t
N
IE MILJOENENERFENIS
Kinderen vormen 17 van de
verkeersslachtoffers
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
lecreatieverzorging op Terschelling
langs nieuwe wegen
K. Plantinga Zoon. Bolsward. Anno 1870.
Meer aandacht voor
verkeer sonderwijs
EEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 14 NOVEMBER 1969
Met ingang van 1 januari 1969 werd,
lezen wij in de Harlingcr Courant,
behoeve van het recreatieve werk
Terschelling een commissie voor re-
jeatiediensten opgericht, in een om
laag en opzet, die wel uniek voor Ne
erland mag worden genoemd. De com-
lissie, die daarbij rekent op medewer-
ing van de Terschellinger bevolking,
lelt zich ten doel de recreatie te be
erde ren door coördinerend, aktivcrend
stimulerend werk ten dienste van
Hen, die zich aktief met de verzorging
ontspanning der vakantiegangers en
ïgen eilandbcvolking bezig houden.
een zo groot mogelijk terrein te be-
Irijkcn is het werk in sekties ondcr-
erdeeld, t.w. gemeentebestuur en poli-
e, kampeerbedrijven, kerken, VVV en
NWB, dorpshuizen, sportverenigingen,
oreea, middenstand, vervoer, culturele
rganisaties, overige aktiviteitcn als
randeltochten, verhuurbedrijven,
lortvisserij, huifkartochten enz. Geza-
icnlijk vormen deze sekties een raad
an advies voor de commissie.
Tot leden van het dagelijks bestuur
erden benoemd de heren M. Harms,
Dor/.itter; L. Bocxe, secretaris; A. Zee-
trs, penningmeester; P. v. d. Veen en
Petersen. Voor het daadwerkelijke
•erk werd een recreatieconsulent in
enst genomen.
De recreatiecommissie kon deze zo-
starten onder ideale weersom-
andigheden, waardoor niet veel im-
ovisatie nodig was. Overdag was al-
naar het strand, maar 's avonds
[eek er toch nog grote behoefte te be-
aan aan ontspanningsmogelijkheden.
t horecabedrijven konden vaak de
ote toeloop niet opvangen en de dans-
kalen moesten meermalen velen wei-
Ook speelde een rol, dat niet
der iedere avond duur kan uitgaan,
xlat deze jongelui dan maar op straat
itspanning moesten zoeken, waardoor
in weer problemen van overlast kun-
in ontstaan.
De recreatieconsulent kon daarom al
idelijk constateren dat er, vooral tij-
?ns het topseizoen, behoefte is aan
ledkopere uitgaansmogelijkheden.
Bestaande plannen als zwembad,
orthal, dorpshuizen, speeltuinen, kan
nes op de grotere kampings, grote
nten voor slecht weer-activiteiten enz.
irdienen daarom de grootst mogelijke
indacht te verkrijgen.
Coördinerend werk deed de commis-
t dit jaar met de uitgifte van een re-
eatiekrant, waarin alle activiteiten
St. Jansfeest, Braderie te West,
andeltochten, ET 10, films etc. wer
vermeid. Als proef werden ook
nmaal 10.000 ex. van dit blaadje op
kade bij de eilander boten te Har-
igen uitgedeeld. Het werd een groot
cces.
In de r.k. kerk te Midsland werd ge-
'enheid gegeven om de maanlanding
de t.v. te zien. De gehele nacht door
is er enorme belangstelling.
Verder heeft de C.R.T. door middel
de consulent, in samenwerking
rijkspolitie en staatsbosbeheer,
:omfietsraces georganiseerd. In het
ider van de braderie der Ned. Herv.
rk te West werden enkele activitei-
n aangeboden, zoals havenfeesten en
chtmachtdemonstraties, welke echter
or de weersomstandigheden kwamen
vervallen. Songfestivals en straatte-
•nwedstrijden sloegen goed aan. De
creatieconsulent kreeg bij het organi-
ren van de activiteiten dankbare me-
werking van vrijwilligers, welke ook
ikele malen handenarbeid voor kin-
iren op de kleinere campings ver-
•gden.
