m
i
AMRO-spaarders
profiteren van de volgende
rentepercentages:
4%
4M>%
5%
6%
6Wo
AMRO BANK
ROTATOR
ET DE ZILVEREN LEPEL
l^hocotade^
II melk
)K DIT JAAR WEER GEVALLEN
VAN T-ZIEKTE
FILMNIEUWS
\NDBOUW en
TEELT
aac
II De verkwikkende,]
sportieve
drank
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
,95
,31
IjDEBLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 20 JUNI 1969
ing|
,riek voor
m ws
pX'Kj- I 0«Wr rMtakii*
'I LLL R X«,>hh <>Wmintfrn
idee
niet iedereen zal begrijpen wel
kte we op het oog hebben als er
oken wordt van T-ziekte. Toch
die „T" iets te maken met ons
Nadat de hier bedoelde afwij-
een flink aantal jaren als
je ziekte was aangeduid, is men er
loe overgegaan alleen de T te ge
en. Da* de naam van ons eiland
ezc ziekte is verbonden, vindt zijn
ak in het feit, dat ze voor het eerst
eiland werd gevonden en ge-
de een reeks van jaren vrijwel
itend in ons gebied voorkwam,
meenden aanvankelijk, dat het
lekte was, die uitsluitend in het
aardappelen voorkwam. Later
dat ook gewassen als bieten,
iad en diverse tuinbouwgewassen
e ziekte hadden te lijden. Zo vin-
fe op ons eiland de laatste jaren
T-ziekte in het gewas bieten,
ons eiland vinden we de T-ziekte
>1 uitsluitend in de nieuwere
s, d w z. in Eierland, de Een-
het Noorden en de P.H. Polder,
genoemde polders vooral op de
Ie gedeelten. Constateert men in
erceel de ziekte, dan zijn het prak-
altijd de lichte, humusarme ge
in van dat perceel. Men verbaast]
j natig
zich daarbij telkens weer over de bui
tengewoon scherpe begrenzing van de
afwijkende plekken Een iets hoger klei-
gehalte of humusgehalte is blijkbaar
voldoende om de ziekte te weren. Een
origineel beeld van de ziekte vinden we
op het moment in polder het Noorden
tegenover de boerderij „Primarium"
van de heer D. Wuis. Vanaf de dijk bij
het gemaal van polder Waalenburg
heeft men hier het gezicht op een per
ceel aardappelen met een zeer geva-
riëerde stand. Het is bij wijze van spre
ken een landkaart.
Wie of wat de schuldige?
Het heeft heel lang geduurd voordat
men wist wat de oorzaak van deze af
wijking is. Men heeft het in vele rich
tingen gezocht. We noemen zoutschade,
voorkomen van gassen in de grond, te
korten aan bepaalde voedingsstoffen
enz. Tenslotte is gebleken, dat de af
wijking een gevolg was van het voor
komen van zgn. vrijlevende aaltjes.
Blijkbaar heeft dit aaltje een zeer spe
ciaal levensmilieu nodig, wat blijkt uit
de sterke begrenzing van de ziekte. Dat
het zo lang heeft geduurd voordat de
veroorzaker van de ziekte werd gevon
den is vooral te wijten aan het feit, dat
dit microscopisch kleine wezen buiten
gewoon gevoelig is voor beweging en
beroering. Wordt op de normale wijze
een grondmonster genomen en verzon
den, dan sterft dit aaltje vrijwel onmid
dellijk en is niet meer te vinden.
In diverse streken waargenomen
Ons eiland heeft al geruime tijd niet
meer „het monopolie" van de T-ziekte.
Men vindt deze afwijking nu in diverse
nieuwere polders Daarbij heeft het ge
was bieten waarschijnlijk nog meer van
de ziekte te lijden dan de aardappelen.
