oorpagina
Sonnëma
Berenburg
k
linke omvang niet voldoende
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 20 november 1970
ibriek voor
ANDBOUW en VEETEELT
Akkerbouwers attentie
Een meevaller of een strop?
Een onjuist uitgangspunt
Goede opbrengst
fancy fair
Rectificatie
Burgerlijke stand
VERHAAL UIT DE KRANTENWERELD
De échte Dockumersinds1860
r gr<
ïegei
Omïcr rt-dalilit'
>un (>V4»ninu('i)
et woord „schaalvergroting" wordt
onze generatie een bekend begrip,
velerlei terrein moet het naar gro-
uitjen omvangrijker eenheden. Ook de
[bouwbladen wijden er menig arti-
aan en ook in deze rubriek is al
trmalen gewezen op de noodzaak
vergroting van de bedrijfsomvang,
ir hectaren bouwland, meer koeien,
r schapen per man.
zijn er van overtuigd, dat het
ven naar vergroting van de eenhe-
een juist streven is. Even vast staat
echter voor ons, dat vergroting van
icden pas aan de orde komt als er
gezorgd is, dat de eenheden, die
aanwezig zijn hun maximale pro
geven.
!et streven naar vergroting van de
ervlakte grond, terwijl de reeds
tvezige grond op geen stukken na
100% wordt gebruikt is in feite
list. Vergroting van het aantal
Sen en schapen op bedrijven, waar
de aanwezige veestapel niet gehaald
•dt wat mogelijk is, is naar we me-
niet de juiste weg.
m te illustreren, dat een flinke om-
g van het bedrijf nog geen waar-
is, dat de zaak financieel goed zit
/eigende regels.
Ruime veebezetting
en Texels bedrijf van zo'n goeie 20
tare. Er worden plm. 25 koeien ge-
ken en daarnaast worden er nog
n 100 schapen gehouden.
'oor dit bedrijf geldt zeker niet, dat
aanwezige grond niet goed gebruikt
"dt. Bij omrekening van de veesta-
op grootvee-eenheden (melkkoeien)
ct, dat er ruim 2 stuks grootvee per
der wordt gehouden. Voor ons ge-
een zware tot vrij zware veebezet-
r is geen sprake van een te zware
eidsbezetting. Mogelijk zijn de werk-
[kosten met zo'n ruime ƒ400,per
ider wat aan de hoge kant. Maar het
lal van arbeidskosten, loonwerk en
•ktuigkosten is zeker niet zo, dat
ongelukken van moeten komen,
och zijn de resultaten van dit be-
f zonder meer slecht te noemen,
is hiervan de oorzaak?
rote
<eu-
ïers,
Tier,
,VV.)
wde
1000
elte,
keu-
die-
zeei
ver-l,
den,
raag
jaarlijkse akkerbouwdag in de
ringermeer wordt dit jaar gehouden
vrijdag 11 december a.s. Het aan-
igsuur is half tien en de bijeenkomst
dt gehouden in hotel „Smit" te
Idenmeer.
)it jaar zal de akkerbouwdag in het
en van de aardappel staan. Er wor-
diverse facetten van de teelt, zo-
consumptieaardappelen als poot-
dappelen besproken.
ur§ >e heer Dr. v. d. Zaag bespreekt het
erwerp „Opbrengst en kwaliteit".
Rijkslandbouwconsulent voor
tenziekten, de heer Ir. Heuver
dt aandacht aan de chemische on-
idbestrijding.
I #frat de pootaardappelen betreft
dt het onderwerp van de mogelijk-
i en de konsekwenties van latere
ïdata besproken door de heren Ir. J.
Bekius en Ir. J. H. Brust.
Ife zijn van mening, dat deze dag
voor de Texelse aardappeltelers
belang is.
De moeilijkheden liggen hier in de
eerste plaats aan de opbrengstënkant.
De produktie' van de melkkoeien ligt
een paar honderd kilo lager dan het ge
middelde van de door de Texelse Fok-
vereniging gecontroleerde koeien. Ook
het vetgehalte is 0.15% tot 0.20% lager
dan het gemiddelde van de Fokvereni-
ging. Te weinig kilogrammen melk met
een te lage prijs.
