Op Texel broeden meer dan 110 vogelsoorten .toerist 1971 pagina 7 ken voor vergiftiging door landbouw vergiften en andere schadelijke stoffen in ons land bepaald niet goed. Al leen de torenvalk weet zich nog rede lijk te handhaven. In de plas van de Geul zitten evenals in de Muy vele watervogels: dodaarsjes (kleine vlugge duikertjes, familie van de fuut), meerkoeten (plompe zwarte vo gels met witte snavel en bles), water hoentjes !(ook zwart, maar slank en kwiek met een rode bles en rode snavel met groene punt) en allerlei soorten eenden. De meest opvallende bij de eenden is de kuifeend, zwart met witte flanken en buik (het wijfje is zoals bij haast alle eenden sober bruin). Een duikeend die zijn voedsel door duiken vergaart. Een jaar of twin tig geleden kwam de eerste kuifeend op Texel nestelen, nu is het een van de meest voorkomende soorten eenden op het eiland. Vechter in Waalenburg We gaan naar Waalenburg, het do mein van de vechtende kempharten. In het reservaat van Natuurmonumenten in deze polder, het oüdste van de ver eniging op Texel, kunt u deze wonder lijke vechtjassen aan weerszijden van de weg van De Koog naar De Waal zien. Nu zijn de toernooien van de kem pen die op Texel heel toepasselijk kragemakers heten gelukkig maar schijngevechten, bloed stroomt er nooit. Iedere vogel heeft zijn eigen plaatsje op 't toernooiveld er zijn ook have^ nots, die buitenspel staan en dat moet verdedigd worden. Zo af en toe komt er een wijfje erg eenvoudig in het bruin gekleed kijken, wie haar het meest bekoort. Merkwaardig, al die verschillend gekleurde kragen. En nog merkwaardiger is dat de witte kragen minder in aanzien zijn dan de donkere; de witte (tenzij ze donkere pluimen aan hun kraag hebben) doen niet mee. In Waalenburg zien we ook de stati ge grutto, door Thijsse de koning der weidevogels genoemd, een langgepote en -gesnavelde vogel, waarvan 't man netje een prachtige roodbruine hals heeft. Makkelijk te herkennen ook aan stuur eit /oninj id. W. de w l B arg Epelaj 318. Lktivit >ij Veel ;n m ali| :een >g' lijd belej nmaa*| van de bijnamen van het oormj verAiland Texel is „het vogel- mei:,....,.^ je (<unj natuurlijk ianv#lkaar van mening verschil- renvoi Ier de vraag of het nu hèt f 20 H i ieuliland 's> of alleen maar een (de andere wadden- zijn ook rijk aan vogels), is, dat Texel een bijzonder [eschakeerde avifauna (vo- eld) heeft. Het aantal soor- it op het eiland broedt of er d heeft, is belangrijk gro in dat van de andere eilan- oewel die ook wel soorten iroedvogel hebben die hier roorkomen, zoals de blauwe s <ndiefterwijl andere soorten ixel zeldzamer zijn. komt het dat er op Texel zoveel voorkomen? De belangrijkste re- ongctwijfeld de grote verschei- d aan landschapstypen of bioto- de eerste plaats de op zichzelf gevarieerde duinen. Daar broe- zilver- en stormmeeuw, de ;ster, de wulp, de tapuit, de iper, kortom al die vogels die een duingebied thuis plegen te In de in de duinen gelegen wei- ■gijAioeras- en plassengcbieden is de KBirijkdom echter nog groter dan droge duin; alleen al in het •osreservaat de Muy (het meertje unliggende duinen, weiden en i) broeden meer dan 50 verschil- soortcn. Verder heeft Texel een Itrekt landbouwgebied, waarin een aantal natuurreservaten is gele- Daar broeden weide-, moeras- en vogels, zoals kieviten, tureluurs, anen, kluten, kapmeeuwen enz. we toch ook het 475 ha grote wcjbos niet vergeten. Een vrij jong log. Toch vinden wc er lang niet „geijkte" bosvogels. De spechten we er bijv. tevergeefs zoeken 'el de grote bonte specht er een- heeft gebroed), evenals de boom de staartmees, de bosuil en de uil. Dat deze soorten zich er echter toekomst zullen