MET DE ZILVEREN LEPEL
O, die chemische bestrijdingsmiddelen
LANDBOUW en VEETEELT I!:
De toto draait weer
Voordelig parkeren vot
f2,50 per uur
Auto's beschadigd
Schansspring
rubriek voor I omi.-r «iiukiï.-
De reactie van de heer K. de Jong
in de rubriek „Wat ik zeggen wou"
geeft me aanleiding nog eens terug te
komen op het al of niet „wenselijke"
van het gebruik van chemische bestrij
dingsmiddelen. Intussen stel ik me niet
voor, dat de heer De Jong en ik het
hierover eens zullen worden. Niet om
dat de heer De Jong een „onmogelijk"
mens zou zijn, of omdat de redakteur
van deze rubriek geen begrip kan op
brengen voor het standpunt van ande
ren, maar eenvoudig omdat de „leef
wereld" van ons beiden sterk verschilt.
En met die „leefwereld" ook de „denk
wereld".
Mijn eerste opmerking is deze. Als
de heer De Jong meent, dat hij uit de
eindconclusie van mijn artikeltje meent
te moeten opmaken, dat ik het boek
van Dr. C. J. Briejèr niet kan hebben
gelezen, dan maakt hij hierbij toah wel
een grote denkfout. De heer De Jong is
toch niet van mening, dat de lezing van
een bepaald boek iemand altijd tot de
denkwijze van de schrijver bekeert?
Het staat toch wel vast, dat lang niet
iedereen, die één of veel boeken heeft
gelezen over de verschrikkingen van
een moderne oorlog daarna tot het be
sluit komt: „Daaraan zal ik nooit meer
meewerken!"
Het is van groot belang, dat er men
sen zijn als Dr. Brierjèr en miss Rachel
Carson om er voor te zorgen, dat het
gebruik van chemische bestrijdingsmid
delen niet het een en het al gaat wor
den, maar in de praktijk moet er heel
vaak voor een andere weg worden ge
kozen.
„Er mee leren leven"
Ja, mijnheer De Jong ik ben inder
daad van mening, dat op dit moment de
opgave is, dat we leren leven met de
chemische bestrijdingsmiddelen. Dat
geldt in de eerste plaats voor de agra
riërs. Bij dat „leren leven" denk ik dan
aan het maar niet ondoordacht en on
nodig gebruik van chemische bestrij
dingsmiddelen. Het is echt niet nodig
om bij de eerste luis, rups of kever te
gaan spuiten. De natuur doet zelf ook
nog wel iets. Intussen meen ik wel te
mogen vaststellen, dat de economie van
het geval zelf ook al een rem is op een
overmatig gebruik. In veel gevallen is
het uitvoeren van een chemische be
strijding een dure zaak, waartoe men
pas overgaat als de schade, die zal ont
staan door het achterwege laten van de
bestrijding duidelijk hoger ligt dan die
van de chemische bestrijding zelf.
Als ik aan mijn werk als landbouw-
voorliohter denk, dan valt de nadruk
niet in de eerste plaats op een maxi
maal gebruik van bestrijdingsmiddelen,
al wordt dit misschien zo wel eens
voorgesteld. Onze eerste taak is aan de
agrariërs adviezen te geven over het
scheppen van goede groeiomstandighe-
den voor de gewassen, waardoor de
kans op het optreden van ziekten zo
klein mogelijk wordt. En dan zijn za
ken als een goede waterbeheersing, een
goed gebruik van organische meststof
fen en een goede grondbewerking in
derdaad belangrijker dan chemische
bestrijdingsmiddelen.
Dr. Briejèr heeft het in zijn boek
ook over de bestrijding van ratten. Hij
merkt op, dat we dit in de eerste plaats
zullen moeten doen door de leefmoge-
lij'kheden van dit ongedierte te beper
ken. Ik ben het hiermee volledig eens.