In ons gebied is de laatste jaren het
aantal percelen bieten met T-ziekte
zeker zo groot is als van percelen aard
appelen. Wat de bieten betreft is het
vrij moeilijk om in bepaalde gevallen
vast te stellen of een pleksgewijze
slechte groei een gevolg is van de be
spuiting met Pyramin of van het voor
komen van T-ziekte. Men kan nl. zowel
Pyraminbeschadiging als het optreden
van T-ziekte op dezelfde grondsoort
verwachten In veel gevallen zullen we
met een combinatie van beide afwijkin
gen te maken hebben.
Dc bestrijding van dc ziekte
Het zal duidelijk zijn, dat zolang niet
bekend was wie de boosdoener was, ook
de bestrijding niet kon worden ge
noemd. Wel bleken bepaalde maatrege
len gunstig te werken. Zo kregen we in
proeven een zeer goed resultaat me toe
voeging van een flinke hoeveelheid
turfmolm aan de grond Ook een zware
stalmestgift gaf in sommige gevallen
verbetering. Bij het gewas aardappelen
bleek het ondiep poten gunstig te wer
ken, zonder dat dit betekent, dat bij
ondiep poten de ziekte nooit optreedt.
Verder kregen we de indruk, dat in een
koud en nat voorjaar de ziekte erger
optrad dan in een voorjaar met vrij
hoge temperaturen en weinig regen.
Nadat bekend geworden is, dat de
ziekte wordt veroorzaakt door een vrij-
levend aaltje is men het gaan zoeken
in een rechtstreekse bestrijding van dit
aaltje. In de nieuwere polders op het
vasteland zijn proeven genomen met
het injecteren van de grond met DD,
dezelfde chemische stof, die ook ge
bruikt wordt voor het bestrijden van
't aardappelcysteaaltje, de veroorzaker
van de aardappelmoeheid. Daar dit een
zeer dure bestrijding is en men boven
dien genoodzaakt is deze om de paar
jaar te herhalen is tot nu toe deze
wijze van bestrijding niet op grote
schaal toegepast. Toch is het wel zeker,
dat in bepaalde gevallen een bestrijding
met DD nodig is om nog met succes
aardappelen te kunnen verbouwen. Een
geval als door ons hierboven genoemd
in polder het Noorden, toont dit duide
lijk aan.
Vrijdag 20 en maandag 23 juni 20.00
uur: „Romeo en Julia", gemaakt naar
het oude gelijknamige verhaal, dat door
Shakespeare tot toneelstuk werd ge
maakt. Het werd verfilmd door de Ita
liaanse regisseur Zeffirelli, die eerder
„De getemde feeks" op celluloid bracht.
Als Romeo speelt de 17-jarige Leonard
Whiting en Julia is de 15 jaar jonge
Olivia Hussey. (Toegang boven 14 jaar).
Zaterdag 21 juni 20.00 uur, zondag 23
juni 15.00 uur en woensdag 25 juni
20.00 uur: „Wat niet weet. wat niet
deert" met Louis de Funès en Noëlle
Adam. De niet zo intelligente veld
wachter in het rustige plaatsje Mont-
paillard moet met lede ogen aanzien
hoe de populaire stroper in het gesloten
seizoen iedereen in de stad heimelijk
voorziet van wild, gevogelte en forellen.
Zelfs de burgemeester is afnemer. Als
de veldwachter op de loer ligt om de
stroper op heterdaad te betrappen, gaat
alles mis. Er ontstaat een reeks misver
standen, waaraan het bioscooppubliek
veel genoegen kan beleven. (Alle leef
tijden).
