Sociale wetenswaardigheden 1 Over enkele weken de voederwinning KRUISWOORDPUZZEL LANDBOUW en EET" EELT" C. »«n Gismiritft-ii Jeugdschaken Derde blad Texelse Courant, vrijdag 7 mei 1971 tij rubriek voor l Hoewel we de laatste dagen zeker niet kunnen spreken van groeizaam weer moeten we er toch van uitgaan, dat over enkele weken weer een be gin zal worden gemaakt met 't maaien van gras, dat bestemd is om in het vol gend seizoen als kuilgras of hooi voor de dieren te dienen. We moeten er op rekenen, dat de voederwinning wel eens met meer moeite gepaard kan gaan dan in het vorige seizoen. De kwaliteit van het hooi was de afgelo pen winter voor bijna 100°/o zeer goed, terwijl ook het kuilgras op de meeste bedrijven van goede kwaliteit was. We menen, dat de invloed daarvan ook duidelijk tot uiting is gekomen in de produktie van het melkvee. We hebben het in de laatste maanden van de stal tijd diverse keren gehoord, dat de pro duktie van het melkvee buitengewoon goed was. Iedere veehouder weet, dat de pro duktie van de melkkoeien voor een flink gedeelte wordt bepaald door de kwaliteit van het ruwvoer. Weliswaar is bij hoge produkties ook een flinke portie krachtvoer nodig, maar steeds meer veehouders weten, dat de top van de produktie niet wordt bereikt als hooi en kuilvoer van mindere kwa liteit zijn. Wat van belang is Zoals gezegd moeten we rekening houden met meer tegenslag bij de voe derwinning dan in '70. Onder omstan digheden, zoals die in 1970 waren is het geen grote kunst om van goed gras goed ruwvoer te maken. In zo'n jaar doet het er niet zo veel toe, dat het hooi, bestemd om in balen in het vak te worden gebracht, een paar dagen langer op het veld moet blijven, dan hooi, dat als los hooi in de schuur wordt gebracht om daar verder droog geblazen te worden door een ventilator. Weliswaar loopt de voederwaarde ook bij droog weer iedere dag op het veld iets terug, maar in vergelijking met de verliezen bij regenachtig weer zijn de ze klein. We menen, dat het verstandig is om niet te gokken op evenveel geluk als in '70. Wat de hooiwinning betreft be tekent dit, dat als u nog niet de moge lijkheid hebt om het hooi te ventileren met koude lucht er eens ernstig over moet denken of het geen tijd wordt om hiertoe over te gaan. De aanvoer van los hooi van het veld naar de schuur biedt op het mo ment geen enkele moeilijkheid meer. De opraapwagens brengen het hooi zonder, dat u er een hand voor behoeft uit te steken bij het vak. i We horen u nu al zeggen: ,,Hoe moe ten we het losse hooi zonder veel moei te in het vak krijgen?" We zijn van mening, dat ook daar het antwoord voor klaar ligt. Er zijn de laatste jaren diverse goede hooiblazers op de markt gekomen. En we durven beweren, dat in gevallen, waarin met zo'n blazer gewerkt wordt ook het werk van het hooi i n het vak brengen gemakkelij ker verloopt dan bij gebaald hooi. Het is niet teveel gezegd, dat in dit geval het inschuren van het hooi eenmans werk kan worden. Gras, dat gekuild wordt De verhouding tussen gras, waarvan hooi wordt gemaakt en gras, dat voor kuilgras wordt bestemd komt de laat ste jaren steeds meer in de richting van kuilgras te liggen. Dit is vooral te danken aan het feit, dat steeds meer gras volgens de voordroogmethode word ingekuild. Met dit voordrooggras is het nl. mogelijk om de minimale por tie hooi steeds kleiner te maken. Hoewel er in ons land al diverse be drijven zijn, waar in het wintersei zoen het ruwvoer uitsluitend uit voor- droogkuilgras bestaat menen we, dat het aan te bevelen is in ieder geval ook een voorraad hooi in het vak te hebben. Wat de methode van het inkuilen betreft willen we reeds nu het vol gende naar voren brengen. Hoewel er ook in 1971 wel