Ook de opbrengst van de schapen
laat te wensen over. De bruto-opbrengst
per schaap (met inbegrip van de enter-
lingen) ligt op maar net ƒ100,per
schaap.
Aan de kostenkant is het vooral de
post krachtvoer, die als we de produk
tie van de koeien en schapen in aan
merking nemen, beslist te hoog is. Een
post krachtvoer van ruim ƒ500,per
melkkoe plus 4 schapen is bij de pro
duktie van deze veestapel aan de ruime
kant. Weliswaar is ook de post kunst
mest aan de hoge kant, maar dit is bij
de veebezetting van dit bedrijf ver
klaarbaar.
Wat moet hier gebeuren
Het is zeker niet zo, dat we dit een
bedrijf zonder toekomstmogelijkheden
willen noemen. Er zijn omstandigheden,
die een verklaring kunnen zijn voor de
minder goede uitkomsten.
Toch zal het voor deze veehouder
zaak zijn om alles in het werk te stel
len om de produktie van zowel het
melkvee als de schapen te veit>eteren.
Zowel de fokkerij als de! goede verzor
ging moeten de volle aandacht hebben.
We denken hierbij in de eerste plaats
ook aan het winnen van ruwvoer van
goede kwaliteit.
Daarnaast zal vervanging van een ge
deelte van de1 schapen door melkvee op
dit bedrijf voordelen kunnen geven. De
mogelijkheden daarvoor zijn op dit be
drijf nog aanwezig.
Uiteraard is het ook van belang om
de produktie van de overblijvende scha
pen te verbeteren.
Het fe»it, dat we hier niet willen spre
ken van een bedrijf zonder toekomst
mogelijkheden betekent echt niet, dat
deze veehouder niet voor een moeilijke
opgave zou staan. Om op dit bedrijf een
verantwoord inkomen te verkrijgen zul
len de opbrengsten in z'n totaal met
zo'n ƒ15.000,per jaar moeten stijgen,
zonder dat de kosten noemenswaard om
hoog gaan. En wat dit betekent voor
een bedrijf met zo'n 30 koeien en 50 tot
60 schapen kan iedere ervaren veehou
der beoordelen.
Een aantal lezers zal zich herinneren
dat na de tervisielegging van de Lijst
van Geldelijke Regelingen van de Ruil
verkaveling „Texel" de verwachting
werd uitgesproken, dat de betaling van
de kosten een aanvang zou nemen in
het jaar 1970. Weliswaar werden tegen
deze Lijst, waarin ieders aandeel in de
kosten was vermeld, een flink aantal
bezwaren ingebracht, maar men hoopte
deze zo tijdig tot een oplossing te heb
ben gebracht, dat vóór het eind van
1969 de Ruilverkaveling „Texel" kon
worden afgesloten.
Het gelukte inderdaad om verreweg
het grootste gedeelte van de bijna 300
bezwaarschriften af te wikkelen. Maar
de stagnatie kwam door het feit, dat
het nodig was een 20-tal bezwaarschrif
ten ter behandeling door te sturen naar
de Rechtbank te Alkmaar. Op het eind
van het jaar 1969 ging de Commissie er
zich dan ook op instellen, dat de beta
ling van de kosten niet in 1970, maar
in 1971 zou aanvangen.
Op dit moment ziet het er naar uit,
dat er grote kans is, dat zelfs deze laat
ste „instelling" nog te optimistisch is
geweest. Het is zo goed als zeker, dat
de afhandeling van de laatste bezwaar
schriften door de Rechtbank te Alk
maar pas in de loop van 1971 zal plaats
hebben. Dit heeft het onvermijdelijke
gevolg, dat de aanvang van de betaling
nogmaals zal moeten worden opge
schort.
