4 Oude lie |n schip op het strand m riek voor NDBOUW en VEETEELT few S mm Ontvvikkelingswerkstuk Oudleerlingen gaan naar werktuigendagen Liempde Vrouw door kolendamp bedwelmd Forumdiscussie bij jaarvergadering K. Plantinga Zoon Bolsward. Anno 1870 IE BLAD TEXELSE COURANT DINSDAG 15 APRIL 1969 C. van fironlnijfii I volgt het verhaal van een voor- 1 jjQ het vergat om voorlichting Igen over zaken, waarvan hij Tn verstand heeft. Het wordt u Kng en als „een baken in zee" iden. LIde voorlichter heeft achter s een hoekje grond. Hij wilde van maken. Als voorlichter j jn zekere zin verplicht om je |op te houden betekent, dat het grasveld er in l<jeval net zo goed en liefst iets l^oet uitzien dan van de buren, larom begin je er mee om een jnonster te laten onderzoeken. Als [dat de grond kalkarm is aarzel t om in de kortst mogelijke tijd [of zuurgraad op peil te brengen. Jiit in je praktijk immers al zo ■aangelopen tegen de nare gevol- in een te zure grond. En je gaat i uit, dat wat voor bieten, gerst, |ien en kool goed is, het ook goed i voor alle andere gewassen. Sierstruiken [uurlijk moeten er ook wat sier en komen. Je wilt immers op z'n lt mee kunnen doen met de buren, i een extra goed begin te maken Ijn het plantgat voor de struiken ileen wat oude koemest, maar ook lortie kalk of schuimaarde. Teerste jaar lukt het al aardig. De |t voorjaar geplante struiken laten |s van bloei zien. De groei is ove- i dat eerste jaar maar zeer ma- jet tweede jaar is het met de bloei |t minder dan in het eerste jaar. jerweegt of er mischien nog geen ■genoeg is gegeven. De grond was Irs nog al flink zuur. |in het tweede jaar is de groei maar En als in het derde voorjaar de iken bij 'buurman er beslist ■beter voorstaan dan bij de voor- hiiPr vrouw er °P aan een Jljoek aan te schaffen. Als dit niet gebeurt duwt ze hem een uit de itheek geleend tuinboek onder de it hoofdstuk sierstruiken wordt op- |gen. Hij zoekt de namen op van soorten, die het in z'n tuin 1st miserabel doen. Onder het Bje „teeltwijze" leest hij: „Deze fkn verlangen een zure grond. Op jkalkhoudende grond is het resul- Ibeslist onvoldoende". Welke les i het voorgaande zit een stukje Istreekse voorlichting, ook al ligt bet op mijn terrein, nl. deze: Heel I sierstruiken verlangen een zure, fl kalkarme grond. [kunt er echter nog meer lering uit Jken. Weest verstandiger dan deze ■lichter en schaam u niet om voor- l te vragen over zaken, waarvan oet aannemen, dat u er te weinig f weet. Gelukkig kan ik zeggen, de meeste landbouwers op Texel mdiger zijn dan bedoelde voor- Ier. Maar we komen toch telkens g Bweer gevallen tegen, waarvan we t ■tenzeggen: Dit had de man kunnen komen als hij voorlichting had ge- igd. ■TWEELINGEN BIJ SCHAPEN" IB> de Texelse Courant van 11 april ■rt de heer S. Keijser Rzn. kritiek ms artikeltje over de oorzaken van zichtbaarheid bij schapen, of met re woorden de kwestie van de ling- en tweelinggeboorten. Ik wil graag nog iets over zeggen, al heb et de gedachte, dat de heer Kcij- en ik het hierover eens zullen wor- In het bewuste artikeltje heb ik dui delijk laten uitkomen, dat ik de „wijs heid" over dit onderwerp grotendeels putte uit mededelingen van ervaren sohapenhouders. Daarbij wil ik wel toegeven, dat niet iedere sohapenhou- der op dit punt zo positief is als de schapenhouder, die ik citeerde: „En dan teel je tweelingen". Ook