si
Na alle wensen en verlangens nu de vraag:
Samen of op eigen houtje?
23>t
Vragen van
de maand
„Lokalisme overwinnen"
Welke
onderwerpen
op discussie
bijeenkomsten?
gewestelijk onder wijsberaad
Eén jeugdraad per gemeente
^an het woord
eede blad
TEXELSE COURANT
DINSDAG 10 FEBRUARI 1970
HOLLAND NOORD
Ook ditmaal staat het de dis
cussiegroep in de gespreksaktie
„Holland Noord aan het woord"
uiteraard vrij desgewenst een
keuze te maken uit de onder
staande vragen, die het onder
werp „Samen of op eigen huotje?"
betreffen.
De vragen zijn
1. Houdt „samen" in, dat we in
het dorp, de wijk enz. moeten ko
men tot bijv. één school, één
jeugdorganisatie, één kruisvereni
ging, één gemeenschapsruimte oi
moeten verschillende groepen van
de bevolking op eigen houtje ei
gen vormen kiezen met alle prak
tische consequenties van dien?
Tot hoever zijn levensbeschou
wing, politieke inzichten, econo
mische krachten, standsversohil in
Holland-Noord belemmeringen
voor samenwerking?
2. Welke voorzieningen kunnen
in het gebied waar u woont door
samenwerking tot stand worden
gebracht? Welke niet?
Moet samenwerken zonder meer
op vrijwillige basis stoelen of is
pok van bovenaf opgelegde ver
plichte samenwerking aanvaard
baar?
3 Als gemeenten worden sa-
nengevoegd, hoe waarborgt men
lan een goede toekomst voor elk
fan de vroeger zelfstandige ge-
neenten?
Welke voorzieningen moeten
vorden getroffen? (hulpsecreta-
ien?)
Centralisatie van de gemeente-
ijke diensten of decentralisatie,
;odat ook elk van de vroeger
elfstandige gemeenten een we-
nlijk deel van de nieuwe ge-
leente gaat vormen?
J 1 ^enkt u van gewestelij-
jke bestuurseenheden, zoals die
pet lid van Gedeputeerde Staten,
rde heer Th. Laan, voor ogen
Staan?
i
Sinds het ogenblik, waarop in november van het vorige jaar de 85
discussiegroepen zich in het kader van de gespreksactie „Holland
Noord aan het woord" over de eerste problemen van ons gewest
bogen en van gedachten wisselden over de vraag of dit gebied, in
het algemeen gesteld, een woon- of werkgebied moet worden, zijn
talrijke wensen geuit. Hoe verschillend van aard ook hebben alle
verlangens tot doel de leefbaarheid van Holland-Noord te vergroten.
De „verlanglijsten", zoals zij zijn samen te stellen uit de maande
lijkse verslagen van de discussiegroepen, beslaan vele terreinen
van het maatschappelijk leven. Zij betreffen de industrialisatie,
toerisme, woningbouw, gezondheidszorg, recreatie, onderwijs, de
positie van de werkende vrouw, bejaardenzorg, voorzieningen voor
de jeugd en wat al niet meer.
Uiteraard richten zich vele wensen op
de plaats van inwoning, op het eigen
dorp, de eigen stad. De inwilliging van
andere verlangens vraagt om een re
gionale oplossing of een regionale voor
ziening, of zelfs een provinciale of lan
delijke aanpak.
Maar al is de wens als het ware om
de hoek van de straat te vervullen,
dan nog rijst onmiddellijk de vraag:
„Samen of op eigen houtje?" Samen
met de dorps- of stadgenoten van an
dere richting of andere kleur met door
breking van de zuilen, of in de eigen
kring van geestverwanten?
Voor velen zal het niet moeilijk zijn
de vraag „Samen of op eigen houtje?"
te beantwoorden. Zij zullen kiezen voor
het „samen". Samen gaan en samen
doen zijn „in". Schaalvergroting, con
centratie, fusies, samenwerking zijn be
grippen, die in brede kring aanslaan.
De dynamiek van onze samenleving
maakt de verschillen wezenlijk kleiner.
Wat ons luttele jaren geleden nog
scheidde, is thans geen onoverkomelij
ke barrière meer.
Partners
Het bedrijfsleven gaat om finan-
cieel-economische redenen voorop.
De fusies zijn de laatste jaren niet van
de1 lucht. Grote concurrenten van wel
eer worden partners, b.v. in de bankwe
reld: Amsterdamse Bank en Rotter
damse Bank werden Amro-Bank, ande
re banken volgden in de fusiegolf, de
N.D.S.M. ging naar Verolme en wellicht
bouwt Verolme weldra samen me"t
Rijn-Schelde. Het is een kleine wille
keurige greep uit ettelijke samenvoe
gingen van grote ondernemingen.
