io n moeilijke keuze 1 v ndacht voor de bestrijding van kweek gametuwtijdmee-gaMardenmb 00K VOOR HOGE SPAARRENTE SMID JE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST WmmÊwmÊM iNDBOUW en VEETEELT GIR Bh Diepbewerking gaf resultaat Mengrotor gaat nog enkele treken door Nu™nog kuilen "Ste rfjjf Een Texels vervolgverhaal t0K BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 2 OKTOBER 1970 iriek voor EL EL EL ►♦♦♦4 Tele 'AG 3 ason e moei is ziel >eilijkl ell N. Doe- linies, van oerass oven kas 9 e nu entie zouden niet graag beweren, dat iemisch bestrijden van kweek de mogelijkheid is om dit lastige id kwijt te raken. Er zijn nog al- verbouwers, die er in slagen om ien zeer intensieve bewerking de baas ie worden. Dat „inter- moet er dan beslist wel bij. Als eiceel flink onder de kweek zit e beslist niet klaar met één keer lploegen, één bewerking met de itor en enige keren eggen. Om op mechanische wijze kwijt te is het nodig, dat de grond ge- de een periode van twee of drie den met overwegend droog weer lol tweemaal in de week „los" gehouden. zijn op het moment maar heel j bedrijven meer waar men dit weet te krijgen. En daarom is sen wonder, dat op steeds meer ven de weg van de chemische jding wordt gekozen, - Tijd en wijze gunstige tijd voor 'het chemisch jding van kweek is nu weer dicht- i tegenstelling met de bestrijding werkingen, verlangt de chemische jding nl. veel water. We denken jeciaal aan de bestrijding met het 1 TCA. De tijd voor het gebruik ndere kweekbestrijdingsmiddelen voorbij, terwijl we tevens moeten Hen, dat geen van de andere len tot nu toe de werking van .•vermaart. bestrijding van 'kweek op zand- gaat men steeds meer in de rich- het inwerken van TCA met de Na het spuiten van TCA wordt werking met de frees uitgevoerd. iee men bereikt, dat het bestnj- ruddel zeer goed met de kweek- ls in aanraking komt. Deze inten- verdeling van het bestrijdings- >1 door de grond geeft de mogelijk- op de te gebruiken hoeveelheid luinigen. Op grond van ervaringen men te kunnen zeggen, dat 50 kg die met de frees door de grond gewerkt eenzelfde resultaat als 70 - 75 kg TCA, waar na het n geen freesbewerking volgt, r kleigronden acht men een be ng met de frees minder gewenst, •thode voor klei- en zavelgronden men vasthouden aan een ibespui- na het op wintervoor ploegen, nj men er rekening imee moet n, dat de bestrijding op percelen, in het volgend jaar granen of ppelen worden verbouwd niet na iber moet worden uitgevoerd. Voor enkele andere gewassen is bekend, dat we al enkele jaren resultaten bereiken met chemi- testrijding van kweek in het vroe- jaar bieten worden verbouwd, orjaar op percelen, waar in het- lit jaar zijn met deze wijze van n weer goede resultaten verkre- blijkt nl., dat kweek speciaal in anden februari en maart zeer ge- ïs voor een chemische bestrijding, jrotere gevoeligheid betekent, dat en kleinere hoeveelheid bestrij- mddel de kweek onderdrukt kan n. Als de toestand van de grond t om met de spuitmachine op het e komen is het raadzaam om al in ri te spuiten. Een hoeveelheid van TCA per ha geeft dan een zeer bestrijding en deze hoeveelheid door het gewas bieten over het een goed verdragen. Ook in het lar gezaaide herfstknollen voor de «lt zouden een februari-bespui- ting zeer goed .verdragen. Naarmate het later wordt is het gewenst om zowel voor bieten als herfstknollen de hoe veelheid TCA kleiner te nemen. Komt men dicht bij de zaaitijd van bieten, dan kan het nodig zijn om de hoeveel heid te verminderen tot 10 kg per ha. In het laatste geval wordt nog een dui delijke remming van de groei van kweek bereikt, maar men kan niet ver wachten, dat in dit geval de kweek vol ledig verdwijnt. In het algemeen kan wel gezegd wor den, dat een volledig Slagen van een chemische kweekbestrij ding alleen ver