Mils
bh
AMRO-spaarders
profiteren van de volgende
rentepercentages:
4%
4/4%
5%
6%
6M%
AMRO BANK
eclame staat voor niets
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
[ET DE ZILVEREN LEPEL
ra:
rdiei
maar er zijn grenzen die niet
overschreden mogen worden
Brand: 2066
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
Voor
RTE\;
tSIIïj
kan
wore,
rering
zoekt
tden
n de
IE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 23 MEI 1969
el
tel
v AMERIKA loopt men de kansdat
zonder het zelf te weten volge-
L wordt met reklame. Men is nl.
u !(oa/ commerciële televisieuitzen-
tel. j [en zo te verzorgen, dat de reklame
stoort, ja bijna onmerkbaar is,
een veel groter effect sorteert.
Ijdens een show flitst er gedurende
onderdeel van een seconde iets
fei/2 irer bet beeldscherm, dat geen kijker
indentificeren. Het programma
gewoon door. Zo'n kleine storing
niet op en de vertoning wordt
onderbroken om op een ongele-
I ogenblik de loftrompet van een of
U7 ïer artikel te steken. Neen, niemand
:erkt er iets van dat in een onder-
'oe(k ,j van een seconde heel even de
inj van een bekend merk op de
s stond. Geen mens kon zich op dat
jnent realiseren wat het was en nie-
nd dacht er dus verder over na.
Ieeft zo'n reklame dan wel nut? Ja-
i wis en waarachtig. Er is vrijwel
>n betere doordringing te bedenken
deze bliksemschichtreklame.
Wat gebeurt er
neemt de reclame niet bewust
jr, dus stoort zij u niet. Maar die
Js in een onderdeel van een seconde
iidt door uw onderbewustzijn wel de-
ijk opgemerkt en geïdentificeerd,
als gevolg, dat de leuze zich
►nblikkelijk in uw onderbewuste
stzel
)nder bepaalde omstandigheden
mt het bewuste merk naar voren. U
bt zelf geen idee waar het vandaan
imt, maar het is er.
Om een voorbeeld te noemen: tijdens
interessant programma, waar een
oot publiek vol belangstelling naar
te kijken, verschijnt één tiende se-
nde de naam „Omega" op het scherm,
lel, dat Omega een bekend merk tand-
Ista is. U hebt de naam eigenlijk niet
gezien en U bent zich helemaal niet
bewust van de reclame, maar uw onder
bewustzijn nam die naam wel waar en
déar blijft deze scherpe korte flits
hangen.
De associatie
Na enige tijd komt u in een winkel
om tandpasta te kopen en zie, zonder
dat u weet waarom u daar nu speciaal
aan denkt, dringt zich het woord
„Omega", dat nu eenmaal met tand
pasta verbonden is, aan uw bewustzijn
op. Door de gedachte aan tandpasta
komt uit het onderbewuste automatisch
het merk „Omega" naar boven omdat
dit nu eenmaal met tandpasta in ver
band staat. Onbewust bent u geneigd
deze tandpasta te kopen. Daar specu
leert deze vorm van reclame op. Een
zeer geraffineerd systeem.
De Amerikanen zijn er twaalf jaar
geleden al toe overgegaan, omdat ge
bleken is, dat het publiek langzamer
hand de gewone reclamevorm beu
werd. Lange of korte reclameverhaal
tjes met opsomming van alle goede
kwaliteiten van het betrokken merk
hadden geen invloed meer, de kijkers
bleken immuun, plat gewalsd door de
reclame. Zelfs mooie meisjes verliezen
hun aantrekkingskracht, evenals de
kleurrijke shows. Men ziet ze graag,
maar let niet meer op de daarbij beho
rende reclame.
De grote publicitcitsmanagers heb
ben het anders geprobeerd. Op de be
langrijke stations werden luidsprekers
geïnstalleerd, die non-stop klinkende
reclamezinnen over de perrons brulden.
Op die manier wilde men door het pant
ser van het publiek heen beuken. Het
resultaat was één enorm protest en te
recht. Deze vorm van reclame is on
menselijk Niet alleen op de stations
werd men verplicht er naar te luisteren,
doch ook de luidsprekers in trams en
bussen, stadions en schouwburgen, kort
om alle openbare gelegenheden, schal
den regelmatig luidruchtige slogans uit.