Over een paar maanden zal het 18
jaar geleden zijn, dat de Ruilverkave
ling „Texel" werd gestemd. Het is dus
vrij zeker, dat de betaling van de kos
ten pas 19 jaar na de stemming zal be
ginnen. Hiermee wordt de Texelse
Ruilverkaveling wel één van de lang
durigste.
Onbevredigend slot
Voor de Plaatselijke Commissie, de
commissie van zes Texelaars, die deze
ruilverkaveling heeft begeleid is dit
„slepende" eind zeker geen meevaller.
Het zou veel meer voldoening hebben
gegeven als het eind van de ruilverka
veling kort na de beëindiging van het
spectaculaire' veldwerk was gekomen.
Bij de gang van zaken, zoals die nu
plaats heeft krijgt het slot iets van een
lijdensgeschiedenis met een langzaam
afsterven. En op de vraag, die in de
kop van het artikel staat zijn de leden
van de Commissie dan, ook eerder ge
neigd te spreken van een „strop" dan
van een meevaller. We hebben de in
druk, dat niet iedere Texelaar er zo
over denkt.
Ook een raadslid kan niet alles we
ten. Dat dit zo is bleek uit een advies
van één van de leden van de Texelse
Raad in de laatst gehouden vergade
ring.
Het ging in deze vergadering onder
meer over de verplichting om de stal
mest, die in de winterperiode was ge
produceerd vóór de zomer af te voeren.
Deze bepaling geldt voor bedrijven, die
in of aan de rand van de dorpen zijn
gelegen.
Eén van de raadsleden vond het no
dig om tevens een bepaling op te ne
men, waarbij het zou worden verboden
op deze bedrijven kuilgras op het erf
op te slaan. Voor het betreffende lid
viel het begrip kuilgras blijkbaar on
vermijdelijk samen met het begrip on
aangename geur of duidelijker gezegd
met stank.
Met deze mening staat dit raadslid
niet alleen. Er zijn ook nog altijd vee
houders, die bij 't noemen van kuilgras
direkt aan de doordringende geur van
boterzuur denken. En het aantal boer
innen, dat er zo over denkt is nog gro
ter. We wagen het echter om te zeggen,
dat dit een achterhaald standpunt is.
Goed kuilgras stinkt niet
We zien kans om 't raadslid in kwestie
op tientallen Texelse bedrijven te bren
gen waar de winter kuilgras wordt ge
voerd, maar waar op het erf en in stal
len geen geur aanwezig is, die wijst op
de geur, waaraan de man gedacht heeft
toen hij in de Raad dit onderwerp naar
voren bracht.
We zijn van mening, dat in de meeste
dorpen door andere oorzaken geurtjes
zweven, die beslist onaangenamer zijn
dan van een goede graskuil.
Een verbod zonder meer om kuilgras
in het dorp op te slaan lijkt ons dan
ook beslist onjuist. Het zou misschien
een ondersteuning van onze voorlich
ting kunnen zijn als het advies wat
meer genuanceerd was gegeven. We be
doelen dit. Als de man in kwestie had
geadviseerd om „stinkkuilen" uit de
dorpen te weren, dan zou hij daarmee
ons streven naar goede kuilen bevor
derd hebben. We zouden hem daarbij
een betrouwbare maatstaf om uit te
maken of van een „stinkkuil" of goede
kuil moet worden gesproken aan de
hand kunnen doen.
Een verbod zonder meer voor aanwe
zigheid van kuilgras in de dorpen zou
naar onze mening onbillijk zijn ten op
zichte van de vele veehouders, die er
ieder jaar voor zorgen, dat op hun be
drijven geen stinkend kuilgras voor
komt.
DEN HOORN De fancy fair die de
Hervormde vrouwenverenigingen van
Den Hoorn en de P.H.-polder vrijdag en
zaterdag in „Ons Huis" hebben gehou
den, heeft (inclusief de grote verloting)
een bruto bedrag van ƒ4300,opge
bracht.
