Texelse landbouw had nee- en
tegenvallers in afgelopen jaar
r
Redelijke utkomsten in de rundveehouderij
SCHAPENHOUDERIJ KAN ZICH
NIET VERDER UITBREIDEN
NUTSSPAARBANK
VERHAAL UT DE KRANTENWERELD
K. Plantinga jZoon. Bolsward. Anno 1870.
C. van Groningen
Damclub Texel
Tweede blad Texelse Courant, woensdag 30 december 1970
Welke hoogte- en dieptepunten uit e
agrarische sector moeten in dit ove-
zicht een plaatsje krijgen? Op dit put
zullen de meningen zeker niet gelij.
zijn. In de eerste plaats omdat wat voe
de één een pluspunt was, voor de ar,
der eerder en minpunt is geweest. I j
de tweede plaats zullen er zeker ooi
agrariërs zijn, die geen kans zien om ii
het afgelopen jaar „hoogtepunten" t<
ontdekken, terwijl anderen geen redei
hebben om van „dieptepunten" te spre
ken.
Ik ben er van overtuigd, dat mijr
kijk op dit jaar een zeer persoonlijke
is, ook al doe ik mijn best om een alge
mene indruk van het wel en wee uil
het Texelse landbouwleven weer te
geven. We hopen, dat u met deze ge
dachte in het achterhoofd dit overzicht
wilt lezen en daarbij dezelfde welwil
lendheid zult opbrengen als u gedaan
hebt bij het lezen van de vele penne-
vruohten Ivan mijn hand in de Ru
briek voor Landbouw en Veeteelt.
Gunstige en ongunstige
weersomstandigheden
Wat de weersomstandigheden betreft
kunnen we dit jaar weer van enkele
duidelijke „uitschieters" spreken. Daar
was in de eerste plaats het zeer late
voorjaar. Zowel voor de veeteeltbedrij
ven als in de akkerbouw is dit een dui
delijk minpunt geweest.
'Na een korte periode met zeer goede
groeiomstandigheden volgde de „ver
rassing" van een tweede droge zomer.
Vooral de maanden mei en juni waren
zeer droog. We kunnen deze droge pe
riode zowel een voordeel als een nadeel
noemen. We zullen dit in 'het vervolg
van dit artikel nog aanstippen.
De nazomer en herfst zijn in veel op
zichten gunstig geweest. Er is na het
begin van augustus nog zeer veel gras
gegroeid en de akkerbouwgewassen, die
op dit moment nog een gedeelte van de
groeiperiode voor zich hadden hebben
daarvan flink geprofiteerd. Ook de la
te herfst, of als u wilt het begin van de
winter was zeer gunstig. Weliswaar gaf
november een meer dan normale hoe
veelheid regen, maar de temperaturen
lagen op een zeer hoog peil.
Schapenhouderij
in mineur
Vooral voor de schapenhouders was
het late voorjaar een handicap. Het be
tekende nl. hoge voerkosten, waarbij
dient te worden vermeld, dat tot ver in
het voorjaar hooi en kuilgras moest
worden gegeven. Hooi en kuilgras, dat
op veel bedrijven letterlijk aan het
rundvee moest worden ontstolen.
We kunnen wel stellen, dat dit dure
begin „recht" gaf op hoge lammeren-
prijzen. Dit „recht" is echter niet in
gelost. De eerste lammerenmarkt liet
prijzen zien, die 20,tot 30,per
lam lager waren dan in het voorgaande
jaar. Tot ver in de herfst bleef dit na
delige verschil ten opzichte van 1969
gehandhaafd. Ook op dit moment is er
ondanks het wat aantrekken van de
prijzen nog een duidelijke achterstand
ten opzichte van het vorige jaar.
Het staat wel vast, dat de uitkomsten
van de schapenhouderij stukken minder
zijn dan die van vorig jaar. Dit nade
lige verschil is er vooral ook op de be
drijven van de „topfokkers". De vraag
naar fokmateriaal was zeer matig en de
prijzen overeenkomstig.