weer vee houders zullen zijn, die volgens de maaikneusmethode zullen inkuilen moeten we wel aannemen, dat ook in het komende seizoen de voordroogme thode weer terrein zal winnen. We den ken er niet over om veehouders, die met het maaikneuzen goede resultaten krijgen over te halen om het volgens de voordroogmethode te gaan doen. De maaikneusmethode is een zeer be- drijfszekere methode, die bovendien wat arbeidsorganisatie betreft op een mansbedrijven zeer goed ligt. Wat het inkuilen volgens de voor droogmethode betreft menen we het volgende te moeten opmerken. De veehouder, die deze methode toe past moet de mogelijkheid hebben en tevens de bereidheid om vanaf maaien tot het aan de kuilhoop brengen het gras zo intensief mogelijk te schudden. Lang niet iedereen is doordrongen van het feit, dat schudden de veldperiode sterk verkort. Verder zijn we van oordeel, dat het los aan de kuilhoop brengen uit het oogpunt van een goede conservering en bewaring ver de voorkeur verdient ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon gaat 9 mei op om 4.56 uur en gaat onder om 20.16 uur; 12 mei op om 4.51 uur en onder om 20.22 uur. Maan: 10 mei V.M.; 17 mei L.K. Hoog water ter rede van Oudeschild 7 mei 6.29 en 18.45; 8 mei 7.14 en 19.29; 9 mei 7.51 en 20.08; 10 mei 8.24 en 20.45; 11 mei 8.54 en 21.18; 12 mei 9.24 en 21.50; 13 mei 9.57 en 22.24; 14 mei 10 33 en 22.56; 15 mei 11.13 en 23.31. Aan het strand is het ongeveer een uur eer der hoog water. boven het in balen inkuilen. Ook wat de arbeid bij het inkuilen betreft is het naar we menen aantrekkelijker om het gras los te kuilen. De opraapwagens kunnen het gras op de kuil afleveren. Wat het afdekken van de kuilen be treft menen we beslist de voorkeur te moeten geven aan een dekking van plastic plus grond. Ook deze winter zijn er veehouders in geslaagd om met uitsluitend plastic afdekking het kuil gras goed te bewaren. We menen ech ter, dat het risico in dit geval veel gro ter is dan bij een afdekking van plas tic plus grond. Persoonlijk voelen we altijd nog het meest voor het systeem van een afdek king met polyaetyleen van 0.10 of 0 15 mm plus een laagje van 15 - 20 cm grond. Uitslagen 27 april N Zoetelief-C. Zoetelief J. Klein Bog-J. Groot N Zoetelief-J. Maas C. Zoetelief-H. Witte P. Witte-F de Grave H. Rump-P. Brons W. Brons-A. Witte F. de Grave-J. Maas P. Brons-H. Hopman S. Koomen-R Bakker A. Smit-J. Smit F de Grave-E. Boogaard H Rump-J. Maas F. Bos-P. Riteco C. Vermuë-N. Zoetelief A. Witte-S. Koomen W. Brons-R. Bakker T. Bakker-J. Maas W. Brons-E. Boogaard R. Bakker-T. Bakker J. Smit-F. de Grave J. Klein Bog-P. Brons J Maas-H. Hopman J. Groot-A. Smit P. Riteco-H. Witte F. Kellner-P. Witte H. Rump-A. Witte R. Bakker-J. Maas T. Bakker-H. Hopman S. Koomen-A. Witte A. Smit-P. Brons R. Riteco-J. Hooijberg N Zoetelief-W. Brons J. Smit-R. Bakker J. Klein Bog-E. Boogaard W. Brons-P. Witte F. Kellner-H. Witte P Riteco-H. Hopman A. Witte-F. de Grave H. Rump-J. Klein Bog P. Bakker-R. Bakker 0—1 1—0 1—0 0—1 1—0 0—1 1—0 0—1 0—1 1—0 1—0 0—1 0—1 1—0 1—0 0—1 0—1 1—0 1—0 0—1 0—1 0—1 0—1 0—1 0—1 V? 1—0 0—1 0—1 1—0 0—1 0—1 0—1 0—1 1—0 0—1 Va—y2 0—1 1—0 1—0 1—0 10 |15 25 39 43 13 U 55 60 65 66 30 167 64 Horizontaal Verticaal De stand in de middenmoot is: gesp. pnt °/o 10. Peter Brons 18 11 61.11 11. Cor Zoetelief 20 12 60 12. Sjaak Koomen 35 20 57.14 13. Frans Kellner 32 ny» 54.69 14. Hans Hopman 21 ïi 52.38 15 Peter Witte 25 13 52 16. Peter Riteco 28 14 Vz 51.78 17. Rita Bakker 29 14V2 50 81. Wim Brons 23 ll>/t 50 19. Emmy Bakker 22 11 50 20. Martien Witte 32 15V2 48.44 Op 4 en 11 mei wordt er nog ge speeld. De competitie is daarmee dan afgelopen. 