AGENDA ALLES DRAAIT OM MOEDER' SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST 10E HET ONKRUID IN BIETEN TE BESTRIJDEN? ANDBOUW en VEETEELT ust Geen mondjesmaat pril Record aantal kadavers Nieuw bestuur winkeliersvereniging Nieuw lokaal Peuterschool feestelijk in gebruik iVEEDE BLAD TEXELSE COURANT DINSDAG 17 MAART 1970 Onilci' v«n (.wminji briek voor hie] ■t gewas, dat bij de bestrijding van lid nog altijd de meeste zorgen t is suikerbieten. Het is inderdaad ik we het deze week ergens lazen succes van het gebruik van preci- iad en de precisiezaaimachincs 1 af van een goede onkruidbestrij- Als we er niet in slagen om de d practisch onkruidvrij te houden gt de verzorging van het bieten- !S ook bij gebruik van precisiezaad e precisiezaaimachine te veel tijd. kunnen rustig stellen, dat we de ite 10 jaar bij de chemische bestrij- van onkruid in bieten goede vor- ïgen hebben gemaakt. Wt zijn ech- nog niet zo ver, dat we voor alle dsoorten onder alle omstandighe- en voor alle mogelijke onkruiden goede oplossing hebben gevonden, lit artikeltje willen we de mogelijk- •n nog eens kort noemen. Een eerste eis ewel het niet direkt met de on- bestrijding in verband staat me- we toch te moeten opmerken, dat leerste eis voor een succesvolle teelt bieten de ligging en de algemene ;and van de grond is. een goede start is het van groot g, dat het zaad terecht komt in vrij ondiepe losse laag. Het zaad op een enigszins vaste ondergronc .1. Hierdoor krijgen we een vlotte ling, ook in een droge periode. We en hierbij nog weer eens op het ge- van te ondiep zaaien. •er belangrijk voor een vlot begir. de groei is de kalktoestand van de d. Vooral op het „oude Texel" kan van belang zijn om bij het klaar en van ee grond een lichte kalkbe- .ing van 600 - 1000 kg Kencicakaik, »kal of een andere kalkmeststof te eerste maatregelen voor de! on- Idbestrijding moeten naar onze me- bg altijd zijn het scheppen van de kt gunstige voorwaarden voor de ■spoedige groei van een gewas. Bij slechte groei van de gewassen it men er bijna nooit in om een ge hot het eind van de groei onkruid- lte houden. Als er kweek voorkomt Jn het verleden gold als eis, dat in I perceel, waar bieten verbouwd worden geen kweek mocht Opkomen. Die eis is ook nu nog van pot belang. Staan we echter voor de Bzaak om bieten te verbouwen op perceel, waar .plaatselijk kweek komt, dan is het naar we menen st om maar te laten komen wat De proeven, die we de laatste jaren hebben genomen hebben be- ►n, dat dit niet nodig is. plm. 2 weken vóór het zaaien een chemische bestrijding met TCA len uitgevoerd. Afhankelijk van het il weken vóór het tijdstip van ei(^*n en de zwaarte van de grond kan ioeveelheid van 10 - 20 kg TCA per Ier worden gebruikt. Onder ongun- omstandigheden kan wat schade e bieten optreden, maar we zijn mening, dat dit risico kleiner is schade, die kweek in bieten kan >rzaken. Pyramin op meeste gronden nummer één meest gebruikte chemische on- ibestrijdingsmiddel in bicten is min. Daar is alle reden voor, want in voldoet op de meeste gronden _oed. Als een algemeen bezwaar [en we kunnen noemen het feit, oor een goede werking voldoende nodig is. dit verband is een goede ligging le grond van groot belang. Bij een ;pe losse bovenlaag en een vaste ondergrond krijgen we de meest gunsti ge waterhuishouding in de grond. Een tweede punt van belang is het tijdstip van zaaien. De kans op voldoen de vocht is bij vroege zaai over het al gemeen groter dan bij een late zaai. Zwakke punten van het middel Pyra min zijn