Het zomerprogramma van de VW
werd door de commissie nog eens op
nieuw uitgegeven. Volgend jaar zal dat
ook in het Duits gebeuren. Er werd
geregeld contact gehouden met de in de
secties vertegenwoordigde instanties.
Adviezen werden uitgewisseld en waar
nodig hulp geboden. O.a. werd ook me
dewerking verleend aan enkele radio-
en t.v. programma's over de eilanden.
Er waren verder uitgebreide contacten
met de sportleiders te Midsland. ET 10
en camping Nieuw Formerum werden
geregeld van nieuw materiaal voorzien
en in EF 10 werden twee series volks-
dansinstructies gegeven.
Al was alles dan nog niet volmaakt
en droeg veel nog een experimenteel
karakter, er werd toch verheugend veel
goed werk verricht en zonder meer
bleek duidelijk, dat een verdere uit
bouw van de recreatiecommissie van
het uiterste belang zal zijn.
Voor volgend jaar wil men op belang
rijke punten publicatieborden en plat
tegronden gaan plaatsen, zoals ook in
veel andere toeristencentra geschiedt.
Er moet een goede geluidsinstallatie
komen om snel mededelingen te kun
nen doen. Voorts wordt gedacht aan
een centraal magazijn voor opslag van
spel- en tekenmateriaal en het maken
van eenvoudige speelgelegenheden voor
kinderen, als klimrekken, schommels
e.d.
Contacten worden opgenomen om ook
in de wintermaanden recreatieve moge
lijkheden te scheppen. Middenstand en
horeca kunnen medewerkende dorpen
gezelliger maken (feestverlichting, ver
sierde etalages, vlaggen e.d.). De en
tree aan de haven kan ook wat gast
vrijer worden gemaakt.
Uiteraard zullen ook vele financiële
problemen onder de ogen moeten wor
den gezien, waarbij een overheidssub
sidie wel zeer belangrijk zal worden.
Natuurlijk zal het nimmer de bedoe
ling zijn bestaande activiteiten en
werkzaamheden over te nemen of over
bodig te maken. Opzet is alleen maar
de zelfwerkzaamheid te helpen bevor
deren.
COMMENTAAR
Wat men op Terschelling doet is min
der uniek dan de Harlingcr Courant
suggereert. Ook op Texel functioneert
sinds vorig jaar een Adviescommissie
voor het zomerrecreatiewerk waarin tal
van instanties zijn vertegenwoordigd
die direkte of indirekte bemoeienis met
het toerisme hebben. Aan deze com
missie is een rccreatieconsulent verbon
den en in het afgelopen jaar werd on
der auspiciën van deze commissie ook
een toeristenkrant uitgegeven die een
eclatant succes werd. Het verschil met
Terschelling is wel dat de Texelse
commissie zich nog niet of nauwelijks
heeft beraden over activiteiten in het
komende seizoen. De toeristenkrant
gaat in ieder-geval weer verschijnen
maar aan het scheppen van recreatieve
mogelijkheeden buiten de zomerperiode
(belangrijk met het oog op het sterk
toenemende aantal wintertoeristen) is
nog niet gedacht. Het is wel zaak dat
spijkers met koppen worden geslagen.
Texel zal zijn gasten meer amusement
moeten bieden; wat er op 't eiland te
beleven valt is te eenzijdig Red. T.C.
Vieux
Plantiac
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 16 november op om 8.01 uur
en gaat onder om 16.48 uur; 19 november op
om 8.06 uur cn onder om 16.44 uur.
Maan: 16 nov. E.K.; 24 nov. V.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild
14 nov. 11.14 en 23.43; 15 nov. 11.51 en
16 nov. 0.27 en 12.32; 17 nov. 1.13 en 13.25;
18 nov. 2.25 en 14.46; 19 nov. 3.53 en 16.13;
20 nov. 5.15 en 17.32; 21 nov. 6.22 en 18.36;
22 nov. 7.15 en 19.27.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
SINDS VEERTIG jaar geleden de heer
M. Vrij, hoofd van een Amsterdamse
school, begon zijn leerlingen enige ken
nis van de verkeersregels bij te bren
gen, heeft het vcrkcersonderwijs in ons
land enorme vorderingen gemaakt. Een
grote verscheidenheid van methoden en
leermiddelen staan de onderwijzers nu
ten dienste. Een kwart miljoen kinde
ren nemen jaarlijks deel aan het jeugd-
verkccrsexamen. Niettemin zoekt men
nog steeds naar de juiste vormen van
het verkeersonderwijs.