De Amerikanen zijn op hun schreden
teruggekeerd en begrepen dat zij het
publiek zo niet konden winnen. Zij heb
ben het tijdelijk over een andere boeg
gegooid en lieten alle fraaie aanbeve
lingen achterwege.
Men adverteerde niet meer met zin
nen als: „Omega tandpasta is de meest
voortreffelijke, de zachtste, de heer
lijkste, de beschermer van uw gebit"
enz doch ging er toe over de dingen
heel gewoon af te schilderen in de vorm
van: „Omega is gewone tandpasta", zo
als een zeepproducent het deed voor
zijn zeep, door te adverteren: „Onze
zeep is huis-, tuin- en keukenzeep!"
Deze vorm had een onverwacht gunstig
resultaat. Het publiek was alle loftui
tingen beu en werd gepakt door de een
voud. Maar ook dit is weer ten einde.
Elke keer zoeken en vaak vinden de
reclamelieden ander wegen. Terecht
stijgen geweldige protesten op tegen de
„bliksemschichtreclame" want al is zij
op het moment van uitzending niet sto
rend, ze is immoreel. Men is geen mees
ter meer over zichzelf en waar blijft
het einde wanneer zoiets ook op politiek
terrein wordt toegepast? Werkelijk een
gevaarlijk soort reclame, waar men on
bewust en onbeschermd aan overgele
verd werd.
In geval van brand altijd bellen
(02220) 2066. Dit geldt zowel voor over
dag als 's avonds en voor alle dorpen.
219. Dikke Sacha Jansonius had er
blijkbaar de wind goed onder, want
nauwelijks waren de kunstenaars in de
dorpskom gearriveerd of één woord was
voldoende om deze overmoedige knaap
jes tot een wild gevecht op te hitsen.
Sjakie Jansen, alias Sacha, was van dét
ogenblik af natuurlijk nergens meer te
zien. Als een bekwaam militair leider
had hij zich teruggetrokken op een stra
tegisch punt, waar hij onbereikbaar
was voor klappen en stompen. Van
daaruit bekeek hij de schermutselingen
en die waren werkelijk niet mis. De
eerste, die eraan moest geloven, was
Wolfgang Amadeus Crocus van Diepe
ren, de dirigent van de Koninklijke Mi
litaire Hoempablazers. Doch W. A. C.
van D. liet zien dat hij uit het goede
soldatenhout gesneden was en sloeg er
met zijn staf flink op los. De derde com
pagnie van Zijne Majesteits Eigen Regi
ment 's Konings Grenadiers werd ver
volgens in het gevecht betrokken. De
hele taptoe-repetitie liep dus in de war
en binnen enkele minuten vocht ieder
een met iedereen. Sommige dorpelingen
vochten dapper mee, doch andere ston
den geamuseerd naar deze malle toe
standen te kijken en dachten: „Jonge,
jonge, jonge, ik heb nóóit geweten, dat
een taptoe zó lollig was! Heurt dat
knokken d'r allemaal bie.
Eelco Eelkema merkte natuurlijk ook
gauw, dat er iets mis was en hij kwam
dus snel toerennen met zijn opschrijf
boekje in de hand „HALT!!" bulderde
hij. „Dadelijk ophouw'n met knokk'nü'
Maar eilaas, zijn stentorstem ging ge
heel verloren in het krijgsgewoel. Ook
smidje Verholen keek verbijsterd toe.
Hij was van plan geweest tijdens de
taptoe opgemerkt weg te slippen met
dr. Yokito, doch.nu moest er éérst
nog even iets anders gebeuren
rente op een
AMRO-
renteboekje of
spaarrekening.
rente op een
AMRO-spaarrekenïng
met een opzegtermijn
van 3 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
6 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
12 maanden.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een vaste termijn van
24 maanden.