Maar ik stel me voor, dat wanneer de
heer De Jong en velen van hen, die net
als hij de pé hebben in chemische be
strijdingsmiddelen, op een bepaald mo
ment ook wel eens grijpen naar ratten
vergif of muizenkorrels. Ik ben van
mening, dat een goede boer ten aanzien
van de bestrijding van ziekten in de
gewassen dezelfde werkwijze toepast:
Chemische bestrijdingsmiddelen als
noodmaatregel.
Ook van de niet-agrariërs meen ik te
moeten vragen om te leven met de che
mische bestrijdingsmiddelen. Dat bete
kent voor mij in dit geval het volgen
de.
Zij zullen begrip moeten opbrengen
voor de moeilijkheden, waarvoor de
agrariërs staan. Het zou voor veel vij
anden van chemische bestrijdingsmid
delen zeer nuttig zijn om in het voor
jaar eens een perceel bieten te zien, dat
ernstig door de larven van de bieten-
vlieg wordt geteisterd. Of zoals de laat
ste weken het geval was een perceel
bieten te bekijken, waar zwarte luizen
de planten in onooglijke gedrochten
hebben veranderd.
De heer De Jong en zijn vrienden
zouden eens moeten zien wat de gevol
gen zijn als een landbouwer door non
chalance of uit verkeerde zuinigheid
verzuimd heeft een Chemische onkruid-
bestrijding uit te voeren als de on
kruidbezetting daartoe alle aanleiding
geeft.
Het is ook goed om het volgende niet
te vergeten. Het feit, dat agrarische
produkten naar verhouding goedkoop
zijn is mede te danken aan hoge op
brengsten, die mede bewerkt worden
door het op tijd bestrijden van ziekten.
Als in het voorjaar de prijzen van de
aardappelen eens hoog oplopen, dan
duurt het niet lang of het regent klach
ten van de consument. Het staat als een
paal boven water, dat die klachten over
de hoge prijzen er doorlopend zouden
zijn als de aardappeltelers in de mees
te streken van ons land zouden ver-^
zuimen om het gewas met chemische
middelen te beveiligen tegen de aard
appelziekte. Niet voor niets staat er
gens in ons jaartallenboekje het feit
vermeld: „Optreden van de aardappel
ziekte"". Men heeft het in dat jaar als
een ramp ervaren.
Onze taak als
landbouwvoorlichter
De taak van de voorlichter ligt voor
al op die van de „korte termijn". Hij
heeft in zijn gebied de taak om aan de
agrariërs die adviezen te geven, die de
beste waarborgen zijn voor een inko
men, dat op het zelfde niveau ligt als
dat van andere bevolkingsgroepen met
behoud van een leefbaar bestaan.
Naast de voorlichter werken de on
derzoekers. Hun taak is het na te gaan
of er andere manieren zijn om ziekten
en plagen in de landbouw te bestrijden.
En het is beslist onjuist als de indruk
wordt gewekt, dat er op dit gebied
nies gebeurt. Het kenmerk van een
echte onderzoeker is, dat hij niet te
haastig conclusies trekt. We kunnen ons
niet onttrekken aan de indruk, dat een
bepaald soort „onderzoekers" dit wel
eens vergeet. Het wordt dan voorge
steld alsof door een bepaalde wijze van
grondgebruik opeens alle ziekten ver
dwenen zijn. In het resultaat van der
gelijk onderzoek hebben agrariërs en
voorlichters m.i. terecht weinig ver
trouwen.
Maar mijnheer De Jong, we kunnen
u verzekeren, dat we ook als voorlich
ters de dag zullen zegenen, waarop het
mogelijk is om door toepassing van be
paalde maatregelen ziekten in de ge
wassen te voorkomen of te bestrijden
zonder gebruikmaking van giftige stof
fen. Maar zo ver is het helaas nu nog
met
WIJ VRAGEN UW AANDACHT VOOR
Vernieuwing van grasland
Door ons gehele gebied vinden we
al weer percelen grasland, die een
vernieuwingsbeurt krijgen. Het eerste
nieuwe gras staat al weer boven de
grond.