kregen wordt als de chemische bestrij ding gevolgd wordt door de grond een week of vijf na de bespuiting nog één of enkele malen te bewerken en het verbouwen van een goed gewas, dat het uitgroeien van overgebleven verzwakte keekplanten verhinderd. Op een perceel van de heer K. Eel- man, „Noordwijk", waarvan in 1965 een gedeelte is bewerkt met de meng- woeler van de Fa. van Damme zijn dit jaar aardappelen verbouwd. Dit gewas stond zowel op de diepbewerkte grond als op het gedeelte, dat geen diepe be werking heeft gehad. Omstreeks 10 september zijn de aard appelen doodgespoten. Op dat moment waren de aardappelen op de normaal bewerkte grond vrijwel geheel afge storven. Op 't diepbewerkte deel stond het gewas nog vrij groen en we zijn stellig van mening, dat als de» aardappe len op dat moment niet waren doodge spoten de opbrengst met nog wel enkele tonnen per bunder zou zijn gestegen. Op 22 september zijn zowel in het diepbewerkte deel als in het gedeelte dat geen diepbewerking kreeg 3 veldjes gerooid. Na sortering en weging kregen we liet volgende resultaat. Onbehandelde grond Opbr. boven 40 mm 32.900 kg p. ha Opbr. beneden 40 mm 12.590 kg p. ha ^voordroogkuil kan maken is niet zo jf groot meer. Ook al weet u het gras ft flink droog te krijgen is er toch aan het f inkuilen van dit gras zonder toevoeging risico verbonden. Het is daarom verstandig om een toe voegmiddel te gebruiken. Al naar ge lang het nog gelukt het gras min of meer droog te krijgen moet er een gro tere of kleinere hoeveelheid melasse of suiker worden toegevoegd. Persoonlijk zijn we van mening, dat het met het oog op de arbeid en een goede verdeling van het middel ver standig is om melasse als toevoegmid del te gebruiken. We denken daarbij aan de toevoeging van melasse over de wiersen. We heb ben deze werkwijze deze week nog eens bekeken. Binnen een half uur had men met lVa man en een tractor met gier tank de benodigde melasse over'een op pervlakte van ruim 1 ha gebracht. Het komt ons voor, dat op deze manier ook de verdeling van de melasse door het gras zeer goed is. Herfstgras heeft in het algemeen een belangrijk lager suikergehalte dan voorjaarsgras. Het is daarom raadzaam om niet te zuinig te zijn met melasse. Als het gras weinig is voorgedroogd zal men naar 400 kg per ha moeten. Na enigszins voordrogen kan dit 300 kg per ha zijn. Bedenk daarbij, dat melasse naast de conserverende werking ook een direkte voedingswaarde heeft. De prijs van de melasse is al voor drie kwart gedeelte verantwoord door de direkte voedings waarde. Als u er dan tevens in slaagt door de melasse-toevoeging een goed geslaagde kuil te krijgen, dan is deze toevoeging een zeer rendabele zaak. In de week van 14 tot 18 september heeft de mengrotor gewerkt op het be drijf van de heer A. Dros Bzn., „De Volharding". Er is hier een oppervlakte van plm. 3 ha bewerkt. Op dit bewerk te perceel is inmiddels al rogge inge zaaid. Deze rogge moet dienen als be scherming van de grond in de komende winter en het voorjaar. De heer Dros is voornemens het ge was rogge in het voorjaar dood te spui ten en daarna zonder een verdere be werking bieten te zaaien. Over deze wijze van werken schreven we enkele weken geleden in deze rubriek. Het lag in de bedoeling om ook op het bedrijf „Irene" van de heer P. Rut ten in polder De Eendracht een opper- Het is goed sparen bij de NMB. De vele spaarvormen garanderen voor elke omstandigheid de hoogste opbrengst. Bovendien zijn er de 8%% NMS-Rentespaarbrieven. nederlandsche middenstandsbank de bank waar óók u zich thuis voeltl vlakte van plm. 2 ha te bewerken. Dit is jammer genoeg niet mogelijk ge weest. De ondergrond was hier zo nat, dat de zware machine wegzakte. Er zal in ieder geval deze herfst van een be werking van dit perceel wel niets meer komen. Op dit