*011 de regen
maar toch welkom
Oude lie
Aanvoer bij noodslachting en
destructor in 1968
tIGADIER
PIET EN DE SPORTCOMPUTER
riek voor
NDBOUW en VEETEELT
Het koekeffekt
ERANSE AVOND VOOR
NUTSDEPARTEMENT
OK super*
oktaanbenzine
elke liter centen
voordeliger!!!
Tank dus bij:
3C.A.V TEXEL
K. Plantinga Zoon. Bolsward. Anno 18/0
E BLAD
ömlcr re (fa Mie
oeverrc 't wetenschappelijk ver-
Drd is weet ik niet, maar vooral
platteland is de uitdrukking, dat
u van de lucht afregent" nog al
ruik. Vooral in het voorjaar, zo
grens van het afscheid van de
en de komst van de lente, hoor
gezegde nog al eens.
was ook het geval tijdens en na
ren van vorige week donderdag
jdag. Het was op deze dagen echt
netje om buiten te moeten zijn,
ik heb de indruk, dat vooral de
■ren het onaangename van de
regen graag op de koop tocna-
Jit ervaring weten ze, dat na zo'n
ninder aangename dagen „de na-
in korte tijd enorm kan verande-
oewel op dit moment het tegen-
et geval lijkt.
het grasland betreft is die ver-
ng ook beslist wel nodig. De
van het grasland was de laatste
beslist minder dan in het groot-
el van de afgelopen winter. Deze
kleur was vooral een gevolg
et stuiven van de sneeuw. De
rietjes, die het in 't laatst van
i en begin februari met de voor
jd zeer hoge temperaturen al
en om het voorjaar aan te kon
zijn van een „koude kermis" ge-
Wat de veehouder
nu te doen staat
s tot op heden (15 maart) beslist
stikstof op het grasland ge-
1 dan de laatste jaren dikwijls
ival was. Daar is ook wel reden
Toch zijn we van mening, dat de
uders, die de stikstof al wel ge
el hebben daar geen spijt van be
ft te hebben. Vooral op de droge
en hoeft de kou' van de laatste
en de regen, die e»r nu gevallen
in verlies van stikstof te geven,
oordeel is, dat de stikstof met
weer op het land is gekomen en
voor het behoud van de structuur
e grond erg belangrijk. We kun
nen er ook wel zeker van zijn, dat als
de temperatuur nu maar even gaat
stijgen de groei van het gras op deze
percelen zeer spoedig inzet.
Voor de veehouders, die het nog heb
ben afgewacht is het nu de tijd om op
hun tellen te passen. Als de toestand
van de grond het maar even toelaat
moet de stikstof en eventueel het fos
faat en de kali, die nog nodig zijn, di-
rekt worden gestrooid.
Laten we niet vergeten, dat het
voorjaar niet alleen de tijd is van de
sterke groei, maar dat er ook nog het
voordeel is, dat het gras, dat in de
maanden april en mei groeit kwalita
tief bekeken niet te vervangen is door
gras uit de tweede helft van het sei
zoen. Vooral ook wat de winning van
hooi en kuilgras betreft geldt, dat we
ieder jaar maar één keer de beste kans
krijgen.
In de Teleac-cursus, die een paar
jaar geleden werd gehouden begon
de presentator telkens met de mede
deling, dat hij niet alles wat de voor
lichters naar voren brachten in zijn
bedrijf toepaste, maar dat hij er uit
pikte wat naar zijn mening voor zijn
bedrijf bruikbaar was. Wij kunnen
hier ook als voorlichter volkomen ach
ter staan. Waarschijnlijk zouden we
onze voorlichting met iets minder vrij
moedigheid spuien als we de gedach
te hadden, dat het door 100% van de
hoorders en lezers voor 100% werd
toegepast.
Vooral als het om „nieuwe dingen"
gaat zijn we al heel blij als er hier en
daar eens een voorloper het gehoorde
of gelezene gaat toepassen. Als zo
iets „nieuws" mogen we ook beschou
wen het advies, dat de heer J. de Rooy
van het l.V.O. in Zeist enige tijd gele
den in zijn inleiding voor de Vereni
ging voor Bedrijfsvoorlichting gaf.
)e opperhoutvester had dus last
Ie soldaten, al wist hij niet dat het
ite soldaten waren. En ja, nu na-
het ogenblik, dat die onechte sol
handelend zouden gaan optreden.