Ten onrechte vermeldden wij in de
vorige krant dat de vloerbedekking in
de nieuwe speelgoedzaak van Dros Ma
gazijnen N.V. werd gelegd door Moer
beek. Dit moest zijn: Meubelhuis Texel.
van 11 tot en met 17 november 1970
Geboren- Bernhard Dirk, zv. Adriaan
Bonne en Sjoerdtje Heeringa; Gretha,
dv. Jan Beijert en Hetty M. Bakker.
Ondertrouwd Thomas M. Stiehl en
Cornelia van der Vis; Jan M. Bakker
en Anna M. J. Graaf; Jacob van Groe
ningen en Clazina C. Hemelrijk; Corne-
lis F. M. Buijsman en Elisabeth J. de
Zwart; Willem Bruin en Johanna M.
Kampman; Willem J. Boon en Monika
Vetter.
Overleden: Anna C. E. Bakker, ev.
Daalder, oud 82 jaar, wonende te Den
Burg.
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 15 november op om 7.59 uur
en gaat onder om 16.50 uur; 18 november op
om 8.05 uur en onder om 16.45 uur.
Maan 13 nov. V.M.; 21 nov. L.K,
Hoog water ter rede van Oudeschild
20 nov. 0.13 en 12.49; 21 nov. 0.51 en 13.35;
22 nov. 1.41 en 14.34; 23 nov. 2.43 en 15,45;
24 nov. 3 57 en 16.55; 25 nov. 5.06 en 17.56;
26 nov, 6.09 en 18.48; 27 nov. 6.59 en 19.31;
28 nov. 7.47 en 20.11.
Aan het strand is het ongeveer een uur eer
der hoog water.
SOCIALE DIENST TEXEL
Spreekuren: Maatschappelijk Werkster
dinsdag en donderdag van 9 - 12.30 uur.
Rapporteur maandag en woensdag van
8.30 - 12.00 uur.
1,21
,,Ja, ik heb het zelf gezien", zei
Dooren de volgende middag, toen
in het oude statige gebouw van de
iëteit „De Pelicaen" zijn sherry
nk met zijn oude studievriend, de
l.llsident van de rechtbank Mr. Don-
[voort. „De fles lag op de achterbank,
een was vijf en twintig, de ander
[entien".
Dus zeker
Ja, dat staat wel haast vast. Wie
ilt het anders in z'n hoofd om in het
dstikke donker op een snelverkeers-
met een andere wagen vlak achter
om te keren! Die waren natuurlijk
>r het dolle heen. Maar je denkt aan
ouders.
Nu ja", protesteerde de rechtsge-
'de, „denk es even aan die man die
bovenop reed. Die mag van geluk
eken, dat ie er zonder schrammetjes
ekomen is. Géén getuigen, de twee
inquenten allebei dood, als de hele
e niet zo oerduidelijk geweest was,
-ie nóg last genoeg kunnen krijgen,
mag wel dankbaar zijn, dat ie er
afgekomen is. Twee van die weg-
iten.... ze zouden een ander ook
om zeep of misschien de bak in
t pen. Daaraan moet je eens denken,
s, aan die lui die er de dupe van
^-den!"
We kunnen nóg zoveel propageren
en alcohol bij snelverkeer", zuchtte
Dooren, „maar het helpt geen
ïk".
29® Ik geloof niet in opvoeding van het
I »liek", baste Mr. Donkersloot, „en
2,2
5 cl
9 ct
f 1,2
9 cl
5 c
zeker niet van ons recalcitrante, onbe
houwen Hollandse publiek. Héren in
het verkeer.'t mocht wat", zijn stem
klonk smalend. „Nee, je moet ze op d'r
falie geven. Bonnen uitdelen, gevange
nisstraffen, afnemen van rijbewijs....
zo krijg je de wind er onder!"
„Ik begin 't ook hoe langer hoe meer
te geloven", stemde Van Dooren na
denkend toe.
„Al die verzachtende omstandighe
den", Mr. Donkersloot zat op z'n stok
paardje, „als een vent dronken is, is dat
geen verzachtende, maar een verzwa
rende omstandigheid! Hij is net zo mis
dadig als een autobuschauffeur die vóór
hij met een bus vol mensen de berg af
rijdt, eerst de remmen kapot maakt. Ik
denk dat m'n collega's er zo langzamer
hand net zo over gaan denken als ik
en Horstman, de kantonrechter, heeft
het me zelf al gezegddronken
autobestuurders krijgen de volle mep.