Ook is men het in onderwijzerskrin
gen nog niet eens over de plaats, die
het verkeersonderwijs in het algehele
onderwijsbeleid moet hebben. Verheu
gend is echter dat de discussies hier
over in volle gang zijn, waaruit blijkt
hoe belangrijk men dit onderwerp acht.
DE STATISTIEKEN wijzen uit dat
men met de huidige toeneming van de
verkeersintensiteit niet meer kan zeg
gen, dat het kind zijn eigen weg in het
verkeer wel zal vinden. Als het een bal
de weg op laat rollen, denkt het meer
aan de bal, dan aan de auto's, om
slechts een dagelijks voorkomend geval
te noemen.
Het rampzalige aantal verkeers
slachtoffers kan alleen omlaag ge
bracht worden door een samenwerking
van allen, die daaraan kunnen mee
werken, en dat zijn vooral de politie
de ouders en de school.
Het menselijke gedrag is de grootste
ziekteverwekker in het moderne weg
verkeer. Aanvankelijk dacht men dat
„enforcement" het beste middel voor
deze ziekteoorzaak was. Onder „enfor
cement'' verstaat men het optreden
van de politie, de handhaving van de
openbare orde, desnoods met straffe
hand. Thans gaat echter „education"
een steeds belangrijker plaats innemen.
Het aantrekkelijke van „education'' (op
voeding) is dat dit medicijn niet alleen
door de politie, maar ook door de ou
ders en leerkrachten kan worden toe
gediend. Dat het onderwijs hier een be
langrijker rol kan spelen dan voor
heen het geval is geweest, staat vast
fZ/. r.
■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiu
Kllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllillllllllillllllllllllllllllllllllll11 lllllllllllllllllllllllllllllillllllHIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII!!
19. Smidje Verholen sloot het kastje
en verdween zonder gerucht te maken
weer uit de oude keuken. „Eén ding
weten we nu zeker", dacht hij. „Hier
wonen gewone mensen van vlees en
bloed, die blijkbaar dol zijn op blik-
groente. Ik kan me tenminste moeilijk
voorstellen, dat doperwtjes het lieve
lingskostje van spoken zijn. We moes
ten dus maar eens gaan kijken waar
die bediende met zijn schaal gebraden
vlees is heengegaan. Hij liep deze kant
op...."
De smid volgde het spoor van de ge
heimzinnige bediende en kwam toen te
recht bij een trap, die naar beneden
leidde. Ingespannen stond hij even te
luisteren, maar geen geluid weerklonk.
Alles was dus veilig. Snel als de weer
licht sloop hij op zijn kousevoeten de
trap af en hij belandde toen in een
door middel van kaarsen verlichte gang.
Zachtjes sputterden en flakkerden de
vlammetjes en op het eind van de gang
stond een deur een eindje open. „Ik
geloof, dat ik daar stemmen hoor",
dacht de smid. „Nu moet ik me toch
wel ergens verbergen, want stel je eens
voor, dat er plotseling iemand uit die
kamer daar te voorschijn komt".
Maar kijk, het geluk was met hem,
want er stond een grote, antieke kist en
daar kroop hij nu snel in. Voorzichtig
beurde hij het deksel een eindje om
hoog en zo kon hij precies door de op
een kier staande deur kijken
„Alle mensen!!'' mompelde hij toen
onthutst. Het was me dan ook het
schouwspel wel! Een oude man in an
tieke klederdracht zat aan een eeuwen
oude tafel van het lekkere eten te
smullen. De bediende stond naast hem
en zei: „Bijlo, sinjeur! Hoe sie ick U
daer smullen vant heerlyck mael!"
De oude man knikte toen geestdriftig
met zijn hoofd van je en sprak op def
tige toon: „Goede Vosmaer! Sonde r
uwe verruckelycke kunste van koocken
soude ick my waerlyck geen raedt en
weten! Hoe heerlyck smaecken my dee-
se doperften uyt eyghen tuyn!''