>egon met de kapitein Arend J.
van Walker. Deze wandelde met
uze pas door het Gravendrechtse
want de namaak-soldaten hadden
nódig. Maar Arend voelde zich
niet op zijn gemak,
it is eigenlijk héél erg wat ik doe"
elde hij. „Maar helaas, de teerling
orpen. Ik heb alle schepen achter
erbrand. Ik kan niet meer terug.
mijn daad tot het uiterste moeten
uitvoeren cn er de volle consequentie
van dragen.
Tóch keek hij nog een beetje sip, toen
daar plotseling een legereenheid voor
bijkwam, allemaal stoere soldaten,
stram in de pas van je één-twee-drie-
vier, links-twee-drie-vier.... Arend
herkende ze meteen. Het waren geen
échte soldaten, het was niet het échte
leger. Het was de troep van Kille Bill.
„Daar zul je het dan hebben", mom
pelde Arend. „Nu moet ik zorgen, dat
ik er niet instink. Laten we er dus voor
zorgen, dat elke pottekijker uit de buurt
blijft!"
Onmiddellijk organiseerde hij een
FEUILLETON
door
TOM LODEWIJK
la Lot moet je horen. D'r is van-
el m de Stadsschouwburg Char-
Köhler Marathondans, dat moet
Idig zijn. Ik wou vragen of je
jng".
j en Charlotte Kohier", zei ze een
e sarcastisch. Zo'n kunstkenner
"ij niet, de smoes was tè doorzich-
ik en Charlotte Kohier. Ik heb
laatst gehoord, gedeelten uit de
nen, het Hooglied, ik vond het
hg. En nu las ik dat ze in Haar-
optreedt en ik wou er best weer
maar ik dacht, samen met jou?
is het veel fijner. Kun je er nog es
praten".
hs je gaat niet alleen om mij?"
erbeeld je niet te veel Als Char-
°P de planken is, besta je niet eens
voor me".
ou dat wil ik dan wel es meema-
f°ed je hangt".
n zorgeloze, opgewekte toon deed
intens goed. Ja, dit had ze nodig,
'ding. Niet alleen zijn met je ge-
ton. Alleen had ze liever met ieder
r gegaan dan juist met Geert. Juist
en gezellige kerel ben jij", mop
majoor Vermeer. „Denk ik weer
pn manskerel over de vloer te heb-
en trek je er met m'n dochter van-
Hoe lang is het geleden dat we
■n geschaakt hebben?"
Wee maanden", beleed Gerard
schuldbewust. „Maar ik heb het vrese
lijk druk gehad".
„Smoesjes, jonge vriend. Nu kun je
wél met Lot uit".
Volgende week komt ik schaken.
Mag dat, mevrouw?"
„Mijn man is de baas".
„Jaja", zei de majoor, „in de kazerne,
wil je zeggen. Nou goed, jeugd hoort
bij jeugd".
Het klonk zo berustend, dat het Ge
rard even pijn deed.
„We zullen zien wie de jongste her
sens heeft als we aan de pionnen zitten,
meneer Vermeer. En dan kunnen we
nog genoeg kletsen."
„Je komt maar, jongeman."
Een uur later zat Lot samen met Ge
rard in de duistere schouwburg waar
één vrouw in het licht van één schijn
werper een heel publiek ademloos ge
boeid hield, geboeid met het relaas van
de verdwazing, van de jongelui die dan
sten, dansten, de ene dag na de andere,
opgejaagd door premies, aangegluurd
door een verlekkerd publiek, struike
lend, doodmoe in trance.
Ze stonden buiten op het plein en za
gen elkaar aan.
„Ik ben er kapot van", zei Lot.
„Ja", zei hij zacht. „Kom, we lopen
wat. Nou niet meteen weer onder de
mensen".
En ze liepen langs de singels tot ze
kwamen in de Hout, waar ze verder
liepen langs de paden, onder de bomen.
En opeens besefte Lot dat ze bevrijd
TEXELSE COURANT
Het ging in deze inleiding o.m. over
het machinaal melken. Het belang van
een goede voorbehandeling werd bij
zonder onderstreept. Als een speciale
manier van voorbehandelen werd toen
genoemd het geven van een kleine hoe
veelheid koek vlak vóór het moment,
waarop het apparaat wordt aangeslo
ten. Eén van de voordelen van het mel
ken in de doorloopmelkstal is, dat hier
een goede gelegenheid is om deze me
thode toe te passen.
