L
voor v
en voor u.
DE MILJOENENERFENIS
50jaar
Electrolux!
Gratis
Jubileum-
Cheque
Waaide
tot f 100."
ibrtek voor
LANDBOUW en VEETEELT
Suikerbietenkoppen i
prima voedermiddei voor mestvee!
Nu kalk strooien
'f2000,- 18 maanden f124,73 p.m. aflossen
of f5000,- 24 maanden f238,14 p.m. aflossen
de bank waar ook zich thuis voelt
Bakker's
Ijzerhandel
N.V.
- Huidverzorging
eede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 10 OKTOBER 1969
jl
Vun c.v u»M
Op het moment, dat we dit artikeltje
kbrijven zijn ook op ons eiland de
Jjste suikerbieten gerooid. Het onder
st geen tegenspraak als we beweren,
m bet bij de teelt van suikerbieten in
jt eerste plaats om de biet zelf gaat.
naar moet de akkerbouwer het in de
'rste plaats van hebben.
\Ve mogen echter wel stellen, dat sui-
lerbicten naast de biet zelf nog een
Lardevol produkt leveren ,nl. de kop-
L en het blad van de bieten. Ook voor
Itdrijvcn, waar niet aan veehouderij
ïördt gedaan, vertegenwoordigt het
i^f een flinke waarde. We denken hier
ja nde waarde als organische meststof.
Toch mogen we wel stellen, dat op
^drijven, waa rvee wordt gehouden de
«arde als veevoeder als regel hoger zal
;nn dan de bestemming als organische
nest. We denken hierbij speciaal aan
bedrijv enwaar mestvee wordt gehou
den. In beperkte hoeveelheden kunnen
iüikerbietenkoppen ook aan melkvee
gorden gevoerd, maar hier past wel een
waarschuwing. Ieder jaar krijgen we
weer ervaringen doorgegeven van het
ran streek raken van melkvee bij het
roeren van suikerbictenkoppen. Dit van
slreek zijn illustreert zich vooral in een
sterke teruggang van de melkgift. Dit
tuvel treedt vooral op bij het voeren in
de weide, omdat men dan geen controle
heeft op de hoeveelheid, die ieder dier
opneemt.
koppen bevatten voldoende suiker om
een goede conservering te bewerken.
Een goede prijs voor dit
„bijprodukt"
Als op de hiervoor beschreven wijze
wordt gewerkt, dan zal de opbrengst,
die we bij gebruik als veevoer voor de
suikerbietenkoppen krijgen in het alge
meen hoger zijn dan bij het onderploe-
gen van de suikerbietenkoppen. Zeker
als wke in aanmerking nemen, dat de
mest, die door de dieren wordt gepro
duceerd kan worden gebruikt als ver
vanging van de bietenkoppen.
In enkele berekeningen over het mes
ten van stieren zagen we voor de sui
kerbietenkoppen en -blad een bedrag
genoteerd van ruim ƒ400,per ha. Ook
bij aanname van deze prijs voor de
suikerbietenkoppen bleek het mesten
van stieren bij prijzen van ƒ4,80 - ƒ5,
per kg. geslacht gewicht nog zeer aan
trekkelijk te zijn.
Nu speciaal op de grotere akkerbouw
bedrijven het houden van melkvee
steeds meer als een bezwaar wordt ge
voeld en er diverse aanwijzingen zijn,
dat er in de EEG op het moment beteer
kansen zijn voor vlees dan voor melk,
lijkt ons een bestemming van suiker
bietenkoppen en -blad voor mestvee het
overwegen waard.
Het spreekwoord, dat men het ijzer
moet smeden als het heet is, kan op het
boerenbedrijf in veel gevallen worden
toegepast. Naar mijn mening berust het
verschil, dat er ieder jaar weer is tussen
de financiële uitkomsten van landbouw
bedrijven voor een groot deel op het al
of niet toepassen van de waarheid die in
dit spreekwoord aanwezig is.
Op dit moment zou ik het van toe
passing willen brengen op de kalkbe-
meseting. Naar ik meen zijn de omstan
digheden voor het geven van een kalk-
bemesting deze nazomer uiterst ge
schikt. Het ijzer is hier met recht heet.
Speciaal geschikt voor mestvee
De moeilijkheden, die bij melkvee nog
al een voorkomen, treden in het alge
meen niet op bij mestvee. Het gebeurt
diverse keren, dat men jongvee of
mestvee naar hartelust op de suikerbie-
lenkoppen laat „weiden". Vorig jaar
heeft een Texelse schapenhouder dit
ook gepresteerd met lammeren. Het was
met het buitengewoon natte weer van
de vorigeherfst rondweg een „vreselijk"
gezicht om deze dieren in de modder te
zien „weiden". Het deed de dieren
blijkbaar geeri kwaad, want de groei
bleek zeer goed te zijn.