„Hoe bestaèèat het!" kreunde de smid
ontredderd. „Hij weet blijkbaar niet,
dat ze uit een blikje zijn!!''
en gelukkig is men in onderwijzers
kringen hiervan ook doordrongen.
NU KAN het verkeersonderwijs op
verschillende manieren plaatsvinden.
Heel veel onderwijzers maken hierbij
gebruik van allerlei boekjes, zoals die
bijvoorbeeld door het Verbond van Vei
lig Verkeer worden verstrekt. Maar het
beste boekje kan niet leren wat voor
een goed weggebruik absoluut noodza
kelijk is!
Er zijn doeltreffender methodes, die
helaas nog op te weinig scholen wor
den gebruikt. Men „pakt" kinderen niet
met een omstandige uiteenzetting over
verkeersregels. Praktische oefeningen
spreken hen veel meer aan. Sommige
onderwijzers laten de kinderen oefe-
nen in zo reëel mogelijk nagebootste
verkeerssituaties op schoolpleinen of
in gymzaal. Zij tekenen met krijt een
rijweg met trottoir, een kruispunt,
spoorwegovergang, verkeersplein, ze
bra's enz. en behandelen en repeteren
dan allerlei verkeersregels met de kin
deren, zoals gebruik van trottoirs, het
oversteken, voorrangskwesties enz.
Hierbij moeten de kleine deelnemers
om beurten als fiets, scooter of auto
fungeren. Het is allemaal een beetje
primitief maar de kinderen kunnen
hier toch enorm veel van opsteken. Op
die wijze kan men bij hen de juiste in
nerlijke houding aankweken ten op
zichte van het verkeer. Dat is 'n moei
lijke maar ook zeer dankbare taak.
Verkeersscholen
ER ZIJN OOK complete verkeerstui-
nen aangelegd, heel echt met autowe
gen, fietspaden, spoorovergang, ver
keerslichten enz. Al spoedig kwamen er
naast deze permanente ook mobiele
verkeersscholen. In 1961 droeg de Ne
derlandse Shell vijf van deze mobiele
eenheden over aan het Verbond van
Veilig Verkeer. Voorts hebben we in
ons land al twee verkeersscholen, nl.
in Utrecht en Deventer en hopelijk zul
len er nog meer worden opgericht.
Maar welke plaats moet het ver
keersonderwijs krijgen in het algehele
onderwijsbestel? Moet het een apart
vak worden, dat zo eens in de week een
half uur wordt onderwezen of moet het
meer in andere vakken worden geinte-
greerd? Het zou te betreuren zijn als
het verkeersonderwijs een los vak zou
worden.
Waarom kan een gesprekje over het
verkeer niet als taalles worden opge
vat, in plaats van al die stijve invul-
zinnen. Waarom de plaatselijke ver
keerssituaties met bij de tekenles te in
corporeren? Welke mogelijkheden biedt
het verkeer niet voor de expressievak
ken als boetseren e.d.?
Letten op een ander
HET MOOISTE zou zijn de kinderen
het verkeer te laten zien als een ver
bijzondering van al ons menselijk ver
keren met elkaar. Dat het een onder
deel vormt van ons streven de kinde
ren te leren sociaal vaardig te worden,
d.w.z. op de juiste wijze met zijn mede
mensen om te gaan.
Dan is het nog slechts één stap, van
het sociale gebeuren in de klas naar
het sociale gebeuren op straat. Ook
daar geldt immers: let op de ander!
Dan blijkt dit actieve kijken, gericht
op de ander, veel belangrijker dan alle
regelkennis.
Het verkeersonderwijs is derhalve
van groot belang voor de ontwikkeling
van het sociaal besef, van het maat
schappelijk verantwoordelijkheidsge
voel. Daarom moet het van harte wor
den toegejuicht, dat men er naar
streeft het ook in de schoolopvoeding
een belangrijke plaats te geven.
