ILLES DRAAIT DM MOEDER"
tapijten voor
fabrieksprijzen
betaalt u dubbel
aan ergernis!
nee, tapijten koopt u bij
OOK VOOR EEN
PERSOONLIJKE LENING
(jamttuw tijd mee-ganaardenmb!
27
rubriek voor
LANDBOUW en VEETEELT
Voorspoed en tegenspoed
liij de bietenteelt
Vd
Als II straks gaat inkuilen
DEN HELDER
spoorstr. 30 tel. 02230-14541
Steeds meer muur in
DE
grasland
TWEEDE blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 22 MEI 1970
em-
ds
ods ireeg.
plit
MA
Onder reliflMie
T >an (.roninnci
Als ik op dit mement durf praten
ivtr voorspoed bij de bietenteelt, dan
ieb ik in de eerste plaats de over het
dgemeen zeer goede opkomst van de
lieten op het oog. Het blijkt dit jaar
vel zeer duidelijk, dat een goede vocht-
foorzicning van groot belang is bij de
ipkomst van de bieten. Met uitzonde-
ing van de allerminst gezaaide per-
:elen is het zaad terecht gekomen in
rend, die nog vochtig was, of al heel
[auw na het zaaien voldoende vocht
Voor een groot gedeelte van de bic-
'npcrcelcn geldt verder, dat na het
puiten van het onkruidbestrijdings-
nidclel Pyramin voldoende regen is ge-
rallen om van een goede werking van
'yramin verzekerd te zijn.
In een enkel geval kon de Pyramin-
lespuiting in vroeg gezaaide bieten niet
vorden uitgevoerd, omdat al direkt na
iet zaaien zoveel regen viel, dat het
oor de spuitmachine onmogelijk was
ip het land te komen.
Voor de in het laatst van april en be-
>in mei gezaaide bieten is tot nu toe
ie hoeveelheid regen onvoldoende ge
veest (het is op het moment 14 mei)
Pyramin goed aan het werk te zet-
Als eerste bestrijding
niet goed gelukt is
Iedere bietenteler is er op het mo-
nent wel van overtuigd, dat he't op dit
loment niet meer mogelijk is de ver-
orging van het gewas op de „ouder
wetse" manier, d.w.z. met hak en schof-
el uit te voeren. Zeker niet bij de on-
ruidbezetting van de meeste Texelse
«rcelen.
Het is daarom zaak zich af te vragen
e; welke mogelijkheden er nog zijn als de
V3 'yramin-bespuiting niet het gewenste
esultaat heeft gegeven.
Op het moment hebben we daarvoor
Benatal een zeer goed middel. Bena-
kan worden gebruikt vanaf 14 da-
en na opkomst van de bieten tot op
et moment, waarop het gewas zich
aat sluiten. Het .tijdstip van bespui-
ïg kan worden vastgesteld aan de
id van de ontwikkeling van het on-
ruid. Als we kunnen aannemen, dat
et meeste onkruid boven de grond is,
het zaak om zo spoedig mogelijk te
puiten. Wordt het onkruid nl. te groot,
an zullen speciaal onkruiden als var
ensgras, kleefkruid, kamille en muur
iet meer gedood worden.
heid Pyramin nog bewerken, dat later
kiemende onkruiden eveneens gedood
worden.
Terwijl wc ons op de laatste dagen
van april nog afvroegen of er dit jaar
wel gras zou komen om in te kuilen,
kunnen we nu 14 dagen later aanne
men, dat er zeer binnenkort weer gras
voor de kuil zal worden gemaaid. In
een heel enkel geval zal dit zelfs al ge
beurd zijn op het moment, dat u deze
regels onder ogen krijgt.
Vorig jaar hebben we kunnen con
stateren, dat op heel wat Texelse be
drijven he»t inkuilen een vaste plaats
heeft gekregen, want hoewel er ook
vorig voorjaar beslist geen sprake was
van een goede grasgroei is er toch op
diverse bedrijven een „vroege" kuil ge
maakt We hebben het al eerder gezegd,
maar willen het nog eens herhalen, dat
het inkuilen van een mogelijkheid om
onder minder gunstige omstandigheden
toch nog iets van het gras te maken nu
is geworden een doelbewuste bedrijf s-
maatregel om van hoogwaardig gras
goed ruwvöer te maken. Hoewel we
kort geleden hebben vermeld, dat het
ook met uitsluitend goed hooi mogelijk
is om de winter door te komen menen
we, dat het met het oog op een bespa
ring van krachtvoer op het verkrijgen
van een goed beweidingsschema in het
eerste gedeelte van de weideperiode
van belang is om één of meer percelen
te bestemmen voor het inkuilen.
