voor u
9
9
en voor u...
i
)p uw hoede voor wilde haver!
IRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
IET DE ZILVEREN LEPEL
!l V
ANDBOUW en VEETEELT t
f2000,- 18 maanden 1123,17 p.m. ailossen
of f5000,- 24 maanden 1234,12 p.m. aflossen
de bank waar ook zich thuis voelt
"fVEEC
eede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 25 APRIL 1969
jbriek voor °n,l"r
[\s dit artikeltje verschijnt is het
pent om de „eerste klap" aan de
de haver toe te dienen voor verre-
i de meeste bedrijven voorbij. Deze
ste klap moet nl. worden gegeven di-
t na het zaaien. Dit geldt speciaal
,r de gewassen zomertarwe en zo-
rgerst.
Imnenkort is er de tweede mogelij k-
d om wilde haver chemisch te be
iden. En wij hebben de indruk, dat
er VVerkelijk van een effectieve be
nding van de wilde haver sprake kan
dit zal moeten komen van deze
réde slag. We hebben nl. het gevoel,
"de eerste bestrijding maar zeer be-
*t is uitgevoerd.
)e chemische bestrijding, die we nu
het oog hebben, wordt uitgevoerd
het middel Carne. Dit middel wordt
een hoeveelheid van 3 liter, opgelost
in 100 - 150 liter water, per ha. ge
likt. Hèt moment om dit te doen is als
wilde haver IV2-2V2 blad heeft. We
igen aannemen, dat op de vroeger ge
ilde percelen dit stadium binnen
t al te lange tijd zal aanbreken.
Ve menen, dat het 'beslist nodig is er
ïstig op aan te dringen de mogelijk-
ien tot bestrijding te gebruiken. Als
wordt nagelaten, zien we hiervan
re gevolgen komen. U behoeft, naar
menen, niet bang te zijn, dat U voor
Rechtbank komt als er ondanks een
?de bestrijding in het komende sei-
,*n toch nog een aantal planten van
Ide haver op Uw bedrijf worden ge-
nden Maar we zien het minder gun-
iot| g in als U meent, dat de plicht tot
strijding voor U niet geldt en het
arom maar laat slieren.
KALIBEMESTING
[n 1968 werden door ons een paar
oudige proeven aangelegd om na te
an in welke gevallen voor het gewas
irieksaardappelen een kalibemesting
wenst is. Uit het onderzoek is het vol-
nde naar voren gekomen
Er zijn ook op Texel percelen bouw
land, waar een kalibemesting op het
gewas fabrieksaardappelen geen en
kel effect heeft. We bedoelen hier
mee, dat een kalibemesting geen op
brengstverhoging geeft.
FABRIEKSAARDAPPELEN
b. Verder is duidelijk geworden, dat er
percelen zijn, die zonder een kali
bemesting wel iets van kaligebrek in
het gewas laten zien, maar de op
brengst lijdt hiervan niet veel.
c. Er zijn ook percelen, die als gevolg
van kaligebrek veel te vroeg afster
ven met het gevolg, dat de opbrengst
te laag blijft.
IIoc is mijn perceel
Het is zonder nader onderzoek on
mogelijk, zowel voor een akkerbouwer
als voor een voorlichter, om uit te ma
ken of Uw percelen onder a, b of c
thuis horen. U kunt dit alleen aan de
weet komen door onderzoek van de
grond en daarvoor is het nu te laat.
Wij menen, dat men er in deze geval
len van moet uitgaan, dat de grond een
ongeveer gemiddelde bemestingstoe
stand zal hebben. Als dat juist is, dan
geldt voor fabrieksaardappelen een
kalibemesting van 120 kg. zuivere kali
per bunder. Enig houvast hebt U moge
lijk ook aan de bemesting ,die U ge
wend bent aan andere gewassen te ge
ven. En het zal dan heel wat Texelse
telers van fabrieksaardappelen vreemd
in de oren klinken als we vertellen, dat
volgens het landelijk onderzoek de kali
bemesting van fabrieksaardappelen ge
lijk moet zijn aan die van voerbieten en
zwaarder dan van suikerbieten. Bij de
bemestingstoestand „normaal" is het
advies voor de kalibemesting van voer
bieten 120 kg. zuivere kali per bunder,
voor suikerbieten 80 kg. zuivere kali
per bunder en voor fabrieksaardappe
len 120 kg. zuivere kali per ha.
