I De man die niemand werd" NMB 0 SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST OOKVOOR BUITENLANDS GELD ga mei uw tijd mee - ga naar de nmb! LANDBOUW en VEETEELT «.„«i,,!'.", Die het nat maakt Voorkom koper gebrek bij het rundvee Bedrijfsontwikkeling in cijfers Geref. Vrouwenvereniging houdt verkoping SPORTPROGRAMMA Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 25 juni 1971 ;n ok rubriek voor °"'1* Dpe „Die het nat maakt, maakt het ook weer droog". De laatste dagen heb ik deze uitspraak weer gehoord in ge sprekken, waarbij het ging over de moeilijkheden bij de hooiwinning op dit moment. Als deze woorden uitgesproken wor den door iemand die zich altijd voor 100% inzet om de bedrijfsvoering zo goed mogelijk te laten zijn, dan kan je voor zo'n houding in moeilijke omstan digheden respect opbrengen. Als tegen slag, die het gevolg is van ongunstige weersomstandigheden iemand niet di- rekt uit het lood brengt, dan is dat be nijdenswaardig. Ik kan me echter niet onttrekken aan de gedachte, dat zo'n uitspraak ook wel eens voortkomt uit een „laat maar waaien instelling". Dan ontbreekt er aan het goed ondernemer zijn wel iets. Droog maken Als het laatste het geval is, dan wijs ik er op, dat het droog maken voor een groot gedeelte voor rekening van de ondernemer komt. We kunnen de zon niet laten schijnen en de wind niet la ten waaien. Maar het is wel van be lang om zon en wind de mogelijkheid te geven hun werk zo goed mogelijk te doen. Verder is het zaak om alle mid delen, die voor ons bereikbaar zijn aan te wenden om het teveel aan vocht uit kuilgras en hooi te krijgen. Ik wil in dit verband nog weer eens wijzen op het belang van het herhaal delijk schudden van het hooi. Telkens weer krijg je de tegenwerping te horen, dat gras, dat nog ongeschonden in het zwad ligt minder van slecht hooiweer heeft te lijden dan gras, waarin al heel wat gewerkt is. Je kunt met evenveel recht beweren, dat koeien, die per jaar 3.500 kg melk geven veel minder vatbaar zijn voor ziekten en ongemak dan dieren die 6.000 kg per jaar produceren. Maar ie dere veehouder weet, dat 't met koeien van 3.500 kg erg moeilijk is om een in komen te halen. Het is een onomstotelijk feit, dat gras dat voor hooi bestemd is bij veel schudden e'erder klaar is om in het vak gebracht te worden dan gras, waarin zo goed als niets gebeurt. Te weinig ventilatoren Er zijn op Texel nog veel te veel be drijven, waar de mogelijkheid om nog een gedeelte van het water door het ventileren van het hooi in het vak kwijt te raken, ontbreekt. Dat heeft tot gevolg, dat op een te groot aantal be drijven moet worden geconstateerd, dat men net een dag te laat was om het hooi in te schuren. Het zal meer in de richting van het los inschuren van 't hooi moeten gaan. In de eerste plaats, omdat bij los in schuren de veldperiode toch nog een dag korter zal kunnen zijn dan bij het schuurklaar krijgen van geperst hooi. In de tweede plaats menen we, dat het bij gebruik van opraapwagens en een hooiblazer ook uit het oogpunt van de arbeid veel aantrekkelijker is om los hooi te verwerken dan gebaald hooi. Het is werkelijk niet voor niets, dat op de meeste plaatsen op het vasteland het aantal hooiblazers vele malen gro ter is dan in ons gebied. In de afgelopen winter en het voor jaar hebben we enkele keren gewezen op het belang van een goede koper voorziening van het grasland. Deze voorziening is niet direkt nodig voor een goede groei van het gras, maar is vooral bedoeld als een mogelijkheid om kopergebrek bij het rundvee te voorkomen. Wat de gevolgen zijn van een tekort aan