Grotere eenheden. Ook in het be
stuurlijke vlak. Gemeenten worden sa
mengevoegd: grote steden annexeren
omliggende dorpen.
Groot-Amsterdam, Groot-Rotterdam,
een streven naar Groot-Alkmaar, naar
Groot-Hoorn, naar Groot-Purmerend,
Groot Den Helder. Aan de Nieuwe Wa
terweg, waar de gemeenten elkaar ver
dringen, trachtte men de bestuurlijke
B)nderwijs", aldus de heer C. E. M.
Butijser, direkteur van het Katholiek
Berwijs Centrum, en één van de sti-
Batoren van het onderwijsberaad in
■lelijk West-Friesland, „wordt gege-
B31E in en vanuit lokalisaties (dorpen,
■dien. we dan ook tot betere onder-
voorzieningen wensen te komen,
■ten we het lokalisme overwinnen,
dat geval moeten meerdere gemeen-
Jen groeperingen gaan samenwer-
Voor samenwerking moeten, volgens
m, steeds de volgende stappen gezet
■■■den: men dient elkaar eerst te wil-
ren bennen zoals men is. Dit be-
Bnt dat men het anders-zijn, het
iChzelf zijn" van elkaar erkent. De
Bende stappen zijn het samen gaan
Ben, waarna men samen tot het ma-
van plannen dient over te gaan,
il weer gevolgd wordt door de uit-
Bing hiervan.
V het gebied van het onderwijs ziet
:Jieer Schutijser in Oostelijk West-
land dan ook een duidelijke vorm
samenwerking in het Onderwijsbe-
dit onderwijsberaad wordt samen-
erkt door afgevaardigden uit het
^baar, protestants-christelijk, als-
het katholiek onderwijs en de re-
ale overheid. Het doel van dit be
is dus samenwerking tussen de
hillende vormen en richtingen te
Jrderen, teneinde het onderwijsap-
at in dit gebied beter te laten func-
6ren.
It katholiek onderwijs is reeds ge
viseerd in het K.O.C., een regiona-
hoolraad, waarin ouders, besturen
acenten van katholieke scholen sa-
ferken. Bij het protestants-chris-
onderwijs is eenzelfde vorm van
Jnwerking in een gevorderd sta-
Bij het openbaar onderwijs kan
nog niet van een zodanige sa-
/erking worden gesproken. „Wan-
i wij echter willen gaan samenwer-
zo meent de heer Schutijser, „dan
l men niet te voren de gehele orga-
keri
nisatie totaal rond willen hebben. Men
moet nl. zo snel mogelijk met het
eigenlijke werk beginnen. Hierbij moet
je op iedereen aan kunnen.
Dan komt de precieze organisatie
vorm vanzelf wel. Om met mr. Schelf
hout te spreken; anders „bouwen we
fagades en ruimten, maar vergeten we
dat er werk in verricht moet worden",
aldus de heer Schutijser.
Verder meent hij dat men, indien de
overheid en het particulier initiatief, op
welk vlak dan ook, vooraf met de be
volking gaan werken, steeds moet zor
gen, dat het contact met die bevolking
niet verloren gaat.
De bevolking zelf moet dus zoveel
mogelijk bij de totstandkoming van
voorzieningen betrokken worden. Zij
zou deze voorzieningen zélf tot stand
moeten brengen met behulp van die
overheid.
Konkrete resultaten van de samen
werking in het onder wijsberaad in Oos
telijk West-Friesland worden momen
teel o.a. nagestreefd door de commissie
schoolvervoer en een commissie die be
zig is een gelijke overgangsregeling te
vinden voor de leerlingen van de 6de
klas van het lager onderwijs naar het
vervolgonderwijs (school- en beroeps
keuze-test).
Verder probeert men te komen tot
één regionale organisatie van de school
adviesdiensten. Dit zijn hulpmiddelen,
die de leraren en leerlingen kunnen
krijgen van instanties die beter gespe
cialiseerd zijn zoals pedagogisch-didac-
tische begeleiding, school- en beroeps
keuze-advies, opvoedkundige bureaus
en schoolmaatschappelijk werk. Dit
laatste is zeer belangrijk omdat her
haaldelijk blijkt, dat de opvoedings
moeilijkheden van het kind terugge
voerd kunnen worden naar een minder
goede situatie thuis.