Zondag 22 en dinsdag 24 juni 20.00 u.:
„Met de pil meer mans". Gerald, die
niet erg gelukkig getrouwd is met
Prudence, troost zich met zijn minnares
Elisabeth Geralds broer Henry daar
entegen heeft een bijzonder geslaagde
echtverbintenis met Grace. Hun 17-ja-
rige dochter Geraldine heeft evenwel
een verhouding met een zekere Tony
Bates, maar dit kan geen gevolgen heb
ben, zo zegt Geraldine, want ze ge
bruikt de pil. Die heeft ze weggenomen
uit moeders toilettafel en er asperines
voor in de plaats gedaan. Tot welke
verwikkelingen dat leidt, vertelt het
verhaal. Medespelenden o.m. Deborah
Kerr en David viNen. (Toegang boven
14 jaar).
rente op een
AMRO-
renteboekje of
■paanckeniDg.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een opzegtermijn
van 3 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
meteen
opzegtermijn van
(maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
meteen
opzegtermijn van
12 maanden.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een vaste termijn van
24
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii.Hiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu)
FEUILLETON door TOM LODEWIJK
Mlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllim
„Hangt het daarvan af, jongen?"
dijk gezegd, nee, maar ik zou het
lijn vinden".
ook", zei Sara opeens,
glimlachte Rein, „en waarom
tndat ik zo graag weer mensen
hebben, waar ik vader en moeder
zeggen kan". Reindert Stok had
is al zijn aandacht bij zijn bord.
kind kon dingen zeggen, waar je
,511 aar gevoel van kreeg.
indert Stok vocht met zichzelf de
tegen zijn menigvuldige veroor-
uit. Veroordeel tegen het arties-
en, tegen de hele sfeer waann
ich vreemd voelde. Veroordeel te-
so'n flodderige manier van een hu-
opzetten, zonder een feestelijke
mg, zonder een degelijke opzet,
on maar bij elkaar op zo'n kamer
t zou wat wezen!) en dan maar
hoe het liep. Vooroordeel ook, al
hij zich dat nauwelijks bekennen,
dit meisje. Hij was geen antise-
o nee, nooit last van; hij had ze
geholpen tijdens de bezetting,
een jodenmeisje, ach, dat was
hem net zoiets alsof zijn zoon
fde met een Indonesische of Chine-
ouw, niks minder dan een wester-
maar zo anders, nietwaar? Dan
dacht hij aan zijn overleden
«vader, doctor Julius Heckenrath:
ad geen ogenblik geaarzeld, toen
*n Magda ging, en zij was toch ook
joods?
deze Sara, al toen hij haar por-
kg had hem dat aangegrepen. Hij
deksels goed begrijpen, dat Hans
5°^ van haar te pakken had. En
üstiek als ze was, leek ze hem de
ijkste, de meest praktische van de
Misschien had Hans, die bepaald
zakenman was, die maar moeilijk
Zljn werk afstand 'kon doen, het
jr zou weggeven aan een arme be
daar, dan verkopen aan een rijke
T het waarlijk mooie niet van zag
kien had Hans juist deze vrouw
En ze hield van hem. En ze wil-
raag kinderen. Kleinkinderen van
hém
„Ik zou wel graag zien, dat Sara
eerst 'kennis maakte met je moeder".
„Die kent haar al".
„Zó", zei Rein verwonderd, „daar
heeft ze me nooit iets van verteld".
„Ze vond dat dat op mijn weg lag".
„Tja", lachte Reindert, „daar heeft ze
nog gelijk in óók".
„En nu komt he't toevallig zo mooi
uit, geen officiële visite, ik hoef niet
met haar op zicht".
„Maar ik wil wel graag", zei Sara,
„ik wil wel éérst naar jouw vader en
moeder, Hans".
„Nou, dan gebeurt het natuurlijk",
gaf Hans toe. „U ziet het vader, ik heb
nou al niks te vertellen!"
„Net zo min als ik jongen. Maar we
tippelen er allemaal op z'n beurt in".
„U ziet er wel naar uit, dat u eronder
lijdt", lachte Sara.
„Je houdt je goed voor het oog van
de wereld" zei Rein. „Wat mijn vrouw
en ik uitvechten doen we onder elkaar".
,yMaar dat portret van moeder wou u
toch wel graag kopen!" grinnikte Hans,
„Ondanks al die gevechten!"
„Uw vrouw is een schat", zei Sara
warm.
„Vertel me nou es wat ik nog niet
wist", zei Reindert tevreden. „Kom jon
gens nou gaan we es kijken waar jullie
kampeert".
