ït
Bijna tien tongmeer!
Sonnema
Berenburg
)e moeilijke keuze
SC
SMID JE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
FILMNIEUWS
ibriek voor
ANDBOUW en VEETEELT «-
vv
«I
Nu kweekbestrijding
Hoge nitraatgehalten
in stoppelknollen
De échte Dockumer sinds 1860
KB
ftPl
Route sluitingswandeltocht
Een Texels vervolgverhaal
V Vc
wa
riête
52.00
!2.0ö
L8.O0
)p h aten we eerlijk vertellen, dat we dit
rjuar aanvankelijk niet optimistisch
iw en over de resultaten van het werk
de mengrotor op het bedrijf van
heer G. C. Bakker, „Avanti", 't
rden. En wat de stemming van de
r Bakker betreft, die was zonder
i pessimistisch. En wellicht moeten
zeggen, dat dit niet helemaal zon
reden was. Het is niet zo'n prettige
aarwording om als resultaat van
zeer dure bewerking een vermin
de groei van de gewassen te zien.
'e hebben in deze rubriek ver
hoe de bieten op het diep bewerk-
nceel in het begin van de groeipe-
le een minder goede groei en een
tere gevoeligheid voor droogte ver-
ïden. We hebben ook verteld, dat
verschijnsel te verklaren was door
„verschraling" van de bouwvoor,
el van de bovenlaag van 20 cm.
de diepe bewerking was deze
oor humusarmer geworden. Dit
t direkt gepaard met een mindere
lder rrve aan water.
35
1 de eerste groei moeten de bieten
doen met het vooht uit die boven-
irve aan water op de diepbewerkte
l en door de vroege droogte was de
nd snel verbruikt. Het gevolg was
ogteverschijnselen.
hebt ook in deze rubriek kunnen
vy fn. dat de kaarten al heel gauw an-
s kwamen te liggen. De droogte
d nl. aan en op de diepbewerkte
nd gingen de bieten profiteren van
feit, dat door de diepe bewerking
grondwater binnen het bereik van
bieten was gekomen,
n de opvolgende droogteperiode van
afgelopen groeiseizoen hebben we
een aantal keren meegemaakt, dat
bieten op het onbehandelde deel een
tal dagen finaal van de kaart waren,
ivijl de groei van de bieten op de
pbewerkte grond ongestoord door-
En nu het resultaat
'ot voor kort bleef het echter een
lag of de grote verschillen, die er in
droogteperiode waren ook tot uit-
Ikking zouden komen in een hogere
|>rengst. Op die vraag is dezer dagen
antwoord gekomen.
Dp zes plaatsen in het onbehandelde
ieelte en evenveel plaatsen op het
ipbewerkte deel zijn veldjes van
|m2 gerooid. De bieten zijn daarna zo
;d mogelijk van aanhangende grond
:daan en gewogen. Tevens werd het
ital bieten van elk veldje vastge-
ld.
ferder is van elk veldje een monster
lomen, dat verzonden is voor bepa-
van het percentage tarra en het
ergehalte. Moch de uitslag van dit
lerzoek nog bijzondere gegevens op-
[eren, dan zult u dit te zijnertijd in
;e rubriek kunnen lezen.
Ne bepalen ons op dit moment tot
melding van het gemiddelde aantal
ten per ha op het behandelde en on-
tandelde deel en tevens de gemid-
de opbrengst aan bieten op de beide
leelten.
Wat het aantal planten betreft kwa-
in we op het onbehandelde deel tot
500 planten en op het diepbewerkte
el op 72.000 planten per ha.
)e bieten op het gedeelte, dat geen
ipe bewerking had gehad stonden dus
s dikker.
Wat de opbrengst aan tonnen betreft
is het als volgt. Het gemiddelde van
onbehandelde perceelgedeelte
tam op 49.800 kg per bunder. Op het
(pbewerkte deel kwamen we op een
middelde opbrengst van 59.500 kg
r ha. Een verschil in opbrengst der
ive van 9.700 kg per ha of zoals we
de kop van dit artikel aangaven een
rschil van tijna tien ton.