Er is niet alleen samenwerking tus
sen gelijke scholen (lager onderwijs etc.)
maar ook tussen de verschillende soor
ten onderwijs (kleuter-, lager-, B.L.O.,
Mavo etc.).
problematiek op te lossen met de stich
ting van de Rijnmondraad. In West-
Friesland ontstond het Samenwerkings
orgaan West-Friesland, in de kop van
onze provincie bundelde men de behar
tiging van de belangen in de Stichting
Ontwikkeling Kop van Noord-Holland
(STOK)
Samengaan. Ook in het verenigings
leven worden scheidsmuren geslecht).
Reeds in de oorlogsjaren traden de r.k.-
en de protestants-christelijke voetbal
bonden toe tot de K.N.V.B. Na de be
vrijding bleef men bijeen. Andere
sportbonden volgden.
Het Mandament dreigde in 1954 een
wal op te werpen tegen een verder sa
mengaan. Het was van korte duur. In
de zestiger jaren raakten wij in een
stroomversnelling. Mgr. Bekkers, bis
schop van Den Bosch werd een natio
nale figuur. Bij zijn uitvaart voerde
ook een Ned. Hervormd predikant het
woord.
Politiek
De politieke doorbraak, na de bevrij
ding bepaald geen succes, kreeg een
nieuwe voedingsbodem. Progressief Ak
koord en de Groep van 18, gezamenlijke
programma's van confessionele partijen
of andere groeperingen voor de komen
de Statenverkiezingen en de gemeente
raadsverkiezingen zijn uitingen van een
streven elkaar te vinden.
De jeugd blijft niet achter. Integen
deel! Jongerenverenigingen gaan samen
in open jeugdwerkorganen, zoals in
Holland-Noord Ojee in Schagen, Stoj in
de Wieringermeer en 1626 op Wierin-
gen.
Deze lijst van voorbeelden van sa
menvoeging en samenwerking is hoogst
onvolledig. Zij kan door een ieder ge
makelij k met vele andere voorbeelden
worden uitgebreid.
SAMEN DUS. Akkoordmaar
waar moet het samengaan beginnen en
waar ligt de grens? Moeten wij met
voorbijzien van de historie, met voor
bijzien van levensbeschouwelijke over
tuiging bijvoorbeeld naar één school,
één kruisvereniging, één vakbond enz?
Of moet er plaats blijven voor diffe
rentiatie? Houdt democratie niet het
recht in om vrij te kiezen? Moeten de
burgers één gemeenschap vormen of
eist de vrijheid het recht op eigen orga
nisatie en eigen voorzieningen, bijvoor
beeld naar religieuze overtuiging?
In het kader van de gespreksaktie
Holland Noord aan het woord" zal op
zaterdag 25 april a.s. op een nog na
der te bepalen plaats een bijeenkomst
worden georganiseerd, waarop de be
langrijkste onderwerpen uit de ge
spreksaktie in aanwezigheid van dele
gaties van de gespreksgroepen, des
kundigen op verschillende terreinen,
provincie- en gemeentebestuurders
enz. ter discussie zullen worden ge
steld.
Over de organisatie van deze bijeen
komst zullen in de naaste toekomst nog
nadere mededelingen volgen. Zaak is
thans ter voorbereiding van de confe
rentie vast te stellen, welke onderwer
pen naar het oordeel van de gespreks
groepen ter sprake moeten komen. Uit
de maandelijkse verslagen van de dis
cussies kan men zich reeds een beeld
vormen van de ,,hete hangijzers". De
organisatiecommissie wil de gespreks
groepen echter ook rechtstreeks de
vraag voorleggen: welke onderwerpen
dienen op de agenda van de bijeen
komst in april te worden geplaatst
Vandaar het verzoek aan alle gespreks
groepen een opgave te doen van de on
derwerpen, welke naar haar mening op
zaterdag 25 april moeten worden be
handeld.
Deze opgave van de onderwerpen
gaarne in volgorde van belangrijkheid
kan tegelijk met de verslagen van de
discussiebijeenkomsten over „Samen of
op eigen houtje?" worden gezonden aan
Administratie „Holland Noord aan het
woord", Eeuwigelaan 1, Bergen (N-H).
Gemeentelijk
Samen of op eigen houtje? Gaan de
belangen van de eigen gemeente boven
die van de buren, of is men bereid met
opoffering van een stuk zelfstandigheid,
met het aanvaarden van het geven en
nemen het samen te doen?
Is het haalbaar streekbelangen te la
ten prevaleren, ook als hiermee het on
middellijk belang van de eigen gemeen
te niet of minder is gediend?