Hij liep een kwartiertje later, on
wennig rond over de grote zolder met
het bovenlicht, zag het afgesrhoten ge
deelte maar Hans huisde. Het zag er
merkwaardig opgeruimd uit.
„Wist je dat ik kwam?" vroeg hij
angwanend. „Sara houdt me netjes",
legde Hans uit.
„Vandaar schone das en boord ze
ker", lachte Reindert.
„Onder andere. Als het aan mij lag
liep ik altijd met die trui".
„En ik wil hem ook wel eens anders
zien", verklaarde Sara.
En we houden geen van beiden van
die mensen die aan alles zo graag laten
metken dat ze artiest zijn".
„Ik ook niet", stemde Rein toe, „maar
mensen, zou dit dan jullie huis worden,
hoe red je dat?"
„Makkelijk", zei Sara. „Het enige wat
we nodig hebben is een tweepersoons
bed inplaats van die bank van Hans.
Kijk hier werk ik, hier werkt Hans,
ruimte zat".
Reindert gewend aan zijn eigen rui
me huis, zijn serre vol bloemen, de zes
kamers boven, de badkamer, de schuur,
de garage en de tuin kon zich niet in
denken dat mensen met zoiets tevre
den waren, en zei dat ook.
„Moet u horen", zei Sara, „als we
nog een beetje geld hebben over ge
spaard dan kopen we een klein oud
boerderijtje en dat knappen we op.
Want de kinderen moeten niet in de
stad wonen, die moeten buiten kunnen
ravotten".
Alweer: de kinderen, dacht Rein.
„Hou je zoveel van kinderen, Saar-
tje?"
„U niet?"
„rk vind ze lief maar lastig".
„En ik lastig maar lief. U hebt er
toch zelf ook vier?"
„Gelukkig wel".
„Nou dan?'' Ze keken elkaar aan.
„Ja", besloot Reindert, ze was een lieve
meid. Moest hij zijn handen niet 'dicht
knijpen dat zijn zoon niet aan een of
andere duistere figuur was blijven han
gen? Was dat niet altijd zijn grootste
vrees geweest?
„Jullie kient het allemaal zelf maar
uit", zei hij „en als je benauwd zit
Hans, dan kom je maar bij mij".
„Ik vind het heel aardig van u, maar
ik red me liever zelf".
„Dat weet ik, maar ik ben je vader".
Magda zag het al aan zijn gezicht
toen hij die avond thuis kwam
„Je bent bij Hans geweest en je hebt
Saartje gezien".
„Ja, als ik er niet zelf op af ga, van
jou hoor ik nooit iets".
„Je hebt het slecht getroffen, dat we
ten we allemaal. En, Rein?"
Hij spreidde zijn handen uit in een
hulpeloos gebaar. „Wat - én?"
Ze hebben het allemaal uitgekiend,
die jongelui. Ik kan alleen maar mee
huilen met de wolven in het bos".
,yDat zijn Saartje en ik zeker? Rein
ik weet wel dat je miskend en onge
lukkig bent, dat ziet iedereen trouwens
direkt aan je, maar vertel es, hoe vind
je Sara?"
„Ik kan het niet helpen, maar ik vind
het een lieve meid".
„Dat tref je dan maar weer, lieve
man".
„I'k tref het altijd met vrouwen", zei
Rein en drukte zijn eigen „wolf in het
bos" stevig tegen zich aan.
HOOFDSTUK VI
Waarin een zakenman kennis maakt
met een American Beauty, en ervaart
dat het vaderschap geen onverdeeld ge
noegen is.
„Bas is eigenlijk de enige die mijn
aard heeft", had Reindert Stok eens tot
zijn vrouw gezegd. „Er is er niet een,
die voelt voor 'het bedrijf, behalve hij".
Hij had toen weinig aandacht ge
schonken aan 't antwoord van Magda.
„Je vergist je", had ze gezegd, „er
is er inderdaad maar één die een aart
je naar zijn vaartje heeft, en dat is Nel.