verder een onvoldoende wer king op zware, humusrijke grond en een te felle werking op de bietenplant jes op lichte, humusarme grond. Op zware en humusrijke grond zal bij ge bruik van Pyramin de hoeveelheid mo gelijk wat groter dan 4 kg. per ha moeten zijn, op lichte, humusarme grond zullen we met 3 kg per bunder en op zeer lichter grond mogelijk met 2% kg. per bunder moeten volstaan. Andere mogelijkheden De laatste jaren zijn plaatselijk goede resultaten verkregen met bet middel Betanal. Het wordt gebruikt na op komst van de bieten. Voor een goede werking moet het onkruid klein zijn. De bietenplanten worden door Betanal niet beschadigd en dit geldt voor vrij wel ieder groeistadium. De grootte van de onkruiden bepaalt het tijdstip van spuiten. Een groot gevaar van Betanal is, dat het alleen de aanwezige onkruiden doodt. Onkruiden, die bij wijze van spreken de dag na de bespuiting boven de grond komen, groeien rustig door. Om later opgekomen onkruiden te be strijden gaat men Betanal daarom wel mengen met 2 liter Pyramin. Krijgt men na deze bespuiting voldoende wa ter, dan zal de werking van deze Pyra min veel van het later kiemende on kruid vernietigen. Zolang men het met alleen Pyramin kan redden is de be spuiting van Betanal plus een kleinere hoeveelheid Pyramin niet aantrekkelijk omdat de kosten hoog worden. De be spuiting met Betanal is op zichzelf al duurder dan een normale behandeling met Pyramin. Op zware, humusrijke gronden is er de mogelijkheid om aan een hoeveel heid van 4 - 5 kg Pyramin nog 4 kg IPC toe te voegen. Daardoor wordt de werking van Pyramin versterkt. We moeten er echter rekening mee houden, dat het resultaat op dit soort gronden toch nog wel eens tegenvallen zal. In onze artikelen over ruwvoer gaat het in de meeste gevallen over het be lang van een goede kwaliteit van het ruwvoer. We hebben telkens weer ge wezen op het belang van goed hooi en goed kuilgras. Mogelijk is dit ook een gevolg van het feit, dat de hoeveel heid ruwvoer op Texel in de meeste gevallen wel voldoende is. Een paar „voorvallen" van de laatste maande-» hebben bij ons de vraag doen opkomen of het aanwezig zijn van voldoende ruwvoer ook altijd tot gevolg heeft, dat de dieren voldoende, of nog liever ge zegd volop ruwvoer krijgen. Het staat voor ons nl. vast, dat we er me"t goed ruwvoer alleen niet komen, maar dat de dieren met dit goede ruw voer ook royaal gevoerd moeten wor den. In ieder geval geldt voor dieren, die volop in iproduktie zijn, dat ze ruw voer moeten kunnen opnemen tot .100% verzadiging. „Nieuwsgierige" koeien? Kort geleden waren we op een bedrijf waar de voorraden hooi en kuilgras royaal waren. De veehouder in kwestie was er van overtuigd, dat hij 'n flinke portie ruwvoer zou overhouden. Toen we een kijkje in de stal namen viel het ons op, dat de melkkoeien di- rekt de koppen omdraaiden. Men zou het nieuwsgierigheid kunnen noemen, maar het kon ook een „verwachtende" houding zijn. Dat het inderdaad iets van verwachting kon zijn meenden we te moeten opmaken uit het feit, dat in de bak voor de koeien geen of praktisch geen ruwvoer meer aanwezig was. Het was op dat moment nog royaal in de voormiddag en op onze vraag wanneer de volgende portie ruwvoer zou worden gegeven werd ons verteld, dat dit vier uur in de middag zou zijn. Wel zou er vóór die tijd nog wat „lekker" stro als strooisel onder de koeien worden ge bracht en daarvan namen de dieren nog graag wat op. Op dat moment hebben we gezegd, dat stro als voedermiddel maar een zeer beperkte waarde