1. reeds 1. Engels voorzetsel 3. schouderholte 2. dierenliefkozing 8. meisjesnaam 3. octaaf (afk.) 10 klopje 4. deel van het hoofd 12. financieel deskundige 5. plaats in Friesland 14. cilinder 6. en omgeveerd 15. vogel 7. bosje haar 16. heilig boek 8. inhoudsmaat 17. troefkaart 9. geogr. aanduiding 19. gevuld 11. voertuig 21. drinkgerei 12. gelofte 23. elasticiteit 13. grap 25. broeiplaats 14. klepperen 26. wig 18. tijdelijk verblijven 28. bitter vocht 19. banier 29. verbinding 20. snijwerktuig 31. zangnoot 22 keukengerei 32. grondvesten 24. borstwering 34. linnen huisje 25. deel van een poot 35. telwoord, volgend 26. vervoermiddel 37. afgelegen 27. bedreigingen 38. deel van het jaar 30. bouwmateriaal 39. plaats in Brabant 32. mandje 40. zuiveren 33. deel van een kippenhok 42. water in Friesland 34. voorzetsel 43. soort pad 36. grondig 44. hevig 38. deel van het oor 45. meisjesnaam 40. vruchtennat 46. erfelijkheidsfactor 41. opstootje 47. moed 46. adrem 48. voorzetsel 49. projectiel 50. bron 51. seconde 52. dwaas 53. vreemde 55. optisch instrument 54. deel van een vis 57. gezouten kuit 55. etenbereider 60. soort zeil 56. schaap 61. zeilterm 58. afgelegen 63. speelgoed 59. bedorven 65. maanstand 60. oude munt 66. moeder-overste 62. familielid 67. ten laatste 64. laatstleden (afk.) Bij deze maken wij een aanvang met een rubriek die bedoeld is om voorlich ting te geven over het ingewikkelde stelsel van sociale voorzieningen dat in Nederland is ontstaan. Slechts wei nigen zijn ervan op de hoogte wat hun rechten, plichten en beroepsmogelijk heden in deze zijn. Nauw verband daar mee houden onderwerpen als ontslag recht, omscholingsmogelijkheden, alg. bijstandswet, AOW, ziektewet, afkoop rentezegels, werkloosheidsproblema- tiek, aktiviteiten van werknemersorga nisaties, enz., enz. zodat ook daaraan aandacht in deze rubriek zal worden besteed. Hoewel de inhoud in de eerste plaats nuttig is voor werknemers is de opzet zodanig dat ook anderen er hun voordeel mee zullen kunnen doen, te meer daar vooral plaatselijke aangele genheden in de aandacht gebracht zul len worden. Bij de samenstelling is de Texelse raad van vakcentrales ten nauwste betrokken, evenals andere in stanties die zich met werknemersaan gelegenheden bezig houden. Om er een boeiend geheel van te ma ken zal een deel van de volgende afle veringen van de rubrieken bestaan uit een vragenrubriek. Vragen op „sociaal" gebied kunnen worden gezonden naar de heer J. W. Blonk, Wilhelminalaan 110, telefoon 2087. De vraag, voorzien van antwoord van deskundige zijde, komt dan in de eerstvolgende afleve ring van de rubriek. Nog niet vast staat hoe vaak de rubriek zal verschij nen Gedacht wordt aan ééns per een of twee maanden. De te publiceren stof is afkomstig van de genoemde organi saties, maar de verantwoordelijkheid voor deze artikelen blijft gewoon bij de redaktie van de Texelse Courant be rusten. Recht van beroep in sociale verzekeringen Wat doet u als u vindt, dat een so ciale verzekeringsuitkering te laag is ^astgesteld? Als u het er niet mee eens bent, dat uw uitkering wordt verlaagd of geëindigd? Als u niet dié medische hulp krijgt, waarop u recht meent te hebben. Ofals de aangevraagde uit kering u wordt geweigerd en u vindt dat onjuist? Daar behoeft u zich niet dadelijk bij neer te leggen. Het kan al voldoende zijn, dat u eens met het uit voeringsorgaan gaat praten of dat u zich door een bestuurder laat voorlich ten. Maar als dat geen bevredigend re sultaat heeft kunt u in beroep gaan. Raad van beroep Er zijn in Nederland tien Raden van Beroep, die zijn belast met de behande ling van geschillen op het gebied van de sociale verzekering. Daar kunt u terecht met uw klacht. Een heel be langrijk punt mag u daarbij niet over het hoofd zien: is op het stuk, dat u werd toegezonden al vermeld, dat u daartegen in beroep kunt gaan en tot welke Raad van Beroep u zich dan moet wenden, dan hebt u daarvoor niet zo heel lang de tijd. In de regel een maand, soms veertien dagen. Die termijn staat ook op het stuk vermeld. Wordt het beroep pas na afloop van die termijn ingesteld, dan kan de be- roepsrechter uw klacht niet meer in behandeling nemen. Kosteloos De procedures inzake de sociale ver zekeringswetgeving zijn geheel koste loos. Ook behoeft u zich niet tot een ad vocaat te wenden u kunt zich desge wenst door iemand laten bijstaan, bij voorbeeld door een deskundige van uw vakorganisatie. Overigens bent u niet verplicht, u van deskundige bijstand te voorzien. U kunt de zaak ook zelf behandelen. In bepaalde gevallen bijvoorbeeld als het alleen maar om voorlopige schorsing van een uitkering gaat is het instellen van beroep op grond van de wet niet mogelijk. Het uitvoeringsorgaan zal u daarover dan inlichten. Vatbaar Hebt u een „voor beroep vatbare be slissing" gekregen, wendt u zich dan binnen de daarop aangegeven termijn meestal een maand, soms veertien dagen na de dagtekening schrifte lijk tot de Raad van Beroep ,die op het stuk is vermeld. In uw brief zet u uit een, waarom u de beslissing van 't uit voeringsorgaan niet juist acht en wat u wilt, dat de Raad van Beroep zal be slissen. Zo'n brief heet een „klaag schrift". Hebt u weinig tijd, schrijft u dan alleen dat u het met de beslissing niet eens bent en dat u daartegen op nader aan te voeren gronden in be roep wilt gaan. Vermeld in het klaagschrift uw naam, adres en geboortedatum. Geldt het een minderjarige, dan moeten ook van de wettelijke vertegenwoordiger (vader of voogd) deze gegevens worden vermeld. Deze dient dan ook het klaag schrift te ondertekenen. Te laat U moet het klaagschrift in tweevoud indienen, dus met een ondertekend af schrift. Ook een afschrift van de be slissing waartegen u in beroep gaat moet worden bijgevoegd. Hebt u van het uitvoeringsorgaan geen extra af schrift ontvangen, dan kunt u er daar nog een vragen. Hebt u buiten uw schuld niet binnen een maand in beroep kunnen gaan, doet u het dan alsnog zo gauw mogelijk en vermeld de reden van de vertraging van uw klaagschrift. Het is mogelijk, dat de beroepsrechter de zaak dan toch nog in behandeling neemt. Maar ook als dat niet meer zou kun nen is het in elk geval verstandig, nog eens contact op te nemen met het uit voeringsorgaan. Al zou er juridisch niet meer aan de beslissing te tornen zijn, het uitvoeringsorgaan kan er altijd op terugkomen als blijkt, dat de genomen beslissing onjuist was. En wordt dit ge weigerd dan kan men ook van zo'n weigering een „voor beroep vatbare beslissing" vragen waartegen men in beroep kan gaan! Behandeling bij de Raad van Beroep Na ontvangst van het klaagschrift zal de Raad van Beroep nagaan of er nog bijvoorbeeld een medisch, technisch of loonkundig onderzoek nodig is. In dat geval bent u verplicht, aan zo'n onder zoek medewerking te verlenen. In be paalde zeer duidelijke gevallen kan de voorzitter van de Raad van Beroep (al of niet na onderzoek) een „beschikking" geven. Een rechtszitting is dan niet nodig. Van die beschikking ontvang tu een afschrift. Bent u het daarmee niet eens dan kunt u daartegen binnen 14 dagen in verzet gaan door een briefje te schrijven naar de Raad van Beroep. Daardoor vervalt de beschikking en uw zaak wordt door de Raad van Be roep in behandeling genomen. Zitting Heeft deze Raad alle gegevens over de zaak, zoals brieven, rapporten etc. verzameld, dan ontvangt u een aange rekend schrijven, waarin u wordt me degedeeld, op welk tijdstip de zaak ter en wanneer u inzage van de stukken rechtszitting