Wij leven onmiskenbaar in een tijd
van noodzakelijke schaalvergroting.
Verschillende kleine, maar ook grotere
en zelfs grote gemeenten in onze .pro
vincie verliezen hun zelfstandigheid en
worden samengevoegd. Sommige fusies
komen tot stand op eigen verzoek, an
dere zijn de hartewens van een grote
gemeente-met-gebrek-aan-grond en
lokken felle protesten uit van de te an
nexeren dorpen, weer andere samen
voegingen zijn een bedenksel van de
minister van Binnenlandse Zaken en
worden evenmin con amore door alle
betrokkenen aanvaard. Zijn alle nu
aanhangige fusievoorstellen in Hol
land-Noord wel wenselijk? Welke be
langrijke voorwaarden moeten er zijn
om tot een samenvoeging van gemeen
ten over te gaan? Het inwonertal? Het
in elkaar groeien door uitbreiding van
woonwijken? Een natuurlijke verbon
denheid? Grotere bestuurskracht? En
als gemeenten al dan niet gedwongen
worden samengevoegd, hoe waarborgt
men dan een goede toekomst voor elk
van de vroeger zelfstandige onderde
len?
Naast de samenv o e g i n g is er het
verschij nsel van samenw e r k i n g,
zoals het Samenwerkingsorgaan West-
Friesland, waarvan 29 gemeenten uit
dat gewest om de Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor West-Friesland
en Waterland vrijwillig deel uitmaken
en dat de bevordering beoogt van de
economische ontwikkeling, de samen
werking op het gebied van de ruimte
lijke ordening, het verbeteren van de
infrastructuur (wegen en waterlopen)
en bevordering van het algemeen wel
zijn in samenwerking met de geëigende
organen en instellingen-
Waar moet samenvoeging plaats vin
den en waar kan met samenwerking
worden volstaan? Moet deze samenwer
king voor alles op vrijwillige basis zijn
gestoeld of is ook een van bovenaf op
gelegde verplichte samenwerking aan
vaardbaar? En wat moet eraan gedaan
worden om overigens vrijwillig en met
veel idealisme tot stand gekomen sa
menwerkingsorganen niet zo angstig
veel gelijkenis te laten vrtonen met
het „Praathuis" uit de „Fabeltjes
krant"?
Gewestelijk
Ligt de oplossing van de „samen"-
problemcn in het bestuurlijke vlak in
de instelling van gewestelijke besturen?
Deelt men de persoonlijke mening
van het lid van Gedeputeerde Staten,
de heer Th. Laan, nog onlangs weer
eens tijdens het conferentieweekend
„Land en Volk van West-Friesland"
uitgesproken, dat de integratie van ge
westen in de provincie Noordholland
duidelijk aanwijsbaar is en er een pro
ces gaande is van gemeente naar ge
west en van gewest naar provincie? Dat
een gewestelijke bestuurlijke eenheid
met direkt gekozen vertegenwoordi
gers en eigen bevoegdheid op het ge
bied van bijv. recreatie, industrie, wel
zijn, wegen en waterstaat, bouwnijver
heid en ruimtelijke ordening wenselijk
is? Dat deze gewestelijke besturen, door
de bevolking gekozen, belast zouden
moeten worden met het uitvoeren van
een streekprogramma, dat bindend is
voor alle gemeenten in het desbetref
fende gebied?
Tot de mode-woorden van deze tijd
behoort ook het woord „communicatie".
Houdt schaalvergroting en dan denken
wij niet uitsluitend aan grote gemeen
ten, aan gewestelijke besturen e.d.
maar ook aan organisaties, aan mam
moet-instellingen, niet het ernstige ge
vaar in van logge lichamen, waarin de
afstand tussen top en basis te groot, ja
onoverbrugbaar wordt en het volledig
aan communicatie en inspraak van on
derop zal ontbreken? En als dit gevaar
wordt onderkend, wat is hier tegen te
doen?
Financieel
Onder in de zak vindt men de reke
ning. Tenslotte dus nog even het finan
ciële aspect aangestipt. Veelal wordt
het „samen doen" ingegeven door fi
nanciële motieven.
De beperkte financiële middelen laten
geen verscheidenheid toe. Het is „een"
of „geen". Ook gemeentebesturen kun
nen niet verder springen dan de .polsstok
lang is. Daarom zullen vele voorzienin
gen, even gewenst als noodzakelijk voor
de leefbaarheid, alleen reeds om finan
ciële redenen intergemeentelijk tot
stand moeten komen. In die gevallen
streekziekenhuizen, zwembaden, sport
hallen, culturele centra enz. zal er
geen plaats zijn, althans moeten zijn
voor lokalisme, voor plaatselijk chau-
Wordt in dit stuk van zaken de effi-
ciëncy voldoende betracht?