Welke methode
Het ziet er naar uit, dat er dit sei
zoen weer meer voordroogkuilen ge
maakt zullen worden. De methode van
het voordrogen heeft over het algemeen
in het vorige seizoen goed voldaan.
Vooral de voordroogkuilen, waarvan
het gras los aan de loop werd gebracht
leverden over het algemeen een zeer
goed produkt. Bij de pakjeskuilen kwa
men meer mislukkingen voor en vooral
in de gevallen, waarin pakjeskuilen uit
sluitend met plastic werden afgedekt is
heel wat gras minder goed uit de kuil
gekomen.
De voordroogmethode is vöoral aan
trekkelijk voor bedrijven, waar men
kans ziet een groot deel van het werk
zelf te doen. Als men tijd en gelegen
heid heeft om het gras zelf te maaien,
te schudden en bij elkaar te rijden is
voordrogen een goedkope methode. Ook
als men voor het bij elkaar rijden al
leen de opraapwagen nodig heeft is de
voordroogmethode nog goedkoop.
Toch zal het wel zo zijn, dat ook dit
jaar nog een vrij groot aantal veehou
ders blijft doorgaan met de maaikneus-
methode. Deze veehouders hebben met
deze methode goede ervaringen opge
daan en het is hen bovendien heel wat
waard, dat het inkuilen niet veel eigen
tijd vraagt. We hebben de indruk, dat
spe'ciaal in de laatste maand van de af
gelopen winterperiode de waardering
•voor maaikneuskuilgras nog weer lis
toegenomen. Terwijl het de laatste we
ken zeer moeilijk was om voordroog-
kuilgras goed te houden gaf dit bij het
maaikneuskuilgras geen enkele moei
lijkheid.
Waar u aan denken moet
Als u gaat voordrogen, dan is het
zaak, dat v daarvoor vrij jong en blad
rijk gras neemt. Hoe meer stengels er
in het gras komen, hoe moeilijker het
wordt om het gras in de winterperiode
koud te houden.
Verder is het van groot belang, dat
het gras voldoende droog is en boven
dien gelijkmatig droog is. Het is voor
een voordroogkuil funest om plukken
gras te hebben met 50°/o droge stof en
daarnaast ook plukken met 30% droge
stof. Daarom is het nodig gras voor de
voordroogkuil zeer intensief te bewer
ken met een goede schudder. Net als
vorige jaren zijn we graag bereid om in
gevallen, waarin men moeite heeft met
het schatten van het gehalte droge stof
monsters gras voor u te onderzoeken.
Ook in het afgelopen seizoen is weer
duidelijk gebleken, dat maaikneuskuil-
gras van doorgeschoten gras een aan
vaardbaarder produkt oplevert dan van
jong, bladrijk gras.
Weliswaar krijgt men van gras in dit
stadium een voer met een wat lager
eiwitgehalte, maar we zijn van mening,
dat u op deze wijze toch een „gezonder"
ruwvoer krijgt.
Als algemeen advies voor de voeder
winning noemen we nog het voorko
men van sterke verontreiniging met
zand. U moet hier bij iedere bewerking
vanaf het maaien tot het moment,
waarop het gras aan de kuil komt be
dacht zijn.
Verder is het zaak de bespuiting niet
it te voeren kort voordat regen ver
dacht kan worden.
Van Betanal wordt een hoeveelheid
an 6 - 7V2 liter per ha gebruikt. Als
a het zaaien nog ge enPyramin is ge
mikt is het aan te bevelen om naast
e genoemde hoeveelheid Betanal 2 li-
t Pyramin bij te mengen, omdat Be-
inal alleen de onkruiden doodt, die op
et moment van de bespuiting boven de
•ond staan. Krijgen we later voldoende
gen, dan kan de toegevoegde hoeveel-
leder mens staat wel eens voor
onverwachte uitgaven. Oplossing?
Een persoonlijke lening bij de NMB.
Dat gaat zonder veel pape
rassen of plichtplegingen.
