e moeilijke keuze voordeel voorbeeld Voorlichtingsavond over de ploeg en de ploeger SMID JE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST In den me ANDBOUW en VEETEELT JZ- Belangstelling voor de rundveefokkerij Ruwvoer voldoende? Oud-leerlingen naar Zuid-Laren Amateurtje brengt blijspel w r\ r\ Een Texels vervolgverhaal K. Plantinga Zoon. Bolsward. Anno 1870. Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 13 oktober 1970 ibifiek voor iH,i»kiio ♦♦♦4 nder grote belangstelling heeft indag in hotel „De Oranjeboom" voorlichtingsbijeenkomst plaats onden over „De ploeg en het ploe- georganiseerd door de fa. Van el Van Dorsten te Hoofddorp en derij Dros te Eierland. a een welkomstwoord door de heer Dros gaf de heer De Jong een uit zetting over de vertegenwoordiging landbouwmachines en de plaatsen, r de fa Van Driel Van Dorsten ilen heeft in Nederland, e heer A. J. van Rumpt, fabrikant Rumptstad ploegen behandelde •op de afstelling van de ploeg en 't gen. Nadat de oogst van het land Tijgt de grond een bewerking. Veel- legint de akkerbouwer met ploegen. veelvuldige bewerking van het I is funest, omdat er meestal struc- •bederf optreedt. Na de oogst ver- it de grond een bepaalde tijd rust te -angen en dit kan worden bereikt r er een groenbemesting op te zaaien ten wanneer er veel kweek of ande- wortelonkruiden in het land zitten het noodzakelijk zijn om de grond -art" te houden. Op lichte, onbe- iide grond is de kans op stuiven it en bij erge regenval is er de mo- jkheid van dichtslempen. Met een te bewerking is het mogelijk om de in d|id in goede conditie te houden. Eén die bewerkingen is het ploegen. V Ee het istr; I ill: Goede afsteling belangrijk en juiste afsteling van de ploeg geeft i ploegwerk en plezier aan de ploe- omdat er goed werk wordt gele- Voordat de ploeg aan de trekker dt bevestigd dient de trekker in te zijn. De hefinrichting dient au- atisch dieptegeregeld te zijn. Mocht trekker hiermee niet uitgerust zijn, kan er een diepteregeling op de g gemonteerd worden. Is een zeer belangrijk punt noemde (inleider de hoogte, waarop de on- ite hefarmen onder de trekkeras be- tigd zijn. De afstand tot de grond st 50 - 55 cm zijn. Bij gebruik van trekker met grote wielen is het no- om de bevestigingspunten weer op normale hoogte van 50 - 55 cm te igen De afstand van de armen on- de trekker moet altijd 20 cm klei- zijn dan de afstand van die armen de ploeg. Ie spoorbreedte van de trekker moet r en achter, links en rechts gelijk De bandenspanning is heel be- ;rijk. Zowel links als rechts gelijk 'n spanning van 1 atmosfeer Hier- 1 wordt bereikt, dat de band schoon !t, de nokken nu houvast in de grond het draagvlak van de band op de ad wordt groter, waardoor minder >e wielsporen en beter ploegwerk. e schijven dienen 2 cm buiten het i van de zooiplaten te staan en mo de voorscharen niet raken. Tevens len de schijven zuiver verticaal te n De as van de schijf moet boven ;rond blijven De controle en afstel- IIIIIHHI van de ploeg op bovengenoemde kan gebeuren op de' boerderij. het land kan de afstelling van de ;g in onderstaande volgorde plaats ien: lefin richting op gewenste ploeg- liepte instellen iloegbalk verticaal stellen opstang zo afstellen, dat de afdruk van het zooiijzer van het achterste ploeglichaam duidelijk zichtbaar is in de ploegvoor. Wanneer de top- stang te kort is afgesteld, dan vraagt de ploeg te veel trekkracht. De voor ste schaar werkt dan te diep d. gedurende het ploegen snijbreedte van de schijven controleren. Deze moeten zo smal mogelijk lopen en de zijkant