®J
3MIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
FEUILLETON door TOM LODEWIJK
p 'liiliiliilllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Of dat tragische „Snijdend valt de
■Hagel neder, door een felle storm ge-
Jjaagd" en kleine Hans stonden de tra
inen in de ogen, als oma dan zo smarte
lijk zong „Arme wees, verscheurd, ver-
Isleten, dekken u uw lomp niet, heeft
|dan zelfs u God vergeten, dat zijn oog
|°P u niet ziet?" Maar dan stapte ze
■gauw over op „Tineken van Heulen, ons
Imaartjen, om op de moord van Raams-
Idonk met al die schrikwekkende ge-
Ibeurtenissen, „het jongste kind, de kop
nog dreef in zijn bloed gelijk een aal".
da, die zo vroeg haar moeder had
moeten verliezen, hield haar hoog in
Ij^e Maar Janna was toch altijd maar
lolij wanneer ze weer in haar eigen huis
terug was. Ze misgunde Rein zijn
weelde niet, maar ze at met minstens
evenveel genoegen 's morgens haar een
zaam boterhammetje met „suikerde-
Poeier" suiker met wat chocoladepoeder
er doorheen gemengd.
»Moet je niet een sneetje brood bij je
koffie?" vroeg Janna die als zoveel moe-
ders van getrouwde kinderen, altijd
scheen te menen dat deze kinderen thuis
jUet genoeg kregen. „Met oranjeboven-
kaas?". Ze lachte. Ze kende Reins voor
liefde
voor die lekkere ronde kaasjes.
»En een beetje dik met de korst eraan?"
zei ze verleidend. „Welja", zei Rein,
eigenlijk om haar een plezier te doen,
maar ook om de sfeer niet te doorbre
ken van weer als kind bij moeder thuis
te zijn. En een warme genegenheid wel
de in hem op voor de vrouw, die dat
toch altijd maar klaargespeeld had: het
huis een thuis te maken voor alle kin
deren zolang God haar het leven spaar
de. Hij zag hoe ze in de la rommelde
naar een mes en vork, ze wist hoe zorg
vuldig Magda altijd dekte, maar hij
wuifde het weg. „Leg ze maar op el
kaar hoor, net als vroeger" en net als
vroeger stak hij eerst een hap in z'n
mond voor hij begon te praten. Bij Mag
da zou hij 'em dat niet meer lappen, en
gelijk had ze, maar nu was hij weer jon
gen bij moeder thuis.
„Kijk es", zei hij „,je werkt maar dag
op dag en jaar op jaar en je hoopt
straks dat alles niet aan vreemden te
moeten overlaten". „Ja jongen", knikte
zijn moeder, „het is zoals de Schrift
zegt: dan heb je alle dagen in de wind
gearbeid, en dat is ijdelheid en een
kwade smart".
Rein knikte.
„Nou, dat met Herman, dat vond ik
al niet zo leuk, maar ik dacht alla, ik
heb er nóg twee. Nou gaat Hans ook al
de verkeerde kant op". „Nou, nou,"
bestrafte Janna, „dat mocht je niet wil
len jongen, dat dat waar is. En dan
Johan, zo'n lief kind! En Bas?"
„Bas wil weg".
„Nou, dan zit het toch goed?'
„Moeder, weet u wat Bas wil? Bas
wil de weg op! Bas wil wel in een auto
naar het buitenland, naar Amerika,
naar Zweden. Maar werken, en orders
ophalen, dat is dan bijzaak, 't Is nodig
en het moet gebeuren, maar het werken
is voor hem niet de hoofdzaak. Voor
Bas begint het léven pas, als het wer
ken gedaan is, dat merk je nu al".
„Dat heeft ie dan niet van jou", zei
Janna en haar toon verried die merk
waardige voorliefde om uit te zoeken
„van wie de kinderen iets hebben",
waarbij men dan meestal bij de aange
trouwde familie terecht komt. Rein ver
trok zijn mond. 't Zou wel in die duis
tere, onbekende familie van Magda zit
ten, natuurlijk... en hij dacht aan
doctor Heckenrath, te vroeg gestorven
omdat hij zich helemaal opofferde aan
praktijk en ziekenhuis. Waarom moest
een kind bepaalde eigenschappen altijd
erven? Dan was je er meteen gemak
kelijk van af, kon je het voorgeslacht
de schuld geven! Ieder moest de ver
antwoordelijkheid maar dragen voor
zijn éigen karakterfouten
„Van wie ie het heeft doet niet ter
zake", zei hij kort. „Ik ben hem er in
ieder geval niet in voorgegaan".