op dit punt komen ervaren schapenhouders nog wel eens voor vragen te staan. Erfelijkheid De heer Keijser is van mening, dat de eenling- en tweelinggeboorten in hoofdzaak worden bepaald door de af stamming van de dieren. Als de heer Keijser had gesteld, dat men beginnen moet met te letten op de afkomst van de dieren, dan zou ik daar volledig achter staan. Het is nl. het eerste wat je doen kunt. Daar begin je mee. Dat geldt zowel voor de dieren- als voor de plantenwereld. Goed fokmateriaal, goed zaaizaad, goed pootgoed is van zeer veel belang. Maar ik heb het tientallen malen er varen, dat een akkerbouwer, die bij de aardappelteelt uitging van eerste klas pootgoed uiteindelijk een veel lagere cpbrijgst kreeg dan z'n collega's, die het door omstandigheden met pootgoed van een wat lagere klasse moest doen. Enkel en alleen door het feit, dat de groeiomstandigheden en de verzorging op het tweede bedrijf beter waren. Natuurlijk ga ik nu niet zeggen: „Het doet er helémaal niets toe of je uitgaat van hoogwaardig pootgoed en zaaizaad, als je maar zorgt, dat de groeiomstan- digheden en verzorging goed zijn". Ik blijf beweren: „Goed pootgoed en goed zaaizaad is het eerste goede begin". Maar na dit eerste goede begin komt er nog zeer veel kijken. Uitwendige omstandigheden 'De ervaring en ook „het onderwijs" van deskundigen hebben mij geleerd, dat „de natuur" over het algemeen veel grotere mogelijkheden heeft dan wij er tot nu toe uit weten te halen. Ik denk dan weer aan de uitspraak van een werkelijk deskundige op dit gebied, die sprekende over de productie van het rundvee zei: „Ik ben er van overtuigd, dat de veestapel op alle stallen in Ne derland het erfelijk in zich heeft om 5 000 kg. melk, of waarschijnlijk wel 5.500 kg. melk per jaar te produceren. Als dit nog lang niet het geval is, dan ligt dit aan de verzorging". Waarschijnlijk zou deze deskundige ook volledig achter deze uitspraak staan: „Ik geloof, dat de veestapel op ieder bedrijf het erfelijk in zich heeft om zeer overwegend twee lammeren per schaap ter wereld te brengen, en als dit nog niet het geval is, dan man keert er iets aan de verzorging". Waarbij ik ter voorkoming van mis verstand wel wil zeggen, dat deze des kundige het belang van de fokkerij be slist niet onderschat. Ook met krachtvoer De heer Keijser merkt op, dat het niet nodig is de vruchtbaarheid te be vorderen met goede weidegang. Het kan z.i. ook door het geven van kracht voer. Ik wil dit niet ontkennen, maar ben wel van mening, dat de invloed van kort, jong gras in het algemeen gunstiger zal zijn dan van krachtvoer. Bovendien is het economisch gezien ook aantrekkelijker om het met mate riaal van eigen bedrijf te doen. Toch voel ik in de bewering van de heer Aan de Sint Jozefschool te Den Burg hebben de onderwijzers zo hun eigen manier om de leerlingen vertrouwd te maken met het begrip ontwikkelings hulp. Ze grijpen daarvoor de jaarlijkse vastenactie aan, kiezen een bepaald ontwikkelings- en/of missiedocl en doen daarvoor een beroep op de offervaar digheid van de kinderen. Het gaat hier bij niet zo zeer om de grootte van het in te zamelen bedrag alswel om het wekken van interesse voor het pro bleem van de ontwikkelingshulp. Be langrijk wordt het geacht, dat men weet waarvoor het geld bestemd is en wat er precies mee wordt gedaan. Vo rig jaar werd een actie gehouden ten