We menen daarom rekening te moe
ten houden met het feit, dat de scha
penhouderij eerder iets zal worden in
gekrompen dan uitgebreid. Een pas uit
gekomen overzicht, waarin zgn. deel-
boekhoudingen van de schapenhouderij
op Texel en in Noordholland zijn opge
nomen geeft aanwijzingen, dat het ar
beidsinkomen per schaap op bedrijven
met een lichte tot matige schapenbezet
ting hoger is dan op bedrijven met een
dichte bezetting.
Rundveehouderij gaf
redelijke uitkomsten
Het is naar onze mening geen aan
gevochten punt, dat de uitkomsten van
de rundveehouderij in ieder geval dui
delijk beter waren dan die van de
schapenhouderij. We denken daarbij spe
ciaal aan de melkveehouderij.
We hebben er alle begrip voor, dat de
melkveehouders op een verhoging van
de melkprijs aandringen. Als we het
verloop van de kosten op de bedrijven
vergelijken met die van de melkprijs,
dan is daar alle aanleiding voor.
We mogen intussen wel vaststellen,
dat men er op veel bedrijven in slaagt
om door een duidelijke produktiviteits-
stijging, of met andere woorden door
steeds meer kilogrammen per man aan
de weg te zetten de kostenstijging de
baas te blijven.
We menen in dit verband ook te mo
gen memoreren, dat de melkprijs op
Texel in vergelijking met andere ge
bieden gunstiger is komen te liggen.
De achterstand, die er tot voor kort
was is ingelopen of in ieder geval klei
ner geworden. We menen dit als een
gunstig gevolg van de in het vorige
/aar tot stand gekomen fusie met twee
mde're fabrieken in de kop van Noord
holland te mogen zien.
Het blijft voor ons gebied een gun
stige omstandigheid, dat de melkpro-
duktie ongunstig is. We hebben alle
hoop, dat dit mede dank zij het winnen
\an beter ruwvoer zo zal blijven.
Er is op Texel een duidelijke toename
\an de rundveemesterij waar te nemen.
Ook dit jaar waren er bedrijven, die de
melkveehouderij beëindigden en over-
gingetop de rundveemestenj. De uit
breid^ heeft vooral betrekking op het
mesteatran stieren tot een leeftijd van
16 maaiden. Er zijn op het moment be-
drijVK op ons eiland, die een koppel
van A stieren mesten.
Tol au toe zijn ook de prijzen van
het nadvlees aan de zeer matige kant.
Op te moment zijn er aanwijzingen,
dat de prijzen voor het kwaliteitsvlees
weerantrekken. Wil de stierenmestenj
toekost hebben, dan zullen de prij
zen q aflevering in het late voorjaar
in ïèr geval op een niveau van ƒ5,
per clo geslacht gewicht moeten lig
gen.
Krappe ruwvoerpositie
Hswel we de uitkomsten van de
runcreehouderij als redelijk typeerden
bleva de bedrijven niet van moeilijk-
heda verschoond. Die moeilijkheden
lage vooral op 'het gebied van de voe-
denyining. Na de vorige winterperio
de varen op vrijwel alle bedrijven de
vooraden ruwvoer verdwenen. Dit
weri duidelijk geïllustreerd door de
hogi hooi- en kuilgrasprijzen van dit
vooraar.
Dhoop, dat de groeiomstandigheden
ine zomer van 1970 zodanig zouden
zijn,dat de mogelijkheid van het kwe
ken 7an een reserve weer aanwezig zou
ap is niet vervuld. Door het late
vwijaar en de daarop gevolgde droge
perade kon weinig gras worden inge-
kai. Ook de hooioogst bleef ver be-
nén normaal. Te weinig bunders en
op de gemaaide bunders een te lage
optrengst.