Als we echter spreken over een voor
mestvee zeer geschikt veevoer, dan den
ken we in de eerste plaats aan rundvee.
De stieren, die tot een maand of vijftien
word engehouden, of ook wel vrouwe
lijk mestvee.
Volgens deskundigen is het mesten
van stiery in de eerste plaats aantrek
kelijk voor akkerbouwers, die over sui
kerbietenkoppen beschikken. Men gaat
er daarbij van uit, dat iedere stier de
opbrengst van 20 are suikerbietenkop
pen kan verwerken. Eén vijfde tot één
zesde deel van deze koppen kan vers
worden vervoederd, de rest moet wor
den ingekuild. In goede rantsoenen voor
meststieren zagen we een hoeveelheid
van 20 kg .verse suikerbietenkoppen of
13 kg. ingekuilde suikerbietenkoppen
en -blad per dag geadviseerd.
Hoe in te kuilen
Suikerbietenkoppen en -blad laten
zich beslist goed inkuilen. Dat betekent
niet, dat het niet uitmaakt op welke
wijze er wordt gekuild. Net als voor an
dere produkten, die worden ingekuild
geldt ook voor suikerbietenkoppen, dat
er de nodige zorg aan moet worden be
steed.
Dat betekent, dat we er naar moeten
streven het materiaal droog bij elkaar
te brengen. Hiermee wordt voor een
deel ook voorkomen, dat er te veel zand
in het voer komt.
In de tweede plaats is ook hier de eis,
dat er snel wordt gekuild. Als we de
kuil in één dag bij elkaar rijden en af
werken, dan is dit beslist een voordeel.
Ook bij het afwerken van een kuil met
suikerbietenkoppen is het zaak er voor
te zorgen, dat lucht en water buiten de
kuil blijven. Voor de rest zijn er geen
bijzondere maatregelen nodig, want de
de heer J. W. Hoogeveen
beheerder bijkantoor Amstelveen
Contant geld nodig voor pn'vê-doeleinden?
Neem een persoonlijke lening bij de NMB.
Dat gaat prettig en snel. Bijvoorbeeld:
f 3000,- in handen, betaling in 18 x
186,28. Of: f 10.000,- in handen, betaling
in 36 x 335,65. Loop eens binnen bij het
dichtstbijzijnde NMB-kantoor.Men geeft u
er graag alle Inlichtingen over de persoon
lijke lening. U zult zien, dat bij de NMB de
persoonlijke lening samengaat met per
soonlijke service.
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
Den Burg: Binnenburg 11. De Koog: Ruyslaan 21.
Er wordt nog al eens geklaagd over
het feit, dat het zo lang duurt voordat
het effect van een kalkbemesting zicht
baar wordt. In veel gevallen is dit te
wijten aan fouten, die er bij het geven
van de kalkbemesting worden gemaakt.
Het gaat daarbij in de eerste plaats
om het tijdstip, waarop de kalk wordt
gegeven. Dat is niet in de winter of het
voorjaar, maar in de nazomer, al bete
kent dit niet, dat in bepaalde gevallen
met een zaaibedbekalking in het voor
jaar niets meer kan worden bereikt.
Dan is e,r in de tweede plaats de toe
stand van de grond op he moment van
het strooien van de kalk. Kalk moet
worden gestrooid op een droge grond.
Daarbij behoort dan ook nog, dat de
kalk direct door die droge grond moet
worden gemengd met de cultivator, de
frees, stoppelploeg of eg.
Wordt de kalk gestrooid op grasland,
dan zijn de laatstgenoemde bewerkin
gen uiteraard niet mogelijk. Daarom is
het een heel goede zaak om een kalk
bemesting te gev enbij het vernieuwen
van grasland, indien we althans uit er
varing of door grondonderzoek weten,
dat de grond aan de zure kant is.
Een mogelijkheid om de werking van
de kalk op grasland te bevorderen is het
combineren van een kalkbemesting met
een stalmestgift. In het verleden was
men van deze combinatie doodsbang,
omdat de kalk het verlies van ammo
niak uit de mest zou bewerken. Als
men stalmest en kalk bij elkaar in een
reageerbuisje doet, zal dat inderdaad
het geavl zijn geweest. In de natuur is
dit echter heel anders en tegenwoordig
ziet men zelfs voordelen in het geven
van kalk en stalmest in hetzelfde sei
zoen, omdat ze in combinatie elkanders
werking bevorderen.
