AGENDA
ALLES DRAAIT OM MOEDER'
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
10E HET ONKRUID IN BIETEN
TE BESTRIJDEN?
ANDBOUW en VEETEELT
ust
Geen mondjesmaat
pril
Record aantal kadavers
Nieuw bestuur
winkeliersvereniging
Nieuw lokaal Peuterschool
feestelijk in gebruik
iVEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
DINSDAG 17 MAART 1970
Onilci'
v«n (.wminji
briek voor
hie]
■t gewas, dat bij de bestrijding van
lid nog altijd de meeste zorgen
t is suikerbieten. Het is inderdaad
ik we het deze week ergens lazen
succes van het gebruik van preci-
iad en de precisiezaaimachincs
1 af van een goede onkruidbestrij-
Als we er niet in slagen om de
d practisch onkruidvrij te houden
gt de verzorging van het bieten-
!S ook bij gebruik van precisiezaad
e precisiezaaimachine te veel tijd.
kunnen rustig stellen, dat we de
ite 10 jaar bij de chemische bestrij-
van onkruid in bieten goede vor-
ïgen hebben gemaakt. Wt zijn ech-
nog niet zo ver, dat we voor alle
dsoorten onder alle omstandighe-
en voor alle mogelijke onkruiden
goede oplossing hebben gevonden,
lit artikeltje willen we de mogelijk-
•n nog eens kort noemen.
Een eerste eis
ewel het niet direkt met de on-
bestrijding in verband staat me-
we toch te moeten opmerken, dat
leerste eis voor een succesvolle teelt
bieten de ligging en de algemene
;and van de grond is.
een goede start is het van groot
g, dat het zaad terecht komt in
vrij ondiepe losse laag. Het zaad
op een enigszins vaste ondergronc
.1. Hierdoor krijgen we een vlotte
ling, ook in een droge periode. We
en hierbij nog weer eens op het ge-
van te ondiep zaaien.
•er belangrijk voor een vlot begir.
de groei is de kalktoestand van de
d. Vooral op het „oude Texel" kan
van belang zijn om bij het klaar
en van ee grond een lichte kalkbe-
.ing van 600 - 1000 kg Kencicakaik,
»kal of een andere kalkmeststof te
eerste maatregelen voor de! on-
Idbestrijding moeten naar onze me-
bg altijd zijn het scheppen van de
kt gunstige voorwaarden voor de
■spoedige groei van een gewas. Bij
slechte groei van de gewassen
it men er bijna nooit in om een ge
hot het eind van de groei onkruid-
lte houden.
Als er kweek voorkomt
Jn het verleden gold als eis, dat in
I perceel, waar bieten verbouwd
worden geen kweek mocht
Opkomen. Die eis is ook nu nog van
pot belang. Staan we echter voor de
Bzaak om bieten te verbouwen op
perceel, waar .plaatselijk kweek
komt, dan is het naar we menen
st om maar te laten komen wat
De proeven, die we de laatste
jaren hebben genomen hebben be-
►n, dat dit niet nodig is.
plm. 2 weken vóór het zaaien
een chemische bestrijding met TCA
len uitgevoerd. Afhankelijk van het
il weken vóór het tijdstip van
ei(^*n en de zwaarte van de grond kan
ioeveelheid van 10 - 20 kg TCA per
Ier worden gebruikt. Onder ongun-
omstandigheden kan wat schade
e bieten optreden, maar we zijn
mening, dat dit risico kleiner is
schade, die kweek in bieten kan
>rzaken.
Pyramin op meeste gronden
nummer één
meest gebruikte chemische on-
ibestrijdingsmiddel in bicten is
min. Daar is alle reden voor, want
in voldoet op de meeste gronden
_oed. Als een algemeen bezwaar
[en we kunnen noemen het feit,
oor een goede werking voldoende
nodig is.
dit verband is een goede ligging
le grond van groot belang. Bij een
;pe losse bovenlaag en een vaste
ondergrond krijgen we de meest gunsti
ge waterhuishouding in de grond.
Een tweede punt van belang is het
tijdstip van zaaien. De kans op voldoen
de vocht is bij vroege zaai over het al
gemeen groter dan bij een late zaai.
Zwakke punten van het middel Pyra
min zijn verder een onvoldoende wer
king op zware, humusrijke grond en
een te felle werking op de bietenplant
jes op lichte, humusarme grond. Op
zware en humusrijke grond zal bij ge
bruik van Pyramin de hoeveelheid mo
gelijk wat groter dan 4 kg. per
ha moeten zijn, op lichte, humusarme
grond zullen we met 3 kg per bunder
en op zeer lichter grond mogelijk met
2% kg. per bunder moeten volstaan.