We nemen aan, dat er ook in de ko
mende weken nog wel het een en an
der zal gebeuren. Want niet alleen het
vee, maar ook de veehouders hebben
de smaak van nieuw grasland te pak
ken. Denk er vooral om, dat zo'n ver
nieuwing een unieke gelegenheid is
om bepaalde zaken uit te voeren,
waar anders geen of een minder goe
de mogelijkheid voor is. Eerder wezen
we al op het egaliseren van de grond
en het verbeteren van de ontwatering.
Ook voor het op peil brengen van de
besmettingstoestand is zo'n operatie 'n
goede gelegenheid. Kalk en koper krijgt
u op grasland heel moeilijk de grond
in. Daarom is het zaak om op kalk- en
koperarme percelen bij de bewerkin
gen, die nodig zijn voor de vernieuwing
kalk en/of koper door de grond te men
gen. Als u de stalmest van de afgelo
pen winter nog hebt liggen, dan geeft
u die een prima bestemming als deze
met Lely-frees of ploeg door de grond
wordt gewerkt.
„Zwart" bouwland
Ook voor het bouwland komen we
binnenkort weer voor de vraag te staan
wat er met de vrij gekomen percelen
moet gebeuren. Voorheen viel de na
druk dan vooral op de bewerking van
de grond. Met de bewerking probeerde
men een zaaibed te maken, waarop het
onkruid zou gaan kiemen. Een oprui
ming voor het volgend seizoen!
Op moment vindt men dit door an
dere mogelijkheden minder urgent. Een
uitzondering moeten we maken voor de
wortelonkruiden, waarbij de grondbe
werkingen nog een rol kunnen spelen.
Als een onkruidbestrijding via be
werkingen niet nodig is, dan is het bij
na onverantwoord te noemen om per
celen, die de eerste weken van augus
tus vrij komen te liggen. Ook het af
gelopen seizoen hebben we weer „ster
ke staaltjes" gezien van het effekt van
een groenlbemesting.
Groenlbemestingsgewassen, die in de
eerste helft van augustus gezaaid kun
nen worden zijn Italiaans of Wester-
wolds raaigras, stoppelknollen en Si-
letta.
Conserveren van gras
Op het moment, dat we dit schrijven
ziet het er niet naar uit, dat binnen
kort nog veel gras beschikbaar komt
voor het maken van wintervoer. Voor
veel bedrijven een pijnlijke zaak, want
men had er min of meer op gerekend,
dat er in augustus nog een kans zou
komen de te krappe voorraad aan te
vullen.
Als u toch nog de kans krijgt er een
perceeltje gras uit te knijpen voor win
tervoer zult u moeten proberen dit „ge
luk" volledig uit te buiten.
Het maken van hooi wordt in augus
tus al vrij moeilijk. Het is een hele toer
om het laatste vocht, dat er uit moet
om hooi zonder broei- en schimmelige -
vaar tot de winter te bewaren er ook
werkelijk uit te krijgen.
Daarom zal het in veel gevallen zaak
zijn om „genoegen" te nemen met een
droge kuil. Een drogestofgehalte van
50°/o is in augustus nog wel te halen
en bij een goede werkwijze krijgt u dan
een produkt, dat niet onder behoeft te
doen voor hooi.
M.b.t. de start van de voetbaltoto be
reikten ons de volgende berichten.
Texelse Boys maakt de geregistreerde
leden er op attent, dat de ingevulde for
mulieren met ingang van donderdag
avond weer worden afgehaald. Wie dan
niet thuis is, wordt verzocht de formu
lieren af te geven in hotel „De Zwaan".
Dat kan tot 10.00 uur 's avonds.
Hetzelfde geldt voor S.V. Texel, met
dien verstande dat formulieren in „De
Kletskeet" kunnen worden ingeleverd.