Die is net als jij".
„Nel! Een dochter notabene! Wat had
een bollenman aan een dochter voor
zijn zaak? Het enige was een goeie man
voor haar te vinden en dan liefst een
bollenman.
Magda zag zijn wegwerpend gebaar.
„Ze noemen jullie Hollanders wel
eens de Chinezen van Europa", had ze
glimlachend gezegd, „maar voor de
meesten van jullie bollenlui geldt dat
beslist. Tenminste op het punt van
vrouwen".
Reindert wou dat wel eens nader
verklaard zien. Hij liet zich, zelfs door
Magda, niet voor Chinees uitschelden.
„Terwijl je zo'n rare Chinees bent",
had ze gezegd en hem door zijn warri
ge kuif gestreken". „Bij de Chinezen
tellen dochters helemaal niet mee,
vrouwen trouwens ook niet, die zijn er
alleen om zonen te baren".
„Mooi", antwoorde Reindert, „dus
daarmee wou je mij en al die andere
mensen uit de streek vergelijken?"
„Loop niet zo hard van stapel, lieve
man. O nee, verreweg de meesten hier
houden hun vrouwen wel in ere. Er
zijn er gelukkig nog zat die echt van
hun vrouw houden. En ik ken er geen
een, die voor haar man niet meer is
dan een slavin of een kinderen-fa
briek".
„Nou dan".
„Ja, laten we es verder praten. Neem
nou de verjaardagen hier. Daar zitten
jullie, de mannen, en waar gaat het
over? Over de bollen. Soms nog een
beetje de politiek, maar dat draait toch
weer uit op de bollen. En in de achter
kamer, in het vrouwenverblijf, daar zit
ten de hennetjes op stok, en wij mo
gen praten over de drie k's, de kinderen,
de keuken, de kerk, als die laatste er
aan te pas komt. Dat is vrouwenpraat".
„Jullie kruipen zelf altijd bij me
kaar", verweerde zich Reindert.
„Omdat er niks aan is om bij jullie te
ziitten. Jullie bent niet in staat een ge
sprek te voeren waar e'en vrouw iets
aan heeft. En helemaal niet in staat om
naar een vrouw te luisteren".
„Ben ik anders druk mee bezig".
„Omdat je er niet van tussen kunt,
vader".
„Omdat je zo'n overheersende per
soonlijkheid bent".
„En jij zo'n doetje".
Ze lachten allebei.
„Toen we toch laatst bij notaris Leen-
ders waren, zaten mevrouw Leenders
en jij toch ook met elkaar te kletsen".
„Ja, dat weet ik. De vrouwen hebben
ook schuld. Dacht je dat ik niet veel
liever 'geluisterd had, toen Leenders en
jij het hadden over die Amerikaanse
toestanden? Dat interesseert mij ook en
daar weet ik ook wel wat van".
„Misschien evenveel als ik", stemde
Rein toe.
„Maar dat goede mens greep me al
meteen vast en begon een heel gesprek
over ziektes van de kinderen, en de
school, en de modeshow. Die had voor
zich zelf al uitgemaakt dat het mannen-
gesprek toch te hoog ging. En ik word
doodmoe van zo'n uitzending over twee
zenders tegelijk. Ik had behoorlijk
hoofdpijn 's avonds".
„Nou, daar zeg je het zelf. De vrou
wen willen niet anders".
„Ze hebben nooit anders geleerd in
jullie mannenmaatschappij, dan dat
wiat goed is voor de mannen, te hoog is
voor de' vrouwen".
„Ik voel al of mijn staart begint te
groeien, maar ik weet nog steeds niet
waarom ik net een Chinees ben?"
„Daar kom ik op, zei Magda strijd
vaardig. Neem nou je dochter, dochters
bestaan voor jullie net zo min als voor
de Chinezen".
„Nou breekt me de klomp", zei Rein
dert eerlijk verbaasd, want zijn enige
dochter was hem zeer lief.
(wordt vervolgd)