En jullie krantenmensen moeten ons hel
pen om het publiek te leren zien dat
het niet meer dan billijk is, om publici
teit te geven aan rechtzittingen en von
nissen, en om de lui duidelijk te maken
dat ze de bout op de kop krijgen wan
neer ze zich, met een borrel op, in een
auto en op de weg wagen!"
,,'t Is net zo simpel", weerlegde Van
Dooren ernstig, „ga nou es na, Herman
Ik zelf kom gisteravond met Justine
van Den Haag, afscheidsdiner van Col
man, je weet wel, die naar Brazilië
gaat. Reuze gezellig. Ik heb aan tafel
een paar glazen wijn gedronken, en
na afloop een kop zwarte koffie. Ver
onderstel nou es dat ik, en niet die
man voor me op die auto gereden was".
,,Had je 'em tijdig in de gaten?" vroeg
Donkervoort scherp.
„Nou je 't zegt.ik zat er zelf zo
wat bovenop".
„Z'n achterlicht brandde".
„Ja maar.je denkt, een rood licht
midden op de weg, dat is van een rij
dende wagen. Dan opeens merk je dat
ie stil staat".
„Je zat zeker gezellig met Justine te
babbelen".
„Ja natuurlijk.
„Je reageerde te laat".
„Strikt genomen.ja, ik reageerde
een fractie van een seconde te laat.
Maar dat kwam omdat ik zat te pra
ten".
„Dat kwam, omdat je een héél, héél
klein beetje gezellig soezerig was, in de
geest nog aan tafel vertoefde. O nee",
weerde hij af, toen Van Dooren over
eind ging zitten, „je was niet dronken,
niet onder de invloed, geenszins
maar je was niet voor honderd pro
cent klaar helder. Stel je nou voor, Gijs
jij rijdt daar bovenop, je komt voor de
rechtbank. Alcohol gebruikt. Twee gla-
zij wijn, edelachtbare. Gijs, we weten
allebei dat twe'e glazen wijn aan een
heel diner het 'em niet doen, en dan
nog koffie na.maar je staat er óp,
m'n jongen, en het komt in de krant,
en allerlei mensen zeggen: Nou, ik wéét
het nog zo net niet.je bent meteen
in het defensief, m'n zoon.
„Nu wil je mij", zei Van Dooren met
'n glimlach, „overhalen om in de krant
een SQprt kruistocht te beginnen tegen
alcohól bij snelverkeer, en de' rijders-
ondfer-de-inv!
aan de kaak te stel-
leq^jÉÉtó^wat je nu zegt, geeft te den-
kei^TOn vraag ik me af of ik juist niet
de uiterste voorzichtigheid moet be
trachten!"
„Opdat jij je glaasje wijn aan tafel
kunt blijven drinken", antwoordde Don
kervoort scherp. „Die dooien en die ge
wonden komen ér minder op aan".
.^Nounou", suste Van Dooren. Don
kervoort zat zo gauw bovenop z'n stok
paardje, „je moet me nu ook niet als 'n
doortrapte egoïst afschilderen! Alléén.
elke medaille heeft haar keerzijde, en
je zult mij, als verantwoordelijk redak-
teur van een krant, niet kwalijk nemen
dat ik beide kanten van de medaille
eerst eens goed bekijk vóór ik die ga
dragen!"
„Natuurlijk niet", stemde Donker
voort toe, „uiteindelijk zeg ik je alleen
maar m'n mening, ik wil je niet beïn
vloeden. Jij en jij alléén draagt de ver
antwoordelijkheid voor wat je in de
krant zet. Ik blijf er alleen bij, dat de
succes zal hebben als de rechtelijke
strijd tegen alcohol bij wegverkeer pas
macht steun vindt bij de publieke opi
nie. En die publieke opinie vormt de
krant".