Iedere kalkmeststof is goed
Op ons eiland wordt nog steeds veel
gebruik gemaakt van schuimaarde. We
kunnen deze keuze toejuichen. Vooral in
gevallen, waarbij het om een flinke
kalkbemesting gaat is schuimaarde een
goede en goedkope kalkmeststof. Bij
gebruikt op grasland moet daarbij wel
gestreefd worden naar de kleinst moge
lijke hoeveelheid, die zich gelijkmatig
laat verdelen. We zullen hierbij wel niet
lager dan 7 - 8 ton per bunder komen.
Ook met de andere kalkmeststoffen
kan het beoogde resultaat worden ver
kregen. Boven schuimaarde hebben ze
het voordeel, dat er kleine giften kun
nen worden gegeven. Vooral als het
gaat om een zgn. onderhoudsbekalking,
waarbij o mde drie of vier jaar wat
kalk moet worden gegeven is dit een
voordeel. In dit geval geven we een gift
van bijv. 1000 kg. Kencicakalk of Dolo-
kal per bunder. Als dit om de drie of
vier jaar gebeurt, houden we de kalk-
toestand op peil.
VAN EEN OP DRIE NAAR
EEN OP VIER
Dezer dagen kreeg ik het verzoek om
in onze rubriek iets te vertellen over
de wijziging, die oip komst zijn bij de
vruohtwisseling van aardappelen. Het
is voldoende bekend, dat we nu een
aantal jaren te maken hebben gehad
met de één op drie teelt. Dat wil zeg
gen, dat er op eenzelfde perceel slechts
eenmaal in de drie jaar aardapellen
verbouwd mochten worden. In 1969
mochten dus aardappelen worden ver
bouwd op percelen, waar voor het
laatst in 1966 aardappelen waren ver
bouwd.
In deze regeling komt verandering.
We gaan nl. zonder bijzondere maatre
gelen naar de teelt van één op vier. In
feite gaat deze regeling pas in in het
jaar 1973. In dat jaar mogen er niet
zonder meer aardappelen worden ver
bouwd op percelen, waar in 1970 ook
aardappelen stonden. Tot 1972 kunnen
we dus eigenlijk normaal doorgaan met
de teelt van eenmaal in de drie jaar
aardappelen.
Tooh zou het niet rverstandig zijn
voor aardappeltelers, die er naar stre
ven om zoveel mogelijk aardappelen te
verbouwen om pas in 1973 aan de wij
ziging van één op drie naar één op vier
te gaan denken. Als u ook in de toe
komst door wil gaan met de teelt van
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
De brief uit Amerika
„Mogge burgemeester".
„Dag meneer Heyblom".
Ze kenden elkaar wel. Burgemeester
Aalbers werd, wanneer hij zich vertoon
de voor het loket van de Boerenleen
bank, wel eens een enkele keer door
Jaap Heyblom geholpen. Maar meestal
was de directeur, meneer Wieringa er
als de kippen bij om meneer de burge
meester af te scheiden van het gewone
volk en even apart te ontvangen in het
spreekkamertje. De burgemeester zelf
stelde daar weinig prijs op. Wanneer hij
even gauw en goed geholpen kon wor
den aan het loket, was hem dat wel. En
beleefdheidshalve moest hij dan toch
altijd een praatje maken met de direc
teur, zelfs al stond zijn hoofd er hele
maal niet naar. Heyblom was geen pra
ter. Stug, noemden ze hem. Meneer
Wieringa had zich wel eens afgevraagd
of hij wel de juiste man was voor dit
werk. Maar de zakenmensen, die geen
behoefte hadden aan kletskouserij voor
de loketten, mochten dat wel. En als
puntje bij paaltje kwam, raadpleegden
ze liever Heyblom over hun beleggingen
dan de kassier, die, aan zijn pensioen toe
was en het allemaal niet meer zo bij
hield.
Menig zakenman had geprofiteerd
van de adviezen van Heyblom omtrent
de modernisering van zijn boekhouding.
Jaap Heyblom had een stille, maar
machtige goodwill in Drechtermond,
tenminste bij de mensen, die zakelijk
met hem te maken hadden.
Verder stond hij bekend als ,,een
dooie pier".