Door drukke werkzaamheden is de
totocommissie van ZDH niet in staat de
formulieren van de eerste twee toto's op
te halen. Wie toch wil meedoen, wordt
verzocht de formulieren uiterlijk don
derdag 22.00 uur in te leveren bij de
heer C. Kok, Herenstraat.
IIIIIIIIIUIinilllllllllllUUIIUiliyil!IUIIIIIUIIIIIIIU!ll!IIIIUIIUUI!lllllilllllllllU!lllll!IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIUIIIIIIIIIIIIllll^llUIUIIllillUUIIII!IIUUIIIIIUUUIU!lUUJ!IUIUllllllllllllillllllllU
FEUILLETON door TOM LODE WIJK
lllimillUIUIillllUUIIIIiyilllllllUllülllUIUUIIUIIIIIIIIIIIIIIUUIIIUUIIIIIIIIIÜIIIHIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIUIIIIIUIIIIIIIIUIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIUllllUlJUHIUIllHUIWHUUIIIIUIIUIÜUIIIII!
23. Na het vertrek van de Braber
was er een andere boekhouder geko
men en Rein Stok had er toen maar
tegelijk een paar moderniseringen door
gejaagd, dwars tegen het verzet van de
oude heer Tweehuysen in.
Het had hem al een goede kracht ge
kost, straks kostte het hem zijn zaak,
en in een gesprek van man tot man had
hij zijn oude medewerker tamelijk on
gezouten gezegd, dat die op zijn oude
dag niet moest gaan afremmen. Piet de
Braber had het van Nel gehoord, ver
bitterd. Zie je? zei hij, nu kan het.
Toen ik er op aandrong kon het niet!
Maar verder mocht hij niet klagen.
Zijn boekhoudbureau liep aardig en ze
konden het best redden. Nel was nog
lang op kantoor gebleven om haar va
der te helpen, en haar respect voor de
zaken-capaciteiten van broer Bas was
er in die tijd niet op vooruitgegaan. En
terwijl Nel zo haar broer zat te obser
veren, keek Saartje naar haar schoon
zuster. Ze wist dat Nel het ermee te
kwaad had, dat ze geen kinderen had,
en voor Piet was het ook een verdriet.
Maar een man had zijn wenk, en die
twee konden het heel goed samen vin
den.
Tussen hen zat Magda, haar haren
nu zilverwit, en nog knapper, vond
Hans. Hij zou moeder vragen of hij
haar mocht schilderen. Hans had zich
nog niet met huid en haar aan de non-
figuratieve kunst overgeleverd, en hij
toonde hoe een modern portret min
stens zo indringend kan zijn als een
van die geraffineerde werkstukken van
Frans Hals. Ze leefden nu op een ar
tiestenflat, waar Sara en hij allebei hun
gang konden gaan, hij met schilderen,
zij met beeldhouwwerk, en het schrik
beeld van de oude Reindert, een arti
stieke zoon met lange haren, lopend op
een schoen en een slof, levend van de
lhand in de tand, was al evenmin ver
werkelijkt. Niet alleen had Hans reeds
een goede naam en waren vooral Sara's
kinderbeeldjes zeer geliefd, maar hij
vermeed ook al die artistieke uitbun
digheden, die de massa moeten duide
lijk maken dat ze met kunstenaars te
doen heeft.
HOOFDSTUK X
Waarin Reindert Stop op reis gaat en
zijn zoon Bas de ontdekking van zijn
leven doet.
„Kijk nou es an", zei de controleur
bij de ingang van de beurs, die ieder
vakgenoot kende, „meneer Stok! U
bent er weer, gelukkig!"
„Ja", zei Reindert en grinnikte, „on
kruid vergaat niet, dat zie je".
„Bent u weer helemaal oké?"
„Nou ja, beetje kalm an hè? Ik ben
geen jongkerel meer, trouwens, dan
kunnen we njékaar wel een hand ge
ven".