koper in het voedsel van de dieren is nog niet volledig bekend. We'l zijn er sterke aanwijzingen, dat een tekort aan koper moeilijkheden bij het drach tig krijgen van de dieren kan veroor zaken. Verder is het wel zeker, dat een bepaalde vorm van weidediarree in verband staat met kopergebrek. En ten slotte staat het vast, dat een minder goede ontwikkeling van het jongvee veroorzaakt kan worden door koper- gebrek. Hoe aanpakken? Bij een tekort aan koper in het gras en het ruwvoer, dat van gras wordt ge maakt moet in de eerste plaats gedacht worden aan een koperbemesting. De meest geschikte metststof is koper- slakkenbloem. Al naar gelang de mate van het kopergebrek moet een bemes ting van 300 - 500 kg koperslakken- bloem per bunder worden gegeven. Daarmee is in het algemeen de koper- voorziening voor de eerste paar jaar veilig gesteld. Vooral op bedrijven, waar naast het rundvee ook schapen worden gehou den kunnen er bezwaren zijn tegen een koperbemesting van de grond. De ko perbehoefte van schapen ligt zeer laag en bij een overmaat treden heel gauw moeilijkheden op. Daarom is het raad zaam om op bedrijven met schapen al leen een koperbemesting te geven als uit grondonderzoek is gebleken, dat de kopertoestand van de grond beslist on voldoende is. Altijd is het nodig om na een koper bemesting de dieren geruime tijd van het land te houden. Men kan hiervoor wel een veiligheidstermijn van 4-6 weken stellen. Een goede gelegenheid om een koperbemesting te geven is het tijdstip, waarop een perceel leeg ge maakt wordt voor de winning van kuil gras of hooi. Als een geneesmiddel op korte ter mijn kan ook gebruik gemaakt worden van spore-elementenkoek. In zo'n koeksoort is een hoeveelheid koper op genomen. Als er bepaalde moeilijkhe den zijn, maar ook als een veiligheids maatregel zou men als een gewoonte kunnen aannemen om het rundvee ie dere dag deze koek te geven. Voor een volwassen koe is één reepje per dag nodig. Voor pinken is dit een half reep je en voor kalveren een kwart reepje. Het is bekend, dat vooral in de tweede helft van de weideperiode meermalen moeilijkheden optreden, die verband houden met kopergebrek. Is er werkelijk wel sprake van een nieuwe ontwikkeling in de landbouw? Er wordt in allerlei bladen over ge sproken, maar is er werkelijk wel iets aan de hand? Als u aan de ontwikkeling twijfelt, dan zult u uit de volgende cijfers kun nen concluderen, dat die ontwikkeling er dicht bij huis is. Zo'n jaar of tien geleden verwerkte de Texelse Zuivelfabriek de melk van zo'n 400 Texelse bedrijven. Er waren dus 400 Texelse boeren, die in ieder ge val zoveel melkkoeien hadden, dat er melk naar de fabriek ging. De totale plas melk van die ongeveer 400 bedrij ven was zo'n 14 miljoen kg per jaar. Dit betekent een gemiddelde hoeveel heid melk van 35.000 kg per jaar per bedrijf. Tien jaar later is het aantal melkle- veranties aan onze Texel fabriek ge daald tot 244. Deze 244 melkveehouders presteren het om jaarlijks 22 miljoen kg melk te leveren. Gaan we ook hier het ge middelde per bedrijf berekenen, dan komen we op 90.000 kg melk per jaar. Bij de 244 melkleveranciers zijn er een kleine twintig, die overgegaan zijn tot tankmelken. De tankmelkers leve ren meer dan 20% van de totale hoe veelheid. Dit betekent, dat op deze be drijven de gemiddelde hoeveelheid melk op 250.000 kg per jaar ligt Twijfelt u na deze cijfers nog aan het feit dat er in de landbouw 'n ontwikke ling gaande is OOSTEREND Volgende week donderdagavond om half acht begint de verkoping van zelfgemaakte goede ren, die de vrouwenvereniging Gere*- formeerde