U leent bijvoorbeeld
3000,-. U lost af 18 x
185,94. Rente en kos
ten zijn daar al bij in
begrepen. Stap even
naar de NMB. Binnen
enkele dagen is alles
voor elkaar.
nederlandsche
middenstandsbank
de bank waar óók u zich
thuis voelt!
Telkens krijgen we op het moment
weer vragen en opmerkingen over het
probleem van het onkruid muur in
grasland. Vooral in pas ingezaaide wei
den kan de muurbezetting zeer sterk
zijn. Maar ook in ouder grasland zien
we meermalen zeer veel van dit on
kruid.
Uiteraard wordt de vraag gesteld wat
de oorzaak is van het veel meer optre
den van muur. Ik geloof, dat daarover
het laatste woord nog niet is gezegd.
Het is niet onmogelijk, dat de zwaarde
re stikstofbemesting één van de oorza
ken is. Het is bekend, dat muur vooral
thuis is op stikstofrijke grond.
In diverse gevallen is de bezetting
met muur zo zwaar, dat er iets aan ge
daan moet worden. Veelal probeert men
het eerst met een intensieve beweiding.
Vooral van een beweiding me"t schapen
verwacht men in dit opzicht iets. Onze
ervaring is, dat dit tegenvalt. Hoewel
schapen bepaalde onkruiden vreten is
dit met muur niet het geval.
Een andere mogelijkheid is het af
maaien van gras en muur. Men kan
daarmee wachten totdat er voldoende
gras staat om de hele massa te kuilen.
Uiteraard is dit materiaal bij een zware
muurbezetting ongeschikt om voorge-
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt op 24 mei op om 4.35 uur en
gaat onder om 20.39 uur; 27 mei op om 4.31
uur en onder om 20.43 uur.
Maan: 27 mei L.K.; 4 juni N.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild
22 mei 9.12 en 21.42; 23 mei 9.52 en 22.22;
24 mei 10.34 cn 23.00; 25 mei 11.18 en 23.36;
26 mei 11.59 en 27 mei 0.14 en 12.45;
28 mei 0.59 en 13.39; 29 mei 2.00 en 14.52;
30 mei 3.20 en 16.15.
Aan het strand is het ongeveer een uur
eerder hoog water.
droogd te worden. Het best zal dit kun
nen gebeuren met de maaikneuzer,
hoewel we er op moeten rekenen, dat
de voederwaarde en smaak van een
dergelijke kuil wel iets minder zal zijn
dan van „schoon" gras.
Na een beweiding van zo'n perceel
kan men de restanten ook maaien. Het
zal zaak zijn om er naar te streven zo
kort mogelijk te maaien. We zijn er
niet zeker van, dat men op deze wijze
in één keer van het onkruid muur af is.
Ook chemische
bestrijding mogelijk
Het is heel goed mogelijk om dit on
kruid chemisch te bestrijden. Men ge
bruikt hiervoer de groeistof MCPP. Als
van dit middel 4 liter per ha verspoten
wordt op muur, die nog aan de groei is,
is er een grote kans, dat men dit on
kruid in één keer kwijt is.
Naast de algemene bezwaren tegen
chemische bestrijding moeten we in dit
gdval noemen de schade, die MCPP
doet aan klaver. Vooral klaver in nieu
we" weiden krijgt door een MCPP-be-
spuiting een flinke afrekening.
Als het probleem met muur in de
nieuwe weiden op geen andere manier
dan door een chemische bestrijding is
op te lossen, dan moeten we ons afvra
gen of het nog verantwoord is om kla
verzaad in de mengsels op te nemen.
Vooral ook omdat bij de zware stik
stofbemesting, die op diverse bedrijven
wordt toegepast de klaver toch na éen
of twee jaar verdwenen is.
lüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiium
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
^lllllillllllllllUIIUIIIIllüilllHIIIIIIUlUllMIlUIIIIIIUIIIIliniillllllllUIDIIIlllllUIIIIIUIllllllllUlilllUUUUUUIIIIIIÜUIIIIIIUUIllUIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
kwam zó maar iemand voor haar!
Hij was nog geheel de oude Mein
dertsma, de vrolijke en gezellige grap
penmaker. Hij informeerde naar haar
plannen en ze vertelde van het voorne
men, samen met Els Hazelaar van dit
huis een pension te maken. „We zitten
alleen nog met de financiering", zei ze,
„maar ik heb er vertrouwen in dat dat
wel in orde komt".