We hebben geen aanleiding om aan
de juistheid van dit advies te twijfelen
en daarom menen we, dat het goed is
om in deze koers te gaan zeilen.
DIT IS BIJ INKUILEN NUMMER EEN
We hebben de laatste tijd meermalen
artikeltjes geschreven, waarin gewezen
werd op het belang van een goede me
thode bij het inkuilen van gras. We
doen hiervan niets af als we in dit arti
keltje gaan beweren, dat een goede
methode, in ieder geval gerekend in
tijdsvolgorde, niet nummer één is. En
kele ervaringen van de laatste weken
hebben ons weer duidelijk gemaakt, dat
er een belangrijke zaak is, die aan de
orde moet komen voordat er over een
methode van inkuilen wordt gesproken.
We hebben hierbij het oog op de plaats
van de kuilhoop.
Als je in aanmerking neemt hoe er op
een aantal bedrijven in de winter en het
voorjaar „gemarteld" moet worden om
het kuilgras van de hoop naar de schuur
of stad te brengen, dan kan ik me voor
stellen, dat er veehouders zijn, die er
toe komen om het inkuilen af te schrij
ven, of in ieder geval zoveel mogelijk te
beperken.
Waar moet de kuilhoop liggen?
Als we over de opslagplaats van het
kluigras gaan spreken, dan menen we
als eerste te moeten stellen, dat het van
belang is als die zo dicht mogelijk bij de
stal ligt. Rechtstreeks vervoer met een
karretje of kruiwagen van kuilhoop
naar stal vraagt de minste tijd. In stal
len met een brede voergang kan dit
misschien ook gebeuren met tractor en
aanhangwagen.
Van niet minder belang is de lig
plaats zelf. Deze moet wat hoger liggen
dan de directe omgeving. Er is geen
groter vijand van kuilgras dan wat\r
en we moeten er daarom voor zorgen,
dat het water zo snel mogelijk uit de
omgeving van de kuilhoop wegloopt.
Om dit te bereiken zal het in veel ge
vallen nodig zijn om de plaats van de
kuilhoop en een oppervlakte daar om
heen, op te hogen. Dat zal in de meeste
gevallen wel een paar centen kosten. Ik
behoef U waarschijnlijk niet te vertel
len, dat het ophogen niet moet gebeu
ren met kleigrond. Voor dit doel kan
de grond niet licht genoeg zijn. Een zan
dige kop in het land, of een sloot, die vol
gestoven is met zand levert voor dit
doel prima materiaal.
Verder zal het vrijwel altijd nodig
zijn om de omgeving van de plaats,
waar de kuilhopen liggen, iets te ver
harden. In ieder geval is een goed be
rijdbaar pad van kuilhoop naar stal no-
dig.
Wat verder nodig is.
De onaangename aanblik van de op
slagplaats van het kuilgras wordt voor
een goed deel ook veroorzaakt door de
enorme gaten, die rondom de kuilhoop
zijn gegraven om de kuilhoop van een
gronddek te voorzien. Vooral nu het
dekken van de kuilen algemeen met een
kraan gebeurt, zijn deze sleuven lang
zamerhand „sloten" geworden. Als deze
„sloten" in de herfst en winter vol
staan met water, zijn ze voor kleuters
beslist niet zonder gevaar.
COPYRIGHT STUDIO
A VAN
n\ iP-f
1^-215
215. De taptoe zag er dus indrukwek-
nd genoeg uit en zowel de mooie mu-
als de schitterende uniformen de-
n er het beste van verwachten. De
geloze beroepsmilitairen, die braaf
•or hun broodje liepen te toeteren en
marcheren waren echter met op de
>gte van het feit, dat er een troep
sperate herrieschoppers in de buurt
Halverwege de stad Gravendreeht
het dorp Rijkhuyzen lag namelijk
n rustieke uitspanning, waar in vroe-
tijden allerlei deftige lieden
achten samen te komen. Doch de tijd
in de bolhoeden, de indrukwekkende
levels en de sierlijke struisveren was
wrbij. De uitspanning werd nu nog
echts gebruikt als verzamelplaats
voor Groep II van de „Boze Jongeren",
een curieuze verzameling van verf-
morsende schilders en inktverknoeiende
schrijvers. In kleding en kapsel lieten
deze Boze Jongeren duidelijk merken,
dat ze „kunstenaars" waren en dat ze
het dus met alles oneens waren. Over
slechts één ding waren ze het echter
roerend eens, namelijk dat zij zelf de
grootste kunstenaars waren, die de na
tie in de laatste driehonderd jaar had
voortgebracht. Helaasze werden
door nieman begrepen. En deze lieden
zoudendoch dat komt nog.