Andere mogelijkheden
De laatste jaren zijn plaatselijk goede
resultaten verkregen met bet middel
Betanal. Het wordt gebruikt na op
komst van de bieten. Voor een goede
werking moet het onkruid klein zijn.
De bietenplanten worden door Betanal
niet beschadigd en dit geldt voor vrij
wel ieder groeistadium. De grootte van
de onkruiden bepaalt het tijdstip van
spuiten.
Een groot gevaar van Betanal is, dat
het alleen de aanwezige onkruiden
doodt. Onkruiden, die bij wijze van
spreken de dag na de bespuiting boven
de grond komen, groeien rustig door.
Om later opgekomen onkruiden te be
strijden gaat men Betanal daarom wel
mengen met 2 liter Pyramin. Krijgt
men na deze bespuiting voldoende wa
ter, dan zal de werking van deze Pyra
min veel van het later kiemende on
kruid vernietigen. Zolang men het met
alleen Pyramin kan redden is de be
spuiting van Betanal plus een kleinere
hoeveelheid Pyramin niet aantrekkelijk
omdat de kosten hoog worden. De be
spuiting met Betanal is op zichzelf al
duurder dan een normale behandeling
met Pyramin.
Op zware, humusrijke gronden is er
de mogelijkheid om aan een hoeveel
heid van 4 - 5 kg Pyramin nog 4 kg
IPC toe te voegen. Daardoor wordt de
werking van Pyramin versterkt. We
moeten er echter rekening mee houden,
dat het resultaat op dit soort gronden
toch nog wel eens tegenvallen zal.
In onze artikelen over ruwvoer gaat
het in de meeste gevallen over het be
lang van een goede kwaliteit van het
ruwvoer. We hebben telkens weer ge
wezen op het belang van goed hooi
en goed kuilgras. Mogelijk is dit ook
een gevolg van het feit, dat de hoeveel
heid ruwvoer op Texel in de meeste
gevallen wel voldoende is. Een paar
„voorvallen" van de laatste maande-»
hebben bij ons de vraag doen opkomen
of het aanwezig zijn van voldoende
ruwvoer ook altijd tot gevolg heeft, dat
de dieren voldoende, of nog liever ge
zegd volop ruwvoer krijgen.
Het staat voor ons nl. vast, dat we
er me"t goed ruwvoer alleen niet komen,
maar dat de dieren met dit goede ruw
voer ook royaal gevoerd moeten wor
den. In ieder geval geldt voor dieren,
die volop in iproduktie zijn, dat ze ruw
voer moeten kunnen opnemen tot .100%
verzadiging.
„Nieuwsgierige" koeien?
Kort geleden waren we op een bedrijf
waar de voorraden hooi en kuilgras
royaal waren. De veehouder in kwestie
was er van overtuigd, dat hij 'n flinke
portie ruwvoer zou overhouden.
Toen we een kijkje in de stal namen
viel het ons op, dat de melkkoeien di-
rekt de koppen omdraaiden. Men zou
het nieuwsgierigheid kunnen noemen,
maar het kon ook een „verwachtende"
houding zijn. Dat het inderdaad iets
van verwachting kon zijn meenden we
te moeten opmaken uit het feit, dat in
de bak voor de koeien geen of praktisch
geen ruwvoer meer aanwezig was. Het
was op dat moment nog royaal in de
voormiddag en op onze vraag wanneer
de volgende portie ruwvoer zou worden
gegeven werd ons verteld, dat dit vier
uur in de middag zou zijn. Wel zou er
vóór die tijd nog wat „lekker" stro als
strooisel onder de koeien worden ge
bracht en daarvan namen de dieren
nog graag wat op.
Op dat moment hebben we gezegd,
dat stro als voedermiddel maar een zeer
beperkte waarde heeft en dat de ruimte
in de maag van koeien, die in produk-
tie zijn gereserveerd moet worden voor
hoogwaardig ruvrtvoer. We deden de
suggestie om nog eens een pakje hooi
voor de koeien te brengen. De veehou
der was ons graag terwille en toen
bleek duidelijk, dat het omkijken van
de koeien niet in de eerste plaats
nieuwsgierigheid was, maar dat er in
hun blikken echt iets van verwachting
had gelegen. Ze vroegen ouidelijk om
meer ruwvoer. Vrijwel alle dieren be
gonnen gretig het hooi op te nemen.