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
Hij was nu vrij van financiële zor-
n, maar bepaald geen man in bonus,
aar het gerucht bleef hardnekkig,
heen door uiterlijke blijken van wel-
and bevestigd, en tenslotte was het 'n
mooi verhaal van de man die on-
nks zijn miljoenen zo eenvoudig
eef, omniet gretig door verteld te
arden.
Hoe het met die miljoenen zat, wis-
i ondertussen de nauwst betrokkenen
!g niet.
,Ik heb indertijd een volmacht ge-
lurd", antwoordde Jaap zijn vrouw,
verder heb ik nog niks gehoord.
molens malen langzaam, en die ad-
«aat zal wel zorgen dat het zo lang
•gelijk duurt, zoveel te meer kan hij
ienen".
,Het zou toch wat wezen, Jaap".
J)oe als ik", zei Jaap nuchter, „en
Sten nergens op. Zoals we nu leven,
bben we toch geen zorgen? Alles
at toch goed? Voor mijn part was
•m Jacob nog jaren blijven leven".
Eigenlijk bedierf die hele erfenis-hi-
>rie een groot deel van zijn tevreden-
•d. Steeds meer begon hij te vermoe
it, dat men hem in Drechtermond be
ek als een toekomstige miljonair. Hij
gon zich af te vragen of dat bij zijn
aoeming geen rol gespeeld had, en
allerlei hem bewezen attenties daar-
soms te maken hadden.
Jaap Heyblom was een zeer nuchter
man. Hij kende de mensen. En hij ken
de de macht van het geld. Zijn werk
kring bracht hem daarmee dagelijks in
aanraking. Hij wist dat je een vent kon
zijn met een prima stel hersens, met 'n
edele inborst, en heel je leven op de
achterste bank zou moeten zitten om
dat je arm was, terwijl een vent die al
leen maar handig was met geldverdie-
nen en voorts vrijwel waardeloos, dank
zij zijn geld vooraan mocht zitten. Hij
wist hoe de mensen, ook en vooral de
zakenmensen opkeken tegen bezit. Wie
niets had, telde niet mee. Hoe groter je
huis en hoe duurder je auto, hoe ver
der en langer je vakantie, hoe meer je
in tel was. Was hij niet precies dezelfde
Jaap Heyblom van een jaar geleden?
Waarom draafden ze nu opeens om
hem heen, en zagen hem vroeger een
voudig niet? Dat zag je nu weer aan
Simon Boesman, ook een arme jongen,
die met een grote mond en een hele
boel drukte probeerde zich overal in te
wringen, maar hij kwam toch niet
waar hij wilde zijn. Ze gebruikten hem
voor hun klusjes en klopten hem op de
rug en lachten hem achter die rug uit.
Omdat hij zich zo uitsloofde. Simon
Boesman had alles op alles gezet om
als vlagkandidaat op de lijst van de ge
meenteraad te staan, en inplaats daar
van had nu Jaap Heyblom een zékere
plaats, want Mispelblom ging er uit en
de verandering zou bepaald worden,
aangezien het raadslid Mispelblom zich
vrijwel bepaalde tot opmerkingen aan
gaande slecht geplaveide straten en ge
vaarlijke hoeken, en de bandeloosheid
van de jeugd van Drechtermond, zich
uitende in vrijen in het duister plant
soen waar volgens Mispelblom lan
taarns moesten komen bij iedere bank
Maar hij zat niet lang met dit pro
bleem.
Wat deed het er toe, wat de mensen
van hem dachten en wat ze verwacht
ten? Hij stond nu eenmaal op deze
plaats en hij zou er het beste van ma
ken. Of ze hem nu benoemd hadden om
zijn capaciteiten of om zijn eventuele
erfenis, hij moest zorgen dat ze er geen
spijt van hadden. En zo vond hij vrij
spoedig het evenwicht weer en ging
zijn gang als vanouds. Alleen verdroot
het hem, dat zijn naaste medewerker,
Boesman, blijkbaar hem de promotie
niet gunde. Hij wist niet dat het Boes
man, en nog meer diens vrouw was, die
aan iedereen die het maar horen wilde
vertelde dat Heyblom alléén directeur
was geworden en raadslid zou worden
vanwege de centen die hij te wachten
had.