„Nee", stemde Janna toe, „maar ik
denk wel es Rein, misschien heeft de
jongen het te gemakkelijk. Een vader
die hard werkt en genoeg verdient, zul
ke jongens worden met een zilveren le
pel in d'r mond geboren. Jij hebt er
zelf hard voor moeten werken, je hebt
iedere steen als het ware met je eigen
handen gelegd. Hij komt in een opge
maakt bed".
Reindert lachte vreugdeloos, dat op
gemaakte bed kwam hem tegenwoordig
nogal eens voor de voeten.
„Ja", zei hij, „Herman wou er niet in,
Hans wil er niet in, en ik ben bang dat
Bas er alleen in wil om lekker te maf
fen".
„Daar is een bed tenslotte voor", vond
zijn moeder.
„Da's 't gevaar van beeldspraak! Als
u nog een oud bakkie koffie hebt staan,
dan graag, want ik moet dóór naar de
beurs".
„Je krijgt bij je moeder nooit ouwe
bakkies", zei Janna overbodig, en ze
was al op weg naar de keuken.
„Kom niet aan de deur, anders vat u
kou", vermaande Rein bij het weggaan.
„Ik ga niet vóór m'n tijd", zei z'n
moeder en keek hem na, tot de grote
wagen om de bocht verdwenen was.
Rein dacht aan de onderhandeling
die zijn moeder een uurtje tevoren op
de openbare weg met de groenteboer
had gevoerd. Ze was nooit bang ge
weest voor kouvatten
En toen kon hij zijn aandacht niet lan
ger bepalen bij zijn moeder, noch bij
zijn artistieke, onwillige, noch bij zijn
gewillige doch gemakzuchtige zoon,
want hij was de Haarlemse binnenstad
ingereden en zuchtte bij het vooruit
zicht, dat het weer heerlijk zoeken zou
zijn naar een plekje voor de wagen.
HOOFDSTUK IV
Waarin Reindert Stok piekert over de
plaats van de vrouw in het vak
„Zo juffrouw", zei Reindert Stok, „en
tik dit nou met een paar doorslagjes,
hè, want straks komen die lui van de
vakpers en dan heb ik graag dat het er
net zo instaat als ik het heb gezegd. Het
zal wel geduvel geven en dan moeten
ze me niet verkeerd citeren!"
Mieke van der Pluim, die de ope
ningsrede die haar baas als voorzitter
van de afdeling van „Bloembollencul
tuur" zou houden, had gestenografeerd,
knikte. Ze zou het geval wel niet pre
cies zo overnemen als Reindert, heen en
weer ijsberend door zijn kantoor, het
haar gedikteerd had, want dat ging zó:
Vakgenoten, wat hebben wij aan die
smoezen, nou ja daar maakt u maar iets
behaorlijks van, we hebben helemaal
niks aan die zogenaamde toezeggingen.
Nou es effen kijken hoe ik dat nou
netjes zeggen moet, dat ze goed voelen
wat ik bedoel maar dat ik er niet te veel
legen de haren opstrijk. Ik geloof wel
in de goede bedoelingen van het hoofd
bestuur, zij zitten daar om onze belan
gen te behartigen en als onze vertrou
wensmannen, al weer die sigaar uit,
nou die krijgt ie terug, dat is niks, goeie
sigaren hebben ze tegenwoordig niet
meer, wat zei ik ook? vertrouwensman
nen, niet? Lees es effe terug, want nou
ben ik door die stinksigaar de draad
kwijt. Zo, hufter, als je nou weer es
uitgaat! Maar eh, ja met Stok, nee
nee nou met, berg em maar effe op in
de wachtkamer en geef 'em een sigaar,
zeg dat ik met tien minuten bij hem ben.
Zo laat maar effe op een laag pitje zit
ten. Nou 's effen kijken. Ja, maar met
goeie bedoelingen is de weg naar de hel
geplaveid en wij willen de weg plaveien
naar een betere toekomst voor ons vak.
Niet gek hè, niet gek bedacht van de
ouwe sok! Zit niet zo te grinneken, juf
frouw van der Pluim. Dan schieten we
er niets mee op om aan het lijntje te
worden gehouden Nou ja en draai d'r
dan verder een punt aan van: hopen dat
we met z'n allen eensgezind tot een op
lossing komen of zoiets, dat giet u zelf
maar in het vat
(Wordt vervolgd)