AMRO-spaarders
profiteren van de volgende
rentepercentages:
4%
5%
6%
6Vé%
AMRO BANK
HET DE ZILVEREN LEPEL
:ede blad
Tveh
iibriek voor
LANDBOUW en VEETEELT:
Bouwvergunningen
in de afgelopen maand
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 16 MEI 1969
Onder reil»lilie
C. >ün
lijding
IIET kweekbestrijdings-
PHOEFVELD
Een paar weken geleden vertelden we
deze rubriek, dat er ook dit jaar
ieer een proefveld kweekbestrijding in
ieten was aangelegd. We deden ook de
pegging, dat we bepaalde beziens-
laardigheden op dit proefveld in deze
jbriek zouden doorgeven. We kunnen
at nu al doen. Op bedoeld proefveld
bet resultaat van de chemische be-
nl. al heel goed te zien. Zowel
bestrijding, die vier weken voor het
>aien als ook die twee weken vóór het
ialen is uitgevoerd geven een duide-
jk resultaat. Verder kunnen we zeg-
fIli dat zowel de verspoten TCA als
e gestrooide TCA hun werk doen.
Op dit moment is nog niet te zeggen
de bestl ijding schade aan de bieten-
lanten heeft gedaan en hoe groot die
.-hade mogelijk zal zijn. We stellen
voor, dat hierover aan het eind
m deze week wel meer is te zeggen.
Het is nu echter een goed moment
n iet effect op de bestrijding van de
reek vast te stellen. Het lijkt ons van
dat zoveel mogelijk akkerbou-
ers dit met eigen ogen zien.
We willen hiervoor gelegenheid ge-
>n op zaterdag 17 mei a.s. van voor-
Wdags 10.30 uur tot 11.30 uur. We
n dan op het proefveld aanwezig om
ichting te geven.
Het proefveld ligt op het bedrijf van
de Visser nabij Ceres". PH. Polder.
5 u met de auto komt, laat die dan
het erf staan. Het proefveld ligt
een paar honderd meter van de
erdenj Verder verzoeken we u om
proefveld vanaf één kant te bekij-
ji en het zo weinig mogelijk te be-
eden.
UT IS EEN VOORDROOGKUIL
De grasgroei is nu eindelijk toch op
ng gekomen. We mogen er op reke
ls dat zeer binnenkort het eerste
is voor het maken van kuilgras zal
rden gemaaid. Het staat wel vast,
I een aantal veehouders weer zullen
m werken volgens de methode van
t voordrogen. Dit zijn in de eerste
tats de veehouders, die het al in de
ngers hebben en vrij zeker zullen er
l< veehouders voor het eerst deze me-
ode toepassen.
Sr zijn motieven, die pleiten voor de
voordroogmethode In de eerste plaats
dat het een naar verhouding goedkope
methode is, vooral als men zelf over de
nodige mankracht beschikt.
In de tweede plaats is er het voor
deel van een droog product. Bij het in
kuilen en ook in de winter behoeft er
minder water te worden versjouwd dan
bij de vochtige kuilen.
Het hoge gehalte aan droge stof heeft
verder het voordeel dan een groter deel
van het winterrantsoen uit kuilgras
kan bestaan. Men kan dan nl. volstaan
met een paar kg hooi per koe per dag.
Vooral voor bedrijven met weinig be
drijfsruimte is dit aantrekkelijk.
Waar men aan moet denken
Er zijn in het verleden en ook het
laatste jaar weer mislukkingen geweest
bij hel; maken van voordroogkuilen.
Daarom is het nodig op enkele belang
rijke punten te wijzen:
a. Het gras moet kort en blad rijk zijn.
Gras met veel stengels is minder ge
schikt of ongeschikt voor het maken
van een voordroogkuil.
b. Maai het gras bij voorkeur als het
droog is en als er kansen zijn op een
periode met enkele droge dagen.
c. Schud het gras minstens eenmaal
per dag en bij droog, zonnig weer
twee keer per dag. Het gras moet nl.
gelijkmatig droog zijn bij het inkui
len.
d Het gras moet bij het inkuilen een
gehalte aan droge stof hebben van
minstens 45%. Een iets droger pro
duct is vrij zeker nog beter. Als u
geen kans ziet om het gehalte dro
ge stof te schatten, dan kunt u ons
hierover raadplegen
e. Als het gras droog is, dan moet het
zo snel mogelijk aan de hoop worden
gereden. Daarna onmiddellijk afdek
ken met PE of PVC (plastic) van mi
nimaal 0.10 mm. Het is beslist beter
om plastic van 0.15 of 0.20 mm te
gebruiken.
f. In het algemeen is een gronddek aan
te bevelen. In ieder geval is dit no
dig bij materiaal van 0.10 mm. Maar
ook bij zwaarder materiaal is een
gronddek van 15 - 20 cm gewenst.