Zoals gezegd werden in elk perceel-
gedeelte 6 veldjes gerooid. De op
brengst op het behandelde deel varieer
de van 537 kg per are tot 640 kg per
are. Op het onbehandelde gedeelte was
er een variatie van 477 kg tot 535 kg
per are.
Nog enkele bijzonderheden
Wat sterk opviel was het verschil in
vorm van de bieten op het gedeelte,
dat diepbewerkt was en de normaal
bewerkte grond. Op het onbehandelde
gedeelte was een hoog percentage van
de bieten sterk vertakt en zaten de bie
ten dik in de haarwortels.
Op de diepbewerkte grond was de
vertakking veel minder en een hoog
percentage van de bieten had hier een
ideale vorm. W hebben de indruk, dat
dit vrij zeker tot uitdrukking zal komen
in een hoger percentage tarra bij de
bieten van het onbehandelde gedeelte.
We zijn buitengewoon benieuwd naar
het suikergehalte van de beide partijen.
Het lijkt ons nl. niet onmogelijk, dat
het enkele keren opnieuw aan de groei
gaan van de bieten op het onbehandel
de gedeelte ten koste van het suikerge
halte is gegaan. Zoals gezegd zullen we,
als daarvoor aanleiding is, daarvan in
deze rubriek mededeling doen.
Mengrotor nog steeds
aan het werk
Nadat de mengrotor vorige week stil
heeft gestaan door wateroverlast op
het perceel, dat in bewerking was is de
mengrotor deze week aan het werk op
een pe'rceel van het bedrijf „Vrucht
baaroord" van Stoepker-Barendregt.
Dit perceel ligt aan de Schoolweg. Het
betreft hier een perceel met een zeer
lichte bouwvoor. Op een groot gedeelte
van het perceel zal door de bewerking
een flinke laag zwaardere grond door
de bewerkte laag worden gemengd.
We hebben de indruk, dat een groot
gedeelte van het perceel door de be
werking minder stuifgevoelig zal wor
den. Daar het bestaande bodemprofiel
voor een deel gelijk is aan het oude
profiel bij de heer G. C. Bakker en voor
een deel aanmerkelijk gunstiger voor
een diepgrondbewerking menen we van
de bewerking van dit perceel goede re
sultaten te' mogen verwachten.
Het staat op dit moment wel vast,
dat het in veel gevallen niet zai ge
lukken om het onkruid kweek in bouw
land door grondbewerking „klein te
krijgen". Op diverse percelen zien we
nog kweekwortels, die voldoende le
venskracht hebben overgehouden om
weer aan de groei te gaan. U mag er
echt niet op rekenen, dat het in de ko
mende maanden nog gelukken zal om
deze kweek door bewerkingen zover
uit te putten, dat u er volgend jaar
geen last meer van hebt.
Er zit naar we menen niets anders
op dan dat u het middel van de che
mische bestrijding gaat toepassen. In
tegenstelling met de bestrijding via
bewerkingen zijn de weersomstandig
heden voor een chemische bestrijding
nu juist gunstig.
Het middel TCA, dat op dit moment
alleen maar in aanmerking komt bij de
bestrijding van kweek verlangt voor
een goede werking een vochtige grond
en regelmatig regen. Het is vrij zeker,
dat de weersomstandigheden in de ko
mende maanden zo zullen zijn, dat aan
deze eis kan worden voldaan.
Op welke wijze toepassen
Het middel TCA moet in een hoe
veelheid van 70 - 75 kg per ha worden
gespoten op „zwarte" grond. De grond
moest dus kort tevoren zijn bewerk. Er
is ook een mogelijkheid om TCA te
spuiten over een grond, die al enige
tijd stilligt, maar na het spuiten met
de frees wordt bewerkt. Deze methode
geeft vooral op zandgrond zeer goede
resultaten. Op grond, die vóór de win
ter op wintervoor wordt geploegd
krijgt men goede resultaten als direkt
na dit ploegen TCA wordt gespoten.
Als het perceel, dat behandeld wordt
in 1971 gebruikt moet worden voor de
teelt van graan dan is het beslist nodig
om de behandeling vóór december uit
te voeren. Voor aardappelen en bieten
kan het iets meer lijden.