M'n buik vol
Mogelijk hebt u ook het verhaal wel
eens gehoord van de man, die op oude
re leeftijd zijn dochter als huishoudster
kreeg. De dochter vond net nodig om
vader op rantsoen te stellen. Hij kreeg
minder brood op z'n berd dan hij ge
wend was en ook de portie aardappelen
en groenten werd kleiner dan hij wens
te. Toen hij daarover klaagde ant
woordde dochterlief: „Vader, van nu af
krijgt u uw taks". Waarop vader bruut
uitviel: „Taks? Ik vreet geen taks! M'n
buik vol!"
Het kan voor een ouder mens beslist
\an belang zijn, dat hij eens een wat
zuiniger huishoudster krijgt. Voor
melkkoeien, die volop in produktie zijn
geldt naar onze mening echter terecht:
„Taks, ik vreet geen taks. M'n buik
vol!"
VERLOREN EN GEVONDEN
VOORWERPEN
Verloren in Den Burg: houten ge-
reedschapkist inh. o.a. plakspaan,
schuurbord, pleistertroffel, klauwha
mer; wollen oranje muts me"t zwarte
rand; wit metalen herenpolshorloge met
zwarte band: 3 pony's; donkerrood da
mesrijwiel; groene autoped; 1 paar suè-
de wollen wanten klein bruin, gevoer
de nylon want, rechter.
Gevonden in Den Burg: bronskleuri
ge valhelm; babybroekje, blauw, bad
stof; 1 wieldop FIAT.
ÜMIUIll
IIIII1IIUIII
■Mevrouw", zei Bert opgewekt, „u
ïinebt een beetje kou gevat, maar daar
f{ het gelukkig bij. Ik zal wat me
ien klaar laten maken, blijft u er
in tot ik weer terugkom. „Jawel,
vam nog weer terug ook, hij zag
el in, dat zij een patiënt was die
dere zorg behoefde. Ze begon hem
ndere ogen te bezien. Nieuwe be-
vegen wel schoon, maar oude be-
laten wel eens wat zitten, dacht
sle
neke hoorde hem langzaam de
afkomen en schonk de kcffie in.
'tte de twee dampende koppen op
afeltje, rechtte zich met een ver-
1 gebaar Ze stonden tegenover
zeiaar" zei hij nog eens, „en u
.ee h
lag
Aneke Treeberg". Haar hand
zijne. Hij hield die vast.
hand is me te warm, juffrouw
•erg. Nee, wacht eens even". Hij
e haar pols. „Uw moeder is niet
jTEl patiënt, u bent het ook. U kon
K Pd in zijn dan op de been".
•h ja", zei Anneke vermoeid, „ik
'e ook niet zo goed. Ik zal ook
jen beetje griep hebben".
mag er niet uit hoor", zei hij ge-
-,die poeders voor uw moeder
ik wel even aan en die moet u
'aar gebruiken. En een beetje
naar bed en goed uitslapen". Hij
In het afgelopen jaar heeft de aan
voer bij de noodslachtplaats en destruc
tor een ongunstig record bereikt. De
aanvoer overtrof die van alle voor
gaande jaren. Er werden maar liefst
ongeveer 1000 kadavers méér aange
voerd, hoofdzakelijk lammeren (460),
schapen (237), biggen (61) en kippen
(200). Daarentegen werden 21 runderen
en 31 nuchtere kalveren minder ge
bracht.
De totale aanvoer van noodslachtin-
gen en kadavers bedroeg 5.839 stuks,
gespecificeerd als volgt: 3.324 lamme
ren, 1.022 schapen, 410 nuchtere kalve
ren, 39 graskalveren, 54 runderen, 119
biggen, 19 varkens, 4 veulens, 5 paar
den, 1 ezel, 9 geiten, 528 kippen, 19 ko
nijnen, 1 haas, 3 eenden, 1 marmot, 105
nertsen, 4 zeehonden, 47 honden en 125
katten. Daarvan werden goedgekeurd:
17 lammeren, 37 schapen, 3 nuchtere
kalveren, 2 graskalveren, 4 runderen,
1 big en 1 varken. Onder voorwaarde
van sterilisatie werden 3 ïunderen
goedgekeurd.