hate van het missiewerk van Pater Witte. Nu offerden de kinderen veertig dagen lang een cent voor pater Arie Commandeur in Kongo. Pater Commandeur heeft groot ge brék aan verbandmiddelen en daaraan zal het ingezamelde geld dan ook wor den besteed. In het kader van de actie kreeg de jeugd allerlei bijzonderheden over Kongo te horen en kregen zij op dracht een diorama (foto) te vervaardi gen waanmee een indruk wordt gege ven van de toestand op het Kongolese land. Van die opdracht hébben de leer lingen zich met veel enthousiasme ge kweten. 'Naar eigen ideeen werd in mi niatuur 'n tropisch landschap met men sen en huizen gewrocht en op symbo lische wijze, met behulp van kaarten van Afrika en Texel, werden de ge legde banden tot uitdrukking gebracht. Het is een bijzonder fraai werkstuk ge worden, dat geruime tijd in de hal van de school tentoon heeft gestaan. Mees ter Rikken, die als coördanator optrad, is er voldaan over dat het mes van drie kanten heeft gesneden. De belangstel ling voor de minder bedeelde mede mens is opgewekt, er is geld bijeen ge bracht en de leerlingen hebben in het uur handenarbeid hun hand vaardigheid hunnen oefenen. Keijser iets van het overschatten van de invloed van krachtvoer. Ik raak er steeds meer van overtuigd, dat de top van de productie er op komt door goed gras, goed hooi, goed kuilvoer. Getuige ook het volgende. Een paar dagen geleden was ik op een bedrijf, waar de productie van het rundvee zeer goed is. Na het voorgaan de zal het u niet verwonderen als ik zeg, dat dit vooral te danken is aan goed gras, goed hooi en kuilgras. Een paar weken geleden moest er door omstandigheden éen korte tijd hooi van mindere kwaliteit worden ge voerd. Het resultaat 'kwam duidelijk „in de emmer" tot uiting. De productie daalde gemiddeld met een paar liter melk per koe. Een poging om dit te corrigeren door meer krachtvoer te ge ven gelukte niet. Tenslotte Hét feit, dat ik het goeddeels niet met de heer Keijser eens kan zijn bete kent niet, dat ik zijn reactie niet zou waarderen. In de eerste plaats blijkt er uit, dat de heer Keijser onze rubriek niet alleen leest, maar ook kritisch leest. We hébben er nooit geen misver stand over laten bestaan, dat we dit op prijs stellen. Naar mijn mening blijft er nog te veel in de pen en volstaat men met wat voor zichzelf te mopperen of met een opmerkinging tegen buurman, dat de rubriek voor Landbouw en Veeteelt er weer helemaal naast is. De oud-leerlingenvereniig.ing van de Landbouwschool houdt op woensdag 7 mei een excursie naar de Werktui gendagen te Liempde. Vertrokken wordt 's morgens met de boot van zes uur en het is de bedoeling met de laat ste boot huiswaarts te keren. Vanaf Den Helder wordt gereisd per bus. De totale kosten bedragen ongeveer ƒ17,50 per deelnemer. Opgave is mogelijk bij de heer C. P. Laan te Den Burg of de heer F. Breman, „Veldheim" O 162. De werktuigendagen worden geopend door Prins Claus. De bezoekers zullen op deze jaarlijkse agrarische manifes tatie veel nieuws te zien krijgen. Be langrijk meer inzenders dan vorig jaar zullen hun producten laten zien. Hier onder bevinden zich apparaten die on getwijfeld sterk de aandacht zullen trekken zoals een Hovercraft voor agrarische werkzaamheden en een zg. briketteermachine die gemaaid nat gras tot droge pakketjes perst. De bedrijfs-economische voorlichting houdt zich