wordt behandeld en waar kunt nemen. Het is mogelijk, dat u wordt opgeroepen om persoonlijk of bij gemachtigde ter zitting te ver schijnen. U bent dan verplicht te ver schijnen en de onkosten daarvan wor den u dan vergoed. Wordt u niet opge roepen, dan behoeft u de zitting niet bij te wonen al is het raadzaam, dit wel te doen Heeft de Raad van Beroep uitspraak gedaan, dan ontvangt u van die uitspraak een afschrift. Hoger beroep Tegen zo'n uitspraak kunt u binnen een maand na de dagtekening in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep, Trans 19 te Utrecht. Dit ge schiedt op dezelfde wijze als u een klaagschrift indient bij de Raad van Beroep. Alleen heet het nu een „be roepsschrift"! Inplaats van een af schrift van de beslissing van het uit voeringsorgaan zendt u nu een afschrift van de uitspraak van de Raad van Be roep mee. Verder is de gang van zaken ongeveer gelijk aan die bij de Raad trale Raad van Beroep te Utrecht is van Beroep De uitspraak van de Cen- meestal bindend voor alle partijen maar in enkele gevallen kan men van zo'n uitspraak nog „in cassatie gaan" bij de Hoge Raad der Nederlanden. Inlichtingen daarover kunt u altijd vragen bij de griffie van de Centrale Raad van Beroep te Utrecht. Hebt u vragen op het gebied van het beroepsrecht dan kunt u zich daarmee altijd wenden tot de uitkeringswetge ving, tot uw eigen vakbond. Verder is er de mogelijkheid bij het Voorlichtingscentrum Sociale Verzeke ring, Rhijnspoorplein 1, Amsterdam, een duidelijke folder over het beroepsrecht aan te vragen. Huren Per 1 april j.l. zijn de huren van wo ningwetwoningen, waarop de wet jaar lijkse huurverhogingen van toepassing is, met 7% verhoogd. De huurverho ging geldt in het algemeen voor die woningen, die na 5 mei 1945, doch vóór 1 april 1970 zijn gebouwd in de wo ningwetsector. De vóór 5 mei 1945 tot stand gekomen woningen alsmede de na 5 mei 1945 tot stand gekomen wo ningen waarvoor op 31 maart 1971 geen rijksbijdrage meer wordt afgegeven, vallen niet onder deze huurverhoging Praktisch alle Texelse ww-woningen vallen dus onder de verhoging. Suppletie loon werkloze Binnenkort zal aan een werkloze ar beidskracht die een nieuwe funktie aanvaardt tegen een lager loon, aan vulling kunnen worden verleend tot zijn laatstgenoten loon. Het ministerie van sociale zaken heeft een regeling daarvoor in vergevorderde staat van voorbereiding. Minister Roolvink heeft dit aan de Tweede Kamer medege deeld. Uitkering bij overlijden De regeling komt er in de praktijk op neer, dat bij het overlijden van een werknemer de bedrijfsvereniging (of in gevallen waarin een uitkering op grond van de Wet Werkloosheidsvoorziening wordt genoten, de gemeente) verplicht is aan de nagelaten betrekkingen nog een (belasting- en premievrije) uitke ring te verstrekken over de resterende dagen van de maand van overlijden en de twee maanden daarna. De bedrijfsvereniging betaalt over de uitkeringstermijn honderd procent van het dagloon waarop het ziekengeld was gebaseerd. Had de overledene een WAO-uitke- ring dan wordt eveneens een overlij densuitkering verstrekt, namelijk hon derd procent van het dagloon als de arbeidsongeschiktheid tachtig tot hon derd procent bedroeg óf een bedrag ge lijk aan de WAO-uitkering bij een la ger percentage arbeidsongeschiktheid. Is het loon dat de overledene ver diende hoger dan het loon dat geldt voor de berekening van het zieken geld of de arbeidsongeschiktheidsuitke ring, dan is de werkgever gehouden het ontbrekende aan te vullen. In het algemeen zullen de nabestaan den geen bijzondere stappen behoeven te ondernemen om de overlijdensuitke ring uitbetaald te krijgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1971 | | pagina 5