Goedgekeurd voor de verkoop in het
klein onder toezicht (vrijbank): 9 lam
meren, 77 schapen, 3 nuchtere kalveren,
4 graskalveren, 15 runderen, 1 big, 4
varkens, 1 paard en 2 geiten.
In totaal werd over de vrijbank ver
kocht 4.323 kg, met een bruto opbrengst
inclusief de huiden, 33.085,26. Netto
werd uitbetaald ƒ27.597,87 ofwel ruim
83%. Doordat er in 1969 1.859 kg vlees
minder verkocht werd als in 1968 leed
de vereniging een verlies van ƒ579,64.
Het kapitaal bedroeg per 31 decem
ber 1969 338,12. De prijzen bleven on
veranderd.
De destructor verwerkte nog tot de
sluiting 57.463 kg materiaal. Hiervan
werd geproduceerd 13.520 kg diermeel
en 6.667 kg technisch vet. De destruc
tor werd per 15 september 1969 defini
tief gesloten en ons gebied werd over
genomen door de N.V. Gekro te Rotter
dam.
Medio augustus 1969 werd door de
gemeente Texel een kadaver ophaal
dienst ingesteld, zodat alle kadavers
nu opgehaald worden in een spéciaal
daarvoor bestemde gesloten auto.
7
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild
17 mrt, 2.54 en 15.36; 18 mrt. 4.26 en 17.05;
19 mrt. 5 49 en 18.20; 20 mrt. 6.55 en 19.18;
21 mrt. 7.46 en 20.03.
Aan het strand is het ongeveer een uur
eerder hoog water.
De bestuurssamenstelling van de Win
keliersvereniging Den Burg is gewij
zigd. Nadat enkele weken geleden drie
nieuwe bestuursleden waren gekozen
voor de niet-herkiesbare heren J. A. v.
d. Slikke, J. v. d. Meer en J. Bakker
zijn woensdagavond de functies onder
ling verdeeld. Het bestuur ziet er nu
als volgt uit. B. Bakker (voorzitter), R.
Hamer (secretaris), J. Zegel (penning-
meestér), O. J. Agter en M. Wamaar
(leden). Rekeningen dienen dus voor
taan naar de nieuwe penningmeester
te worden gezonden (Textielhuis Ze
gel, Binnenburg.).
Het nieuwe lokaal van de Christelij
ke kleuterschool aan de Burdetstraat te
Den Burg wordt donderdagmiddag 19
maart in aanwezigheid van genodigden,
kleuters en ouders officieel in gebruik
genomen. Het uit hout opgetrokken lo
kaal is momenteel vrijwel gereed
Dinsdag 17 maart
Den Burg, Warmoesstraat 38, 20.00 uur,
Vormingsinstituut voor Jongvolwasse
nen; cursus schoonheidsverzorging.
Den Burg, Burgemeester De Koning
hal, 20.00 uur, Pantominetheater Car
rousel, vrije voorstelling van Black Out
De Cocksdorp, hotel „Kikkert", 20.00
uur, informatieve vergadering over Ge
meenschap Eierland.
De Cocksdorp-Eierland, bijeenkomst
Jonge Doopsgezinde Zusterkring.
Donderdag 19 maart
Den Burg, „Zwalkersburcht, 20.00 uur,
Vormingsinstituut voor Jongvolwasse
nen; handenarbeid.
Den Hoorn, „De Waldhoorn", 20.00 uur,
ledenvergadering feestver.
Den Burg, LTS-kantine, 20.00 uur, Toon
Kortooms met lezing over „mijn geeste
kinderen" voor Plattelandsvrouwen
Texel.
Den Burg, hotel „De Graaf" 20.00 uur,
postzegelruibeurs.
Eierland, „Vliegveldhotel", 20.00 uur,
informatievergadering gemeenschap Ei
erland.
Den Burg, hotel „De Zwaan", 20.00 uur,
algemene vergadering Coöp. Raiffeisen-
bank Texel.
Vrijdag 20 maart
Den Hoorn, jaarvergadering ZDH.
COrrr-OKI iTUWO
pllllllllllll!lllllllllll!llllllllllllllllllllllll!l!lllll IIIUinilllllllUIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIUIIl
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
Blilllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllll!'
zag haar bezorgd aan. „U moet goed
op uzelf passen, juffrouw Treeberg".
Ze glimlachte, dankbaar toch voor z'n
bezorgdheid.
„Uw koffie wordt koud".