De enige sport die hij beoefende was
de wandelsport, en dan bij voorkeur in
z'n eentje of in gezelschap van z'n spor
tieve dochter Lies, de blonde verpleeg
ster die hij zo graag mocht, omdat ze
evenals hij lang kon zwijgen, of met een
enkel woord tonen dat ze begreep. Hij
interesseerde zich voor politiek, had een
uitgesproken mening over het beleid in
de gemeente Drechtermond, maar hield
die mening voor zich, want niemanr
vroeg er naar en op de vergaderoing
van de kiesvereniging hadden de grote
schreeuwers het te druk met het ge
bruik van dikke woorden en „princi
piële" gezichtspunten. De grote vliegen,
had Jaap eens gesmaald, lieten ze door
het web en de kleintjes zogen ze uit.
Burgemeester Aalbers dacht er net zo
over Als het om tonnen ging, deed nie
mand een/mond open, maar hoe lang er
nu al was gediscussieerd over dat ake
lige plantsoentje bij de kerk, waarvoor
je beter een parkeerplaats kon maken,
dat ontging zijn heugenis.
Jaap woonde in een bescheiden huis-
in-derij. Hij onderhield zijn tuin met
zorg, hij besteedde veel aandacht aan
zn aquarium en verder las hij. De enke
ling odie bij hem thuis kwam, keek
verbaasd naar die boekenkast, en haalde
verwonderd de schouders op wanneer
hij merkte dat geschiedenis, psycholo-
één op drie, dan is het goed om nu de
plannen al te maken. Hier geldt nl. ook
het spreekwoord, dat regeren vooruit
Hoe toch eenmaal
in de drie jaar aardappelen
De vraag is nu wat er gedaan moet
worden om op een perceel, waar in
1970 aardappelen worden geteeld in
1973 weer aardappelen te kunnen ver
bouwen.
Een eerste mogelijkheid is hier de
keuze van het ras. We kunnen nl. een
ondersoheid maken tussen rassen, die
vatbaar zijn voor aardappelmoeheid en
rassen die resistent zijn voor deze ziek
te. De laatste rassen duidt men aan als
AM-rassen.
De rassen, die tot nu toe op Texel
worden verbouwd behoren bijna volle
dig thuis in de groep van de vatbare
rassen. Een paar AM-rassen, dit tot nu
toe op ons eiland zijn verbouwd zijn
Ehud, Rector en Saturna.
Nemen we nu het geval, dat in 1970
op een bepaald perceel e envoor aard
appelmoeheid vatbaar ras wordt ver
bouwd, dan mag er in 1973 op datzelf
de perceel niet zonder meer een vat
baar ras worden verbouwd. Dit laatste
kan alleen als tussen de aardappeloogst
van 1970 en de hrefst van 1972 een
grondontsmetting wordt uitgevoerd.
Wil men in 1973 aardappels verbou
wen zonder grondontsmetting dan kan
dit als na het vatbare ras in 1970, in
1973 een zgn. AM-ras v/ordt gekozen.
Kiezen we al in 1970 voor een AM-
ras, dan mogen we in 1973 op hetzelfde
perceel zonder grondontsmetting zowel
een vatbaar ras als een AM-ras ver
bouwen De één op drie teelt kan dus
zonder grondontsmetting worden ge
handhaafd als we altijd gebruik maken
van een AM-ras of afwisselend een vat
baar ras en een AM-ras gaan verbou
wen.
De telers, die in 1970 een goede mo
gelijkheid helbben om een AM-ras te
verbouwen zijn er zeker van, dat ze in
1973 zonder bijzondere maatregelen op
nieuw aardappelen op ditzelfde per
ceel kunnen telen.
Ook écn op twee teelt mogelijk
We stellen ons niet voor, dat er op
Texel telers zitten te springen om op
een zelfde perceel eenmaal in de twee
jaar aardappelen te verbouwen. Dit is
mogelijk met een grondontsmetting om
de twee jaar en het steeds of afwisse
lend verbouwen van AM-rassen. We
zullen hierop echter niet verder ingaan
omdat hiervoor op ons eiland weinig
of geen belangstelling zal zijn.
BRANDMELDING
Bij brand altijd bellen (02220) 2066.
Dit geldt voor alle dorpen, zowel over
dag als 's nachts.
(advertentie I.M.)
V«dv«rMb|:
Telef. 02220 - 2346
gie, staatkunde en moderne bedrijfsleer
daar beter vertegenwoordigd waren dan
romannetjes.
En nu had Jaap Heybloem een ver
zoek gehad om vanmiddag om half vier,
wanneer de bank dicht was, even op
het gemeentehuis te komen. De burge
meester moest hem spreken. Hij kon
zich met de beste wil van de wereld
niet voorstellen waarvóór.
„Gaat u zitten. Sigaartje?"
Jaap ging zitten en accepteerde de si
gaar met een zuinig gezicht.