bezig met de omvang van investeringen en de land'bouwvoorlich- tingsdienst toont onder de titel „land bouw in beweging" mogelijkheden tot verbetering van de inkomenspositie in het landbouwbedrijf. Dit alles is belangrijk voor de boer, maar ook voor de belangstellende bui tenstaander zal veel belangwekkends aantreffen. Men kan zijn licht opsteken bij de afdeling erfverharding en eige naars van éen siertuin kunnen zich niet alleen op de hoogte stellen van be plantingsmogelijkheden, maar ook in de afdeling voor klein gereedschap licht iets van zijn gading vinden. De liefheb bers van techniek kunnen hun hart op halen aan de 'kleurige en dikwijls bij zonder ingewikkelde machines, die in staat zijn het landbouwwerk sneller en grondiger té doen dan vroeger tiental len mensen gezamenlijk. DEN HOORN De 65-jarige wedu we Bothof te Den Hoorn werd woens dagochtend in bewusteloze toestand naar het ziekenhuis gebracht. Zij was die nacht door kolendamp uit een slecht functionerende kachel bedwelmd geraakt. Haar toestand liet zich aan vankelijk ernstig aanzien, maar is in middels aanzienlijk verbeterd. De vrouw woont in een zomerhuisje aan het Klif, achter de woning van haar schoonzoon, de heer Fl. Parlevliet. De 5-jarige Karin Parlevliet bracht de nacht bij haar oma door. Ook zij werd onwel, maar bleef bij bewustzijn. Het is een geluk geweest dat mevrouw Par le vliet woensdag vroeger dan normaal was opgestaan en bij het huisje pools hoogte nam. Door het raam zag ze haar moeder in ongewone houding in bed liggen en hoorde zij haar dochter tje roepen. Met behulp van de buur vrouw werd een raam ingeslagen en werd de dokter gewaarschuwd. 40.000 KINDEREN VRAGEN HULP Dit is de situatie: 40.000 kinderen in ons land hebben ouders die hun kinde ren niet kunnen geven wat deze nodig hébben. Achter dit cijfer van 40.000 gaat veel leed schuil. Over dit verdriet praten we niet graag. Wel over de (mo gelijkheden die aan deze kinderen kun nen geboden worden, dankzij het voor treffelijke werk van de kinderbescher ming. Wat door deze organisatie ge daan wordt grenst aan het ongeloof lijke. Met inschakeling van deskundigen, door een betere en regelmatige bege leiding van deze kinderen én hun ou ders, door wetenschappelijk onderzoek, en door de beschikbaarheid van goede pleegouders, groeit het aantal kinderen dat een goede plaats in de maatschappij kan vinden en groeit ook het persoon lijk levensgeluk. Vanzelfsprekend vraagt dit kinder- 'beschermingswerk veel geld. Voor een zeer groot deel wordt deze zorg voor het kind gesubsidieerd door de Over heid. Maar een niet onaanzienlijk be drag moeten de organisaties die zich inzetten voor deze kinderen zelf bijeen brengen. De tijd is voorbij dat iedere organisatie collectes houdt. Door goe de samenwerking ös er één jaarlijkse collecte georganiseerd door alle betrok ken instellingen. Dit jaar zal deze na tionale collecte gehouden worden in de wéék van 14 tot 20 april, ook op Texel. Deze instelling voor het kind de SAKOR rekent weer op een goede opbrengst. U kunt uw bijdrage geven aan een van de collectanten of u kunt déze storten op giro 40 40 40 ten name van Stichting SAKOR - Den Bosch. Donderdagavond wordt in het zaaltje -bij de Doopsgezinde kerk te Den Burg de jaarlijkse ledenvergadering van de Doopsgezinde gemeente Texel gehou den. Na het huishoudelijk gedeelte zal onder leiding