«ede door het feit van het ontbre-
hn van oude' voorraden liepen de
kiprijzen op ons eiland tot een niveau
teerder met werd bereikt. In diver
se gevallen is hooi gekocht en verkocht
vsor prijzen van ƒ200,en meer per
toa Van „uitvoer" van h'ooi naar „de
oïffkant" is dit jaar praktisch geen
spake geweest. Het tekort aan ruwvoer
Eïd ook geïllustreerd door de hoge
pjjzen, die voor graszaadstro en graan-
Stó werden betaald.
ntussen mogen we wel vaststellen,
de kwaliteit van hooi en kuilgras
cser het algemeen zeer goed is. Geluk-
tg konden de ruwvoedervoorraden in
ugustus en september door gunstige
poeiomstandigheden en gunstig weer
;oor de winnmg op diverse bedrijven
»g worden aangevuld.
In dit verband willen we ook wijzen
jp de vele percelen stoppelknollen, die
?r dit jaar gezaaid en geoogst zijn. De
aohte herfst en het tot nu toe achter
wege blijven van nachtvorsten hebben
?r voor gezorgd, dat de stoppelknollen
roor 100°/o benut kunnen worden.
Toch is het voor diverse bedrijven te
hopen dat de winterperiode niet te veel
vorst en sneeuw 'zal brengen en de
voorjaarsgroei op tijd begint. Een stren
ge winter en een laat voorjaar zouden
voor veel bedrijven funest zijn.
Voorpagina
lllllllllllllllllffl
MIIHIHIIIW1
.12. Mark Weeda zat al vroeg op het
redaktiebureau. Ongehinderd door te
lefoontjes, redakte'uren, verslaggevers,
zetters, loopjongenr en mensen die „me
neer wilden spreken" kon hij zich met
aandacht wijden aan een artikel over
de kamerdebatten.
JDie meneer" peinsde hij, terwijl hij
uit een langademige rede een kern
probeerde te puren („heeft wèl begre
pen dat de taal er is om gedachten te
verbergenof gebrek aan denkbeel
den misschien?") Hij grijnsde. Vlak
naast hem rinkelde de telefoon.
„Nu al?" hij greep geirriteerd de
hoorn. Hoorde een verre stem.
„Weeda? Man, wat zit je al vroeg op
je kantoor! iMet Barendse.Barend-
se was de verslaggever van een lande
lijk dagblad, een goede vriend van
Mark.
„Zeg.Ik bel hier uit een cafeetje
moest vanmorgen al vroeg naar
een ongeluk, auto tegen boom gereden,
twee doden, twee gewonden.nou
ja, dat krijg je straks wel over de telex
maar de zaak is deze, één van de
gewonden is een zekere juffrouw Van
Dorenen nou ben ik bang ge
worden, dat is toch niet de dochter van
je baas?"
Mark schokte op. Mies?
„Nou,dat zal wel niet" probeerde hij
opgeruimd te doen „er zijn nog meer
hondjes die fik heten
„Studente.... was met drie andere
lui, van en promotiefuif of zo, kan
dat? Blond, bril, die lag in gruzelemen
ten trouwens, jaar of drie-vier-en-
twintigkan dat?"
,,'t Zou kunnenantwoordde Mark
toonloos. „Bert, bedankt dat je even
hebt gebeld.zou je als je zekerheid
hebt me nog even kunnen berichten'
Dan zal ik inmiddels proberen via
politie1 hier
Hij legde de hoorn op de haak, vooi-
:ichtig als was het ding van porcelei:
en bleef ineengebogen zitten. Zou W
Mies zijn? 't Kon best zijn. Het hU
geen zin nu al de politie te bellt
Barendse wist méér dan zij hier.
Mies d'r pension opbellen? Die had#
geen telefoon herinnerde hij zich. 3
keende snel naar de telex, die al een**
rag tikte en waaruit een lange rol f
pier hing. Zijn ogen vlogen over de f
gels... ja warempel, daar waren#
vlug bijAuto tegen boomfl
bocht van provinciale weg.twee»"
den, twee gewonden. Auto afkomtë
uit Amsterdam, eigendom van eenp
slachtoffers. Nog geen namen
Plots besloten, belde hij het
nummer van Van Doren. Het snell«P"
zoem van de gesprekstoon deed #rn
het voorhoofd fronsen, misschien
den ze daarginds Van 'Doren al aai de
draad Hij schoof het artikel was#®
hij bezig was van zich af, wachtte. #ér
belde de telefoonschel, hij had de t»rn
al te pakken.