Reindert had het gevoel of hij een
beetje jarig was. Zijn verschijning in
het beursrestaurant werd een gebeur
tenis. Oude vrienden kwamen op hem
af, jonge vakgenoten kwamen handjes
geven.
Hij zat aan zijn oude stamtafel met
de vaste bezetting daarvan, en de ober
was er al. Die had zijn vaste klant al
gezien, ,,'t Is voor mij jongens!''
„Je ziet er best uit Rein".
„Ik ben uitgerust. Een mens schijnt
zoiets nodig te hebben".
„Net zo je zegt", antwoordde zijn
buurman maar hij dacht er het zijne
van. Rust had een mens nodig, maar
geen hartaanval. Reindert zag er weer
uit als een goudhaantje, maar hij zou
terdege moeten oppassen!
En dat wist Reindert zelf ook wel,
maar hij wou het niet weten voor de
anderen. Was ook niet goed voor de
zaak, als ze dachten dat je er van de
ene dag op de andere tussen uit kon
trekken.
„En ga je nou weer aan de gang?"
„Nee, jongens, eerst ga ik es met va
kantie. Ik ga naar Herman, die is pro
fessor in Princeton". Hij zei het niet
zonder trots, het was ook wat, profes
sor doctor Herman Stok! Heeft al drie
kinderen en ik heb ze nooit gezien.
Daar gaan we met de vrouw naar toe,
die wil haar kleinkinderen óók wel
eens zien".
„Ga je vliegen?"
„Ben je mal? Lekker op de boot, lui
eren in een dekstoel, me een beetje la
ten verwennen".
Jaja, dacht de buurman, net iets voor
jou. Lui in een dekstoel! Vroeger ging
de Caravelle je nog te langzaam. Nee
Reindert had een goede klap gehad, dat
stond wel vast.
„En wie past er nou op de zaak?"
vroeg een van de anderen.
Reindert keeik waakzaam. Hij proefde
iets van ironie in de vraag. Moest Bas
het doen? Nou, dat zou me wat worden
„Dat zit wel goed", zei hij kortaf.
Het stak hem, dat de reputatie van
zijn zoon in de kringen van het vak
niet zo bijster hoog stond. Temeer om
dat Bas de laatste tijd toch werkelijk
meer zijn best deed. De plotselinge
hartaanval van de oude heer had hem
diep gesdhókt, niet eens zozeer omdat
het zijn vader was ze hadden al te
veel mot met elkaar gehad dan dat de
liefde nog erg diep zat maar omdat
hij besefte hoe hij altijd geleefd had op
het bewustzijn dat eigenlijk zijn vader
de zaak leidde. En nu begon bij hem,
al was het laat, het ernstig voornemen
post te vatten om eens op te houden
kwinkeleren, zoals zijn vader dat
noemde, en eens aan te pakken. Maar
nu eerst, bemerkte hij zijn eigen tekort
komingen.
Hij moest het bedrijf kunnen leiden,
hij moest niet alleen in naam de meer
dere zijn van mensen als Merkman en
Koopman, van der Velden en Jonge-
neel, de reizigers. En dan moest hij óók
nog de gang van het bedrijf voor de
toekomst bepalen, zich op de hoogte
houden van alle ontwikkelingen, van
die EEG-rommel. O, hij begreep eigen
lijk niet wat er voor lol aan was, om
aan het hoofd van zo'n bedrijf te staan.
Reindert Stok had in lange uren van
gewonnen eenzaamheid, oOk wel besef
gekregen voor eigen tekortkomingen
ten aanzien van zijn kinderen, Herman
Hans, Nel, ze hadden minder genei 1
heid gehad, omdat ze geen rol spe:
in het bedrijf.
En Bas? Te veel had hij, de va
altijd zelf willen doen, Bas té veel
ten voelen dat hij het maar aan vi
moest over laten, want dat die all
er iets van terecht zou brengen
stond de jongen er alleen voor en!
hij, Reindert Stok, zijn zoon voldoe
op die taak voorbereid? Hij had S
eerst te lang zijn gang laten gaan^
volgens volstaan met hem af en toe
de nesten te halen, maar Bas bleef
hem nog altijd „de jongen". En hij"
nu toch óók al tegen de veertig!