„Ik zal er eens over denken", beloof
de Van Dooren, „maar misschien loopt
het allemaal wel los".
HOOFDSTUK II
„Waarom zouden wij niet
Mark Wceda zat op het redaktiebu-
reau van „De Avondpost" en las met
belangstelling de zo juist uitgekomen
avondeditie van zijn concurrent „De
Echo". Met een scheve glimlach bedacht
hij, dat Johan van Scherven, de op sen
satie beluste hoofdredakteur van dit
blad, op ditzelfde1 ogenblik waarschijn
lijk verdiept was in het blad van zijn
concurrent „De Avondpost".
Weeda was een nog jonge man met
een scherp getekend gezicht, donkere
ogen, krullend haar dat eeuwig in de
war zat. Tot voor korte tijd was dat
beweeglijke gezicht gekenmerkt ge
weest door een altijd aanwezig begin-
van-baard. Weeda had een hekel aan
scheren en wachtte ermee tot het niet
langer wachten kon. Hij was daardoor
een constant mikpunt voor de grap
pen zijner collega's en zijn chef, Van
Dooren, had hem wel eens gezegd, dat
een wèlgeschoren verslaggever een
betere indruk maakt dan iemand die
de schijn wekt, een opleiding te volgen
voor Sinterklaas. Maar het stond Mark
nog niet eens slecht, „de meisjes mogen
me tóch wel", grapte hij.
Daarin was kortelings verandering
gekomen. Die verandering viel samen
met het eerste bezoek van Mies van
Dooren, de enige dochter van „de baas"
aan het redaktiebureau. Mies studeerde
in Amsterdam rechten. Ze was niet
knap, naar filmstandaards gemeten, ze
droeg een bril, maar ze had een prima
figuur en toen Mark haar zag lopen,
had hij opeens een dichter geciteerd:
„Ik zag een vrouw die schreed
alsof zij nooit zou sterven".
91. Het zou smidje Verholen gauw
duidelijk worden wat ze daar aan het
doen waren, want toen hij op de hoop
zogenaamde rommel was afgelopen, zag
hij dat de onverschillige suppoosten er
de meest kostbare antiquiteiten op sme
ten. „Wat betekent dat....?" steunde
de smid, toen hij een suppoost zag na
deren met een kostelijk, marmeren
beeld.
„Niks waard, die ouwe conservatieve
rommel", gromde de man. „Ik ben blij,
dat mr. de Wael van Nimweeghen de
stal eindelijk eens goed uitmest. Einde
lijk zijn wij ons de ware schoonheid be
wust geworden, zeg ik maar". En met
afgrijzen in de ogen nam de smid waar
hoe de kerel met een achteloos gebaar
de neus van het mooie beeld afsloeg.
Pats, daar ging ook het voetstuk. „Pas
op!" riep de smid nog. Maar krak, daar
ging de hele kop.
Toen wendde de smid zich geheel en
al ontredderd tot mr. de Wael van Nim
weeghen, en zei smekend: „O meneer
tje, waarom smijt u al die mooie dingen
hier buiten op een hoop? Wat wilt u er
dan voor in de plaats hangen?"
„Daar heb ik al in voorzien", stelde
de museumdirekteur hem gerust. „Van
een goede relatie kocht ik reeds een
voorraad andere kunstwerken. Hij be
schikt namelijk over de meest uitge
lezen verbindingen met de grote, bui
tenlandse kunstcentra. Daaruit heb ik
dan de eerste keus, begrijpt u. Komt u
maar een mee, dan zal ik u eens een en
ander tonen".
Argwanend liep de smid met de di-
rekteur mee en weldra was het tweetal
in diens werkkamer. „Nu? Hoe vindt ge
dit?" vroeg mr. de Wael van Nimwee
ghen, op een schilderij wijzend. „Dit is
nu een babaïstisch experimenteeltje, ge
maakt door Barend Oubol. Hoe schoon
van kleur en hoe sterk van doorwroch
te uitdrukking, nietwaar? Het stelt
Ome Hein en Tante Neel voor.