Akkerbouw met
variërende uitkomsten
Het late voorjaar betekende voor
vrijwel alle gewassen een slecht begin.
De zaaitijden lagen op diverse bedrij
ven wel twee tot vier weken later dan
in een normaal jaar. Voor veel suiker
bieten betekende dit een zaaidatum tot
tien dagen in mei. Een wat we willen
noemen ouderwetse zaaitijd.
Bij het gewas bieten was er verder
de moeilijkheid van een droge periode
tijdens en de eerste weken na het
zaaien. Het gevolg was een onvoldoen
de werkzaamheid van het chemische
onkruidbestrijdingsmiddel. Op diverse
bedrijven heeft het onkruidvrij maken
van de bieten veel meer uren gevraagd
dan de laatste jaren het geval was.
De droogte heeft zowel in de bieten
en aardappelen als aan de graangewas
sen schade veroorzaakt. Vooral op de
droogtegevoelige gronden bleef de op
brengst van de granen te laag. Toch
menen we het feit, dat de graanpak-
huizen dit jaar belangrijk minder graan
ontvingen niet alleen toeschrijven aan
een lagere opbrengst. Ook de opper
vlakte granen daalde nl. ten opzichte
van 1969 met bijna 300 ha. Deze verla
ging kwam geheel op rekening van de
zomergerst, die daalde van 1178 ha in
1969 naar 852 ha in 1970.
Uitbreiding in de akkerbouw was er
vooral bij de wintertarwe, aardappelen,
suikerbieten, graszaden en overige
landbouwzaden.
Dankzij gunstige groeiomstandighe
den in de nazomer en Vroege herfst
hebben de gewassen aardappelen en
bieten zich flink kunnen herstellen van
de gevolgen van de droogteperiode. Al
leen op de allerdroogste gronden is de
opbrengst van de suikerbieten te laag
gebleven.
Op de betere gronden ligt de op-
door
Vieux
Plantiac
brengst van de suikerbieten voor Tex
else begrippen beslist gunstig. Op heel
wat bedrijven werden opbrengsten van
50 ton en meer per bunder bereikt. Ook
dit jaar was het suikergehalte van de
Texelse bieten weer duidelijk hoger dan
op veel plaatsen aan „de overkant".
Diepgrondbewerking
De droge zomer van 1969 had de
belangstelling voor de diepgrondbewer
king weer wakker gemaakt. Daardoor
kon al in het voorjaar het besluit wor
den genomen om op een aantal bdrijven
een bewerking met de mengrotor van
de Ned. Heidemij te laten uitvoeren. De
droge zomer van 1970 heeft deze be
langstelling nog verder vergroot.
In totaal is op 12 Texelse bedrijven
in deze herfst een oppervlakte van 31%
ha met de mengrotor bewerkt.
De resultaten, die werden verkregen
op één van de bedrijven, waar al in
1969 e'en oppervlakte werd bewerkt met
de mengrotor waren zodanig, dat we
goede hoop hebben, dat deze diep
grondbewerking voor de droogtegevoe
lige gronden een grote verbetering zal
betekenen. Als deze1 hoop wordt be
waarheid zal naar we menen de meng
rotor ook in 1971 weer een oppervlakte
kunnen bewerken.
Ontwikkeling
van de bedrijven
We hebben de indruk, dat er bij heel
wat agrariërs een zekere geïrriteerd-
„Ja, meneer Van Doren.ja, ik
ben net opgebeld door Barendse, maar
die wist het niet zeker. Tóch.zijn
hand begon te trillen, hij luisterde, ant
woordde met wat onverstaanbaar ge
grom op het verhaal dat de nerveuze
stem aan de andere kant deed „ja, wat
dacht u, meneer Van Doren, zullen we
samen met de wagenMetéén
maar? Goed, ik ben hier, komt u
langs?"
Ziezo, dacht Mark grimmig, dat is
een goed begin van de dag. Voor Van
Doren zéker. Maar voor hemzèlf? Mies,
hij moest er niet aan denken dat zij,
voor altijden opeens flitste er een
andere gedachte door zijn brein: Na een
fuif, had Barendse gezegd. Ze zouden
toch niet.