Ook een geldstuk heeft een keerzijde.
Samen doen zal in vele gevallen beter
en goedkoper zijn, maar is dit een wet
van Meden en Perzen? Zullen om
maar een simpel voorbeeld te noemen
de reinigingsrechten voor een inwo
ner van een dorp met een vuilnisbelt
niet belangrijk lager zijn dan op het
moment, waarop deze gemeente deel
neemt in een centraal vuilvedbran-
dingsproject, dat een naburige grote ge
meente „uit het vuilnis" moet helpen?
Vele vragen rond het onderwerp „Sa
men of op eigen houtje?", waarmee wij
aandacht vragen voor een scale van sa
menwerkingsmogelijkheden, zoals
streekscholen en-of plaatselijke scholen
voor kleuter en lager onderwijs, voor
algemeen vormend en-of beroepsonder
wijs, voor middelbaar en hoger onder
wijs, .peuterverblijfplaatsen, zwemba
den, buurthuizen, bibliotheken, sportac
commodaties, vuilnisverwerking, plaat
selijke en-of regionale brandweren,
kruisverenigingen, ambulances, vor
mingscentra, jeugdverenigingen, neu
trale en r.k. ziekenhuizen, samenvoe
ging van gemeenten, ruilverkavelingen,
samenwerkingsorganen enz., enz.
Het Samenwerkings
orgaan West-Friesland
zou bij zijn activitei
ten prioriteit dienen te
verlenen aan de vor
ming van een regio
naal jongerenberaad.
'Dit menen de heren F. Frantzen, di
recteur van de regionale stichting
„Jeugd en jongeren" en J. Gorter,
jeugdfunctionaris van het streekcen-
Irum „De Driesprong" te Bovenkarspel.
Hiervoor echter zouden de huidige
jeugdraden in de verschillende gemeen
ten eerst omgevormd dienen te worden.
De plaatselijke jeugdraden, waarvan er
meer bestaan dan dorpen, zijn vaak
confessioneel bepaald, bezet door voor
namelijk oudere mensen en houden zich
vooral bezig met financiën. Gestreefd
dient te worden naar één jeugdraad per
gemeente, waarin alle jongeren min of
meer vertegenwoordigd dienen te zijn.
Daarna moet dan tot bovengenoemde
vorm van samenwerking gekomen wor
den. Verder dient de huidige vorm van
serviceverlening, via de provinciale or
ganisaties, veranderd te worden. De
provinciale jeugdraad en de meeste jon-
gerenfunctionarissen willen een regio
nale serviceverlening voor de jongeren.
Open jeugdwerk
De drang naar open jeugdwerk wordt
in dit gebied hoe langer hoe groter. Re
sultaten in deze vindt men o.a. in Alk
maar, Hoorn, Schagen, Wicringen en de
Wieringermeer.
Open jeugdwerk is niet aan landelij
ke, provinciale of confessionele organi
saties gebonden en stelt zich vooral ten
doel service te verlenen aan de jonge
ren in eigen omgeving, door het organi
seren van dans-, discussie- en expres
sieavonden. Ook deze steeds groeiende
groep jongeren heeft behoefte aan ser
vice van de kant van jongerenfunctio-
narissen. De gewenste wijze van servi
ceverlening dient, volgen de heren
Frantzen en Gorter, door een regionale
functionaris te geschieden. Bij hem zou
den alle jongeren voor inhoudelijke
en organisatorische hulp terecht kun
nen.
De jongeren moeten dan zelf, los van
de verouderde hiërarchische structuur
hun beleid kunnen bepalen. Ook voor
de jongeren van 13 tot 16 jaar is deze
service gewenst. Zij zoeken steeds naar
nieuwe vormen van communicatie en
ontmoeting.
Regionale functionarissen zouden dan
bijvoorbeeld in de gebieden van het Sa
menwerkingsorgaan West-iFriesland, de
kop van Noordholland, het gebied
rond Alkmaar en in Waterland service
moeten verlenen aan alle soorten jon
gerengroepen.
In de provincie Noordholland be
staan 39 verschillende jongerenorgani
saties, die afhankelijk van elkaar en
ieder in haar eigen groep jeugdwerk
verrichten.
Voor dit jeugdwerk zijn 32 beroeps
krachten in dienst. Al deze organisa
ties bereiken echter nog geen 20°/o van
de totale jeugd in onze provincie