„Daar zou ik me maar geen zorgen
over maken", zei hij. „U redt dat wel".
„En hoe gaat het met u?" vroeg ze
toen opeens. „U ziet er wel altijd uit
als een goudhaantje.
„Waarom vraagt u dat?"
„Ja, waarom vraag ik dat? Uit be
langstelling. Een vrolijk mens heeft het
daarom nog niet altijd makkelijk".
„Nee", zei hij en zette zijn kopje neer.
„Dat hebt u goed gezien, mevrouw
Treeberg Maar ik was bang dat er iets
aan mij te zien was".
„Nee, en toch ja. Zo onder het pra
ten leek het me soms, of uw gedach
ten ver weg waren".
„Dat is niet beleefd van me".
„Och beleefdheid. Wees die u bent.
Daarmee komt een mens het verst".
„Och ja", zei hij, „nu ik wil open
kaart met u spelen. Het is ook niet
zo best als het allemaal lijkt. Om het
maar meteen te zeggen: de dokter heeft
me verteld dat als ik nog een beetje
van het leven wil genieten, ik moet
stoppen met hard werken. Mijn hart
laat het anders afweten".
Het was even stil. Tine hoorde de
klok tikken. Ze begreep dat wat haar
bezoeker in die weinige, zakelijke
woorden, zo schijnbaar neutraal, had
verteld, voor hem een vonnis beteken
de.
„Ach", zei ze. „Dat is erg. Dat moet
heel erg voor u zijn".
„Ja, dat is het En nu heet u me heel
hartelijk welkom en hebt misschien ge
dacht: daar is een vrolijke, gezellige
bezoeker, en nu zit ik u na een kwar
tier al te vervelen met zelfbeklag".
„U verveelt me niet en ik hoor geen
zelfbeklag. Ik vind het fijn dat u ge
komen bent".
„Mevrouw Treeberg, laat ik eerlijk
zijn. Ik kom maar met zo toevallig
langs. Ik kom expres naar u toe. Ik
moet er met iemand over praten. En
toen dacht ik aan u".
„Waarom aan mij?"
„U hebt ook een klap gehad en u
ging er bijna onderdoor. En ik heb met
verwondering gezien hoe u er zich
overheen hebt gezet".
Tine kreeg een kleur.
„O meneer Meindertsma, wat ver
kijkt u zich op mij! U moest eens we
ten hoe lang ik mezelf en anderen tot
last ben geweest, hoe ik me begraven
heb in mijn ziekte, in zelfbeklag. Dat
mijn dochter zo ziek werd, kwam door
mij".
„Dat geloof ik niet. Misschien droeg
het er een beetje toe bij. Maar uw na
righeid bezorgde haar geen longontste
king".
Tine lachte.
„Nee, zo gezienmaad ik ben he
lemaal geen heldin".
„Nee, juist daarom. U zult het begrij
pen. Voor mij staat het bord nu in
eens op stop. Ik kom er wel overheen,
ik wil er overheen komen. Maar je
zou es met iemand willen praten, het
samen met iemand bekijken".
„Dan ben ik blij dat u hier gekomen
bent", zei Tine eenvoudig.
„Ja en nu hoef ik eigenlijk niet meer
te' praten. Het is van me af. Je hebt
soms alléén maar een mens nodig die
luistert. Ik ben altijd zo druk en ik
doe altijd zo vrolijk".
„Ieder hart kent zijn eigen bittere
droefheid", zei Tine zacht.
„Ach ja. Je moet je er niet mee op
sluiten. Ik dacht: ik ga naar mevrouw
Treeberg. Dan zakt het wel".
„En is het gezakt?" lachte Tine.
„Een heel eind. Ik wil nog verder
leven. Maar ik moet het veel kalmer
aan gaan doen".
„Dan zou ik daar maar es mee be
ginnen en niet meteen weer opstappen.
Ze zijn allemaal weg en blijven in de
stad eten, ik zit hier in m'n eentje,
blijft u hier gezellig eten, ja?"
„En u al die moeite geven?"
„Het is niet leuk alleen voor jezelf
eten klaar te maken en ook niet ge
zellig om alleen te eten. Dan maak je
een paar boterhammetjes klaar en een
glas melk. Nu kan ik eens tonen dat
ik wat kan".
„Als u het zo ziet, dan graag. Restau
rant-eten is ook met alles".
