waarom? ILLES DRAAIT OM MOEDER" Grote achterstand in werkzaamheden en groei in 10 jaar slaapt u 25000 uur. of een goed bed ook belangrijk is... kom kritisch kijken naar klercq-keus! it LANDBOUW en VEETEELT U r DEN HELDER sta je daar zo van te kijken dat ik klant bij de nmb ben.. ga met uw tijd mee ga naar de nmb! EDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 8 MEI 1970 rubriek voor Oniiw «-iUimu- I We zouden het ons best kunnen mstellen, dat diverse akkerbouwers i veehouders zich op dit moment zor- |en maken over het zeer late voorjaar. ef zou niet de eerste keer zijn, dat de dakteur van deze rubriek de zaak te Imber gezien heeft, maar persoonlijk [in we op dit moment beslist pessi- Jisfiscii qestemd over de groeikansen r het seizoen, dat voor ons ligt. Dat lldt zowel de akkerbouw als de vee- hu der ij. Op deze laatste dag van april is op jng nog niet alle akkerbouwbedrijven It zaaien en poten achter de rug. Er ||oet ook nog graan worden gezaaid op heel wat bedrijven is de toe- |and van de grond nog steeds onge likt om bieten te zaaien en aardap- llen te poten. IAls je dan in één van de vakbladen In artikel van een akkerbouwdeskun- Ige leest, dat bij uitzaai na 15 maart haver gerekend moet worden, dat In oogstdepressie optreedt van ruim Wlo, van zomertarwe van 25°/o en van jlmergerst van 20°/o, dan zou het te (grijpen zijn, dat e'en akkerbouwer op (t moment de toestand wat donker in- ■Wat de suikerbieten betreft lazen we In „voorspelling", dat zaaien na 1 april >or iedere dag tot 15 april een op- lengstvermindering van 300 kg per ha Jeft. Na 15 april wordt de opbrengst- Jrmindering per dag nog groter. De veehouderijbedrijven |We menen, dat ook hier reden is om Ih zorgen te maken. Vooral in het Iht van het feit, dat op dit moment een groot aantal bedrijven de ruw- idervoorraden totaal verdwenen zijn. let aantal bedrijven, waar hooi en lilgras moest worden aangekocht is Tor ons gebied zeer groot. ||A1s we er dan verder aan denken, dat 11969 het late voorjaar tot gevolg had It de opbrengst van de eerste snede ||ker 20 - 25% lager dan normaal lag, t mogen we er niet op rekenen, dat Jt bij het nog latere voorjaar van 1970 Iter zal zijn. Het ziet er naar uit, dat 1 een flink aantal bedrijven de melk- leien zo gauw als de weersomstandig- fden dit maar even toelaten naar bui- i zullen gaan. Ze zullen dan in veel [vallen in percelen met weinig gras men, zodat voor deze eerste bewei- kg een flinke oppervlakte nodig zal ||n. Op diverse bedrijven zal het door volledig verbruik van het ruwvoer het vorige seizoen niet mogelijk In de koeien nog een aantal weken 's Ichts hooi te geven. De dieren zullen It direkt volledig van het gras moeten Ibben. jDit alles overdenkende kunnen we Jets anders dan concluderen, dat ze- |r voor de bedrijven met een veebe- Itting alles er op gezet zal moeten prden om in dit te laat begonnen «iseizoen een maximaal gebruik van [grond te maken. Stikstof nummer één (De eerste mogelijkheid om een ver licht tekort aan gras voor beweiding I de ruwvoederwinning te verminde- of helemaal weg te werken is naar Ize mening een groter verbruik van Ikstof. Dat geldt niet voor alle be- |i]ven in zelfde mate. Maar we kunnen tstig stellen, dat ieder bedrijf, dat nog kt op een niveau van 300 kg zuivere Ikstof per ha grasland zit met opvoe- fg van de stikstofgift nog heel wat doen. Door onderzoek is aan het fht gekomen, dat tot een