht door een smallere, in het mid
den van het vlak onderbroken gracht
begeleid: breedte 2.5 m., diepte be
neden oorspronkelijk oppervlak ca. 1
m. Helaas zijn bij ons onderzoek geen
vondsten uit de twee grachten verza
meld. Het is derhalve van groot belang,
dat Jacob-Friesen in de vulling van de
grote gracht scherven vond, die op een
datering „in het midden van de 9de
eeuw" wezen. Deze datering is met
onze waarnemingen niet in tegen
spraak. Hoogstens kan men zich afvra
gen, of een zo exacte datering op grond
van de vermelde vondsten wel mogelijk
is.
Aarden wal
De profielen waren ook in het noor
delijk gedeelte van de bouwput sterk
gestoord. Zij suggereerden echter, dat
direct aan de binnenzijde van de brede
gracht een aan de basis ca. 15 m brede,
aarden wal gelegen had. Nadere bij
zonderheden over de constructie van
de wal waren niet vast te stellen. Bin
nen, en gedeeltelijk over, de walresten
kwamen woonlagen voor, die grote
overeenkomst vertoonden met de
vroegmiddeleeuwse woonlagen aan de
Beatrixlaan, en die gezien de erin ge
vonden scherven, uit de 9e-10e eeuw
dateren.
In het vlak werd op een afstand van
2-3 m. van de binnenrand van de brede
gracht een derde gracht aangetroffen.
Het is een aan de bovenrand ca. 4 m.
brede gracht met vrij steile wanden en
een diepte van ca. 1 50 m. Hoewel deze
derde gracht, gezien zijn concentrisch
verloop, kennelijk met de brede gracht
verband houdt, is het op grond van de
profielen duidelijk, dat hij later is. Hij
snijdt door wat wij voor het wal-
lichaam houden heen en representeert
waarschijnlijk een tweede fase van de
vroeg-middeleeuwse ronde burcht, die
de oorsprong van Den Burg vormde.
Op het buiten gebruik raken van de
eerste gracht in een reeds vrij vroege
periode wijst ook de door Jacob-Friesen
gevonden „kelder" met vloer en wan
den en klei. Soortgelijke kelders zijn
ook bij het onderzoek aan de Beatrix
laan gevonden en kunnen daar als
vroeg-middeleeuwse hutkommen ver
klaard worden.
Behalve enkele kuilen zijn in het
vlak binnen de grachten geen vroeg
middeleeuwse woonsporen aangetroffen.
Indien onze interpretatie van de profie
len juist is, werd verreweg het grootste
gedeelte van het blootgelegde vlak door
de aarden wal ingenomen. Oudere,
prehistorische vondsten komen in het
noordelijk deel van de bouwput weinig
voor. Wel zijn hier enkele late putten
gevonden, waaronder een beerput, die
veel 18e-eeuwse scherven en glasfrag
menten bevatte.
Bovenstaande samenvatting van de
resultaten van het noodonderzoek in de
bouwput draagt uiteraard epn voor
lopig karakter. Nadere analyse van de
verzamelde gegeven zal nog tot een
meer gedetailleerd beeld en wellicht
oök tot wijziging van de inzichten op
bepaalde punten leiden. De thans be
schikbare gegevens vormen echter een
bevestiging van de opgravingsresulta
ten van Jacob-Friesen. De oorsprong
van Den Burg was een ronde, aarden
burcht, daterend uit de Vroege Middel
eeuwen. Zijn huidige vorm kreeg het
dorp eerst in later tijd, waarschijnlijk
door een middeleeuwse vergroting van
de oorspronkelijke kern. Hiermee in
overeenstemming is de waarneming,
die Halbertsma in 1960 deed bij zijn
onderzoek in de gedempte ringgracht
ten westen van het marktplein: 14de-
eeuwse scherven waren de oudste
vondsten die in de grachtvulling wer
den gedaan.