van de ploegvoor vlak af snijden e. voorscharen zo ondiep mogelijk af stellen Punt van de voorschaar moet net vrij staan van het schijfkouter. Andere punten van belang Wanneer er een groenbemesting moet worden ondergeploegd moet men de voorschaar zo dicht mogelijk naar het ploegrister brengen met de snijhoek dwars op de rijrichting. Hierdoor zal de losgesneden grond als het ware in de ploegvoor rollen en het lange staan de gewas boven op de nog niet gekeer de ploegsnede plat strijken. Ook de grondlegging van de ploeg moet de aandacht van de akkerbouwer hebben. Veelal kan dit zeer gemakke lijk worden gecorrigeerd door de ris- ters in dwarse richting te verstellen. Bij lichte gronden kan meestal sneller worden gereden dan op de zware grond. Hierdoor zal het nster bij de lichtere gronden minder dwars staan dan op zwaardere gronden. Nabespreking In de discussie kwam naar voren, dat de akkerbouwers in andere delen van ons land overgaan tot ondieper ploegen. Veelal is de ploegdiepte daar niet groter dan 18 - 22 cm. De inleider was van gedachte dat dit ook op Texel mogelijk moest zijn. Hij was van oordeel, dat dit van belang was voor het boven houden van „levende" grond. De akkerbouwers uit polder Eierland waren van mening, dat dieper ploegen voordelen had op droogtegevoelige grond, omdat door de diepere bewer king de planten meer water tot hun be schikking krijgen. Een variatie in ploegdiepte is altijd gewenst, omdat hiermee wordt voorko men, dat er een ploegzool ontstaat. Zo wel de inleider als de aanwezigen wa ren van mening, dat het met het oog op de verdichting van de grond van be lang was van tijd tot tijd ondergrond- woelers te gébruiken. Demonstratie Dinsdagmorgen werd de theorie van de inleider gevolgd door een ploegde- monstratie op het bedrijf van de heer De Lugt, hoeve „Padang", Eierland. Hier werden drie ploegen gedemon streerd, nl. een één-scharige en twee twee-scharige Rumptstad ploegen. Bij de tweeschange ploegen was er ver schil in ristervorm. Alleen de ploegen met een universeel rister leverden goed ploegwerk. De „snelploeg" van Rumpt stad voldeed op deze grond niet. Op zwaardere kleigrond moet deze ploeg goed voldoen. Het belang van een goede afstelling werd hier gedemonstreerd door het feit, dat trekker en ploeg zonder chauffeur hun werk vervolgden. Ook voor deze demonstratie bestond een zeer goede belangstelling, zodat de initiatiefnemers op een zeer geslaagde avond en ochtend kunnen terug zien. J. Koolhof Met de uitbreiding van de rundvee houderij is ook de belangstelling voor de rundveefokkerij toegenomen. Een bewijs daarvan is het ontstaan van een tweetal zg. fokkersclubs op ons eiland. Zo'n „club" bestaat uit een tiental rund veehouders, die belang stellen in de fokkerij. Die belangstelling komt tot uiting in het regelmatig bij elkaar ko men in de winterperiode om problemen die zich voordoen bij de fokkerij te bespreken. De bijeenkomsten worden gehouden in de huiskamer van cén der leden, waarbij uiteraard ook het be kijken van de veestapel op het betref fende bedrijf een belangrijk onderdeel van de avond is. Het feit, dat de bijeenkomsten wor den gehouden in de huiskamer geeft een beperking aan het aantal deelne mers. Dit kan niet veel groter dan tien zijn. We hebben de indruk, dat er nog een aantol veehouders op Texel zijn, die er eveneens voor voelen deel uit te ma ken van zo'n fokkersclub, maar waar voor geen plaats meer is in de bestaan de groepen. Als die belangstelling er in derdaad is, dan is er een mogelijkheid voor een derde groep. Serieuze belang