Hij keek naar haar terwijl ze met
neergeslagen ogen aandachtig haar kof
fie dronk. Nee, ze zag er niet best uit.
Maar ze had een lief gezicht, dat slui
ke blonde haar stond haar goed, ze zag
er verzorgd uit.
„Ik had gehoopt kennis met u te ma
ken op de bazaar van het Rode Kruis
maar u was er niet".
„Nee, moeder was ziek".
„U komt aan ontspanning te kort,
juffrouw Treeberg. U moet er dit voor
jaar helemaal uit, denk ik".
„Ach dokter, daar zal wel niets van
komen. Moeder kan me niet missen".
„Juist daarom", zei hij met. nadruk.
Ze liet hem uit.
,,Dank u dat u zo gauw gekomen
bent", zei ze.
„Ja, als u maar doet wat ik zeg. En
u moet maandag maar niet naar kan
toor gaan".
„Nee, u moet binnen blijven. Maan
dag kom ik terug. Vóór die tijd moogt
u er niet uit".
„Ja maar dokter, ik ben de patiënt
niet!"
„Dat dacht u maar".
Haar voeten sleepten haar achterna en
ze voelde zich beurtelings gloeiend heet
41. Binnen enkele tellen had de woes
te alchimist zijn stoommachine in el
kaar getrapt tot een onherkenbare mas
sa van verwrongen stukjes ijzer en ko
per. Toen kalmeerde hij weer en over-
toog een peinzende uitdrukking zijn ge
zicht. „Ick en segh i.iets teeghen Vos-
maer", fluisterde hij slim. „Ick blyf niet
doen of ick nogh niet weet datter loco
motief s syn! Ick sal trachten uyt te soe-
cken wat syn vuighe plannen ende be-
raemenissen syn! Smidje Verholen sal
my daermee helpen, want hy comt t13-
rug! Ende ick verseecker Vosmaer dat
hy aen ons beiden een harde noot te
kraeken sal hebben!' Hij borg de stuk-
er. ijskoud, toen ze weer naar binnen
ging. Toch was ze opgewekter dan zo
even. Iemand had aandacht, zorg voor
haar gehad. Zc vond de oude dokter
Broers een schat, maar deze jonge dok
ter had haar vertrouwen gewonnen.
Zonder dat ze een klacht had geuit, had
hij gezien dat ze zich ziek voelde. En
hij had haar verboden, maandag wetr
aan het werk te gaan. Het vooruitzicht
maandagmorgen niet door dat gure
weer naar de bank te hoeven, te kun
nen blijven liggen, want maandag had
moeder hulp gaf haar al een gevoel van
rust. Als ze eerst die lange, saaie zon
dag maar door was.
Maar die zondagmiddag werd het ge
zin Broers opgeschrikt door de telefoon.
„Ik zal wel gaan" bood Bert aan die
net met oom een partijtje zat te scha
ken. Dokter Broers stond schaakmat en
had al zijn gedachten bij de partij no
dig, wat neef een adempauze gaf.
„Met mevrouw Treeberg?" vroeg hij
wat ongelovig. „Bent u het zelf me
vrouw? Wat is er aan de hand? Uw
dochter? Ja, gisteren was ze al niet he
lemaal honderd procent, ik had haar al
poeders gegeven. Hoge koorts? Bent u
erg ongerust? Nu, dan kom ik toch met
een even! Nee, niks te veel moeite. Daar
zijn we voor. Binnen het half uur ben
ik er".
„Heeft Tine Treeberg weer een aan
val?" vroeg dokter Broers, die meer
aan zijn partij had zitten denken dan
dat hij geluisterd had, verstrooid.
„Nee, ze belde zelf op. Haar dochter
schijnt erg ziek te zijn. En dat verwon
dert me niet eens want gisteren zag ze
er al zo beroerd uit dat ik maar ver
boden had maandag aan het werk te
gaan".
je's van Verholen's briefje zorvuldig op
en wilde juist beginnen de boel wee»
aan kant te maken, toen er bescheidei
op de deur werd geklopt. Binnen
riep de zonderlinge alchimist. De deur
ging open en het was Vosmaer, die bin
nentrad. De schurkachige Vosmaer, die
boodschapjes had moeten doen
„Ick en hebbe geen prettighe berigh-
ten voor u, edele sinjeur", zei Vosmaer.