„U denkt ook", lachte de burgemees
ter, ,,'t zijn m'n eigen belastingcenten".
„Maar voor een klein percentage,
burgemeester", constateerde Jaap te
vreden
„Zou u liever méér belasting beta
len?"
„Ach waarom? Waar het bezit ver
meerdert, vermeerderen de zorgen".
„Ik heb altijd al een filosoof in u ver
moed, menaer Heyblom. Maar als u er
zo over denkt, vraag ik me bijna af of
ons gesprek zin heeft".
„Eerst maar 's horen", vond Jaap
nuchter. Hij zat hier voor het eerst in de
burgemeesterskamer en hij zat er best
op zijn gemak. Of daar nu de burge
meester zat of de minister of boer Jan
sen van de Krentenhoeve, het deed hem
niets. Het waren allemaal mensen en in
hun jaegertje zagen ze er allemaal een
der uit. Daarbij vond hij de burgemees
ter, voorzover hij hem kende, een ge
schikte man. Geen drukke prater, meer
een doe-burgemeesterf. Voorzover de
raad en de gemeentefinanciën, en niet
te vergeten de hoge heren in Den Haag,
hem de handen niet bonden.
„Tja", zei de burgemeester, de handen
in een gewoontegebaar met gespitste
vingers tegen elkaar plaatsend, „dat is
een wonderlijke zaak, meneer Heyblom.
Hebt u een familielid die Jacob Hey
blom heet en die naar de Verenigde Sta
ten is gegaan?"
„Tja", antwoordde Jaap bedachtzaam,
„Oom Jaap. Hij noemde zich daar
James".
„Dat klopt. Nog wel eens iets van hem
gehoord?"
„Ja zeker. Vijf jaar geleden nog".
De burgemeester begon te lachen.
„Dus de correspondentie was niet eh..
druk?"
„Och nee, we hoorden praktisch nooit
iet svan hem. Maar in een krant in zijn
buurt had iets gestaan dat heel Neder
land was overstroomd, en toen dacht ie
aan zijn neef en stuurde een cheque
van vijfhonderd dollar. Nu, dat was met
alles er af, zo'n vijftienhonderd gulden
en daar hebben we ons toen maar van
in de nieuwe meubeltjes gezet. Ik heb
hem nog bedankt, maar nooit iets ge
hoord".
„U weet dus niet dat uw oom Jacob
overleden is?"
„Nee", Jaap ging even recht zitten.
„Née, dat hoor ik voor het eerst. En ik
kan niet zeggen dat het me heel diep
treft, want ik herinner me de man nog
van toen ik een jongen van twaalf jaar
was. We hebben hem steeds berichten
gestuurd bij de geboorte van de kinde-
reny, en toen mijn ouders overleden.
Soms schreef hij terug, soms niet. ,Hij
was wel van plan nog es naar Holland
te komen, maar zo ver heeft hij het
blijkbaar niet gebracht".
„Zozo nu, over die oom Jacob wou
ik het even met u hebben".
„Hij heeft me zeker een miljoenen
erfenis nagelaten", glimlachte Jaap
zacht-zuiver-gezond
PUROL en PUROL-poeder
Heyblom.
„U bent de plank niet zo
héél ver
De burgemeester ging achteruit zitten
en beschouwde vermaakt het anders zo
onbewogen gezicht van zijn bezoeker.
Ha, daar had hij meneer Heyblom toch
even onder de gordel! Hij besloot de
fantasie van zijn bezoeker maar niet op
hol te doen slaan en tot de zaak te ko
men.
„Emiljoenenerfenis", herhaalde hij,
„tja, meneer Heyblom, ik heb hier een
brief van een advocaat in Patterson,
waar uw oom leefde en ook gestorven
is. Uw oom had daar een bedrijf. Hij
was ongehuwd, liet geen erfgenamen
na. U bent de enige, enig kind van zijn
broer".
„Zozo", zei Jaap, een beetje van de
eerste schrik bekomen, „dan zal ik
straks industrieel in Patterson moeten
worden".
„Zo te zien bent u er niet wild op",
glimlachte de burgemeester.
„Maar dan ook helemaal niet. Ik blijf
maar liever waar ik ben".
„Enfin, die advocaat vraagt mij con
tact met U op te nemen en hem officieel
te bevestigen, dat U inderdaad Jacob
Cornelis Heyblom bent, enige zoon van
Hendrik Pieter Heyblom en Elizabeth
Jantina van der Zwaan. Dat klopt alle
maal? De geboortedatum enzo hebben
wij hier zelf".
(Wordt vervolgd)