stellenden kunnen contact opnemen met de heer Jn. Kikkert JacznBeatrix- laan 148, Den Burg, telefoon (02220) 2104. Als u op de vraag of er op uw be drijf voldoende ruwvoer aanwezig is een ontkennend antwoord moet geven, dan is de mogelijkheid om de ruwvoe- dervoorraad met produkten van eigen bedrijf aan te vullen op dit moment praktisch niet meer aanwezig. Mogelijk zal er hier of daar nog een late gras- kuil worden gemaakt, maar we mogen er niet op rekenen, dat in oktober nog zoveel gras groeit, dat daarvan nog kuilgras gemaakt kan worden. Wel zal er voor veel bedrijven nog een mogelijkheid zijn om door het aan kopen van produkten van akkerbouw bedrijven de ruwvoedervoorraad te ver groten. We denken hierbij speciaal aan loof en koppen van suikerbieten, voer- bieten en voeraardappelen. We stellen ons voor, dat er ook heel wat veehouders zijn, die er wat moeite mee hebben om vast te stellen of de voorraad ruwvoer wel of niet vol doende is. Toch kan het voor het be drijf van belang zijn om hierover enige zekerheid te krijgen. We denken in de eerste plaats aan een beslissing over het al of niet aankopen van ruwvoer. Maar een inventarisatie, waaruit blijkt, dat de hoeveelheid ruwvoer onvoldoende is, kan ook aanleiding zijn om te overwe gen één of meer dieren op te ruimen. Op ieder bedrijf komen koeien voor, die om een of andere oorzaak afgezet moe ten worden. Constatering van een te kort aan ruwvoer kan tot de beslissing leiden om deze overtollige dieren ver vroegd af te zetten. Als u moeite hebt om na te gaan of de voorraad ruwvoer toereikend is voor de aanwezige veestapel zijn we graag be reid om eens op uw bedrijf te komen en een zg. voederbalans te maken. Zo'n „balans" vermeldt aan de ene kant de voederbehoefte van de veestapel en aan de andere kant de voederwaarde van het aanwezige ruwvoer. Als u meent dat het voor uw bedrijf van belang is zo'n balans te maken, dan kunt u contact met ons opnemen Op 20 oktober maken de oud-leer lingen van de landbouwschool een reisje naar de Paardenmarkt van Zuid- Laren. Wie mee wil, moet zich met spoed opgeven bij de heer C. P. Laan of deh eer J. Kager te Den Burg. DE WAAL De toneelvereniging 't Amateurtje te De Waal heeft sinds enkele weken het blijspel in drie be drijven „Engeltje" in studie. Het zal op de zaterdagen 14 en 21 november voor het voetlicht worden gebracht. 34 wart >0 coat met acrylbont 81. Smidje Verholen drukte de rare al chimist nog eens goed op het hart wat hij van hem verwachtte. „Denk er dus om", zei hij. „Morgenavond kom ik te rug om te zien of ge al gevorderd zijt met het werk. En dan kunnen we er meteens nog eens over praten wat er allemaal in dit oude kasteel schijnt plaats te vinden. Is dat afgesproken?" „Afgesproocken", beaamde de alchi mist treurig. Toen nam de smid afscheid en zei: „En onthoud het nu eens goed: U heeft een vriend gevonden, die U wil bevrijden uit de handen van Vosmaer en zijn boevenbende Met deze woorden ging hij er van door en een goed uurtje later lag hij op zijn kamertje onder de wol. De klok wees toen al vier uur en de smid zou dus geen lange nacht meer maken, want om half acht liep de wekker alweer af. Toch hadden die paar uurtjes nachtrust de smid goed gedaan, hetgeen duidelijk te zien was aan de actieve wijze, waar op hij even later bij sterke Stef binnen kwam. „Aha! Goeiemorgen!" riep Stef. „Al gewassen? Al gekleed? En de bolhoed alweer op de kop? Ga zitten, man! Ga zitten en weet een boterhammetje mee. Er is genoeg. Ik heb worst, brood, brood, boter, thee, en een schaal hadgekookte eitjes