De heer De Rooy vond het geven van
een kleine hoeveelheid koek op de nor
male stal niet helemaal onmogelijk,
maar er waren toch wel bezwaren. Hij
noemde toen speciaal het verwekken
van onrust bij de dieren, die nog niet
aan de beurt waren. Bovendien gaf het
wel wat meer werk dan in de door
loopmelkstal.
Een paar bedrijven
De afgelopen week bleek ons, dat in
ieder geval een paar van de op deze
voorlichtingsmiddag aanwezige veehou
ders de voornoemde methode op de nor
male stal zijn gaan gebruiken. We heb
ben op één van deze bedrijven gezien
hoe dit verliep.
Op het moment, dat een bepaalde koe
aan de beurt was om gemolken te wor
den nam de veehouder uit een emmer,
die op de mestgang was gezet een
reepje koek. De dieren waren hier in
tussen al volledig op getraind, want zo
dra de veehouder op de stal stapte,
draaide de koe de kop in de richting
van de veehouder om de koek in ont
vangst te nemen. Daarna volgde een
korte voorbehandeling van het uier.
Onmiddellijk daarna werd het apparaat
opgenomen en nadat de koe nog een
reepje koek had ontvangen werd het
apparaat aangesloten. De veehouder
vertelde mij, dat er de eerste dagen in
derdaad wel enige onrust was geweest
bij de overige dieren. Daar was op het
tijdstip, dat wij het zagen toepassen
geen sprake meer van. Iedere koe
wachtte geduldig zijn beurt af.
Deze veehouder was er van over
tuigd, dat de afgifte van de melk na
het invoeren van deze methode vlotter
verliep.
Ook de veehouder op het andere be
drijf was van dit laatste overtuigd. In
zijn stal was de onrust echter nog niet
verdwenen. Er waren vooral moeilijk
heden bij een aantal vaarzen, die blijk
baar nog in het stadium van „jeugdig
ongeduld" verkeerden. Er was vooral
bij deze dieren sprake van onrust.
We zouden het zeer op prijs stellen
om op de hoogte gesteld te worden van
eventuele meerdere ervaringen. En in
tussen menen we ook de opwekking te
mogen doorgeven om eens een proef
met deze methode te gaan nemen.
motorordonnans, want dat kun je doen
als je kapitein bent. En daar stoven ze
al heen. „In een grote boog om het bos
blijven rijden," beval Arend. „Het is
afgelopen met de vakantietripjes en
feestritjes van gewone burgers in dit
woud. Het leger oefent vandaag voor
het laatst, want morgen is de grote
taptoe
De motorordonnans moest natuurlijk
doen wat hem gezegd werd en zo kwam
het, dat allerlei burgers in hun fraai
glanzende welvaartsauto's door een
onverbiddelijke Arend J. uit het Gra
vendrechtse Bos werden verwijderd
(wordt vervolgd)
was van wat haar die avond zo had be
klemd.
„Geert", zei ze, „ik moet je wat ver
tellen".
„Vertel maar meisje".
„Je moet me een arm geven".
„Graag".
Zo vertrouwelijk was dit, samen, in
de stilte.
„Kees is getrouwd. Met een vrouw die
al driemaal gescheiden is".
„Waarom vertel je me dat".
„Omdat het mij raakt. En dan moet
het ook jou raken. Tenminste, als het
waar is wat je me altijd gezegd hebt".
„Dat is zijn weg, Lot. Ben je er boos
om?"
„Nee".
„Verdrietig?"
„Ja. Maar niet zo erg als ik dacht.
Ik begin te begrijpen dat het zo wel
móest gaan. En dat het maar goed is,
dat ik het niet allemaal heb meege
maakt".
„Nee", zei hij. Zijn stem was als een
bescherming.
Hij verwenste Kees niet, hij veroor
deelde hem niet. Het verwonderde hem
ook niet. Alleen, Lot had verdriet.
„Ik heb nou alleen jou nog maar,
Geert".
„Is dat je genoeg?"
„Zou het genoeg zijn?"
„Wat mij betreft, overvloed". Ze
hoorde aan zijn stem dat hij zichzelf
moeizaam in bedwang hield, niet hopen
durfde, niet geloven kon.
„Geert, jij houdt veel meer van mij
dan ik van jou".
„Ik hou in ieder geval verschrikkelijk
veel van jou".