Had hij nu Piet de Braber maar
had, dan was tenminste 'het thuis!"
afdoende verdedigd. Tweehuysen
noot van zijn pensioen, en Vermaat
opvolger, was goed voor zijn werk'
te vertrouwen, maar was ook all
maar de administrateur, de man
de cijfers.
Merkman, die zijn zilveren jubik
bij de zaak al gevierd had, was:
beste reiziger, maar ook Merkman1
de fouten van zijn kwaliteiten. Ooi
was eenzijdig op de verkoop ïnges-
zag de grote lijn niet, al had h>]
grond van zijn ervaring en presU
een zeker gezag onder zijn coltè
Maar in hoeverre was een reiziger'
kelijk deel van de zaak? Waren k
genlij'k niet allemaal zelf verzorg
dacht Reindert in die stille uren op
slaapkamer, waar hij te herstellen
Als hij ze dan wel eens hoorde prï
over „mijn klanten" 'had hij soms
nijging te zeggen „jouw klanten?
niks van jou bij! Het zijn de klai
van Stok Zoonen".
(wordt vervolgd)
gjVWJai m LkKïiïlM WiOT
'j-w. I'lmi **n Ui«r» - bwlUn 4ttdibll»
OP EEN HOLLETJE TERUG NAAR
HET GOUDEN BOLLETJE
Zaterdag en zondag d d. 26 en 27 juli
is er op Texel nogal enig rumoer ont
staan betreffende het kamperen op het
terrein van de heren Van der Berg
(Dennenoord). De situatie aldaar heeft
een zeer nare smaak en nasmaak voor
velen, die naar ons geliefde eiland zijn
gekomen en daar weer onverrichter-
zake van moesten verdwijnen. Denkt U
zich eens in als een heel jaar werkt (en
de bouwvakkers werken hard, dat kan
men dagelijks constateren) en men heeft
14 dagen vakantie, die dan op deze
manier wordt getorpedeerd, dan is dat
voor de betrokken personen een zeer
kwalijke zaak. Eveneens voor de roem
van ons eiland. Er gaat tot op heden tot
ver over onze grenzen een roep uit over
de mentaliteit en gemoedelijkheid van
de bewoners en over de natuur, die op
het eiland zo mooi tot uitdrukkig komt.
Dat heeft tot gevolg dat iedereen weer
terugkomt en vrienden en bekenden
meebrengt, hetgeen de gemeente en de
middenstand toch geen «windeieren legt.
Daarom is mijn vraag Waarom is de
vergunning van diverse dingen niet eer
der afgegeven, opdat de mensen, die
daarbij betrokken zijn, maatregelen
hadden kunnen treffen om de mensen
goed op te vangen. Het is niet alleen de
heer Van der Berg, die hier mee tobt.
Er zijn erg nog meer.veel meer zelfs
en naar ik meen wordt nu het eiland
geschaad. Geacht gemeentebestuur, ik
dacht dat het beter was geweest de
kampeerders op een paar terreinen te
concentreren dan ze nu letterlijk en fi
guurlijk het bos en de duinen in te stu
ren. Men kweekt op deze wijze clan
destiene kampeerders zelf aan en de
politie krijgt nog meer werk dan ze al
heeft. Heren bestuurders en B. en W.,
gaat U in de zg. topdagen eens in Haam
stede en Renesse kijken. Daar zijn ter
reinen, die mensonterend door kampeer
ders worden bewoond. Jongens en meis
jes hokken er door elkaar en de gezin
nen moeten daar ook maar zien hoe ze
het redden. Daar moet U eens gaan kij
ken, dan komt U misschien tot de ont
dekking, dat U zegt. Ik ga op een hol
letje terug naar het Gouden Bolletje.