moment werkt de machine voor de 2de maal op het bedrijf van de heer R. Barendregt, „Wageningen". Er wordt hier zeer weinig zavel- of klei grond door het zand gemengd, omdat de kleilaag op een te grote diepte zit. De heer R. Barendregt vond het in ver band met de grote droogtegevoeligheid van het perceel toch van belang om een diepe bewerking te laten uitvoeren. Na het bedrijf van de heer Baren dregt komt waarschijnlijk het bedrijf van de heer K. Eelman, „Noordwijk" aan de beurt. Daarna zal vrij zeker nog op twee bedrijven in polder Eierland worden gewerkt. Het laatste werk zal gedaan worden op het zuidelijk deel van ons eiland. Er heeft zich nl. ook een gegadigde ge meld uit de P.H. Polder en een uit het Hoornder-Nieuwland. OPLOSSING KRUISWOORDPUZZEL Horizontaal 1. om; 3. notie; 8. ui; 10. Lea; 12. gelegen; 14. hut; 15. inha lig; 16_ motor; 17. eel; 19. K.M.A.; 21. lik; 23. Est; 25. t.n.o.; 26. t.a.v.; 28. nog; 29. tijd; 31. ai; 32. remedie; 34. rede; 35. appel; 37. Ria; 38. meren; 39. room; 40. Astarte; 42. l.k.; 43. tol; 44. mat; 45. les; 46. bijt; 47. gil; 48. sen; 50. vak; 52. kap; 55. tiran; 57. parasol; 60. toe; 61. stappen; 63. nijd; 65. op; 66. staan; 67. na. Verticaal: 1. o.l.; 2. mei; 3. Nel; 4. olie; 5. tegel; 6. i g.7. Eem; 8. uur; 9. it; 11. animo; 12. gas; 13. non; 14. holster; 18. liniaal; 19. knipoog; 20. kam; 22. koe; 24. tijdelijk; 25. taart; 26. tel; 27. verstek; 30. denkt; 32. rem; 33. dit; 34. ree; 36. politie, 38. m.t.s.; 40. aas; 41. rei; 46. baron; 49. nappa; 51. kas; 53. papa; 54. dan; 55. top; 56. N.T.S.; 58. ren 59. lijn; 60. To; 62. at; 64. da. We stellen ons voor, dat als boven staand programma is afgewerkt het seizoen intussen wel zo ver gevorderd is, dat de beste tijd voor een diepgrond- bewerking verstreken is. Totaal opbrengst 45.490 kg p. ha Diepbewerkte grond Opbr. boven 40 mm 43.700 kg p. ha Opbr. beneden 40 mm 8.740 kg p. ha Totaal opbrengs 52.440 kg p. ha Er was dus op de diepbewerkte grond een meeropbrengst aan knollen boven 40 mm van 10.800 kg per ha. Daar de opbrengst aan knollen kleiner dan 40 mm op het diepbewerkte deel 3.850 kg lager was is de meeropbrengst op de diepbewerkte grond 6.950 kg per ha, ofwel plm. 7 ton. Bij teelt voor de consumptie is het wel zeer belangrijk, dat de meerop brengst aan grotere knollen bijna 11 ton per bunder was. We hopen u over enige tijd ook het resultaat te kunnen geven van proef- rooiingen in de suikerbieten van G. C. Bakker. Het gaat hier om suikerbieten op normaal bewerkte grond en grond, die vorig jaar met de mengrotor van de Ned. Heidemij is bewerkt. Dank zij de overvloedige regen van een dag of veertien geleden en het daarop gevolgde mooie weer is de gras- groei nog weer op gang gekomen. Het ziet er naar uit, dat ook in 't eind van deze maand en in oktober nog gras zal worden ingekuild. De kans, dat u nu nog een goede 80. „Wees kalm, mijn vriend", zei smidje Verholen. „De kunst van het goudmaken, zult gij nooit vinden. En voor zover is het kan bekijken, zal dat niemand ooit lukken. Doch wat doet dat ertoe? Het goud is immers niet het be langrijkste in het leven? Het is toch ook altijd het gouw geweest, of het verlan gen ernaar, dat de oorzaak was van de vele oorlogen, die er zijn geweest? Wie zou er dan niet al het goud van de wereld voor overhebben, als hij daar mee kon bereiken, dat er nóóit meer oorlog kwam?" De oude alchimist snoot aangedaan zijn neius en mompelde. „Ghy syt een groot ende wys man, sinjeur. Ghy hebt my duydelyck aengetoond hoeseere ick myn tydt heb verenoeyt met het soecken naert waerdeloose gout. Steeckeblind was ick, want nimmer merekte iok datter intussen rondom my hene alderley vernuftighe saecken werden ontdeckt. In volslagen wanhoop liet de oude baas zijn hoofd op tafel zakken en hij barstte los in een droevig