„Geloof jij, dat twee mensen zo als
GEEN RISICO'S NEMEN
We raken er steeds meer van over
tuigd, dat één van de kenmerken van
een goede ondernemer in, dat hij zo
veel mogelijk risico's vermijdt. Ik ben
van mening, dat heel veel zaken, die
men meent te moeten onderbrengen on
der het hoofdstuk „ongeluk" of „onge
lukkig zijn" beter aangeduid kunnen
worden als het nemen van onverant
woorde risico's. Men waagt het er maar
op. Als zo'n waagstuk dan mislukt is
de opmerking: „Ik was ongelukkig"
volkomen misplaatst.
Zij namen geen risico
De afgelopen weken kregen we een
paar maal het verzoek om een „vluch
tig" onderzoek in te stellen naar de
zuurgraad van de grond, waarop men
bieten wilde verbouwen. De boeren in
kwestie waren er niet helemaal zeker
van, dat de zuurgraad van de grond zo
was, dat hier zonder moeilijkheden bie
ten verbouwd konden worden. Ze wis
ten uit ervaring of van horen zeggen,
dat het verbouwen van bieten op te
„zure" grond een riskante zaak was.
Daarom kozen ze het zekere voor net
onzekere.
Het resultaat van dit vluchtige on-
In het afgelopen jaar werden bij de
gemeentelijke noodslachtplaats en
destructieinrichting 4871 kadavers
aangevoerd, waaronder 2862 lamme
ren, 785 schapen, 447 nuchtere kalve
ren, 33 graskalveren, 75 runderen58
biggen, 28 varkens, 3 veulens, 9 paar
den, 15 geiten, 8 konijnen, 11 kuikens,
312 kippen, 1 eend, 112 katten, 65
honden en 47 nertsen. Hiervan wer
den goedgekeurd: 4 lammeren, 11
schapen, 1 nuchter kalf, 3 graskalve
ren, 4 paarden en 1 geit.
Onder voorwaarde van sterilisatie
werden 7 runderen goedgekeurd. Voor
verkoop in het klein onder toezicht
(vrijbank) werden 19 lammeren, 72
schapen, 5 nuchtere kalveren, 6 graskal
veren, 27 runderen, 2 varkens, 1 veu
len, 2 paarden en 1 geit vrijgegeven.
De bruto opbrengst aan vlees en huiden
bedroeg ƒ45.372,44, waarvan ƒ37.304,46
werd uitgekeerd. Er was een batig sal
do van ƒ680,36. Het kapitaal per 31-12-
'68 bedroeg ƒ917,76.
GEEN VOORLEZEN
Het voorleeshalfuurtje in de openbare
bibliotheek op woensdagmiddag 19
maart vervalt.
Vrijdagavond 21 maart komt 't jour
nalistenechtpaar Han en Wina Born uit
Amsterdam naar Texel om voor het
Nutsdepartement in hotel „De Linde-
boom-Texel" een Franse avond te ver
zorgen. Er zal een causerie over Frank
rijk worden gehouden, geillustreerd
met dia's. Verder zullen Franse chan
sons ten gehore worden gebracht, met
begeleiding van een draailier. In de
pauze zullen de bezoekers Franse wijn
kunnen drinken en Franse kaas kunnen
eten. De avond is ook voor belangstel
lende niet-leden toegankelijk.
ze dat van mekaar weten dat ze het
toch aandurven?"
Hij vroeg niet, wét. Ieder woord was
hier te veel.
„Als één van de twee 't aandurft, dan
zal die moeten zorgen dat de ander er
nooit spijt van heeft".
„Zou jij daarvoor zorgen?"
„Réken maar".
„Geert, je weet niet wat je begint".
„Ik weet het heel goed en ik weet
zelfs waar het eindigt. Daarvoor ken ik
jou te goed. Lot, laten we klare taal
praten. Jij zit niet om een man verle
gen. Je kunt er zat krijgen. Je bent niet
in 'n dwangpositie. Niemand dwingt jou
naar mij toe. Zelfs ik niet. Ik ben niet
hij aarzelde en zijn stem klonk even
bitter je eerste keus. Dat weet ik.
Maar ik ben ook niet je laatste toe
vlucht".
„Je bent de énige," zei ze.
„Waarom?"
„Omdat ik omdat ik van je hou. Op
een andere manier dan van Kees. Maar
de laatste tijd heb ik gevoeld dat als
jij er niet zou zijn, dat er dan niks meer
an was".