niveau van 200 kg, zuivere stikstof per bunder met iedere kilogram stikstof netto 7 kg. zet- meelwaarde kan worden gewonnen. Uitgedrukt in hooi en kuilgras betekent dit dat met iedere kilograf stikstof plm. 15 kg hooi, of 25 kg. voordroogkuilgras of 50 - 60 kg. maaikneuskuilgras 'kan worden verkregen. Komen we boven een gift van 200 kg. stikstof per bunder, dan wordt de meer opbrengst per kilogram stikstof wat kleiner, maar voor zand- en kleigrond is dit toch nog altijd 10 - 12 kg hooi, 15 - 20 kg voordroogkuilgras of 40 - 50 kg. maaikneuskuil. Komen we boven giften van 300 kg. zuivere stikstof per bunder, dan daalt de meeropbrengst belangrijk, maar spe ciaal voor zandgrond geeft ook deze stikstof nog een goed effekl. Met klem willen we de Texelse vee houders aanraden om van de mogelijk heden, die stikstof geeft een goed ge bruik te maken. Dat geldt in de eerste plaats de bedrijven, die „er dik op zit ten". We zijn echter van mening, dat ook voor de minder zwaar bezette be drijven opvoering van de stikstofbemes. ting van belang kan zijn. We mogen rustig aannemen, dat ook in het vol gend seizoen de prijzen van het hooi weer aan de hoge kant zullen zijn. Dc ongunstige groeiomstandigheden spelen niet alleen op Texel een rol. Andere mogelijkheden We* zullen er verder alles op moeten zetten om een zo groot mogelijk gedeel te van het gras, dat er groeit te benut ten. Dat betekent in de erste plaats: verstandig weiden. Bij langdurig wei den in één en hetzelfde perceel kan 40% van de opbrengst verloren gaan. Passen we een omweidsysteem toe in kort gras, dan wordt dat verlies terug gebracht tot 25%. Bij omvveiden in te lang gras kan ook wel 40% van het ge groeide verloren gaan. Het zg. rantsoen- beweiden wordt op Texel maar zeer weinig toegepast. Passen we dit systeem goed toe, dan kunnen de verliezen wor den te'ruggegracht tot 15%. De ver schillen zijn groot genoeg om aandacht te besteden aan de manier van bewei den. Ook bij het winnen van ruwvoer zal het zaak zijn om een zo groot mogelijk deel van de voederwaarde, die bij het maaien in het gras aanwezig is in kuil of schuur te brengen. Nog meer dan in een normaal jaar geldt daarom, dat we moeten kuilen volgens een goede me thode. Dit betekent voordrogen of maai- kneuzen. De' zetmeelwaardeverliezeri zijn bij een goede methode van kuilen zeker de helft lager dan bij toepassing van het zg. warme inkuilen, zoals dat voorheen algemeen werd toegepast. Wat het hooien betreft kan het dit jaar dubbel belangrijk zijn om tot hooi- ventilatie over te gaan. Hoewel we goed overtuigd zijn van de waarheid van de zegswijze: „Lest heugt het best" menen we toch, dat er maar dan ooit reden is om alle mogelijkheden, die de groei gevorderen en de verliezen ver kleinen, te gebruiken. spoorstraat 30 tel. 02230-14541* leder mens heeft toch met geld te maken? Veel of weinig, dat doet aan het feit niks af. Neem nou maar als je je keukentje wilt vernieuwen. Dan schiet je spaargeld toch wel eens tekort? Geen ramp, je stapt gewoon bij de bank binnen. Ga je een dagje naar Brussel? Je haalt je francjes bij de bank Heb je een paar tientjes over? Dan zorgt de bank er wel voor dat je er aan verdient ookl Een bank gaat toch ook met z'n tijd mee. Heus, met de NMB kan ik net zo goed overweg als met m'n huis houden. En dat zegt wel wat, al zeg ik het zélf nederlandsche middenstandsbank de bank waar óók u zich thuis voelt! SPORT