Gemeente „Bidt en Werkt" organiseert in het gebouw voor Chris telijke Belangen te Oosterend. Onder meer kan men er schilderijtjes, baby- en kinderkleding en speelgoed kopen. Er is gelegenheid om tijdens de verko ping een kopje koffie te drinken. Ie dereen is van harte welkom. ZATERDAG 26 JUNI 1971 Adspiranten Texel a-Hugo Boys a, 17.00 uur Junioren Texel-Hugo Boys, 18.15 uur De volgende spelers worden uitgeno digd Adspiranten a: R. Haak, W. Jas, N. de Graaf, A. Zijm, T. Kok, Jan de Lugt, J. v. d. Slikke, J. Slikker, C. Ooster hof, C. v. d. Knaap, H. van Boven, W. P. v. d. Vis, Jos Slikker en E. Zirkzee. Junioren: E. de Bruijn, A. v. d. Slik ke, C. Boeijen, P. Grisnich, K. v. d. Berg, H. Groen, M. Maat, Hans Witte, R. Caspers, R. Dijksen, W. Dootjes en Th. v. d. Slikke. Afberichten bij M. Bruijn, Wever straat 35, telefoon 2267. ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 27 juni op om 4.21 uur er. gaat onder om 21.04 uur; 30 juni op om 4.23 uur en onder om 21.03 uur. Maan: 8 juli V.M.; 15 juli L.K. Hoog water ter rede van Oudeschild 25 juni 10.28 en 22.50; 26 juni 11.02 en 23.25 27 juni 11.31 en 23.56; 28 juni 11.56 en 29 juni 0.25 en 12.21; 30 juni 0.51 en 12.47; 1 juli 1.22 en 13.23; 2 juli 2.03 en 14.20; 3 juli 3.03 en 15.27. Aan het strand is het ongeveer een uur eer der hoog water. KOERSEN VREEMDE VALUTA Westduitse mark (100) ƒ100,40 Belgische franc (100) ƒ7,03 Franse franc (100) 63,65 Zwitserse franc (100) 86,40 Amerikaanse dollar (1) ƒ3,50 Engelse pond (1) ƒ8,53 Zweedse kroon (100) 67,90 126. Professor Nosco bleef nog even voor het raam staan en riep nogmaals: „Héla! Is daar iemand?" Maar hij ontdekte de smid in de re genton blijkbaar niet en trok zich mompelend weer in zijn kamer terug. Toen de gordijnen weer gesloten waren kroop smidje Verholen stilletjes uit de ton om opnieuw naar het venster te sluipen. En wéér zag hij professor Nos co rustig aan tafel zitten, ijverig stu derend met het hoofd in de handen „Hm, loos alarm", mompelde de smid onhoorbaar. „Zou hij gevoeld hebben, dat ik naar hem keek? Ik moet voor zichtig zijn, jongens. Hij is een linkert an merkt blijkbaar gauw wanneer er onraad is. Ik zal zo af en toe eens even naar binnen gluren. Dat deed de smid, maar het werd een eentonige zaak, want er gebeurde niets. De professor bleef zitten studeren en de minuten regen aaneen tot uren Zo leek het wel tenminste. Ten einde raad haalde hij zijn horloge uit de zak en stelde onthutst vast, dat er al ander half uur voorbij waren. „Grrmmmm, zou Frans Bulle nu nóg niet in het Knekelwoud zijn geweest", gromde hij. Hij besloot toen nog even te wachten, alhoewel er zo langzamerhand al enige twijfel van binnen begon te knagen. „Stel je voor, dat Nosco tóch niet de Kludde is", peinsde hij. „Oei, oei, wat zou dat een blunder van me zijn!" En nogmaals wierp hij een vorsende blik naar binnen, doch het feit, dat Nosco zijn glimmende dasspeld niet droeg, stelde hem gerust. De professor zat nog steeds rustig te studeren en de smid mompelde: „Je draagt je dasspeld niet, meneer Nosco. Nee, nee, allicht niet. Want die heb ik achter de lapel len van mijn jas. Toen wist de smid het zeker: Nosco was de Kludde en Nosco was. Maar verder kwam hij niet met zijn gepeins, want plotseling werd zijn aan dacht getrokken door een vreselijk ge kreun, dat uit de buurt van de weg kwam. Dat was de stem van Frans Bulle. (wordt vervolgd) NUTSSPAARBANK Feuilleton door Tom Lodewijk 1. HOOFDSTUK I De spreker van hedenmiddag Het handgeklap, dat de kleine verga derzaal vulde, was niet alleen maar een beleefdheids-applaus met