Voor het gebouw maande een felle
claxon. Dat was Van Doren, tot het
uiterste gespannen natuurlijk.
,^Hier Mark" hij schoof terzijde „rij
jij maar. Ik ben mezèlf niet Justine wou
óók mee, maar ik heb het haar kortweg
verboden. Kan altijd nog, er is geen
levensgevaar, zegt de dokter".
Snel joeg de wagen langs de wegen
naar de stad, waar Mies in het zieken
huis lag. En Mark Weeda zweeg tegen
over zijn chef over de gedachten die
hem verontrustten. Zou Mies van Do
ren straks een sinistere rol gaan spe
len in de „kruistocht tegen alcohol bij
snelverkeer" in de krant van haar ei
gen vader?
HOOFDSTUK VII
Onopgehelderde oorzaak
„Nou ja meneer" zei de inspecteur
UW
SALARIS
VIA
DE
BONDSSPAARBANK
„we hebben nog geen getuigen gehoord,
maar zo op het eerste gezicht ziet het
er niet best uit. Twee waren metéén
dood, een zekere Dijkstra en ene juf
frouw Waardonck of Van Waardonck,
de eigenaar van de auto, ene Meulders,
ligt met een zware hersenschudding en
de bestuurster, dat is dan die juffrouw
Van Doren, een paar gebroken ribben
en shock".
„En de oorzaak?" informeerde Mark
nerveus, gespannen.
„Weten we nog niet" was het laco
nieke antwoord. „De auto ligt in de
prak en die wordt straks wel door des
kundigen onderzocht. Het kan natuur
lijk een of ander defect geweest zijn".
„U bedoelt?"
„Het kan ook wat anders geweest
zijn. Het gezelschap kwam van een fuif,
zo om een uur of vier. Er lag nog een
gebroken fles in de wagen. Die Meul
ders rook sterk naar de drank.... ik
kan natuurlijk nog niets zeggen, me
neer, maar het kon óók wel es zijn dat
ze niet al te fris meer waren. Dit is
natuurlijk „of the record", dat snapt u,
zet niet in uw krant dat ze beschonken
heid aanwezig is over het telkens maar
weer spreken en schrijven over de ont
wikkeling van de landbouwbedrijven in
de toekomst. Dit betreft speciaal de tel
kens weer verkondigde mening, dat een
groot gedeelte van de tegenwoordige
bedrijven in de toekomst te klein zul
len zijn om een aanvaardbaar inkomen
te behalen.
Toch komen we ook telkens agrariërs
tegen, die deze ontwikkeling met be
grip en zonder agressie aanvaarden.
Agrariërs, die het als e'en onontkoom
baar gegeven aanvaarden, dat hun be
drijf in de toekomst als zelfstandig be
drijf zal moeten verdwijnen.
Intussen willen we ook nog eens dui
delijk naar voren brengen, dat er nog
altijd bedrijven zijn, die met een opper
vlakte grond, die op dit moment al te
klein wordt genoemd een inkomen ha
len, dat nog vrij ver boven het inkomen
van een werknemer in het agrarisch be
drijf ligt. Het is nog altijd zo en we
menen, dat het zo zal blijven, dat voor
al de vakbekwaamheid de allerbelang
rijkste faktor is, die bepaalt of een be
drijf al of niet rendabel is.
We menen, dat het zijn reden heeft,
dat de provinciale direktie, die de zorg
voor de voorlichting op de landbouw
bedrijven heeft, sinds enkele jaren Di
rektie voor Bedrijfsontwikkeling en
niet Direktie voor Landbouwvoorlich
ting heet.
Dit heeft zijn konsekwenties ook voor
het werk van de bedrijfsvoorlichters.
Een goede voorlichter spreekt en
schrijft op het ogenblik niet meer uit
sluitend over zaken als veevoeding, be
mesting, plantenziekten, onkruidbestrij-
ding, enz. Hij moet zijn oordeel ook ge
ven over zaken als aankoop van grond
voor bedrijfsvergroting, bouwland of
grasland, schapen of koeien, beëindi
ging van een bedrijf en overgang naar
een ander beroep.