Is het de bedoeling om een perceel
in 1971 te gebruiken voor bieten, dan
kan eventueel ook gekozen worden
voor een voorjaarsbehandeling. Vooral
als de kweekbezetting niet zwaar is
kan deze voorjaarsbehandeling vol
doende zijn. Bij zeer zware kweekbe
zetting menen we de voorkeur te moe
ten geven aan de herfstbehandeling.
Als de toestand van de grond het toe
laat kan een goede werking nog worden
bevorderd door na een rustperiode van
4-5 weken de grond nog een keer te
bewerken. We vinden dit echter niet zo
noodzakelijk, dat het verantwoord is
de grond te gaan bewerken als de
vochttoestand van de grond in feite
geen bewerking toelaat.
De laatste jaren treden regelmatig
moeilijkheden op bij het voeren van
stoppelknollen als gevolg van een te
hoog nitraatgehalU' van stoppelknollen.
Ook dit jaar zijn al weer gevallen van
ziekte en sterfte voorgekomen.-
Uit monsters, die tot nu toe landelijk
zijn onderzocht blijkt, dat een zeer
groot gedeelte van de stoppelknollen in
de droge stof een nitraatgehalte heeft
van meer dan 3°/o. Bij dit gehalte wordt
het advies gegeven, dat het gevaarlijk
is om dergelijke knollen te voeren.
Uiteraard is het van belang welk
portie de stoppelknollen van het totale
rantsoen uitmaken. Wordt naast stop
pelknollen heel wat voer gegeven met
een laag nitraatgehalte, dan tre'den
moeilijkheden minder gauw op. Toch
is het naar we menen van belang om
vooral als de stoppelknollen zijn ge
groeid op percelen gescheurd grasland
de nodige voorzichtigheid in acht te
nemen door geen overmatige hoeveel
heden te voeren.
87. Smidje Verholen bracht zijn oude
brikje weer op gang en reed verder. Hij
behoefde niet lang te zoeken naar het
krantengebouw, want er zijn nu een
maal een aantal markante eigenaardig
heden, |die [het de opmerkzame toe
schouwer duidelijk maken, dat hij in de
buurt van de pers komt. Wanneer men
bijvoorbeeld op een vreemd uur van de
werkdag langs een koffiehuis komt,
waar opgewonden kreten uit naar bui
ten barsten en waar een aantal drukke
heren aan de leestafel zit, vol vuur de
politiek, de sport en de moderne dicht-
kust besprekende, dan hoeft men nog
slechts naar de overkant van de straat
te kijken om het krantengebouw te ont
waren.
En in deze goede stad was het al niet
anders Op een gegeven moment pas
seerde de smid een keurig „dorstwin-
keltje" en dus waren de conclusies rap
gemaakt; aan de overkant van de straat
bevond zich het grote krantengebouw.
Vol energie stapte hij dus dat gebouw
binnen en even later stond hij al vlak
voor de deur van Frans Bulle, de hoofd-
reda'kteur. En net wilde hij aankloppen,
toen de deur van genoemde Frans met
geweld openvloog. Toen werd er een
vreemd tafereeltje zichtbaar, want een
zeer kleine man smeet een zeer grote
man naar buiten „Vooruit! Aan je
werk! En zorg, dat ik nog vandaag zes
tekeningen in huis heb!" brulde de klei
ne man. De grote man sloop er beduusd
en beschaamd vandoor en de smid
vroeg: „Bent u misschien Frans Bulle,
de hoofdredakteur?"
„Die ben ik", antwoordde Frans. „Ik
zou zeggen, kom binnen en zeg wat je
op je lever hebt. Maar maak het kort,
want ik heb een hekel aan getreuzel.
Neem nu die vent, die ik er net uit
smeet, hè? Da's onze striptekenaar.
Foei, foei, foei, die knaap is altijd te
laat met zijn werk. Zodoende, zie je?"
Smidje Verholen knikte eens bewon
derend en vond, dat Frans Bulle een
vent was om mee uit vissen te gaan.