van een forum worden gediscussieerd over „Onderwijs en Op voeding" naar aanleiding van het rap port Uppsala. Hét forum bestaat uit de heren Bouwman (directeur LTS), De Winter (hoofd MAVO-school) en ds. Koopmans. Vieux Plantlac FEUILLETON door TOM LODEWIJK 1 Wat wilde hij eigenlijk? Wat had gewild van Lieselot? Het verleden fr beleven? En wat zou het gewor- l zijn? Zou ze werkelijk net zo onbe- Igen hem kunnen liefhebben als in de wetenschap dat ze zondigde i al die anderen? Hou zouden de |n van dit 'kind, van dit lievé kind dit herboren Lieselotje, kijken meer ze er achter zou komen, dat Klfde moeder een stiekeme verhou- g had met hém,de man wie ze nu zo Jderhjk openhartig haar vertrouwen fonk? ens besefte hij hoe egocentrisch deze liefde was gewéest. Hij, die vroeg, zo weinig gaf en dan al om méér terug te ontvangen. 5t hij nu dit óók nog kapot maken? fes wat hij begeerde had hij gehad, i zelf had Lieselot uit zijn leven ge- *~en. Moest hij haar nu terughalen, «ren los te rukken uit dit leven ^[in ze paste, waarin ze nodig was? niets te maken met burgerlijk en conventie. Hier ging het om fik van mensen als dit meisje. En 1 zijn Lieselotje, altijd zo eerlijk, zo en vrij, het aankunnen, deze dub- «artigheid, dit.verraad? P viel een stilte tussen hen en hij Pt niets meer te zeggen. 4'dia merkte het. [••Het is al te laat voor de film", zei •.maar dat hindert niet. Dit vond |veel fijner". LGa je nu naar huis?" „Ja." „En vertel je aan je moeder en je vader dat je met mij bent gaan eten?" „Natuurlijk" haar ogen straalden. „Doe ze dan allebei de groeten van me. Wacht eens", opeens schoot hem 'n gedachte te binnen die hem deed grin niken van plezier, „vertel mé even je adres." Hij schreef het op in zijn agen da. „Nou Lydia", hij greep haar hand. „Meneer de Waard, moet ik nu zeg gen: bedankt voor de gezellige avond?" „Waarom zou je zo conventioneel zijn? Heb je dat thuis geleerd?" „O nee! Als u m'n oom was of zoiets dan wist ik het wel!" Moest je nu de ogen zien. Ja, dat was de dochter van Liesélotje, Lieselotje van het schilderij. „Nou, wat wist je dan wel?" „Dan gaf ik u een zoen." Hij zag hoe ze kleurde. „Laat ik dan vanavond eens je oom zijn, niet?" En toen zoende ze hem op de wang „Dag", zei ze, „dag oom Kees!" Hij liep door de Leidsestraat. Hij grijnsde. Oom Kees! Moest Lieselot weten! Moest Annabélle weten, of een van die anderen! En tooh, geen onderscheiding, geen compliment had hem méér gedaan dan dit. Deze lieve, spontane geste van de dochter van zijn Lieselot. „Lach er maar om, Kees de Waard", zei hij tot zichzelf „maar dank zij dit kind bij je nu voor éénmaal een vent." En hij broedde genietend op zijn plannetje. HOOFDSTUK XIII Oude liefde roest niet Toen Lydia thuiskwam vond ze hét hele gezin rond het televisietoestel, vol aandacht voor een film. Ze zuchtte verlicht. Dat spaarde meteen een hele boel gepraat. Ze zouden natuurlijk vragen hoe ze de film gevonden had, en ze was er niet geweest. Ze wist ér wel een en an der van af, maar ze had een hekel aan gedraai. En ze had ook geen zin te vertellen van haar ontmoeting met Kees de Waard. Later misschien, aan moeder. Nu niet, waar ze allemaal bij waren. Ze voelde intuitief, dat deze ontmoe ting achtergronden had, waarvan ze al leen iets kon vermoeden. Ze kon hier niet over opscheppen, zoals Liesbeth, die eens, op een van haar