EN SPEL in het afgelopen weekend UITSLAGEN ZATERDAG 2 MEI 1970 Adspirantcn Cocksdorpa-Tex. Boys a 01 Texel a-De Koog a 50 Pupillen Afdeling A De Koog a-Texel a 13 Texel c-Texel' b 02 Afdeling B De Koog b-Texel d 02 ZONDAG 3 MEI 1970 Afdeling Ncordholland Blokker-Tex. Boys 10 De Koög-DESS 31 Oosterend-Sporting S. 20 Schagen 5-Oosterend 3 11 Junioren De Koog-Cocksdorp 51 BLOKKERS-TEX. BOYS 1—0 In een harde wedstrijd (Blokkers had de punten hard nodig), onvoldoende ge leid door de scheidsrechter, hebben de Boys de winst aan Blokkers moeten la ten. Goed voetbal was, mede door het slechte veld, hier uiteraard niet moge lijk. De meeste eer viel te behalen door de Boys-achterhoede waarvan H. Witte Dzn. in grote vorm opereerde en ook keeper Hank Witte goed werk deed. Met veel geluk wist Blokkers uiteinde lijk toch eenmaal te scoren. Verschil lende Boys-spelers verlieten licht hin kend het strijdperk. C Kuip reeds een kwartier voor sluitingstijd. TEX. BOYS a-COCKSDORP a 1—0 Misschien door de tegenstrijdige be richten kwamen verschillende Boys spelers niet opdagen. Uiteindelijk kon er met 10 man gestart worden. Ondanks dezex handicap werd de winst toch, met 10, binnengehaald. Woensdagavond wordt er weer ge speeld. Wéér op eigen terrein, om 7 uur tegen Oosterend b. Zegt het voort. DE KOOG-DESS 3—4 De strijd leek hoopvol te beginnen voor De Koog, maar toen Strick een doorbrekende speler van Dess aanviel in uiterste nood betekende dat een pe nalty voor Dess en tevens keeper Strick van De Koog geblesseerd. Door deze te genslag was De Koog nergens. Twee treffers plaatste Dess voor de rust nog in het Koger doel. Rechtsbinnen Reus had wel zijn dag voor Dess. De penalty en de twee doelpunten nam hij voor zijn rekening. Toen veerde De Koog weer op bij een treffer van Verseput. De Koog werd sterker en bij Dess begon het te rommelen. Maar het wist tot de rust de 31 voorsprong vast te houden. Na de rust hetzelfde beeld met een be ter De Koog, dat Dess voor grote pro blemen stelde In de 14de minuut bracht Duyzer voortreffelijk op: hij zig zagde voorbij drie, vier mannen van Dess en bediende Bremer voortreffelijk, wat tevens 32 was. In de 20ste mi nuut weer zo'n aktie van Duyzer naar Bremer die door schoof naar de gereed staande Bakelaar die De Koog naast Dess schoot: 33. De Koog rook de winst maar Dess gof zich zo maar niet gewonnen. Bij een ogenschijnlijk niet gevaarlijke uitval van Dess greep De Koog niet op tijd in en het was doel punt: 43 voor Dess en hoe De Koog het ook nog probeerde, het bleef 4—3 voor Dess. Jun. DE KOOG-COCKSDORP 5—1 De Koger junioren overspeelden Cocksdorp junioren geheel. Bij een fut loze strijd van Cooksdorp liep De Koog naar een 51 voorsprong. Voor de rust 2 treffers van List en 1 van Jonker, uit een hoekschop van List. Na de rust leek Cocksdorp er anders over te gaan den ken. In de 5de minuut na de rust doel puntte Cocksdorp middels haar rechts binnen Nieboer: 31. Toen nam De Koog het heft in handen en List en Jonker brachten de eindstand op 51 voor De Koog. MEDEDELINGEN S.V. De Koog Zaterdagavond 9 mei, bingo-avond voor S.V De Koog m „Het Witte Huis", onder leiding van recreatieleider J. M. de Vries. Het belooft een leuke, gezel lige avond te worden. Iedereen is wel kom op deze avond, aanvang 8 uur en mooie prijzen. leuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiii uillllllliuiiuuillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliu FEUILLETON door TOM LODEWIJK aniumiiiHiiiniuiiiimiiiimimuunimttaininyiiiiiiniinBuuinuAiiUMamiiim. |24. En op dat moment moest natuur- de heer Meindertsma oprijzen van |n stoel, het glas opgeheven in de (.Dames en heren", zie hij, „ik moet J iemand drinken. Dat voel ik in m'n Itten. En op wie? Dat wou ik nou es Jen op onze nieuwste aanwinst. Nee pnes, ik weet wel dat jullie jaloers |nt, jullie wilt natuurlijk allemaal de tverkorene zijn. Ik heb jullie alle- l in m'n hart gesloten, kan me niet felen, wat jullie mannen ervan zeg- Wie duelleren wil met me, kan Jnavond om acht uur terecht bij het Pitje. Kopje en bordje meenemen alst- (lieft. Ik wil drinken op mevrouw peberg. Ik vind dat ze het maar dap- volhoudt met dat mooie stelletje ons, en ik vind ook dat ze er ieder Kr beter gaat uitzien!" [Ja, ja!" riepen allen en keken naar pe, die daar zat met een hoge kleur I inderdaad plotseling tien jaar jon- P leek. Hoe lang was het geleden, dat 1 het middelpunt van een gezelschap s geweest? I Mevrouw Treeberg, we zijn blij dat [het dek van de boot verlaten hebt en gelid bent komen versterken. Het u goed en het doet ons goed. We i maar kort bij mekaar, straks ver- looien we ons weer naar alle wind- IIIIIIIIUIIIIlMIlüJUlllllillllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllHII streken, maar laat herinnering aan deze vakantie ons allemaal bijblijven, men! En prosit in de gemoedelijkheid! Daar ga je!" En toen stonden ze allemaal en hie ven hun glas en klonken met Tine, en Els Hazelaar zag verbaasd hoe haar ogen straalden en hoe leuk ze er weer uitzag. En een plan, dat bij haar was gaan rijpen, kreeg opeens vaste vorm. Toen Tine die avond weer op de boot terugkwam zei ze „Els, ik ben doodmoe maar ik ben voor het eerst sinds lange tijd echt gelukkig geweest". Voor ze naar bed ging, schreef zc een brief naar Anneke. Die had nu zo lang haar moeders geweeklaag gehoord, het werd tijd dat ze eens een ander ge luid vernam. Ze ging van de boot af, hoorde van uit de salon nog het lachen en praten van de anderen. Uit de hotels langs de oever klonk gedempte muziek. Lang- zam liep ze langs de Rijn, genietend van de rust, van de ontspanning. Daar schemerde al de gele brievenbus. Met een voldaan gevoel liet ze de brief er in glijden en liep de weg terug. Aan de nachtelijke hemel straalden de ster ren. Op de rivier pinkelden de lichten van voor anker liggende schepen. Er gens sloeg een torenklok. Dankbaar verwonderd zuchtte ze. „Toch is het leven goed". HOOFDSTUK XI Aankomst van spuit elf „Heb je zin in een loopje?" vroeg mevrouw Broers aan Anneke. „Altijd" zei die vrolijk. „Naar het dorp? Hebt u nog wat vergeten?" „Ja kind, we krijgen vandaag een gast". „Wie?" vroeg Anneke gretig. „Nou, zul je wel zien". „Jakkes, wat bent u geheimzinnig". „Niks geheimzinnig maar je weet ik houd van verrassingen. Je zult wel zien". „Wat is het? Een man of een vrouw, een kind?" „Sinterklaas", lachte Mies Broers. „Tjakkes tante Mies, wat doet u mys terieus". „En wat ben jij nieuwsgierig. Wel nee kind, het is niks bijzonders, maar nou ja, je zult het wel zien. Misschien wordt het gezellig, misschien niet. En als ik het je op voorhand vertel zeg je misschien hoera! en het wordt niks, of je zegt: bah! en het wordt leuk". „Ik merk het wel, u bent weer in een van uw politieke buien. Nou goed, ik zal niet zeuren hoor, als u het me niet vertelt ga ik wel naar