De kans, dat hij met het spreken en
schrijven over deze zaken „brokken"
maakt is veel groter dan wanneer hij
zich uitsluitend bezig houdt met de
hiervoor genoemde eenvoudiger zaken
op landbouwtechnisoh gebied.
We mogen echter rustig stellen dat
onze werkgever van ons venvacht, dat
we inderdaad werkzaam zijn bij de Di
rektie voor Bedrijfsontwikkeling.
We eindigen met de hoop uit te spre
ken, dat we er in ons werk het komen
de jaar in zullen slagen om iets te doen
voor de welvaart van de Texelse land
bouwbedrijven, ook voorzover dit werk
ligt op het kwetsbare terrein van de
bedrij f sontwikkeling.
Uitslagen
C. Vinke-C. Dijker 02
C. Meedendorp-P. Bakelaar 02
P. Kooiman-J. Vinke 02
J. van Heerwaarden-J. Hooijberg 02
W. Stam-J. Stam 02
J. Stam-W. Stam 0—2
P. W. Kooi^J. Koom 20
W. Bakker-C. Groenhof 20
C. v. d. Werf-D. v. d. Werf 2—0
C. Vinke speelde een goede partij. J.
Vinke versloeg verassend P. Kooiman
en staat daardoor hoog op de ranglijst.
W. Stam en J. Stam wonnen beiden een
keer. P. W. Kooi liet zich niet verschal
ken door de grillige J. Koorn. D. v. d.
Werf verloor onnodig van zijn broer.
waren want daarvoor hebt u geen be
wijs en ik durf het niet te zeggen
„Daar heb ik ook 'helemaal geen be
lang bij" zei Mark dof.
Hij was er tussen uit geglipt, terwijl
Van Doren bij het bed van zijn dochter
zat, en naar de verkeerspolitie gegaan
om zoveel mogelijk bijzonderheden. In
dit stadium konden ze die nog niet ge
ven. Maar het zag er niet best uit.
Toer wilde het er niet bij hem in, dat
Mies daar met een stel dronken studen
ten, zelf ook misschiennéé, dat
kon niet!
„U komt nog maar eens aan" zei de
inspecteur vriendelijk. Deze journalist,
begreep hij, kwam niet alléén uit be
roepsnieuwsgierigheid, hij was hier op
de een of andere manier persoonlijk bij
betrokken. Dat meisje wellicht? Hij
haalde de schouders op, en zag hoe
Mark gebogen de deur uitliep.
Voor de poort van he't ziekenhuis
wachte Van Doren. Zwijgend stap
te hij in. Mark 'had al zijn aandacht no
dig bij het drukke stadsverkeer, maar
eindelijk waren ze op de brede snelweg.
„Ze is er nog goed afgekomen" klonk
naast hem de vlakke stem van Van Do
ren „die twee anderen.
Mark knikte. Hij wachtte tot Van Do
ren zou beginnen over de vraag die
hem voortdurend had gekweld. Maar
zijn chef was té veel krantenman, dan
dat dit aspect van de zaak hem zou
ontglippen.
„Hoe zetten we dat in de krant,
Mark?" vroeg hij zo neutraal mogelijk.
Maar Mark wist, dat ze op dit ogenblik
allebei dachten aan de „Kruistocht".
Wanneer het een ander was, peinsde
Mark verbitterd, dan maakten we ons
daar geen zorg om. Vier studenten te
rugkerend van een fuif met de auto te
gen een boom gereden. Wéér de drank
„Onbekende oorzaak" antwoordde hij
kort.
„Dat kan eigenlijk niet anders". De
stem van de ander klonk opgelucht.
„Nee" betoogde Mark „ik ben op het
bureau geweest. De direkteur weet nog
niets. De auto moet worden onderzocht.
Eén van de lui was kennelijk onder in
vloed, maar die zat niet achter het
stuur. En" opeens werd zijn toon per
soonlijk „gelooft u nou d<at Mies.
(wordt vervolgd)