Dat gevoel heb ik altijd gehad, Lot".
„En als je dat nu allemaal van me
weet, Geert, durf je dan wéér een risico
nemen?"
Hij stond stil, pakte haar gezicht tus
sen zijn handen en zag haar aan.
„Mag ik, Lot? Meen je het heus? Wil
je me dan tóch?"
„Niet dan tóch. Je bent een reus. Ik
zou dit alléén maar met jou aandurven,
met géén ander".
Hij greep haar arm, ze liepen door,
zwijgend.
Gerard kon 't nauwelijks verwerken.
DINSDAG 18 MAART 1969
derzoek was ook inderdaad zodanig, dat
het risico van 'n minder goed resultaat
er in zat. Dat behoeft dan nog niet di
rect tot het besluit te leiden op het be
wuste perceel geen bieten te verbou
wen. Vooral in gevallen, waarbij de
uitslag is, dat de zuurgraad op het
kantje ligt, kan er nog iets worden ge
daan.
Een zaaibedbekalking
In gevallen als hiervoor zijn beschre
ven kan een zgn. zaaibedbekalking de
schaal in de goede richting laten over
slaan. De beste methode is dan om vrij
kort vóór het zaaien, op een moment
dat de grond goed droog is een hoeveel
heid kalk te strooien. We denken aan
een hoeveelheid van 500 - 1000 kg. per
ha. Voor een goede werking is het be
slist nodig de kalk door de grond te
werken. Het zaaiklaar maken van de
grond is hiervoor een goede gelegen
heid.
Men neemt voor dit doel nog al eens
de zeer fijne poederkalk. Deze kalk
werkt mogelijk wel iets steller dan
Dolokal of Kencica, maar een nadeel is
de moeilijke strooibaarheid. Wij zijn
van mening, dat ook met Dolokal en
Kencica een goed resultaat kan worden
verkregen.
Bij de Destructor werd aangevoerd
84.540 kg. materiaal. Hiervan werd
6410 kg. naar de destructor Schagen
afgevoerd en 78.130 kg, werd verwerkt.
Daarvan werd 18.960 kg. diermeel ge-
produceert en 10.705 kg. technisch vet.
In verband met het invoeren van de
BTW, per 1 januari 1969, wordt aan
de veehouders meegedeeld, dat de ont
vangen BTW wordt uitgekeerd aan hen
die onder de landbouwregeling vallen
en bij de administratie van de nood-
slachtplaats een landbouwverklaring
komen ondertekenen. Doen zij dit niet,
dan wordt de ontvangen BTW afgedra
gen aan de belastingdienst te Alkmaar.
Si showroom wMU«r»tïMt 53 don buro t»l. 01420-2854
Lot en hij
Hij vond geen woorden.
„Zeg Geert".
„Zeg jij het es, meisje van Vermeer".
„Is het eigenlijk niet schandalig?
Weet je dat ik feitelijk jou gevraagd
heb?"
,,'n Kunst! Ik heb jou allang gezegd
nou ja, ik kan je niet vrégen, natuur
lijk".
„En dat je me nog niet eens een
zoen hebt gegeven?"
„Nee.zei hij aarzelend. Dat had
hij niet eens gedurfd.
„Zou je het dan niet es proberen?"
En toen merkte ze dat Gerard van
Luyk inderdaad een man was en een
hartstochtelijk man. Ze hijgde naar
adem.
„Een beetje minder kan ook", zei ze
gestreng, „Ik wil nog langer mee".
„Zo", zei de majoor. „Dét heeft lang
geduurd. Ik dacht dat jullie in de
schouwburg bleven kamperen". Hij aar
zelde even, dat stel stond daar zo raar,
arm in arm notabene.
„Zeg", zei hij verwonderd.
„Ja, paps", zei Lot. „Kijk maar er
goed".
„Jullie tweeën, nee toch?"
„Ja toch".
„Wat ach nee, kinderen, doe me
dat niet an, op m'n ouwe dag me nog
zo gelukkig te maken. Lot, lieverd, lief
meisje van me, is het heus zo?"
„Heus lieverd. Zou je me geen zoen
geven ter felicitatie?"
Maar de majoor moest eerst zijn neus
snuiten, het tochtte wel erg in die ves
tibule.
(Wordt vervolgd)
Vieux
Plantiac
'v\V