oom Karei. Die vertelt me alles". „Dacht je maar. Trouwens, hij weet er nog niks van". ,.Was er nog post?" „Nee, vandaag niets". Gisteren was er een brief gekomen van de jonge dokter en daarin had hij aan Anneke dg hartelijke groeten ge daan. Het deed haar goed, dat hij nog aan haar dacht. Terwoerd leek een eeuwigheid weg, maar ze kon het niet vergeten. Anneke ging deze dagen als feestda gen door. Het scheen dat haar krachten met het uur terugkwamen. De heerlij ke, gezonde berglucht, het prachtige weer, de verrukkelijke omgeving, de rust, de gezelligheid in het doktershuis, de gemoedelijkheid in het kleine berg dorpje waar ze al zoveel mensen kende, die haar altijd vriendelijk groetten en te vinden waren voor een praatje, deed haar deze vakantie ondervinden als de mooiste tijd, die ze in haar leven nog had gekend. En met stralende ogen had ze tante Mies een gedeelte voorgelezen van de brief die haar moeder haar had ge schreven, een brief met 'n Duitse post zegel. „Lieve kind, ik moet in deze dagen heel veel nadenken. Ik kom steeds meer tot de conclusie dat ik het verkerd heb aangepakt, door helemaal niets aan te pakken toen je lieve vader van ons heenging, door me helemaal te wikke len in mijn verdriet. Daar heb ik me zelf mee te kort gedaan, dat voel ik nu, maar daar heb ik vooral jou heel erg mee te kort gedaan. Nu pas begin ik'te begrijpen, hoe jij je altijd voor mij hebt opgeofferd en ik zou wel willen, dat je op dit ogenblik bij me was, dat ik het je allemaal zou kunnen zeggen. Maar ik ga het van nu af anders doen. Allerlei mensen hier hebben me, zonder het zelf te weten, daarbij geholpen. En als ik er iets aan kan doen om jou gelukkig te maken, dan zal ik het doen. Ik verlang er ver schrikkelijk naar je weer te zien, maar blijf daar nog maar, want het is zo goed voor je, je hebt het zo nodig en je hebt het zo dubbel en dwars aan mij verdiend". „Moeder overdrijft verschrikkelij", had ze gezegd, maar ze moest toch even slikken. „Je moeder heeft een prachtige kuur ondergaan", zei Mies Broers. „Ik had wel gehoopt dat 't haar goed zou doen, maar ik had niet verwacht dat ze er zó door zou veranderen". „Ze heeft aan Berts moeder cok een reuze-vriendin", meende Anneke. „O ja, Els is hartelijk en doortastend allebei. Net wat je moeder nodig heeft. Ik ben blij dat die twee elkaar juist op dit moment weer hebben gevonden". En zo waren alle dagen voor Anneke dagen vol licht en blijdschap. „Als u dan toch niks vertellen wilt, vertel me dan wat ik halen moet". „Een blikje schelvislever en een blik je zalm, meer niet". „Dan ga ik nu meteen naar Frau Wil- dendorf". „Dan ben je vooreerst nog niet te rug". Frau Wildendorf, de eigenares van de grootste winkel in het dorpje, had Anneke in haar hart gesloten en probeerde haar steeds mee te lokken voor een „tasse Kaffee". ,;Die zalm zal er niet van bederven" lachte Anneke en ging neuriënd de deur uit, het slingerende pad af naar het dorp. Frau Wildendorf was er zelf niet, dus ze was gauw klaar. Nu ging ze nog even naar de „Drei-eck" een punt vanwaar je heel het dal kon over zien en waar een bank stond voor hen, die van het uitzicht wilden genieten. Het was Anneke's lievelingsplek. In de ochtendzon zat ze daar op de bank in haar Dirndl-jurk, die haar een meisje van negentien deed lijken in plaats van een jonge vrouw van vierentwintig. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1970 | | pagina 5