J. C. Lawende, Dordrecht,
oud-Texelaar.
UITSLAG VERLOTING
„OP EIGEN WIEKEN"
De prijzen van de onlangs gehouden
verloting van de Vogelvereniging „Op
eigen wieken" zijn op de volgende num
mers gevallen
le prijs no. 954; 2e prijs no. 630; 3e prijs
no. 1549. Verdere prijzen op de num
mers 940; 762; 1338; 1207; 1916 en 1679.
De prijzen zijn af te halen bij de pen
ningmeester A. Moor, Wilhelminalaan
86, te Den Burg, na 19.00 uur.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild
5 aug. 0,42 en 13.08; 6 aug. 1.17 en 13.50:
7 aug. 2.10 cn 14,50; 8 aug. 3.26 en 16,09;
9 aug. 4,50 cn 17,35.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
DE KOOG Mensen die wegens
verkeersovertreding door de
worden geverbaliseerd, reageren
merkwaardig. Dagelijks wordt opg
schaal het verbod om langs de Baai
te De Koog te parkeren overtrede?
dagelijks vinden de overtreders deg
netjes onder hun ruitenwissers. Ze
men dan enige tijd later, meestal zo3
veel spijt betalen. Een reactie van
hunner, die zijn auto vier uur lang
geparkeerd, hetgeen hem op een tig
boete kwam te staan: „Niet eens
f2,50 per uur".
BROMFIETSER VEROORZAAKï
AANRIJDING
De 16-jarige bromfietser Van R
Den Burg veroorzaakte zondagnuj
een aanrijding toen hij, rijdende op
Zes, geen voorrang verleende aan ee
de Kogerstraat rijdende Opel van
Duitse toerist. Bij de botsing were
auto flink beschadigd; de bromfo
mankeerde niets, maar zijn op dei
zittende zusje liep ontvellingen op
Bij een aanrijding op de Pont
werden zaterdagmiddag omstreeksi
uur twee auto's vrij ernstig beseha;
De in de richting van de boot rijd*
hoofdagent P. moest plotseling rem
in verband met een gevaarlijke sits
die ontstond toen een auto uit de
tegengestelde richting komende)
kwam om in te halen. Door het abn
remmen van P. reed een„ achtero;
mende wagen hem aan. Beide
werden flink beschadigd. De autci
bilist, die de gevaarlijke inhaalmac;
vre uitvoerde, heeft men niet km
achterhalen.
AUTOCROSS
(Vervolg van pagina 1)
plaats van in stomweg hard rijden,
als gewoonlijk stelde het publiek
ruime mate premies beschikbaar
alleen voor de renners, die het goed
den, maar ook voor de grootste pi
vogel, degene die een ander de slo:
zou drukken e.d. Er werden naast g
bedragen, dineetjes en rondvaarten!
geboden en zelfs kreeg een der cour;
levenslang vrije toegang tot Saras-
(zolang Sarasani leeft, natuurlijk). 'e^
De volgende renners drongen n
finale door: Piet Dam, P. van Mq
C. J. Pol, S. Dijt, P. Koopman, H, Gi
S. Keijser, F. Stolk en J. Halsema.
Een intermezzo, dat blijkens dt ^er
acties door het publiek zeer op
werd gesteld, was het schansspric ie
een voor auto's zeer ongezonde
heid. Niettemin werden er nog 1
nieuwe Volkswagens aan gewaagd
dat nieuwe was er na afloop dan
duidelijk af. De toekijkende juryle
moesten herhaaldelijk wegduiken
losspringende bumpers, knalpijpen,
ringen en wieldoppen. Het schan
gen was in wedstrijd vorm gegoten
eerste prijs (ƒ50,werd gew
door H. Halsema; tweede prijs
Frans Witte en derde prijs (/2J
Frans Halsema.
s
omn
Voor het schansspringnumincr werden
melijk nieuwe Volkswagens ingezet