gaan vestigen is aaal niet uitgesloten. Een twintig- ren geleden waren er ook nog geen )ie ifs, boomkruipers, goudhaantjes, rs en geelgorzen, en nu wel. ba; 1 Texel is een groot aantal natuur- vaten. Alle in de duinen gelegen inen worden beheerd door het sbosbeheer. De Vereniging tot Be- van Natuurmonumenten in Ne- nd (meer dan 110.000 leden! bent u al bij?) bezit een aantal terreinen lage land en aan de oostkust van ïiland. In de meeste van de reser- worden excursies gehouden on- eidrng van deskundige vogelwaCh- Voor die excursies bestaat bijzon- veel belangstelling en omdat er per rsie (er zijn meestal twee rondlei- en per dag) niet meer dan 10 of 15 >nen mee kunnen, is het noodzake- tijdig van tevoren daarvoor te boe- Anderzijds bestaan er vele moge eden de vogels vanaf vrij toegan- ke wegen en paden in de bewaakte 'inen te observeren. t 1 Rondleidingen >or Staatsbosbeheer worden dage- i rondleidingen doorgaans om 0 en 14.00 uur georganiseerd in volgende reservaten: de Muy, de terduinen, de Geul (en de Mok), de ter en de Krim. Voor kaarten dient 1 zich te wenden tot het kantoor Staatsbosbeheer in De Koog (K 52), foon (02228) 227. Het kantoor is ge ld op werkdagen van 8.30 tot 12.30 Tureluur met jongen (foto Nol Binsbergen) uur en 's zondags van 8.30 tot 9.30 uur. De mogelijkheden voor bezoek aan de terreinen van „Natuurmonumenten" zijn beperkt. Deze reservaten zijn in beginsel alleen toegankelijk voor leden en het aantal deelnemers per excursie is beperkt tot tien. Voor inlichtingen kan men zich wenden tot de opzichter van Natuurmonumenten, de heer C. G. Boot, Polderweg 2, De Waal (tel. (02220) 2590), alleen tussen 19.00 en 20.00 uur. Wat is dat voor een vogel De bekendste vogel van het eiland is ongetwijfeld de lepelaar. Maar waar kun je die zien? Wat is die vogel met die omlaag gebogen snavel voor een beest? En die bonte schreeuwlelijk met rode snavel en roze poten? Vragen van Texel-bezoekers die zich tijdens hun vakantie op „het Vogeleiland" voor het eerst dieper voor de vogel gaan inte resseren, en die zijn er vele! Ja, en die vogeltjes zijn zo moeilijk. Eén troost, zelfs de beste ornitholoog weet wel eens niet direkt een vogel op naam te bren gen. Een uitsteken<j hulpmiddel is een goed boek. Er is keus genoeg tegen woordig. Bijv. „De Vogelgids", „De vo gels van Europa" of „Zien is kennen". Ook „Wat vliegt daar" is goed bruik baar. De Texelse boekhandels hebben ze allevier. Daarnaast heeft de VVV Texel een gidsje, waarin een korte beschrijving wordt gegeven van de belangrijkste re servaten, alsmede een opgaaf van de tot nog toe op Texel waargenomen vo gelsoorten. Door de Texelse Museum vereniging is verder uitgegeven „De vogels van Texel", een uitgebreid over zicht van de op het eiland voorkomen de vogels en hun verspreiding. Een verrekijker is voor de ornitho loog welhaast onmisbaar. Dat moet dan wel een prismakijker zijn, maar duur is niet nodig. Tegenwoordig kun je voor mmder dan 75,al een heel goede kijker kopen. Het best hanteerbaar is een 8 x 30 kijker, maar die is niet zo lichtsterk als de grotere (en daardoor minder goed stil te houden) 7 x 50 of 8 x 40. Enfin, in verschillende zaken op Texel is een ruime keus in kijkers. Lepelaars De lepelaar is een exotische verschij ning, die in Nederland zijn noordelijk ste broedplaatsen heeft. O.a. in de Muy en de Geul op Texel. Als u de lepelaars bij hun nesten wilt zien, moet u dus mee met een excursie naar een van de ze twee reservaten. Deze vogels zoeken echter hun voedsel op het wad of in ondiepe sloten en kreken, zodat u kans hebt ze overal elders op het eiland te ontmoeten. Een makkelijk te herkennen vogel. Jammer genoeg gaat het