Stel alles in het werk om het plastic
onbeschadigd te houden. In veel ge
vallen wordt het plastic al bescha
digd bij het aanbrengen van het
gronddek.
g. Houd dc kuil ook na het afwerken
in de gaten. De grote vijanden van
kuilgras en zeker van voordroogkuil-
gras zijn water en lucht.
GEEN OPBOUWENDE KRITIEK
Stel u voor. dat uw kapper, als u
meent een kleine aanmerking te moe
ten maken op zijn werk, daarop rea
geren zou met de opmerking: „Als u
het zelf beter kunt, dan doet u het
maar, ik kan het niet".
Of dat uw schilder, als de kamer be
hangen is en u er op wijst, dat de tijd,
die hij er over gedaan heeft toch wel
wat lang is duidelijk geraakt is als
antwoord geeft: „Ik zou wel eens wil
len zien of u het in korter tijd kunt
doen".
Ik vermoed, dat de kapper u als
klant zou verliezen en de bedoelde
schilder ook geen kans meer kreeg om
nog weer eens in uw huis aan het werk
te gaan.
Naar mijn mening ligt het volgende
„voorval" in hetzelfde vlak.
Vijftig koeien per man
Dezer dagen kreeg ik via iemand,
die dagelijks met de veehouders in con
tact komt. zonder zelf tot deze groep
te behoren het volgende „compliment"
doorgegeven: „Compliment van X, dat
als hij er kans voor ziet om vijftig
koeien te melken, dat je dat dan maar
moet doen. X heeft er aan vijf al vol
doende".
Laat ik maar dadelijk peggen, dat ik
er niet over prakkizeer om vijftig
koeien te gaan melken omdat ik er eer
lijk gezegd al een hele toer aan zou
hebben om vijf koeien goed van de
melk af te helpen.
Ik ga iedere veehouder ook beslist
niet opjutten om het genoemde aantal
koeien te gaan melken.
Ik stel me voor, dat de aanmerking
het gevolg is van een opmerking, die ik
kort geleden maakte naar aanleiding
van de ingebruikname van een nieuwe
ligboxenstal. Naar mijn mening gaf de
daarbij gebouwde doorloopmelkstal de
mogelijkheid om zo nodig 50 koeien
per man te melken. Die mogelijkheid is
er zeker niet voor iedereen. Het zou
er volkomen naast zijn als ik een vee
houder, die „Aibraham beeft gezien''
en die tot nu toe nooit meer dan vijf
tien koeien heeft gemolken er toe zou
willen overhalen om nu nog over te
gaan tot het melken van vijftig koeien.
Het advies zou er ook naast zijn als
het gegeven werd aan een jonge vee
houder. die met tegenzin tot nu toe
10 - 15 koeien heeft gemolken. Maar
ik kan u de verzekering geven, dat er
nu al veehouders op ons eiland zijn en
er zullen er in de toekomst nog meer
komen, die er echt niet van omvallen
als ze voor de taak komen te staan,
om in een goed ingerichte stal regel
matig vijftig koeien te melken.
Goedkope kritiek
Laat ik nog maar eens zeggen, dat
kritiek op de artikeltjes in deze ru
briek altijd welkom is. Met kritiek, zo
als die hier boven werd genoemd kan
ik echter niets doen. Ik vind het ..goed
kope" kritiek. De man in kwestie heeft
het re»cht te vragen, dat ik mijn werk
als voorlichter goed doe, maar net zo
min als ik hem vraag deze rubriek te
vullen is er aanleiding om van mij te
vragen vijftig koeien per dag te mel
ken.