Voor de wandeltocht waarmee het
Gouden Boltje zondag a.s. het wandel
seizoen besluit zijn de volgende routes
vastgesteld.
10 kilometer
Gerritslanderdijkje, rechtsaf Grensweg,
dan via rondwandelingsroute naar
Duinpark, rondwandeling door Blekers-
vallei, over fietspad naar Randweg, via
Westerslag naar Fonteinsnol, Rozendijk,
over speelweide, Bosweg, Ploeglander-
weg, Monnikenweg, Gerritslanderdijkje.
20 kilometer
Gerritslanderdijkje, rechtsaf Grensweg,
dan via rondwandelingsróute naar
Duinpark, rondwandeling door Blekers-
vallei, over fietspad en schelpenpaadje
naar strand, over strand naar Jan Aye-
slag, rechtsaf rondwandelingsroute vol
gen, via weg naar Heidehof, Jan Aye-
weg, Fonteinsweg, Rozendijk, over
speelweide, Bosweg, Ploeglanderweg,
Monnikenweg, Gerritslanderdijkje.
Zaterdag, zondag en maandag (8 uur)
draait in het City theater be bekende
film „Ben Hur". Jeruzalem in het begin
van onze jaartelling. Hier woont de
jonge prins, Judah Ben-Hur (Charlton
Heston) met zijn moeder en zuster, als
een Romeins legioen, aangevoerd door
Messala, een jeugdvriend van Ben-Hur,
de stad binnentrekt ter aflossing van
het garnizoen. De tegenstelling Jood-
Romein is er de oorzaak van dat Messa
la zijn vroegere vriend gaat haten. Si-
monides, Judah's rentmeester vraagt,
daar zij slaven zijn, toestemming voor
het huwelijk van zijn dochter Esther.
Als huwelijksgeschenk krijgt Esther
haar vrijheid. De volgende dag is de in
tocht van de nieuwe gouveneur van
Judea, Gratus. Als hij onder geleide
van Messala langs het huis van de fa
milie Hur komt, wordt Gratus door een
losse daktegel getroffen. Messala laat
moeder en dochter in een kerkerge
welf opsluiten en veroordeelt Judah
tot de galeien. Op weg naar de galeien
wordt hem in het dorp Nazareth ge
weigerd met de andere gevangenen uit
de waterput te drinken. Een jonge tim
merman geeft hem, ondanks dreige
menten van de Romeinen, water te
drinken en dit geeft Judah de kracht
de tocht te volbrengen.
Als hij drie jaren bij de galeien van
Rome is, worden de roeiers geïnspec
teerd door de nieuwe vlootvoogd,
Quintin Arrius. Deze wil Judah tot
gladiator en wagenmenner opleiden,
maar de jonge man wil dit niet. In een
zeeslag tegen de Macedoniërs redt<Ben-
Hur het leven van Arrius, en terug in
Rome neemt deze hem uit dankbaar
heid tot zoon aan.
Ben-Hur keert terug naar Judea om
zijn moeder en zuster op te zoeken en
vindt in zijn ouderlijke huis de oude
Simonides met zijn dochter. De verbit
terde oude man vergroot de haat van
Judah tegen Messala, tot verdriet van
Esther die van Judah is gaan houden.
Judah laat zich overhalen zijn witte
vierspan te mennen tegen Messala, die
in de strijd zwaargewond raakt en als
hij stervende is vertelt dat Judahs moe
der en zuster melaats zijn geworden.
Als hij hen in het Dal der Melaatsen
heeft gevonden, wil hij dat ze eenmaal
de Messias zien, een man die predikend
door het land trekt. Ze hebben gehoord
dat de Messias gekruisigd zal worden
en stellen zich op langs de weg die hij
moet gaan. Judah herkent in hem de
timmermanszoon uit Nazareth. Als de
kruisiging voorbij is zijn de twee vrou
wen genezen. Voor Judah en de zijnen
breekt een nieuwe dag aan. (Toegang
alle leeftijden).