ze niet voor de wind. Broedden er in de veer tiger jaren wel 100 en zelfs meer paren in de Muy, nu zijn er hooguit nog en kele tientallen. Intussen zijn ze wel ook in de Geul gaan broeden en hebben ze zelfs op Terschelling een kolonie ge vestigd. Nu we het toch over het duinmeer de Muy hebben. Een geweldig mooi ge bied! U kunt er niet alleen de graci euze lepelaar zien, maar ook de wulp, een bruine vogel met omlaag gebogen snavel en de bekende kievit met zijn in de altijd waaiende Texelse wind wapperende kuifje. In het riet in het meertje broeden ook blauwe reigers. Verder zijn er kiekendieven, tapuiten, scholeksters, tureluurs, grutto's; enfin er broeden meer dan 50 soorten. In juli en augustus wordt het reservaat inte- De Lepelaars worden op Texel steeds zeldzamer monumenten en gelegen ten zuiden van Den Hoorn. De kap- of kokmeeuw is makkelijk te herkennen aan de chocolabruine kop en donkerrode snavel en poten. Nauwe verwanten van de kapmeeuw zijn de visdief en de noordse stern, twee moeilijk van elkaar te onderscheiden soorten, die beide in de Petten broeden. Beide hebben een zwart petje op hun witte kop, rode snavel en rode poten. Bij de visdief zit echter aan die snavel een zwarte punt, die bij de zeldzamer noordse stern ontbreekt. Verder staat de laatste wat lager op zijn poten dan de visdief en is bovendien zijn staart ressant door zijn plantenrijkdom; dan bloeien er o.a. wilgenroosje, parnassia, pirola en vele soorten wilde orchideën. Meeuwen Op Texel kun je vele soorten meeu wen zien. De zilvermeeuw, een grote meeuw met zilvergrijze rug, gele sna vel met rode vlek aan de punt en vlees kleurige poten, is in het duin wel de meest voorkomende. In de Westerdui nen ,„de meeuwenkolonie" zit de grootste concentratie. De deelnemers aan de excursies in dit gebied worden voortdurend belaagd door furieuze aan vallen van deze vogels, die echter vrij wel nooit verder gaan dan schrikaanja gende duikvluchten. In de duinen broeden ook de wat kleinere stormmeeu- wen, die een grijsgroene snavel en idem poten hebben. Meestal zitten ze aan de randen van de zilvermeeuwenkolonies. Bergeenden De konijnenholen herbergen vaak bergeenden, een eendesoort die veel groter is dan de gewone wilde eend, bont gekleurd, met veel wit en een rode snavel en rode poten. Jonge eenden ver laten direkt nadat zij uit het ei zijn ge- langer (steekt voorbij de vleugelpun- ten). Zijn roep is wat hoger van toon dan die van de visdief. In de Petten broeden ook kieviten, tureluurs, veldleeuweriken en graspie pers. Die laatste twee lijken vrij sterk op elkaar, beide zijn het onopvallende bruine vogeltjes. De leeuwerik is echter groter en tijdens zijn jubelende zang klimt hij steeds hoger en hoger in de lucht. De graspieper echter begint wel heel enthousiast (vaak vanaf een wat verheven punt), maar juist op het mo ment dat het lied vorm begint te krij gen daalt hij weer in glijvlucht naar de grond. Uitkijkpost van de Geul Ook in het zuiden van Texel ligt het door Staatsbosbeheer beheerde reser vaat de Geul, een klein duinmeer in een langgerekte met riet, wilgen, vlier en duindoorn begroeide vallei. In het riet maar onzichtbaar voor ons, broeden le pelaars en blauwe reigers. Over het rietland zweeft van tijd tot tijd een bruine of grauwe kiekendief op zoek naar prooi. De kiekendieven zijn zeld zaam geworden op Texel; het gaat de roofvogels uiterst kwetsbaar geble- het roepen van zijn eigen naam (als je goed luistert roept hij eigenlijk 'o-grut') De eigen naam kun je ook herkennen in de roep van de kleinere tureluur een bruine vogel met rode snavel en poten met de klemtoon op tü. Waal enburg wordt nat gehouden, omdat het waterpeil