EEN DAG OF ACHT
In de rubriek voor landbouw en vee
teelt van dinsdag 13 mei is een storen
de fout geslopen. In het artikel over
kopziekte werd in de opsomming van
maatregelen om het kopziekte gevaar
te bezweren onder punt d. o.m. ver
meld: Lopen de koeien langer dan een
dag en nacht op een perceel, dan nog
eens 30 kg gebrande magnesiet per
bunder Bedoeld werd: een dag of acht.
Burgemeester en wethouders ver
leenden in de afgelopen maand aan de
navolgende personen, ondernemingen
en stichtingen de daarbij omschreven
bouwvergunning.
De heer H. Holtewes te De Koog voor
de bouw van een garage-berging aan
de Boodtlaan; de heer T. Eelman te
Oosterend O 181 voor de bouw van een
douche-wc; de heer Wankler-Prins te
Bergen voor de bouw van een zomer
woning met garage aan het Mienter-
glop te De Koog; het Nederlands Insti
tuut voor Onderzoek der Zee voor de
bouw van een zg. provisorium in 't
Horntje; de heer J. Bonnema te Ooster
end voor de bouw van een zomerwo
ning aan de Bernhardlaari; de heer R.
Daalder te De Koog K 39 voor de uit
breiding van een woonhuis aan de Epe-
laan; de heer K. Druif te De Cocksdorp
voor de bouw van een zomerwoning
aan de Kikkertstraat; de heer F. Root-
lieb te Den Burg voor de bouw van een
zomerwoning aan de Kogerstraat; de
heer C. Bakker. Eierland voor de bouw
van een landbouwschuur aan de Hoofd
weg; de heer W. J. v. d. Slikke te De
Koog voor de uitbreiding van een zo
merwoning aan de Plevierstraat; mevr.
Karola-Wetzel, Essen^Rell (Duitsland)
voor de uitbreiding van een zomerhuis
aan de Californiëweg; de heer M. J.
Bakker te De Koog voor de bouw van
een bollenschuur aan de Kogerveldweg
(K 12); de heer H. Wuis te De Koog
voor de verandering van de gevel
Ruyslaan 22; de heer J. C. Timmer te
Den Burg voor de verandering van een
gevel in de Hogerstraat; de heer J
Buis te Den Burg voor de bouw van
een dakkapel aan het pand Burger-
houtstraat 12; de heer J. J. Jongedijk
te Oudeschild voor de bouw van een
garage aan de Trompstraat; mevrouw
G. Roeper-Eelman te Den Burg voor de
bouw van een dakkapel aan het pand
Oosterstraat 23 te Oosterend; de ge
meente Texel voor de bouw van een
gymnastieklokaal aan de Beatrixlaan;
de heer M. Hummel te Oudeschild voor
de uitbreiding van een woonhuis aan
de Ruyterstraat; de heer J. Zoetelief te
De Cocksdorp voor de verandering van
het woonhuis Kikkertstraat 24; de heer
J. de Haas te Den Burg voor de bouw
van een garage aan De Zes; de heer R.
Daalder te De Koog voor de bouw van
een garage aan de Epelaan; de heer J.
de Graaf te Den Hoorn (H 86 a) voor
de bouw van een garage-berging bij
zijn bedrijf; de heer J van Strien te
Den Burg voor de bouw van een woon
huis aan de Herenweg bij Oosterend;
de heer J. Pranger, K 96, voor de ver
andering van een woonhuis aan de
Gerritslanderdijk; de heer G. J. van
Waveren te Aerdenhout voor de ver
nieuwing van een opslagruimte aan de
Postweg; de heer M. Brouwer te Oos
terend voor de verandering van het
woonhuis Aohtertune 5; de heer H. J.
Kanis te De Cocksdorp voor de uitbrei
ding van zijn pension aan de Kikkert
straat; mevrouw V. Hiley-Reurik. K99c
te De Koog voor de verandering van
een woonhuis aan de Ruigedijksweg;
dokter Coutinho voor de bouw van
twee autoboxen aan de Slingerweg; de
heer K. Druif te De Cocksdorp voor de
verandering van een woning aan de
Kikkertstraat; en de heer A C. Drink-
waard voor de verandering en uitbrei
ding van het huis Julianastraat 8.
rente op een
AMRO-
renteboekje of
spaarrekening.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een opzegtermijn
van 3 maanden.
D
SI
lAfloopt, zei je? Uitzit bedoel je. Kijk
•r zijn rapport!"