geween. „Goeie grutjes! Wat moet ik nou be ginnen met zo'n huilende man?" dacht de smid. Aarzelend begon hij de oude baas over zijn hoofd te strijken en met een opbeurende grijns zei hij: „Kom nou, meneer! Gij zijt een veel te knap man om zo te snikken. Kop op, hoor, want ik heb U dringend nodig om de valse Vosmaer te ontmaskeren. Gij moet heel netjes uw rol blijven spelen en tegenover Vosmaer net doen of ge nog steeds niet weet, dat er vliegtuigen en treinen zijn. En intussen moet ge al uw geleerdheid aanwenden om een tegen gif te vinden tegen dat geheimzinnige stofje, dat de geest van de mensen in de war gooit. En denk er aan: ik heb er haast mee". „Ick sal het voor U maecken", zucht te de rare alchimist. „Doch dat is dan meteen myn laetste werek. Daernae sal ick voor altydt de moede ooghen sluy- ten „Niet zo somber, meneer", lachte de smid (Wordt vervolgd) HOOFDSTUK I en de wat verderop aan dezelfde vonende eigenaar het zomerhuis elegen" zou hebben genoemd, dan die naam goed gekozen hebben, gging ervan was prachtig. Wie ie voorramen keek, zag, bijkans einder, akkers waarop 't graan en goudgeel opvlamde als de iden erover streken. Dat land- werd afgerond door enige don- ene bosjes, die twee hoog oprij - kerktorens ten dele aan het ge- >nttrokken. de achterzijde was het uitzicht der: een tweede zomerhuis stond i de rand van een moestuin die eden werd door rijtjes vruchtbo- die een mozaiek vorm den van luances, hier en daar onderbro- x>r wat bont bloeiende bloemen, frik van der Velden liep van het nster van het zomerhuis; naar het raam. Tien ging hij een poosje i liggen. Hij verveelde zich. Hij erst wat in het royale winkel en van de Texelse hoofdplaats kirg rondgehangen. Daarna was t zijn oude lelijke eend naar het ^strand getuft en had een wan- gemaakt langs de zee. rom was hij eigenlijk naar Texel gegaan; alleen, zonder iemand tegen wie hij kon praten? Waarom was hij niet naar een pension gegaan? Over die vragen dacht hij na, terwijl hij met gesloten ogen op bed lag. Het had hem leuk geschenen een zomerhuisje te hu ren, en voor zichzelf te zorgen, zelf zijn brood klaar te maken en zelf zijn eten te koken. Maar de werkelijkheid viel tegen. Misschien wel omdat hij alleen was, en dat alleenzijn, na de moeilijke jaren die achter hem lagen, extra zwaar op hem drukte. Met wie zou hij overigens moeten gaan? Hij had kip noch kraai in de we reld. Een kwart eeuw geleden, toen hij nog niet eens de kleuterschoenen ont wassen was, had de bezettende macht zijn familie uitgemoord. „Heulen met de vijand en hulp aan Joden", zo luidde de beschuldiging, die zonder vorm van proces in een executie door het vuur- peleton was omgezet. Er zijn vrienden? Met dat stel lanterfanters,, die hem al leen maar gebruikten om hun misdadi ge praktijken uit te voeren, en die hem daardoor diep in het moeras hadden gesleept, wilde hij breken, volledig. Zij noemden zich vrienden en hadden hem alleen maar als hun weerloos werktuig gebruikt, en uiteindelijk, toen zij tegen de lamp gelopen waren, hadden zij al les zo weten te stellen, dat hij de zwaarste straf had gekregen. Toen de gevangenisdeur achter hem gegrendeld werd, was hij vol goede voornemens en met de reclasserings- steun in de rug de wereld ingetrok ken. Dat was nu bijkans een jaar gele den. Er was hem een redelijk betaalde baan aangeboden, en door zuinig te le ven had hij genoeg geld kunnen opspa ren om een tamelijk bejaarde „eend" te kopen, waarvan de motor toch nog draaien wilde. Maar de eenzaamheid die drukte loodzwaar. Natuurlijk wis selde hij wel eens enkele woorden met zijn collega's en met de buren, doch er was geen mens met wie hij eens kon praten over wat er in hem leefde, over zijn strijd tegen de intriges van zijn voormalige vrienden, die nu eens met vriendelijke woorden, dan weer