in de omringende polder veel te laag is, met behulp van een gemaal en windmolentjes. Een zelfde water huishouding treffen we aan in Dijk manshuizen, een ander reservaat van Natuurmonumenten met een vogelwe reld die in grote lijnen met die van Waalenburg overeenkomt. Ja, nu is zo ongeveer de pagina vol. En er valt nog zoveel te vertellen over Texels vogels. Enfin geniet van die bonte vogelwereld. Maar wees voorzich tig, vogels zijn kwetsbaar. Denk er bij voorbeeld om, dat het niet verstandig is jonge vogels in de hand te nemen. Jonge vogeltjes zijn schattig. Maar jon ge nestvlieders (vogels die het nest di rekt verlaten nadat ze uit het ei en droog zijn) vertrouwen op hun schut kleur als zij bij gevaar ineengedoken in de vegetatie of zomaar op de kale grond gaan zitten. Pak je ze op, dan is dat vertrouwen er niet meer en gaan ze aan de loop zodra je ze neerzet, een gemakkelijke prooi vormend voor roof dieren. En wij mensen vergissen ons ook zo gauw; vaak zijn jonge vogels niet verlaten, maar merken wij de ou ders niet op. En mocht u toch eens een echt verlaten jong aantreffen of een gewonde vogel, breng hem dan naar het Texels Museum, waar ze dergelijke dieren kunnen verzorgen. Veel plezier Daar broeden o.a. de sierlijke, lang- potige kluten, die met hun dunne opge wipte snavels met maaiende bewegin gen hun voedsel uit 'het slik van het on diepe water halen. Eén van de mooiste vogels die we in ons land kunnen zien en op Texel broeden ze op vele plaat sen langs ^e Waddenkust. Vanaf de weg die langs de Petten loopt kunt u ze prachtig zien. Ook langs de dijk tus sen Oudeschild en Oosterend een route die bij de vogelliefhebbers zeer in trek is kunt u ze op verschillende plaatsen waarnemen. In de Petten broeden ook kapmeeu wen, een meeuwensoort die wel eens wat talrijk is en daardoor andere vo gelsoorten verdringt. Dat ies o.a. het geval op de Schorren, waar een kolonie van meer dan 10.000 paren huist. Andri Binsbergen kropen en droog zijn het nest en gaan achter moedereend aan op stap, op zoek naar water. Nu scharrelen de bergeen den hun kostje het liefst aan de wad denkust op en dus toopt de hele eende familie dwars over het eiland van het duin naar het verre wad. Geen wonder dat tijdens deze tocht vele jonge een den sneuvelen, in het verkeer op de Pontweg of doordat ze door een meeuw kraai of rat zijn gegrepen. Gelukkig legt een eend altijd een flink aantal ei eren (vaak meer dan tien), zodat er uit eindelijk toch voldoende overlevenden zijn om de soort in stand te houden. En getuige de toeneming van de berg eenden op Texel en elders in ons land vallen er onder de jongen inderdaad niet tè veel slachtoffers. Bergeenden met jongen kunnen we vanaf medio ju ni o.a. zien bij de Schans, een oud fort met veel water eromheen, een kilome ter ten zuiden van Oudeschild, één van de kleine reservaten van Natuurmonu menten. Een veel voorkomende, maar weinig opvallende holenbroeder is de tapuit. Een klein vogeltje iets groter dan een mus zandkleurig met grijs en een zwarte staart met opvallend kleine zijvlakken. Kluten en sterns Er zijn op Texel veel reservaten die je niet persé in hoeft om de vogels te kunnen zien. Zo'n reservaat is bijv. de Petten, een ondiepe plas met enkele ei landjes, al sinds 1912 bezit van Natuur- Bij het reservaat ,,De Geul" ten zuiden van Den Hoorn heeft Staatsbosbeheer het de vogelliefhebbers gemakkelijk ge maakt door het inrichten van een waar nemingspost Met het blote oog, maar vooral met hulp van de verrekijker is hier veel te zien. In De Geul broeden o m. lepelaars. Kapmeeuw op nest (foto Nol Binsbergen)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1971 | | pagina 8