een onder toon van blij-dat-het-voorbij-is. Het waren allemaal heel nuchtere mensen uit de geld- en effectenhandel, die daar zaten, zeker niet geneigd tot overdadig enthousiasme, maar de grote aandacht waarmee ze hadden zitten luisteren, het soms plotseling opklaterend ge lach, waren al duidelijk aanwijzingen geweest, dat de spreker zijn gehoor on gemeen had geboeid. Hij stond daar, licht buigend, met een sneeuwwitte zakdoek zich enkele kleine zweetdruppeltjes van het voor hoofd vegend. De voorzitter, vergrijsd in het vak, meende dat hij zich „de tolk van alle aanwezigen" mocht noe men wanneer hij de spreker dankte voor een „boeiende en hier en daar flitsende uiteenzetting, die zeker stof zou geven tot een levendige discussie" en daarmee schorste hij de bijeenkomst voor een korte pauze. Aan een apart buffet waren koffie en andere dranken verkrijgbaar en ieder stond op, met die krampachtige geba ren van mensen die er niet aan ge dacht hebben, tussen tijds eens even te gaan verzitten. Een babel van stemmen brak meteen los. De spreker kreeg nauwelijks tijd zijn koffie uit te drinken, belaagd als hij werd door twee, drie toehoorders. De voorzitter zag het en wist zich van de taak ontheven, nog enkele beleefd heden tot hem te richten. Hij maakte zich snel uit de voeten en stevende op het buffet af waar Gijsbers, de redak- teur van het financiële weekblad, al zo attent geweest was een kop koffie voor hem te halen, op die manier meteen de voorzitter strikkend voor een gesprek je. „Ik kan me begrijpen", zei hij, na een keurende slok, „dat je die man graag als medewerker aan je krant wilt heb ben. Wat hij zo eens te hooi en te gras pu bliceert is al even leesbaar, als zijn speech het luisteren waard was. Die man praat nej; zoals hij schrijft". „Hij schrijft zoals hij praat", corri geerde de redakteur", iets waartoe de meeste mensen niet in staat zijn. Men zegt dat de mensen niet kunnen lezen, maar dat komt omdat andere mensen niet duidelijk en verstaanbaar kunnen schrijven. De Rheede kan dat. Ik wou dat hij maar journalistische aspiraties - had. Hij is ervoor geknipt". „Hij zal zelf vinden, dat hij méér ge knipt is voor direkteur van Montfer- lant en Lazere", meende de voorzitter met een bestudeerde achteloosheid, die Gijsbers, die zijn man kende, niet ont ging. „En wie kan dat beter weten dan hij- zèlf?" vroeg de ander met een glim lach. De beide mannen zagen elkaar aan. „Het marcheert goed vandaag, niet?" gooide de voorzitter het gesprek met een over een andere boeg. De glimlach van de redakteur verdiepte zich. Hij dacht aan het spreekwoord, dat zwijgen welsprekender kan zijn dan woorden. In een hoek van de vergaderzaal stonden twee bejaarde beursmannen aandachtig in hun koffiekop te staren. „Weet je, Van Maarlant", zei de een, „soms moet ik zo denken aan dat oude Chinese spreekwoord, dat wie tien maal voor zijn examen gezakt is, een bord ophangt dat hij leraar is". „Dat zegt nog niets", merkte de an der spits op, „dat iedere leraar per sé tienmaal voor zijn examen gezakt zou zijn". „Nee, beste kerel, natuurlijk niet. Maar dan denk ik aan Goudewagen, je weet wel". ,jDè Goudewagen", knikte de ander. „Nou, ik heb die jongen gekend, in derdaad, als jongen. Pienter ventje, en toch maakte hij nergens veel klaar. Nooit met z'n mond vol tanden, vlot causeur, goeie ideeën. En toen kwam ie ineens op het idee om die goeie ideeen aan andere mensen te verkopen. Hij richtte dat adviesbureau op. Hij gaf dat blaadje uit. Hij begon met een cur sus voor zakenmensen. Verder hoef ik je niets te vertellen, hij heeft er een zaak van