met gemene dreigementen poogden hun nut tig werktuig weer in handen te krijgen, de moeite die het hem kostte de verlei ding te weerstaan sterke drank te ge bruiken, die weliswaar alle leed tijde lijk doet vergeten, maar die de mens tot een willoos schepsel maakt, dat zon der verweer kan worden meegesleurd in de poel van verderf en ellende. Overal hetzelfde, in de stad, op Texel: eenzaamheid die knaagde aan zijn ze nuwen, die hem altijd weer herinnerde aan de misstappen die hij had gedaan, en die hem steeds bleven volgen, over dag en in de angstig donkere nachten en die als maar bleven pogen hem weg te trekken van het rechte pad dat hij met inzetting van al zijn krachten wilde blijven volgen. Zelfs met de ambtenaar van de reclassering kon en wilde hij niet daarover praten, menend dat zelfs die ambtenaar hem niet zou begrijpen. Hendrik stond op en dronk snel enige glazen koud water. Daarna drentelde hij naar hel; voorraam. De vallende schemering begon de verten te verdoe zelen. De vuurtoren slingerde zijn licht- tongen over het eiland. Meer dan een half uur stond hij te kijken hoe de nacht de dag verdrong. Toen sloot hij de gordijnen en besloot te proberen te gaan slapen. Hij hoorde nog hoe de be woners van het andere zomerhuisje thuis kwamen, vrolijk pratend. Toen dommelde hij in. HOOFDSTUK II Hendrik draaide zich om in bed. Het was al urenlang licht en de regendrup pels sloegen een roffel op het gegolfde dak. Hij had geen zin om op te staan. Zelfs een greep te doen naar zijn hor loge, dat naast hem op de tafel lag, was hem te veel. Hij zag op tegen de lange dag, die voor hem lag; eenzaam, altijd maar eenzaamheid. Zijn gemijmer werd afgebroken door zacht tikken op de deur. Met een sprong was Hendrik zijn bed uit en met een paar grote passen stond hij bij de deur. Toen twijfelde hij even. „Wie is daar?" „Ik", antwoordde een kinderstemme tje, „ik kom vragen of u even een blik opener aan ons kunt lenen, die bij ons in het huisje ligt deugt niet". „Ja, wacht een minuut, ik geef hem door het raam". Hendrik kleedde zich haastig aan en zocht in het kastje naar wat snoep, voor als het kind de blikopener kwam terug brengen. Er waren nog een paar zuur tjes. Hij kon zich rustig scheren en daarna ontbijten, voodat er weer geklopt werd. „Kom nu maar binnen". Er kwam geen kind binnen, maar een jonge vrouw. Hendrik voelde even het bloed naar zijn hoofd stijgen. „Neemt u me niet kwalijk, ik dacht dat het de kleine weer was". Haar glimlach deed hem twee rijen parelwitte tanden zien en haar ogen schitterden even. „Ik kom de opener terugbrengen. Vindt u het erg, dat ik gekomen ben, inplaats van mijn zusje?" „Natuurlijk niet, maar misschien ook wel", zei Hendrik, en wees naar de zuurtjes. „Hartelijk bedankt". Ze was al weer buiten de deur. In de tuin was de bejaarde tuinder bezig bessen te plukken. Even stond Hendrik voor het venster ernaar te kij ken. Toen werd zijn aandacht getrok ken door de buren, die in regenjassen gehuld het erf af liepen. Voordat hij wist wat hij deed, stond hij buiten en liep de beide meisjes achterna. „Mag ik mijn autootje aanbieden? Het is geen Mercedes, maar het rijdt en van binnen is het er droog in". „Wij moeten alleen maar even naar het dorp een paar boodschappen doen". Hendrik opende het portier van de Eend, die buiten het hek stond. „Stap maar in, dan zal ik u er droog heen brengen". Het ritje naar het dorp en terug had Hendrik goed gedaan. Onderweg had hij een luchtig gesprek gevoerd met het oudste meisje: over Texel, over het weer, over de vakantie. Dat simpele gesprek had hem goed gedaan, een ge sprek met iemand, die niets van hem wist, niets van dat ellendige verleden, dat voorgoed een stempel op zijn leven scheen .te hebben gedrukt. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1970 | | pagina 5