Omdat die jongen er geen gat in ziet,
n> ik ben er zeker van, als jij hem
oft; als je de mulo haalt mag je
ir de tekenacademie, dan zal ie door-
deren tot het bittere einde, daar ken
Hans voor".
Zoals je een konijn een wortel voor-
idt?"
Vergelijk jij je zoon maar met een
lijn".
lieverd, je komt als een
^'in voor je welpen op",
mijn welpen? Is het jouw zoon niet?
hij niet jouw naam?"
Daarom juist", zei hij opeens moede-
Ja, daarom juist. Omdat jij nu een-
'1 yast zit aan je zoonen met twee
Alleen als ie in de bollen gaat is het
N zo°n. En anders is ie een mis
ting".
Jj°u Herman dan?"
ie heeft geboft. Je dacht: ik heb er
twee achter de hand. En het staat
gekleed niet? Een zoon die dokter
iaar nu je andere zoon zijn roeping
volgen, is de Tuinbouwschool het
>e dat jij voor hem weet, wil-ie ten-
een zo°n zijn waar je eer mee
is jóuw zaak niet".
1 mijn zaak wél, want het is
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
6 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
12 maanden.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een vaste termijn van
24 maanden.
FEUILLETON door TOM LODEWIJK
''JQ'ii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiih
zaa^ groot ge-
■t u waar je in opgaat, en nooit,
r oeb ik daar iets van gezegd, zélfs
al heb je me wel es voor de zaak ver
waarloosd".
„Dat is zo", zei hij met plotseling in
zicht. En meteen zag hij de uitdrukking
op haar gezicht veranderen. Ze stond op
en kwam naar hem toe.
„Zie je", zei ze zacht, „zoals je dét
nou zegt hè? Dat is zo. Dat is nou waar
om ik van je hou Omdat je zo eerlijk
bent. Je hebt daarnet jezelf staan over
schreeuwen. Rein, jongen, het is mij niet
altijd meegevallen jou aan de zaak te
moeten afstaan. Maar toen ik je leerde
kennen, en ook later, heb ik gezien wat
die zaak voor jou was. Hoe je er in op
ging. Dit vak is voor jou maar niet iets
als alle andere vakken, het is het vak,
zoals jullie dat zeggen, het Vak met een
hoofdletter. Hét Vak. Je denkt dat ik
daar niets van begrijp, ik kan er plezier
in hebben als jij met Kees en Jan en al
die andere lui zit te kletsen. Een man
die van zijn werk houdt, dat is altijd iets
fijns. En zo hou ik ook van jou. Maar
juist daarom Rein", ze pakte de revers
van zijn jas vast, „juist daarom, wees
jezelf getrouw. Als het een ander werk
is waar een man, een jongen van houdt,
geeft hem de kans. Laat hem niet ver
kommeren in een studie, die hem niet
trekt. En wat héb je aan zo'n jongen?"
„Nou" zei hij zacht nu „is dat dan zo
leuk, zoals jij zelf zegt: wat héb je aan
zo'n jongen?" „Ik bedoel in de zaak".
„Ja, ik snap je wel, maar juist daar
om".
En hij wist dat hij verloren had.
„Toen ik jou voor het eerst zag", zei hij,
„was ik verloren, en ik heb het sinds
dien zo vaak van je verloren. En toch,
als ik jou niet had was ik pas écht ver
loren".
„Een man is in elk geval niet verlo
ren als hij na zoveel jaren nog zulke lie
ve dingen zegt, tegen zijn eigen vrouw.
Kom, verloren man, je krijgt een kop
heerlijke koffie, en dan zal ik je eens
iets van je verloren zoon laten zien".
Reindert stond voor de tekening die
zijn zoon Hans gemaakt had. Het was
een portret van Magda. Hij staarde er
naar. En opeens begreep hij: zoiets te
kunnen, dat in je vingers te hebben!"
„Hoe vaak had hij gedacht ,als hij
Magda zo zag zitten: dit moment moest
je kunnen vasthouden, zó moest je haar
kunnen uittekenen. En dan zei hij: Je
bent net een plaatje. Maar dit was
geen plaatje. Dit was Magda. De zoon
zag haar, zoals eens de vader haar had
gezien.
„Maar eerst de Mulo", zei hij. „Als je
dat maar weet!" En zo had Rein Stok,
tevreden, toch het laatste woord.