heeft en dat de ruimte in de maag van koeien, die in produk- tie zijn gereserveerd moet worden voor hoogwaardig ruvrtvoer. We deden de suggestie om nog eens een pakje hooi voor de koeien te brengen. De veehou der was ons graag terwille en toen bleek duidelijk, dat het omkijken van de koeien niet in de eerste plaats nieuwsgierigheid was, maar dat er in hun blikken echt iets van verwachting had gelegen. Ze vroegen ouidelijk om meer ruwvoer. Vrijwel alle dieren be gonnen gretig het hooi op te nemen. M'n buik vol Mogelijk hebt u ook het verhaal wel eens gehoord van de man, die op oude re leeftijd zijn dochter als huishoudster kreeg. De dochter vond net nodig om vader op rantsoen te stellen. Hij kreeg minder brood op z'n berd dan hij ge wend was en ook de portie aardappelen en groenten werd kleiner dan hij wens te. Toen hij daarover klaagde ant woordde dochterlief: „Vader, van nu af krijgt u uw taks". Waarop vader bruut uitviel: „Taks? Ik vreet geen taks! M'n buik vol!" Het kan voor een ouder mens beslist \an belang zijn, dat hij eens een wat zuiniger huishoudster krijgt. Voor melkkoeien, die volop in produktie zijn geldt naar onze mening echter terecht: „Taks, ik vreet geen taks. M'n buik vol!" VERLOREN EN GEVONDEN VOORWERPEN Verloren in Den Burg: houten ge- reedschapkist inh. o.a. plakspaan, schuurbord, pleistertroffel, klauwha mer; wollen oranje muts me"t zwarte rand; wit metalen herenpolshorloge met zwarte band: 3 pony's; donkerrood da mesrijwiel; groene autoped; 1 paar suè- de wollen wanten klein bruin, gevoer de nylon want, rechter. Gevonden in Den Burg: bronskleuri ge valhelm; babybroekje, blauw, bad stof; 1 wieldop FIAT. ÜMIUIll IIIII1IIUIII ■Mevrouw", zei Bert opgewekt, „u ïinebt een beetje kou gevat, maar daar f{ het gelukkig bij. Ik zal wat me ien klaar laten maken, blijft u er in tot ik weer terugkom. „Jawel, vam nog weer terug ook, hij zag el in, dat zij een patiënt was die dere zorg behoefde. Ze begon hem ndere ogen te bezien. Nieuwe be- vegen wel schoon, maar oude be- laten wel eens wat zitten, dacht sle neke hoorde hem langzaam de afkomen en schonk de kcffie in. 'tte de twee dampende koppen op afeltje, rechtte zich met een ver- 1 gebaar Ze stonden tegenover zeiaar" zei hij nog eens, „en u .ee h lag Aneke Treeberg". Haar hand zijne. Hij hield die vast. hand is me te warm, juffrouw •erg. Nee, wacht eens even". Hij e haar pols. „Uw moeder is niet jTEl patiënt, u bent het ook. U kon K Pd in zijn dan op de been". •h ja", zei Anneke vermoeid, „ik 'e ook niet zo goed. Ik zal ook jen beetje griep hebben". mag er niet uit hoor", zei hij ge- -,die poeders voor uw moeder ik wel even aan en die moet u 'aar gebruiken. En een beetje naar bed en goed uitslapen". Hij In het afgelopen jaar heeft de aan voer bij de noodslachtplaats en destruc tor een ongunstig record bereikt. De aanvoer overtrof die van alle voor gaande jaren. Er werden maar liefst ongeveer 1000 kadavers méér aange voerd, hoofdzakelijk lammeren (460), schapen (237), biggen (61) en kippen (200). Daarentegen werden 21 runderen en 31 nuchtere kalveren minder ge bracht. De totale aanvoer van noodslachtin- gen en kadavers bedroeg 5.839 stuks, gespecificeerd als volgt: 3.324 lamme ren, 1.022 schapen, 410 nuchtere kalve ren, 39 graskalveren, 54 runderen, 119 biggen, 19 varkens, 4 veulens, 5 paar den, 1 ezel, 9 geiten, 528 kippen, 19 ko nijnen, 1 haas, 3 eenden, 1 marmot, 105 nertsen, 4 zeehonden, 47 honden en 125 katten. Daarvan werden goedgekeurd: 17 lammeren, 37 schapen, 3 nuchtere kalveren, 2 