bovendien". „Eitjes lust ik graag", zei de smid. „Of je gelijk hebt, jong", vond Stef. „Eitjes bennen goed voor de spieren". |gad'len° wcot u; i bel cup id 11. aa tl 95 inty: 95 Hendrik deinsde terug voor het il, dat zelfs nog in het duister flik- de. Met één arm trachte hij de arm zijn tegenstander te grijpen, met de lere sloeg hij met al zijn kracht in rond, en opeens voelde hij dat hij lichaam van Klaas geraakt had. weer voor hem het blinkende staal, liet zich vallen en kwam op iets ds terecht. Klaas struikelde over lichaam. Met de snelheid van het ïrlicht was Hendrik weer overeind, harde voorwerp, een stuk wrak- it, klemde hij in zijn handen. Als een inzinnige sloeg hij ermee in de rich- waar hij meende dat Klaas moest en. Na enige minuten hield hij op. bleef stil, een stilte, die alleen .d verstoord door het breken van de ie golven op het strand en het ge- van het helmgras. aD voor stap liep hij achteruit, nkelde over iets en viel. Het stuk t kon hij niet langer vasthouden, poos bleef hij liggen, misschien en- minuten, maar misschien ook wel kwartier of een uur. Toen kwamen gevoel en de kracht terug in zijn waten. Hij stond op en greep de aarn, die hij in zijn zak had. In het r zijn hand gedempte licht zocht hij •mgeving af. nkele meters van hem vandaan d hij het lichaam van zijn tegensan- voorover liggend in het zand. ■st sprong hij erop, maar toen hij in lichtstraal van zijn lantaarn het unes verderop zag liggen, werd hij Hij rolde het lichaam van Klaas Het was volkomen slap. Dood con stateerde hij, vermoedelijk het hoofd geraakt met het stuk hout, de hersens ingeslagen. Even voeldt hij zich ontspannen door een gevoel van opluchting. Toen besef te hij wat er gebeurd was Hij was overwinnaar geworden in een strijd op leven en dood, maar ten gevolge daar van moordenaar. Naast hem lag een lijk. Wat moest hij daarmee doen? Met afgrijzen keek hij naar de plek waar het lichaam moest liggen, maar zonder de zaklantaarn kon hij het niet onder scheiden. Toen hij zijn gedachten weer beheer ste liep hij enige passen in de rich ting van de zee. Zou hij het lijk daar heen slepen? Neen, onmogelijk. De gol ven zouden het terugwerpen op het strand, en bovendien liep hij het gevaar dat hij vanuit de vuurtoren zou wor den gezien. Begraventoen hij hier heen kwam was hij langs enige strand huisjes gekomen: onder de vloer van zo'n huisje zou het lichaam voorlopig niet gevonden worden, en als hij het diep wegwerkte in het zand zou er misschien nooit een haan naar kraaien, tenzij René Met behulp van zijn lantaarn zocht hij het lijk weer op, sjorde het met enige moeite over zijn schouder en liep, door de duinen beschermd tegen het licht van de vuurtoren, naar de houten huisjes. Zij waren gesloten, en 't drong niet tot hem door dat het zelfs veel eenvoudiger zou zijn het lijk van bui tenaf onder de vloer van zo'n huisje te krijgen Hij deed een verwoede aanval op de deur van een van de huisjes. Met zijn volle gewicht beukte hij er tegen op. Vallend glas rinkelde en hij deed verschrikt enige passen terug. Een ruit je in de deur was gebroken. Dat zou een aanwijzing kunnen zijn. Dan toch maar beter het lichaam in de duinen te begraven. Opnieuw legde hij het slappe lichaam over zijn schouder. Moeizaam sleepte hij het over de eerste duinenrij. Toen legde hij het neer en bleef even rustig. Daarna ging hij dieper de duinen in op zoek naar een onbegroeide pan Plotseling een geritsel, anders dan het monotone geruis van de wind. Stok- sijf bleef hij staan. Nogmaals hetzelfde geluid; dat van dichtbij scheen te ko