Intussen zijn we ook nog verplicht 't
geheim van brigadier Piet even op te
lossen. Die hebben we immers zó lang
niet gezien? Waar is hij toch gebleven?
We durven wel te zeggen, dat in veel
gevallen veel meer grond verwerkt
wordt dan nodig is. Een kraanmachinist
kijkt niet op een „hap". En zonder aan
opzet te denken, constateer ik, dat deze
grote massa grond in de winterperiode
veelal aanleiding is voor de veehouder
om de kraan nóg eens op het erf te la
ten komen. Ideaal zou het zijn als niet
alleen de ligplaats van de kuilhoop flink
omhoog werd gebracht, maar er verder
naast deze plaats voldoende zand aan
wezig is om de kuil af te dekken. Dat
kan beslist een kleinere hoeveelheid zijn
dan er nu meestal voor het dekken
wordt gebruikt. Er wordt vrij algemeen
gebruik gemaakt van plastic. En het
gaat verder in de richting van een
zwaardere soort plastic. In dat geval
kan de grondlaag veel lichter zijn dan
nu meestal gebeurt. Als we uitgaan van
plastic van 0,10 mm, of liever nog van
0,15 mm. dan is een laag van 20 cm.
grond ruim voldoende.
Bij deze wijze van werken is het niet
nodig om in de winter de kraan te laten
komen voor het verwijderen van de
grond. We denken daarbij niet alleen
aan besparing van kosten. Maar in de
eerste plaats aan het gaaf houden van
het plastic. Het is voor een kraanmachi
nist praktisch onmogelijk om bij het
verwijderen van de grond het plastic
heel te houden. Toch is dit van veel
belang. Het kuilgras moet nl. ook na het
verwijderen van de grond zoveel moge
lijk gevrijwaard blijven van toetreding
van water en lucht. Dat kan als het
plastic gaaf blijft.
Waar het ook om gaat
Als we deze dingen schrijven, dan is
dit niet alleen een kwestie van econo
mie, of met andere woorden het gaat
niet alleen en uitsluitend om de vraag:
„Hoe kom ik tot een zo hoog mogelijk
inkomen". Het gaat mij vooral ook om
de leefbaarheid van het bedrijf.
Het is een noodzakelijk kwaad, dat
heel wat bedrijven, waar voorheen een
tweede volle of halve kracht aanwezig
was nu eenmansbedrijf zijn geworden.
Ik ben voluit bereid om dit een „kwaad"
te noemen. Maar de feiten liggen nu
eenmaal zo.
We moeten dan echter zoveel moge
lijk voorkomen, dat er meer zwaar en
onaangenaam werk te doen is dan
strikt nodig is.
Wel...., hier wandelt hij. In diep ge
peins is 'hij diep in het Gravendrechtse
Bos verzeild geraakt. Het leek er zelfs
op, dat hij verdwaald was. Gelukkig
stond daar een nederige kolenbran-
der9womng en hij besloot daar te gaan
vragen om de kortste weg terug. Hij
klopte dus op de deureven was
het stil.toen kwamen schuivelende
passen naderbijen daar ging de
deur krakend open. 't Sinistere gezicht
van de' oude Joepie Scheermes kwam
te voorschijn. Joepie Scheermes
een man, die van zijn tachtig jaren er
zeker zestig in de gevangenissen van
alle werelddelen had doorgebracht....
(wordt vervolgd)
2000
5000
de heer J. IV. Hoogeveen
beheerder bijkantoor Amstelveen
Contant geld nodig voor privé-doeleinden?
Neem een persoonlijke lening bij de NMB.
Dat gaat prettig en snel. Bijvoorbeeld:
3000,- in handen, betaling in 18 x
183,15. Of: 10.000,- in handen, betaling
in 36 x 332,67. Loop eens binnen bij het
dichtstbijzijnde NMB-kantoor. Men geeft u
er graag alle inlichtingen over de persoon
lijke iening. U zult zien, dat bij de NMB de
persoonlijke lening samengaat met per
soonlijke service.
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
Den Burg: Binnenburg 11. Den Helder: Koningstraat 7.
^Ulllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
5UILLETON door TOM LODEWIJK
-■ iV!IHllllll,lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!llll!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
.Oranje Nassau kan iedereen krij-
n, de Leeuw is voor de elite. Jij kijkt
lu.tegen zo'n rozetje aan, vader, maai
er in Den Haag weet de eerste de
ste departement9bode precies wat je
aard bent. Als daar zo'n stelletje he
il gestrikt en gelint rond de tafel zit-
hebben ze mekaar meteen al gein-
ntariseerd. Het allerhoogste is de Mi-
aire Willemsorde, daar moet je heel
't voor hebben gepresteerd, maar die
t eigenlijk niet mee, want dat zijn
aar heldendaden en die» komen op
ft departement tóch niet van pas. Wie
g een blanco knoopsgat heeft, voelt
'h als een man die zonder broek over
aat loopt. Krijgt hij Oranje Nassau,
i helpt dat wat, maar dan is hij weer
oers op de man die officier is of de
'euw heeft. Wordt hij, zoals schoon-
Pa, officier, dan is dat ook mooi,
aar de Leeuw was hem liever. En een
'der van de Leeuw zou natuurlijk
tog officier zijn en een officier graag
°otkruis, en zo blijft er altijd wat te
ftsen over. Het best er achter zijn dc
die misschien een hele borst vol
ftden dragen, maar toch niets in het
°°psgat hebben. Maar die zijn ook
bekend, dat iedere edhte Hagenees
hoed voor ze afneemt, en iedere bo-
hard loopt om de deur voor Zijne
ttellentie open te maken".
j»Net als Napoleon", grinnikte Rein,
Me maarschalken stijf van 't goud en
zijn groene jasje".
„Nietwaar? Dat kon je meteen zien
dat hij al dat galon niet nodig had".
Dank zij de uiteenzetting van zijn
zoon had Reidert van zijn ledig knoops
gat geen minderwaardigheidscomplex
overgehouden. En af en toe verscheen
hij dan ook op de maandagse beurs met
wat hij „de mooiste ridderorde" noem
de, in het knoopsgat, één van de tulpen
waarmee hij regelmatig getuigschriften
en bekroningen in de wacht sleepte.
Achterin de zaal ontstond geruis, ie
dereen verrees van zijn zetel, de facul
teit kwam binnen voorafgegaan door
een pedel, die er tienmaal zo waardig
uitzag als de hooggeleerde heren.
Rein keek met een snelle blik de zaal
door of er nog kennissen zaten. Ja, wa
rempel, een paar jonge exporteurs, ou
we vrienden van Herman, een paar van
zijn medeleden uit de commissie voor
wetenschappelijk onderzoek, het deed
hem goed dat er nog wat bollenjongens
zaten behalve hijzelf. Hij keek naar
Herman zoals hij daar stond in zijn
rokcostuum tussen de twee studiegeno
ten. Hij kon zijn gedachten maar moei
lijk houden bij het verplichte twistge
sprek.
Die ouwe professor scheen het de
jongen nogal lastig te maken met zijn
opmerkingen. Herman zei iets waarom
opeens een stel mensen, blijkbaar inge
wijden, begonnen te lachen, de ouwe
professor zelf grinnikte ook. Rein voel
de hoe vreemd hem deze universitaire
wereld was, hij snapte de mop niet. Hé,
daar klonk een bekende stem, warem
pel, dokter Huismans, die Herman ter
wereld had helpen brengen, nou, dat
was maar voor de aardigheid en Her
man in zijn antwoord zinspeelde er dan
ook duidelijk op, dat de dokter hem ge
zien had zoals zijn moedei hem nooit
gezien had. Het was een heel plezierige
promotie, en cum laude nog wel! Cécile
zou van grootsigheid wel naast haar
pumps lopen en die ouwe heer van haar
helemaal. M'n schoonzoon, doctor cum
laude, maar die schoonzoon heette dan
toch maar Stok! Zou misschien ook niet
zo lang duren, peinsde Reindert. Den
Haag was 'n gezonde stad voor naams-
uitbreiding, en hij dacht aan wat zijn
vriend Jan Maas, die als kerkeraadslid
verstand van die dingen had, hem ver
telt had. Dominee Poot, zei hij, ging als
Poot naar Den Haag en kwam er als
Terlaa'k Poot weer vandaan. Dominee
Wurth werd daar Brillenburg Wurth en
dominee Wolf werd Barkey Wolf. Je
zal zien, zei Jan Maas, dat je straks de
vader bent van Dr. Stok van Heerema
of zoiets. Zorgt schoonpapa wel voor,
al kost het een paar duiten.