Zondagmiddag (aanvang 3 uur) draait
de film „Zorro de wreker", toegang
bdven 14 jaar.
dal
HOOFDSTUK X
9. Klaas en Hendrik maakten de reis
ar Driebergen, zoals deze hun was ge-
strueerd. Beide waren nerveus, maar
ch ook weer blij dat zij de reis af-
nderlijk maakten, want wellicht had
canders gezelschap hen nog zenuw-
htiger gemaakt. Hendrik had bij een
rronkiosk een krant gekocht. Gedu
nde de reis hield hij het blad voor
n gezicht. Niet met het doel erin te
ten, maar om te kunnen nadenken,
nder steeds weer gehinderd te wor-
n door de 'blikken van degenen die
ast en tegenover hem zaten. René
d alles uitgekiend met een stiptheid
e bewonderenswaardig was, zo peins-
Hendrik. Het moest een enorm werk
eest zijn te weten te komen wan
de oude vrouw geld in huis had en
het daarbinnen toeging. Hij had
•s gelet op de vakantie van de buren.
Ij was ongetwijfeld een vakman in de
'aad. Toch was er iets, waarmede
geen rekening gehouden had, en
iardoor toch alles in duigen zou kun-
vallen. Stel eens voor dat of Klaas,
wel hijzelf de boel in het honderd
'uden laten lopen. Vanaf het moment
»t de eerste uit de bus stapte, konden
elkaar niet meer in de gaten houden.
aarin schooi een risico, waarmede
ené geen rekening gehouden had.
Het was aanvankelijk niet in hem op
gekomen zich aan zijn opdracht te ont
trekken. Hij had nu eenmaal ja gezegd,
hij had trouwens niet anders gekund.
Tijdens de busrit begon hij er anders
over te denken. Hij had zijn jawoord
immers onder dwang gegeven. Als hij
nu eens op 't laatste moment de benen
zou nemen? Zou dat eerlijk zijn tegen
over René7 Misschien niet, maar René
had hem ook niet eerlijk en vrij laten
beslissen. Zou het zelfzuchtig zijn? Dat
wellicht in zekere mate, want hij droste
zich niet uit medelijden voor de men
sen die nu weer het slachtoffer zouden
worden van een bliksemaktie uit de on
derwereld, ook niet omdat hij René
beslist een hak wilde zetten door hem
te laten zien dat zelfs de meest accurate
calculaties wel eens kunnen falen, maar
hij zou het doen om zichzelf, om zelf te
kunnen blijven wat hij een jaar lang
had volgehouden, een normaal mens in
een normale maatschappij, een heel ge
wone burger, die werkt voor zijn bo
terham. De gedachte aan de reddende
vlucht won steeds {meer terrein. [De
consequenties ervan interesseerden hem
op dat moment nog niet zo erg. René en
Klaas zouden mogelijk in moeilijkheden
komen, maar dat kon hem niet schelen.
Dat zij echter wraak zouden nemen op
een ontrouwe gabber, stond als een paal
boven water, en dat die wraak niet
mals zou zijn eveneens. Of, en zo ja hoe
hij zich aan die wraak zou kunnen ont
trekken was een zaak waarover 'Hen
drik later nog wel zou nadenken. Je
kon toch bezwaarlijk de politiecommis
saris vragen dag en nacht een agent
voor je deur te zetten.
Toen de buschauffeur de halte Bunt-
laan aangekondigd had, stapte Hendrik
uit. Overeenkomstig zijn opdracht stak
hij de weg over en liep de Buntlaan in
Even daarna kwam hij terug. De bus
die hem naar Driebergen had gebracht
was intussen doorgereden en van de
andere kant kwam heel in de verte een
bus aan. Hendrik rende naar de halte.
„Enkel Utrecht".
„Dit is 'bus no. 56 die gaat naar
Amersfoort. Hier vlak achter komt bus
58 en die gaat wel naar Utrecht".
„Geef dan maar een kaartje naar
Amersfoort".
De chauffeur keek hem verbaasd aan.
„Ik zal u een kaartje Utrecht geven,
dan kunt u meerijden tot het stotion.