lift-expedi- lie, mee had mogen rijden met een be kend acteur. Hij had plezier gehad in het jonge meisje dat zo goed op de hoogte was, reeds zo'n eigenwijze me ning had, ze waren onderweg uitge stapt en hadden samen koffie gedron ken en nog altijd was deze acteur Lies- beth's favoriet. Het verhaal was in geu ren en kleuren verteld, zowel thuis als op school, en enkele weken had Lies beth een onweerstaanbare roeping ge voeld voor het toneel, tot iets anders haar weer even onweerstaanbaar riep. Het was altijd halen en brengen bij Liesbeth. Maar zó kon zij hierover niet praten. Ze schikte bij in de kring, en spon verder aan haar eigen gedachten. Moeder was voor Kees de Waard met alléén maar een model geweest, dat hij geschilderd had. Dat had ze best ge mérkt. Misschien had ze vroeger van hem gehouden. En hij van haar. Waar om niet? Als je zag hoe ze nu nóg was, dan moest ze als meisje toch ook wél heel aantrekkelijk zijn geweest. Dat bewees trouwens wel het schilderij! In het veilige halfduister keek ze naar haar moeder, die zo geheel in aandacht verzonken was. Wat het ook geweest was, het moest heel bijzonder zijn geweest. Moeder deed altijd alles in stijl, vond Lydia. Ze zou het maar later vertellen, als ze met z'n tweetjes waren. Zonder dat ze er zich van bewust was, zat Gerard van Luyk naar zijn jongste dochter te kijken. Wat ging er in dit kind om? Haar gezicht kon soms zo gesloten zijn. Nu ook. Was ze nog onder de indruk van de film? Trompetgeschal verkondigde het ein de, de reeks medewerkers draaide in witte letters op het blauwe scherm voorbij. „Nou koffie!", riep Peter. „Welja", zei z'n moeder „het ont breekt er nog maar aan dat je in je handen klapt". „Nou, u hoeft het toch niet te doen, Liesbeth kan toch ook?" „Of jij", zei Liesbeth. „Leer het maar vast". „Mannen zetten geen koffie". „Dat worden later de grote stoffels", wist LiesJbeth, „ik zie je al met een schortje voor staan drogen". „Over mijn lijk", zwoer Peter. „We spreken mekaar nog", zei Lies beth duister. Greet zal je wel drillenf'. Peter kreeg een kleur. Liesbeth wist ook alles, wist hoe hij achter de bijde- hande Greet aandraafde, die hem haar tas liet dragen. Liesbeth grinnikte. En dan nog een grote mond thuis! „Ik zet wel koffie", zei Lydia. „Je bent een reus", vond Liesbet, die al weer van het klusje af was. Ziezo, dacht Lydia, alweer uitstel. Er was groot spektakel toen ze de koffie binnenbracht, want Liesbéth's le peltje lag bij Peters kopje. Eindelijk kreeg Lot gelegenheid te vragen: ,yHoe was het, Lydia?" „O fijn", zei Lydia een beetje kleu rend. Dat kon toch op alles slaan, niet waar? Liesbeth kwam er natuurlijk tussen begon een levendige omschrijving te geven van haar eigen opvattingen over dié film. ,/Hou jij nou je grote snuffert es een keer", zei Peter „het lijkt wel of jij ge weest bent inplaats van Lydia". Gerard lachte. Het was met het stel wel! „Nou", zei Lydia, „ik héb morgen een grote repetitie, ik smeer 'm vast". „Wat je gelijk hebt", vond Lot. „Mor gen hoor ik het verhaal wel". „Lydia zal nou nooit es wild enthou siast thuiskomen", meende Liesbeth. „Eén is al mooi genoeg", zei haar vader. „Het zou hier een enthousiaste wildernis worden, als ze allemaal zo waren als jij". „Ik breng tenminste leven in de brouwerij „Dat horen we", zei Gerard. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1969 | | pagina 5