Maar je kon nu eenmaal met ieder
een te vriend hebben, dacht Jaap filb-
sofisch.
Ook de kinderen Heyblom ondervon
den dat het leven veranderd was.
Mieke, de jongste, maakte zich daar
niet druk om. Ze merkte alleen dat ze
nu was opgenomen in het clubje waar
in de burgemeestersdochter en enkele
andere kinderen van notabelen thuis
hoorden.
Ze vroeg zich niet af wat daarvan de
reden was, schreef het toe aan haar
vaders promotie maar nog meer aan
haar eigen persoontje, want Mieke was
op school zeer populair. De eer, uitver
koren te zijn tot de „noblesse" van
Drechtermond, deed haar niets. Ze kon
met iedereen opschieten en de exclu
siviteit van het clubje leed daar wel
wat onder want Mieke trok even ge
makkelijk op met Janneke Vis, de
dochter van de voorman van Openbare
Werken, als met de dochter van diens
hoogste chef, de burgemeester. „Ze is
toch leuk?", zei ze eenvoudig en daar
bleef het bij. Jaap Heyblom zag mei
stille tevredenheid dat zijn dochter wat
dat betreft, een aardje naar haar vaar
tje had. Niet wat je hebt maar wat je
bent, bepaalt wie je bent.
Lies had haar handen vol met haar
werk in het ziekenhuis, waarin ze ge
heel opging. Ze deed het met hart en
ziel. Als ze als het even kon, thuis aan
wipte, of genoot van haar vrije avond,
zat ze zeker niet te piekeren over de
miljoenen van Oom Jacob. De enige
die piekerde was haar moeder, want
Suus hoopte nog altijd dat Lies de ver
pleging er op een goede dag aan zou
geven, en in witte kant en tulen sluier
een andere staat des levens zou aan
vangen. Maar Lies scheen nog geen le
vensgezel nodig te hebben, al waren er
verscheidene jongelui die de knappe
blonde verpleegster aandachtiger beke
ken als ze langsfietste.
Frits, de zoon, had ook nog andere
zaken aan het hoofd dan de erfenis.
Frits had als ideaal, architect te wor
den, en zat nu dan ook op een bouw
bureau in de stad, waar hij, als hij zo
doorging, mettertijd wel verantwoorde
lijk werk zou krijgen. Zijn ideaal was,
nog eens voor zichzelf te beginnen,
maar dat zou nog wel even duren.
Zijn aandacht, die totnogtoe gericht
was op zijn toekomst, was de laatste
tijd verdeeld. Oude liefde roest met,
overpeinsde Frits .boven zijn blauw
drukken. Had hij niet al op de lagere
school zijn blikken met stille verering
gericht op Jeanne de Hoogh, de doch
ter van een van de drie dokters die
Drechtermond rijk was? Maar Jeanne
had hem nooit gezien zelfs. Het was
een verering van verre, zéér verre af
stand.
Later, toen hij op de technische
school zat, was hij Jeanne in de stad
wel tegengekomen. Ze was een mooi
meisje, met een statige manier van lo
pen, als was ze zich bewust van het
feit dat er naar haar gekeken werd.
Als hij haar groette, groette ze wel te
rug, maar ze groette nog altijd het jon
getje van school, Fritsje Heyblom, die
inmiddels een hele kerel geworden was
maar zich voelde ineenschrompelen
wanneer Jeanne's koele blik de zijne
ontmoette. Jeanne was en bleef de ver
re geliefde. Hij zou zijn jas voor haar
voeten willen leggen opdat haar voet
jes niet door de modder bezoedeld wer
den, zoals hij eens gelezen had dat een
ridder 't deed voor Koningin Elisabeth.
Hij droomde dagdromen. Hij zag Jeanne
bijna overreden door een auto, dan hij
zelf met een koene sprong, haar weg
grissend, hij gewond, zij ongedeerd. En
dan haar gezicht boven zijn bebloed
aanschijn, die hoele grijze ogen bezorgd
en dan zou hij zeggen „het is niets, als
jij ongedeerd bent". Maar als er al
auto's passeerden, liep Jeanne keurig
rechts op het trottoir en maakte geen
aanstalten er voor te springen.
(wordt vervolgd)