„In der steede syn groote moeilyckhe-
den gereesen, want d.e loose Spanjolen
wilden gaen vechten met piecken en
donderbussen teegen de Hollanders
ende geusen. Er was waerlyck veel kra-
ckeel. Een droevighe maere dus, sin
jeur, want nu willen sy geen Kalium-
potasse ende blom van swaefel ver-
coopen. Het sulphurswaefel moeten sy
nu self gebruvoken voor de oorlogvoe-
ringhe
De rare alchimist werd ontzettend
kwaad, toen hij uat hoorde. „Wat seghi
ghy daer, onverlate!? Wilt ghy my
diets maecken, datter gheen gheleerde
stofekens meer te coop syn in der stee-
de!? Ghy wilt my een cool stoven, scha-
vuytü"
En voor Vosmaer het verhinderen
kon, was de oude baas hem al aange
vlogen. Hij timmerde er lustig op los
(wordt vervolgd)
„Ga je er heen?"
„Ja, meteen maar even. U hebt toch
nog wel een uurtje nodig", plaagde hij
voor u een zet ontdekt hebt die u nog
een goeie kans geeft".
Mevrouw Broers knikte goedkeurend.
Bert liet er geen gras over groeien.
Daar zat een goede dokter in Aan hem
zou haar man straks met een gerust
hart de praktijk kunnen overlaten.
Mevrouw Treeberg, met een mantel
aan en een doek om het hoofd achter
de deur blijvend, ontving Bert, een
beetje verongelijkt, alsof het niet te pas
kwam dat de dokter nu eens niet voor
haar kwam.
„Dokter, ik zou u niet gebeld hebben,
maar ze is heel erg ziek. En toen ik
haar vroeg of ik dan de dokter maar
moest bellen zei ze alsjeblieft. Nou, dat
is niks voor Anneke. Toen heb ik het
maar gedaan".
„Heel goed mevrouw. Gaat u hier nu
even rustig bij de haard zitten, wind
u maar niet op. Dan zal ik eens even
gaan kijken wat er aan de hand is".
Het duurde lang voor hij beneden
kwam en zijn gezicht stond bezorgd.
Mevrouw Treeberg zag angstig op.
„Ik vrees, mevrouw, dat uw dochter
hier met kan blijven. Het is beter dat ze
opgenomen wordt". Op haar verschrikt
gebaar hief hij kalmerend de hand. „Ze
heeft longontsteking, maar het gevaar
voor een pleuritis is niet denkbeeldig.
De verpleging die ze nodig heeft, kan
ze hier niet krijgen en trouwens, ik heb
haar maar liever in de ziekenverple
ging".
Mevrouw Treeberg was geheel van
haar stuk, als was er een grote steer-
in het vijvertje van haar leven ge
plonsd.
„Vindt u goed dat ik van uw tele
foon gebruik maak?", vroeg Bert.
„Natuurlijk dokter, ga uw gang. Mag
ik even naar boven, naar Anneke?"
„Dat is best", zei Bert die haar graag
uit de kamer had, „maar windt u haar
vooral niet op. En heus, zo gevaarlijk
is het niet, want we zijn er tijdig ge
noeg bij. Alles sal reg kom, gelooft u
dat maar. Maar dan moet het wel even
flink aangepakt worden".
Hij belde naar het ziekenhuis, kreeg
tante Mies aan de telefoon.
„Ja", zei ze, „dat kunnen wij hier
beter uitzoeken. Ik zal de ziekenauto
wel bellen, bel jij dan het ziekenhuis.
En, Bert, zou het niet goed zijn als ik
even kwam overwaaien?"
„Overwaaien is wel het woord", zei
hij, „past u zélf maar op".
„Ben je mal ik ben van ijzer. Maar
dit is zoveel opeens voor Tine. Dan
moet ze toch wel even iemand bij zich
hetjben".
„U bent een schat", zei Bert en hing
op, om meteen naar het ziekenhuis te
bellen. Alles ging gesmeerd, Anneke
kon gelukkig meteen worden opgeno
men. Hij ging weer naar boven.
Anneke lag op bed, hijgend ademha
lend, de ogen gesloten, nauwelijks be
wust van wat er rond haar gebeurde.
Haar moeder zat aan het voeteneinde,
als een beeld van verslagenheid.
„Nu mevrouw Treeberg", zei Bert,
„alles loopt van een leien dakje. En
mijn tante komt zo direkt om u een
handje bij alles te helpen".
„O" zuchtte Tine Treeberg, „dat vind
ik fijn, o, dat is lief van haar. O dokter,
ik ben helemaal in de war".
(wordt vervolgd)