graskalveren, 4 runderen, 1 big en 1 varken. Onder voorwaarde van sterilisatie werden 3 ïunderen goedgekeurd. Goedgekeurd voor de verkoop in het klein onder toezicht (vrijbank): 9 lam meren, 77 schapen, 3 nuchtere kalveren, 4 graskalveren, 15 runderen, 1 big, 4 varkens, 1 paard en 2 geiten. In totaal werd over de vrijbank ver kocht 4.323 kg, met een bruto opbrengst inclusief de huiden, 33.085,26. Netto werd uitbetaald ƒ27.597,87 ofwel ruim 83%. Doordat er in 1969 1.859 kg vlees minder verkocht werd als in 1968 leed de vereniging een verlies van ƒ579,64. Het kapitaal bedroeg per 31 decem ber 1969 338,12. De prijzen bleven on veranderd. De destructor verwerkte nog tot de sluiting 57.463 kg materiaal. Hiervan werd geproduceerd 13.520 kg diermeel en 6.667 kg technisch vet. De destruc tor werd per 15 september 1969 defini tief gesloten en ons gebied werd over genomen door de N.V. Gekro te Rotter dam. Medio augustus 1969 werd door de gemeente Texel een kadaver ophaal dienst ingesteld, zodat alle kadavers nu opgehaald worden in een spéciaal daarvoor bestemde gesloten auto. 7 HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild 17 mrt, 2.54 en 15.36; 18 mrt. 4.26 en 17.05; 19 mrt. 5 49 en 18.20; 20 mrt. 6.55 en 19.18; 21 mrt. 7.46 en 20.03. Aan het strand is het ongeveer een uur eerder hoog water. De bestuurssamenstelling van de Win keliersvereniging Den Burg is gewij zigd. Nadat enkele weken geleden drie nieuwe bestuursleden waren gekozen voor de niet-herkiesbare heren J. A. v. d. Slikke, J. v. d. Meer en J. Bakker zijn woensdagavond de functies onder ling verdeeld. Het bestuur ziet er nu als volgt uit. B. Bakker (voorzitter), R. Hamer (secretaris), J. Zegel (penning- meestér), O. J. Agter en M. Wamaar (leden). Rekeningen dienen dus voor taan naar de nieuwe penningmeester te worden gezonden (Textielhuis Ze gel, Binnenburg.). Het nieuwe lokaal van de Christelij ke kleuterschool aan de Burdetstraat te Den Burg wordt donderdagmiddag 19 maart in aanwezigheid van genodigden, kleuters en ouders officieel in gebruik genomen. Het uit hout opgetrokken lo kaal is momenteel vrijwel gereed Dinsdag 17 maart Den Burg, Warmoesstraat 38, 20.00 uur, Vormingsinstituut voor Jongvolwasse nen; cursus schoonheidsverzorging. Den Burg, Burgemeester De Koning hal, 20.00 uur, Pantominetheater Car rousel, vrije voorstelling van Black Out De Cocksdorp, hotel „Kikkert", 20.00 uur, informatieve vergadering over Ge meenschap Eierland. De Cocksdorp-Eierland, bijeenkomst Jonge Doopsgezinde Zusterkring. Donderdag 19 maart Den Burg, „Zwalkersburcht, 20.00 uur, Vormingsinstituut voor Jongvolwasse nen; handenarbeid. Den Hoorn, „De Waldhoorn", 20.00 uur, ledenvergadering feestver. Den Burg, LTS-kantine, 20.00 uur, Toon Kortooms met lezing over „mijn geeste kinderen" voor Plattelandsvrouwen Texel. Den Burg, hotel „De Graaf" 20.00 uur, postzegelruibeurs. Eierland, „Vliegveldhotel", 20.00 uur, informatievergadering gemeenschap Ei erland. Den Burg, hotel „De Zwaan", 20.00 uur, algemene vergadering Coöp. Raiffeisen- bank Texel. Vrijdag 20 maart Den Hoorn, jaarvergadering ZDH. COrrr-OKI iTUWO pllllllllllll!lllllllllll!llllllllllllllllllllllll!l!lllll IIIUinilllllllUIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIUIIl FEUILLETON door TOM LODEWIJK Blilllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllll!' zag haar bezorgd aan. „U moet goed op uzelf passen, juffrouw Treeberg". Ze glimlachte, dankbaar toch voor z'n bezorgdheid. „Uw koffie wordt koud". Hij keek naar haar terwijl ze met