Hij keek een half uurtje later met
kennelijk plezier naar de keurig gedek
te tafel en de smakelijke hapjes, die Ti
ne had klaar getoverd.
,,'t Zal hier een goed pension zijn",,
zei hij tevreden. „En dat brengt me
op een gedachte, mevrouw Treeberg".
„Laat es horen, meneer Meindert
sma".
,.U zit nog met die financiering".
„Jawel".
„Ik heb een plan. Maar ik weet niet
of u het goed vindt".
„Vertelt u maar".
„Als ik hier nu es in sprong?"
„Financieel?"
„Ja. Zakelijk lijkt het me volkomen
verantwoord. U hoeft heus met dank
baar te doen of zoiets want ik ben za
kenman genoeg om te weten hoe ik
mijn geld beleg. Ik ken u en ik k?n
mevrouw Hazelaar, die is er geknipt
voor, zakelijke vrouw. En u bent het
type gastvrouw. Goeie combinatie. Mooi
huis, moet natuurlijk worden gemoder
niseerd. De gemeente hier komt steeds
meer in trek. Het is een gezonde onder
neming".
„Blij dat te horen".
„Maar dan zou ik u ook een gunst
willen vragen".
„En dat is?"
„Wilt u mij als pensiongast hebben?"
„U?"
„Ja. Ik moet weg uit de stad, zegt
de dokter. Naar buiten. Wandelen. Ik
mag nog wel wat zaken doen, maar
meer voor plezier dan omdat het moet.
Dan kan ik nog vele jaren mee, ge
looft hij. En dat geloof ik zelf ook
wel".
„U wilde hier komen wonen?" vroeg
ze verbaasd.
„Als het mag", zei hij bescheiden.
„Ja maar". Tine aarzelde. Ze stond
nu opeens voor zoveel belangrijke be
slissingen.
„Mevrouw Hazelaar heeft óók nog
een stem in het kapittel", glimlachte
Meindertsma.
„Inderdaad. Maar zou die zoveel be
zwaren maken? Anders moet je toch
maar afwachten, welke mensen je
krijgt?"
„Weet u, het is mij niet onverschil
lig waar ik kom. Ik ken u allebei. En
ne ik mag u allebei erg graag".
„Tja", zei Tine, nog niet alles met
een overziend, „ik moet zeggen, ik zie
niet in, waarom niet".
„Hebt u er geen bezwaar tegen?"
„Bezwaar? Tegen u? Ik zou haast
zeggen: het is een goed voorteken. On
ze eerste gast hebben we al, en die
gast is iemand die we graag zien".
„Blij dat u er zo over denkt. Nu moet
u es horen. Ik ben een man die houdt
van afmaken. Vanavond ga ik niet weg,
ik neem een kamer in het hotel hier,
en morgenochtend kom ik weer op de
koffie. Ja, ik ben een brutale vent om
mezelf zo maar uit te nodigen. Dan
is mevrouw Hazelaar er ook en slaan
we spijkers met koppen. Wat dacht u
daarvan?"
„Dat moesten we dan maar doen,
hè?" lachte Tine. Ze voelde zich op
eens wonderlijk bevrijd van haar toe-
komstzorgen. Het plan kon doorgaan,
het geld was er, de eerste gast was er.
En dan: een man in huis. Een man die
niet alléén maar een pensiongast was,
maar een belanghebbende, liever: een
belangstellende. Een opgewekte, gezel
lige man, die toch ook zorg nodig had,
waar je een beetje over kon moederen,
opletten dat hij niet te veel van zichzelf
vergde.
„Het is vandaag mijn geluksdag", zei
%j innig tevreden. „Daar ziet opeens
di> hele toekomst er anders uit".
Meindertsma was al vertrokken, toen,
de stadgangers terugkeerden. Tine had
veel te vertellen. Els Hazelaar klapte
in de handen. „Meindertsma! Maar dat
is gezellig!"
„Dus jij bent er mee akkoord!"
„Natuurlijk Tine. Kon 't mooier? En
alle zorgen aan de kant!"
Die avond wipte Tine nog even de
kamer van Anneke binnen om haar
goedennacht te zeggen,
„Moes", zei Anneke en streelde haar
gezicht, „je ziet er gelukkig uit".
Wij allebei", fluisterde Tine, „jij en
ik. En we beginnen allebei opnieuw".
EINDE