gemaakt". „Dus hij slaagde" zei Van Maarlant. „Ja, maar indirekt. Die goede ideeën en tips heeft hij zelf nooit in het za kenleven toegepast. Maar hij heeft goud verdiend met andere mensen te vertellen, hoe ze het moesten doen. En als ze nu kijken naar dat machtige kantoorgebouw van 'em, zeggen ze; tja, die man weet waar hij over praat". „Ik zie nog niet in, beste kerel, waar je heen wilt. Wat heeft dit allemaal te maken met die voortreffelijke speech van De Rheede?" Doorman, de spreker, zweeg en dronk de rest van zijn lauw geworden koffie. Van Maarlant keek hem van terzijde aan. „Die het vatten kan, vat het", zei Doorman duister. „Sapienti sat, zoals de Romeinen zeggen". „Ik ben geen Romein". „Nee, maar je bent niet op je achter hoofd gevallen. Wou jij de spreker nog een vraag stellen?" En ook dit gesprek eindigde zonder een conclusie, maar niet zonder weder zijds begrip. De Rheede, de direkteur van Mont- ferlant en Lazare in effecten, was zijn ondervragers een ogenblik kwijt en stak met welgevallen een sigaar op. Dat was achter de rug. En hij had ze aan een touwtje ge had Er was pers in de zaal en ze hadden vrijwel ononderbroken zitten schrijven. Dat was goed voor die jongens, an ders verleerden ze hun vak. Ze kregen het tegenwoordig allemaal gekauwd in de mond, de rede van de spreker op een papiertje, dan konden zij elkaar moppen zitten vertellen onder het re laas. Maar zó hield je ze op de tenen. De titel was al vreemd gevallen in dit zakelijke gezelschap, waar droog heid en degelijkheid met elkaar verwe ven schenen. „De spaarpot in de as- emmer". De voorzitter had er al een grapje over gemaakt, ongewone titel mijne heren, misschien belooft dat een ongewoon betoog. Hij had gesproken over de spaarzaamheid vroeger en nu. Wat hij over het verleden vertelde was met nieuw, maar de manier waarop hij het vertelde, hield zijn toehoorders in de ban. De oude kous, het spaarboekje, ze verdwenen in de mist van het wan trouwen in het betaalmiddel, èn met de bezem van de nieuwe opvatting: sparen door kopen, beleggen in goederen, het afbetalingssysteem. Als in een flits liet hij ook de zware klappen voor de ef fectenhandel aan hun ogen voorbijgaan. Hoe moest men inhaken op deze nieu we trend? Hij tekende een samenwörkingspa- troon, dat al deze zelf-doeners vreemd was, en projecteerde het op de reeds bestaande samenwerkingsvormen. Hij wist dat de vragen allemaal zouden ge borduurd zijn op dat éne stamien: de praktijk! en dat zou hem de kans geven zijn ideeën te preciseren. Het verwonderde hem, dat hij op de ze dag, voor hem van een geweldige betekenis om andere redenen, zich zo geheel kon wijden aan wat hier aan de hand was. En met een glimlach niet zonder zelfvoldaanheid schreef hij deze kwa liteit op zijn eigen conto. Je volledig concentreren op het punt dat aan de orde was, zonder je te laten hinderen en afleiden door zelfs de allerbelang rijkste overwegingen van andere aard daarvoor was grote zelfbeheersing, een ijzeren zelfdiscipline nodig. Beide eigenschappen zou hij aan het eind van deze dag behoeven als nooit te voren. (wordt vervolgd) Het is zo gemakkelijk. Even bij de NMB binnenstappen als u geld no dig hebt voor een buitenlandse reis. De NMB wisselt niet alleen uw guldens om in francs, mar ken of ponden, maar geeft u ook tekst en uitleg over koer sen, reischeques, bagage verzekering en wat u maar wilt weten. U gaat met een veilig gevoel op reis. De NMB heeft alles verzorgd! nederlandsche middenstandsbank de bank waar óók u zich thuis voelt!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1971 | | pagina 3