HOOFDSTUK III
Waarin Rein Stok zijn hart uitstort en
inziet dat er niets aan te doen is.
Reindert Stok glimlachte onwille
keurig toen zijn grote Mercedes het
kleine huisje naderde. De plaats voor
het huis werd ingenomen door de
groentekar en het was nog altijd Ver
meer, die moeder Stok bediende met
groente en fruit. Zijn moeder stond bij
de kar, een aardappelen- en wortelen
doek (zoals zij de mooie antieke omslag
doek betitelde) omgeslagen en bekeek
met scherpziend oog de peertjes van
Vermeer. Hij draaide het raampje half
open om de dialoog niet te missen.
„Zijn het roodkokertjes, Vermeer?"
„Nou, juffrouw", hoorde hij de krake
rige stem van de groenteboer „asse ze
niet rood koke mag je ze teruggeve".
„In 't pannetje zeker. Nee, die van
vorige week bleven zo bleek als een
kaarsemakersgat in de maneschijn".
„Ja, juffrouw, ik kan het van buiten
niet altijd zien, hè? Maar dit benne de
echter orsjenele roodkokers. Daar hoef
je geen pererood voor te halen".
„En hoe duur benne de sinaasappe
len? Hier, zeg lummel, sta je je moeder
af te loeren?"
De lummel kwam glimlachend bij de
wagen staan.
„Staat ze je weer af te leggen, Ver
meer?"
„Ach, meneer Stok", zei Vermeer die
Reindert nog als schooljongen gekend
had „verdienen doe ik an het goeie
mens niet, ze knijpt me al de winst af,
maar het is alleen vanwege de ouwe
relatie".
„En van je goeie hart", smaalde de
oude vrouw. Reindert grinnikte. Zo
lang hij wist haden zijn moeder en de
groenteboer geharreward, en allebei
hadden ze daar ontzaglijk veel plezier
van. Vermeer klaagde dat hem geen
winst overbleef, en zijn moeder steun-
dat dat die groenteboeren zo rijk wer
den. Ze beschouwden het als een vast
programmapunt, eens in de week wan
neer Vermeer kwam afrekenen, kwam
ie binnen voor een kop koffie. Reindert
pakte gauw een paar handen vol grote
jaffa's. „Doe er die maar bij", zei hij,
„wat kosten ze? Denk er om, ik ben
geen rijke groenteboer, maar een arme
bollenboer".
„U bent net als uw moe", zei Vermeer
met een zijdelingse blik naar de grijze
Mercedes, „maar ik zeg altijd meer: kla
gers geen nood".
„En pochers geen brood", vulde de
oude vrouw aan. „Kom Reindert, schiet
op, ik sta hier maar kou te vaten bij die
kar. De koffie is net bruin".
„Daar rekende ik al op", zei Rein. „Ik
was net in de buurt en ik dacht, „ik ga
maar es bij moeder een bakkie doen".
Even later zat hij in de kleine kamer,
met al de vertrouwde dingen van thuis,
de bruidsportretten van zijn broers en
zusters en foto's van hun kinderen op 't
kleine kastje, een regulier familie
museum. Aan de wand de foto van de
hele familie bij het zilveren huwelijks
feest van hun ouders. En dan al die
kleine knikknaks die oude mensen ple
gen te vergaren, een vaasje, cadeau ge
kregen van een ouwe oom, en een as
bakje met „groeten uit Elspeet", een
beeldje van een herder en een herderin
netje, een kopje met gouden letters
„voor Moeder" dat nooit was gebruikt,
en het theeblad met houtsnijwerk dat
zoon Henk had gemaakt in de tijd toen
hij werkloos bij moeder thuis lag zonder
kostgeld te kunnen betalen. De oude
vrouw dribbelde bedrijvig rond, van de
kamer naar haar keukentje, ondertus
sen het gesprek voortzettend. Ze infor
meerde hem omtrent de familiegebeur
tenissen, want ze wist dat er maar wei
nig band meer was tussen Rein en zijn
broer en zusters, die allemaal een heel
eind verderop woonden en de rijk ge
worden broer als een vreemdeling wa
ren gaan beschouwen, met daarbij de
onuitgesproken gedachte dat ze voor
geen geld de indruk wilden wekken, dat
ze aasden op zijn welvaart.
(Wordt vervolgd)