Daar wachten de bussen toch op el
kaar". De chauffeur zei niets meer,
maar dacht toch wel dat zijn passagier
ze niet allemaal bij elkaar had, of het
was een vent die zich op de vrije zon
dag zo erg verveelde, dat hij zo maar
een busritje ging maken.
Bij het station Zeist-Driebergen be
dacht Hendrik zich. René en Klaas zou
den met de auto deze kant kunnen op
komen en hem in de bus zien. Daarom
ging hij het station binnen en nam de
eerstvolgende trein naar Utrecht. Hij
had niet lang behoeven te wachten,
maar te lang om zijn zenuwen in be
dwang te houden. Toen hij eindelijk zat,
haalde hij de krant weer uit zijn zak, en
hield die voor zich. Hij was bang, ver
schrikkelijk bang, hij voelde zijn hart
kloppen tot in zijn 'keel, maar toch
kwam er ook een gevoel van voldaan
heid over hem. Wat er ook zou gaan
gebeuren, tot nu toe had hij stand ge
houden tegen het offensief van zijn zo
genaamde vrienden.
Toen de trein in het Utrechtse Cen
traal Station stopte bemerkte hij pas
dat hij de krant steeds op zijn kop ge
houden had.
Het was even na zeven uur. Hendrik
nam een taxi en liet zich naar het hotel
in de Nobelstraat brengen, waar hij
voor een of twee nachten een kamer
besprak.
„Kunt u me zeggen hoe ik in de
Daelwijcklaan kan komen?" vroeg hij
aan de jufrrouw die er de lakens uit
deelde. Ze keek op een platte grond.
„Het gemakkelijkst is het als u een
taxi neemt, maar indien u dat niet wilt
loopt u met het verkeer mee totdat u
aan een kruising komt, waar aan een
kant V D en aan de andere kant C A
is. Daar gaat u rechts af tot de eerste
bushalte aan de rechterzijde van de
straat. U kunt daar buslijn 6 nemen,
richting Zuilen en de voorlaatste halte
uitstappen. Vraagt u daar nog een keer,
daar is de Daelwijcklaan in de buurt.
HOOFDSTUK IX
De familie Van Hemert was zater
dagavond van haar vakantie thuisge
komen. De daarop volgende zondag was
een vervelende dag geweest, vooral
voor Annie, die toch al een hekel had
aan het doen van huishoudelijk werk,
en die hele dag moest opruimen en
wassen. Ze had het allemaal wel een
dag kunnen uitstellen, maar ze wilde
de laat.ste week van haar vakantie
doen en laten wat ze wilde. Het nieuwe
dienstmeisje, een kind dat nog niet
eens vier weken het diploma van de
huishoudschool in haar tas had, moest
dan maar zien hoe de huishouding reil
de en zeilde en bovendien op haar klei
ne zus passen.
Ze had Minnie om klokslag zeven uur
naar bed gebracht. Een half uurtje la
ter had haar vader, die de gehele dag
knorrig was geweest, ook aanstalten ge
maakt zijn slaapkamer op te zoeken.
Zijn been was pijnlijker dan het de
laatste tijd geweest was, waarschijnlijk
had hij op Texel te veel gelopen. Bo
vendien moest hij de volgende morgen
weer aan het werk, hetgeen betekende
om zes uur opstaan.
„Je vindt toch niet erg, als ik je al
zo vroeg alleen laat?" vroeg hij zijn
dochter, „maar ik moet morgen begin
nen en ik ben het vroege opstaan in de
vakantie helemaal ontwend".
„Neen, helemaal niet, vader, ik blijf
nog een paar uurtjes naar de televisie
kijken".
Hij had niets gezegd van de pijn die hem
kwelde, maar Minnie wist wel dat die
hevig moest zijn, want in de loop van
de tijd had ze wel geleerd dat er een
oorzakelijk verband bestond tussen die
pijn en zijn knorrigheid.
Kort nadat haar vader naar boven
was gegaan, werd er gebeld. Verrast
stond Annie op. Wie kon dat zijn, ze
verwachtte niemand zo kort na hun
terugkeer in Utrecht. Bovendien waren
hun meeste kennissen nog buiten de
stad.
(wordt vervolgd)