men. Hij smeet het lijk neer. Het rolde van een helling naar beneden. Hendrik vluchtte in doodsangst. Bijkans buiten adem kwam hij bij zijn autootje. Nu niet de motor aanslaan midden in de nacht, piekerde hij. Hij probeerde de wagen te duwen, maar kon hem niet teg ende hellende weg opkrijgen. Daar om liet hij de Eend staan, en legde de vier of vijf kilometer naar het zomer huisje te voet af. Het begon al te schemeren toen hij thuiskwam. Hij voelde zich te nerveus om te gaan slapen. Wel ging hij op bed liggen, geheel gekleed. Een nieuw pro bleem kwelde zijn geest. Moest hij hier blijven en zo gewoon mogelijk doen, of zo vlug mogelijk vertrekken. Zijn naam en adres waren hier niet bekend. Aan de eigenaar van het zomerhuisje had hij zich vluchtig voorgesteld, en het formulier dat deze hem gegeven had, had hij nog niet ingevuld. Aan het buurmeisje had hij zich helemaal niet voorgesteld. Hij stond op, stak een si garet aan, en besloot na veel wikken en wegen van Texel te verdwijnen. Het was even voor achten, toen in het andere zomerhuisje de gordijnen werden opengeschoven. Hij klopte er op de deur. Het meisje, in een duster ge huld, deed het slot eraf. „Zachtjes praten", zei ze, „vader is kreupel en die slaapt nog en Minnie ook". „Ik kom afscheid nemen. De zaak heeft me nodig". „Jammer, zeg, wanneer gaat u?" „Zo gauw mogelijk. Wilt u tegen me neer. tegen de eigenaar van het huisje zeggen, dat ik vertrokken ben. Ik heb hem al betaald". „Natuurlijk Misschien zien we el kaar nog wel eens. Schrijf uw adres op?" Hendrik grabbelde zijn pen en een stukje papier uit zijn zak en schreef een valse naam en een gefingeerd adres op. Het meisje was naar binnen gegaan en kwam terug met een blaadje waarop zij haar adres had geschreven. Hij stak het in zijn zak, zonder te lezen. „Prettige vakantie nog en veel zon", Vieux Plantiac zei hij met een geforceerde glimlach. „Goede reis en misschien tot ziens later". Haar stevige handdruk deed een warme gloed in hem opstijgen, maar die warmte verkilde toen tot hem door drong, dat er bloed kleefde aan de hand die zij gedrukt had. Haastig pakte hij de weinige spullen, die hij meegebracht had, in zijn koffer, en noteerde het adres van zijn buur meisje in zijn agenda, waarbij hij een code toepaste, zodat alleen hijzelf uit de vreemde combinatie van letters en cijfers wijs kon. Daarna ging hij op weg naar het autootje. Toen hij het bereikt had begon het te rommelen in de verte. Een half uur later barste een onweer in volle hevigheid los. Door een gordijn van water tufte het eendje over de ver laten wegen naar de veerboot in Het Horntje. HOOFDSTUK IV Door het koele water, dat langs zijn hoofd spoelde, kwam Klaas bij kennis. Vreemd, dat hij niet wist.Hij poog de zich op te richten om rond te zien, maar viel terug. Nogmaals probeerde hij het. Lang zaam rolde hij zich om en kwam op zijn knieën te liggen. Toen richtte hij zich op. Door een plotselinge duizeling zou hij weer neergevallen zijn, als hij niet een struik had kunnen grijpen. Toen hij even gestaan had ging het be ter. Alleen het hoofd deed erge pijn. Toch kwam zijn denkvermogen terug. Rondkijkend bemerkte hij dat hij in een duinpan stond, in de neerplensende re gen, terwijl in de verte de donder uit rolde. Op handen en knieën kroop hij om hoog tegen een duin. De felle wind, die in zijn gezicht joeg, deed hem goed. Hij liep lanzaam in de richting van het strand en geleidelijk kwamen de ge beurtenissen van de vorige avond hem weer in de gedachte. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1970 | | pagina 5