neergeslagen ogen aandachtig haar kof fie dronk. Nee, ze zag er niet best uit. Maar ze had een lief gezicht, dat slui ke blonde haar stond haar goed, ze zag er verzorgd uit. „Ik had gehoopt kennis met u te ma ken op de bazaar van het Rode Kruis maar u was er niet". „Nee, moeder was ziek". „U komt aan ontspanning te kort, juffrouw Treeberg. U moet er dit voor jaar helemaal uit, denk ik". „Ach dokter, daar zal wel niets van komen. Moeder kan me niet missen". „Juist daarom", zei hij met. nadruk. Ze liet hem uit. ,,Dank u dat u zo gauw gekomen bent", zei ze. „Ja, als u maar doet wat ik zeg. En u moet maandag maar niet naar kan toor gaan". „Nee, u moet binnen blijven. Maan dag kom ik terug. Vóór die tijd moogt u er niet uit". „Ja maar dokter, ik ben de patiënt niet!" „Dat dacht u maar". Haar voeten sleepten haar achterna en ze voelde zich beurtelings gloeiend heet 41. Binnen enkele tellen had de woes te alchimist zijn stoommachine in el kaar getrapt tot een onherkenbare mas sa van verwrongen stukjes ijzer en ko per. Toen kalmeerde hij weer en over- toog een peinzende uitdrukking zijn ge zicht. „Ick en segh i.iets teeghen Vos- maer", fluisterde hij slim. „Ick blyf niet doen of ick nogh niet weet datter loco motief s syn! Ick sal trachten uyt te soe- cken wat syn vuighe plannen ende be- raemenissen syn! Smidje Verholen sal my daermee helpen, want hy comt t13- rug! Ende ick verseecker Vosmaer dat hy aen ons beiden een harde noot te kraeken sal hebben!' Hij borg de stuk- er. ijskoud, toen ze weer naar binnen ging. Toch was ze opgewekter dan zo even. Iemand had aandacht, zorg voor haar gehad. Zc vond de oude dokter Broers een schat, maar deze jonge dok ter had haar vertrouwen gewonnen. Zonder dat ze een klacht had geuit, had hij gezien dat ze zich ziek voelde. En hij had haar verboden, maandag wetr aan het werk te gaan. Het vooruitzicht maandagmorgen niet door dat gure weer naar de bank te hoeven, te kun nen blijven liggen, want maandag had moeder hulp gaf haar al een gevoel van rust. Als ze eerst die lange, saaie zon dag maar door was. Maar die zondagmiddag werd het ge zin Broers opgeschrikt door de telefoon. „Ik zal wel gaan" bood Bert aan die net met oom een partijtje zat te scha ken. Dokter Broers stond schaakmat en had al zijn gedachten bij de partij no dig, wat neef een adempauze gaf. „Met mevrouw Treeberg?" vroeg hij wat ongelovig. „Bent u het zelf me vrouw? Wat is er aan de hand? Uw dochter? Ja, gisteren was ze al niet he lemaal honderd procent, ik had haar al poeders gegeven. Hoge koorts? Bent u erg ongerust? Nu, dan kom ik toch met een even! Nee, niks te veel moeite. Daar zijn we voor. Binnen het half uur ben ik er". „Heeft Tine Treeberg weer een aan val?" vroeg dokter Broers, die meer aan zijn partij had zitten denken dan dat hij geluisterd had, verstrooid. „Nee, ze belde zelf op. Haar dochter schijnt erg ziek te zijn. En dat verwon dert me niet eens want gisteren zag ze er al zo beroerd uit dat ik maar ver boden had maandag aan het werk te gaan". je's van Verholen's briefje zorvuldig op en wilde juist beginnen de boel wee» aan kant te maken, toen er bescheidei op de deur werd geklopt. Binnen riep de zonderlinge alchimist. De deur ging open en het was Vosmaer, die bin nentrad. De schurkachige Vosmaer, die boodschapjes had moeten doen „Ick en hebbe geen prettighe berigh- ten voor u, edele sinjeur", zei Vosmaer. „In der steede syn groote moeilyckhe- den gereesen, want d.e loose Spanjolen wilden gaen vechten met piecken en donderbussen teegen de Hollanders