Toen riep de pedel „Hora!" Reindert
daoht dat hij hoera riep, want nu was
het dan ook uit Een later stond hij ter
zijde van de jonge doctor, die aan de
andere kant geflankeerd werd door de
Haagse schoonfamilie, schudde handjes,
kreeg complimentjes.
Toch was het maar een schrale
troost.
Liever dan doctor cum laude, had hij
deze oudste als mededirecteur in zijn
zaak gehad. Eerst was Hei-man geboren
entoen Johan, die zich Hans liet noe
men, en toen had Rein besloten dat de
firmanaam zou zijn: Rein Stok Zoo-
nen, met twee o's, dat stond ouwer.
Mees Zoonen deed het immers ook!
Toen het bord opgehangen werd aan de
gevel van het nog zeer bescheiden kan
toor, was hij gaan kijken, het hoofd in
de nek, letterlijk en figuurlijk. Dat
stond. En het gaf een gevoel van hoe
noemde Herman dat laatst ook? con
tinuïteit, van voortzetting van de fir
ma. Je wist waarvoor je werkte. Ja-
wél
Hij had zich bepaald minder prettig
gevoeld dan vandaag, toen zijn oudste
jongen hem zei dat hij voor dokter wou
studeren.
„In de bollen?" had hij gezegd. „Nee
vader, mij niet gezien. Jullie denkt dat
het heel wat is, dat bollenwereldje van
jullie, maar het is maar een klein
zaakje, al eten er zoveel mensen van.
Philips op z'n eentje is groter".
„Je weet niet wat je weggooit", zei
Reindert, beledigd in de trots op zijn
zaak, „je komt in een opgemaakt bed,
jongen!"
„Ik maak m'n eigen bed wel op", had
Herman geantwoord.
„Als vader het bed maar voor je
koopt dan toch zeker. Wie betaalt je
studie? Al die grillen van jullie jonge
lui. Kijk naar Geert van Galen. Moest
ook studeren. Eerst naar Wageningen,
dat werd niks, toen zwaaide ie over
naar de medicijnen, ging naar Leiden
en toen ie daar een paar jaar geploe
terd of liever geboemeld had, werd het
rechten. Nou is ie meester en waar zit
ie? Op het departement. En ouwe Geert
kan straks z'n zaak over doen aan een
ander, want een opvolger is er niet".
„Dat is juist jullie fout", bestreed Her
man, „er is maar één opvolger moge
lijk en dat is de zoon. Dat is de narig
heid met al die familiebedrijven hier.
Of de zoon deugt of niet deugt opvol
ger zal hij worden! Ze rollen allemaal
zonder bezwaar in dat opgemaakte bed.
En als d'r es een buitenstaander is die
er misschien meer van weet dan de
baas zelf, moet er heel wat gebeuren
voor je in de directie opgenomen wordt,
en dan nog alleen bij hele grote zaken.
Ik heb geen zin in dc bollen, ik ben
er al die jaren mee opgestaan en mee
naar bed gefgaan, en moeder
Ja, daar zat 'em de kneep. Magda!
Was nooit een echte bollenvrouw ge
worden. Die en haar gedweep met Al-
bert Schweitzer! Die had de jongen de
gekkigheid in 't hoofd gepraat natuur
lijk Maar wat deed je eraan? Magda
ging haar eigen gang en had haar eigen
gedachten over de dingen. En hij hield
van Magda, kon tegen haar niet te
keer gaan En al had hij dan grote
woorden gesproken van eerst es de
tuinbouwschool af lopen, ze hadden
hem zelf hol in de oren geklonken. Hij
wist dat het met onwillige honden
kwaad hazen vangen is. Entenslot
te had hij nóg twee zoons. O ja, die an
dere, die nu even verder aan het pro
motie-diner zat. Hanshij kneep
het stuk stokkebrood dat bij de soep
werd opgediend, tot kruimels. En
Bas.och heden. Bas was in de zaak
ja. Tel uit je winst. Cécile, zijn knappe
schoondochter vroeg hem iets en hij
kwam tot zichzelf.
„Zijn het dc veilingprijzen?" vroeg
Cécile lachend, „of het zuur in de tul
pen, waar u over zit te piekeren?"
(wordt vrevolgd)