ende geusen. Er was waerlyck veel kra- ckeel. Een droevighe maere dus, sin jeur, want nu willen sy geen Kalium- potasse ende blom van swaefel ver- coopen. Het sulphurswaefel moeten sy nu self gebruvoken voor de oorlogvoe- ringhe De rare alchimist werd ontzettend kwaad, toen hij uat hoorde. „Wat seghi ghy daer, onverlate!? Wilt ghy my diets maecken, datter gheen gheleerde stofekens meer te coop syn in der stee- de!? Ghy wilt my een cool stoven, scha- vuytü" En voor Vosmaer het verhinderen kon, was de oude baas hem al aange vlogen. Hij timmerde er lustig op los (wordt vervolgd) „Ga je er heen?" „Ja, meteen maar even. U hebt toch nog wel een uurtje nodig", plaagde hij voor u een zet ontdekt hebt die u nog een goeie kans geeft". Mevrouw Broers knikte goedkeurend. Bert liet er geen gras over groeien. Daar zat een goede dokter in Aan hem zou haar man straks met een gerust hart de praktijk kunnen overlaten. Mevrouw Treeberg, met een mantel aan en een doek om het hoofd achter de deur blijvend, ontving Bert, een beetje verongelijkt, alsof het niet te pas kwam dat de dokter nu eens niet voor haar kwam. „Dokter, ik zou u niet gebeld hebben, maar ze is heel erg ziek. En toen ik haar vroeg of ik dan de dokter maar moest bellen zei ze alsjeblieft. Nou, dat is niks voor Anneke. Toen heb ik het maar gedaan". „Heel goed mevrouw. Gaat u hier nu even rustig bij de haard zitten, wind u maar niet op. Dan zal ik eens even gaan kijken wat er aan de hand is". Het duurde lang voor hij beneden kwam en zijn gezicht stond bezorgd. Mevrouw Treeberg zag angstig op. „Ik vrees, mevrouw, dat uw dochter hier met kan blijven. Het is beter dat ze opgenomen wordt". Op haar verschrikt gebaar hief hij kalmerend de hand. „Ze heeft longontsteking, maar het gevaar voor een pleuritis is niet denkbeeldig. De verpleging die ze nodig heeft, kan ze hier niet krijgen en trouwens, ik heb haar maar liever in de ziekenverple ging". Mevrouw Treeberg was geheel van haar stuk, als was er een grote steer- in het vijvertje van haar leven ge plonsd. „Vindt u goed dat ik van uw tele foon gebruik maak?", vroeg Bert. „Natuurlijk dokter, ga uw gang. Mag ik even naar boven, naar Anneke?" „Dat is best", zei Bert die haar graag uit de kamer had, „maar windt u haar vooral niet op. En heus, zo gevaarlijk is het niet, want we zijn er tijdig ge noeg bij. Alles sal reg kom, gelooft u dat maar. Maar dan moet het wel even flink aangepakt worden". Hij belde naar het ziekenhuis, kreeg tante Mies aan de telefoon. „Ja", zei ze, „dat kunnen wij hier beter uitzoeken. Ik zal de ziekenauto wel bellen, bel jij dan het ziekenhuis. En, Bert, zou het niet goed zijn als ik even kwam overwaaien?" „Overwaaien is wel het woord", zei hij, „past u zélf maar op". „Ben je mal ik ben van ijzer. Maar dit is zoveel opeens voor Tine. Dan moet ze toch wel even iemand bij zich hetjben". „U bent een schat", zei Bert en hing op, om meteen naar het ziekenhuis te bellen. Alles ging gesmeerd, Anneke kon gelukkig meteen worden opgeno men. Hij ging weer naar boven. Anneke lag op bed, hijgend ademha lend, de ogen gesloten, nauwelijks be wust van wat er rond haar gebeurde. Haar moeder zat aan het voeteneinde, als een beeld van verslagenheid. „Nu mevrouw Treeberg", zei Bert, „alles loopt van een leien dakje. En mijn tante komt zo direkt om u een handje bij alles te helpen". „O" zuchtte Tine Treeberg, „dat vind ik fijn, o, dat is lief van haar. O dokter, ik ben helemaal in de war". (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1970 | | pagina 5