Grepen uit de geschiedenis van
Koninklijk Texels Fanfare (V)
Mengrotor naar Texel
•n
„De man die niemand werd"
FILM NIEUWS
LANDBOUW en VEETEELT Z
Donderdagavond eerste
trekking S.V.T.-loterij
Eerste percelen
zomergerst geoogst
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 10 augustus 1971
rubriek voor I On.i.-r n-iinkiii-
zege, dacht niet aan de burgemeester
noch aan diens huwelijk en marcheerde
voorbij, op naar de Groeneplaats om
daar in het brandpunt van de belang
stelling met de eerste prijs te pronken.
Hetgeen ook gebeurde. Maar gemeente
veldwachter Goënga had het hele geval
gezien en toen de eerste mars uitge
speeld was vertelde hij wat een blun
der de .Fanfare daar gemaakt had. Dat
was eerst wel een domper op de feest
vreugde maar na kort en rijp beraad
werd bekendgemaakt dat men naar de
burgemeester ging en gevolgd door een
grote schare belangstellenden keerde
het Fanfare op zijn schreden terug om
nu echt de serenade te brengen en zo
werd het voor het jubilerend echtpaar
Oort nog een grootse hulde. Het fanfa
re feliciteerde de burgemeester met
zijn 25-jarig huwelijk en de burge
meester feliciteerde het Fanfare met
haar 1ste prijs. Zo waren toch beide
partijen tevreden en voldaan.
Wonderlijk is dat bij een muziek
concours alleen een 1ste prijs wat bete
kent. Een 2de prijs is alleen verant
woord als men voor het eerst in een
hogere afdeling speelt, maar overigens
is dat taboe hoewel een tweede prijs
toch altijd nog gemiddeld een 7 is.
Maar Texels Fanfare had twee keer
achtereen een eerste prijs gehaald en
promoveerde naar de eerste afdeling
Dat was toch zeker wel een elite korps
of niet soms? Toen dan ook een uitno
diging van Schagen kwam om deel te
nemen aan een nationaal concours ter
gelegenheid van de opening van een
nieuwe muziektuin werd dat gretig
aangenomen. Dat was een mooie ge
legenheid om te laten horen wat Texels
Fanfare waard was. Om helemaal ze
ker te zijn van de overwinning werd
ingeschreven in de 3de afdeling. Maar
het doel lag veel hoger, niet een 1ste
prijs, die had men vanzelfsprekend al,
nee het hoogste aantal punten van het
hele concours moesten ze halen. Bijna
iedere dag werd zwaar gerepeteerd in
het park. Texels Fanfare móést winnen.
Postduif
Een der leden had een postduif mee
genomen want de roem moest zo snel
mogelijk worden overgebracht. Trots
en voornaam, schrijft de secretaris, be
traden we de tent. Nu zouden we eens
laten zien wat die Texelaars presteer
den die in 2 jaar door twee afdelingen
heenvlogen. Och arme. s' Avonds kwam
de uitslag: een tweede prijs met mati
ge punten. Hoogmoed was voor de val
gekomen. Neerslachtig groepte men bij
elkaar, de fut was er uit. En het duif
je? Die kunnen we de nek wel om
draaien dacht de eigenaar, alsof dat
beestje het helpen kon. Die wrede dood
is haar bespaard gebleven en het is
toch losgelaten. Maar zij die bestemd
was om een vreugdevol bericht over te
vliegen heeft zich blijkbaar diep ger
schaamd om de treurige boodschap te
bezorgen en is nooit op Texel aangeko
men. Texels Fanfare had een les ge
leerd want het is nooit meer tweemaal
in één jaar naar een concours geweest.
Sindsdien is 45 jaar verlopen en het
korps is destijds naar de top geklom
men. Daarop volgde weer een inzinking
en staat daardoor nu weer onder aan
de ladder om weer te beginnen aan de
moeizame tocht omhoog. Daarbij re
kent het, als altijd, op de steun van de
burgerij. Daar rekent ook het Jubile
umcomité op. Uw bijdrage graag bij de
Raiffeisenbank op nr. 34624 ten name
van Jubileumcomité Fanfare.
J. Schrama
Donderdagavond om kwart over acht
zal notaris Van Wijland de eerste trek
king verrichten van de SVT-loterij. Alle
lotenverkopers worden verzocht aanwe
zig te zijn, met hun stokboekjes. Dege
ne, die donderdag een prijs blijkt te
hebben gewonnen, blijft overigens mee
dingen in de volgende trekkingen met
hetzelfde lot. De lotenverkoop is bijzon
der voorspoedig verlopen. Van de 1000
loten zijn er op dit moment nog onge
veer 50 over. Wie voor deze laatste
lootjes interesse heeft, kan zich wenden
tot de fa. Zegel, tel. 2258; de heer Ten
Cate, tel. 2233; de heer F. Schellinger,
tel. 2719 en de heer J. Vroom, tel. 3129.
1926. De secretaris, Nic. Kortenhoe-
ven, begint het jaarverslag met de
jepetitiën" onder de loup te nemen,
loals de motor de stuwkracht is voor
de auto, zo zijn de repetitiën het voor
de vereniging. Jammer dat alle repe-
litièn niet voltallig waren, maar ge
zien het grote aantal, 124, is dat wel
te begrijpen en heelt D. P. Koorn, die
[slechts 2 keer verzuimde, ook wel een
pluim verdiend.
Bovendien werd nog 15 keer in het
(openbaar opgetreden met als hoogte
punt het concours te Hippolitushoef op
(Wieringen. De afsluitdijk bestond nog
niet, dus moest er gevaren worden. Met
slecht weer( harde n.w. wind met ha
gelbuien schrijft de secretaris) scheep
ten wij ons in op het „huikje" van Van
der Vis. Een der vrouwen was al zee
ziek toen het bootje nog vastlag. De
reis was deerniswekkend, allemaal min
of meer zeeziek met alle gevolgen van
dien. Na drie uur kwam aan deze
beproeving een einde en kon het ge
zelschap weer wat opknappen. Als bij
zonderheid meldt de secretaris nog dat
bij de officiële ontvangst de directeur
en voorzitter een glas wijn werd aan
geboden en dat de overige bestuursle
den mochten toekijken. Ondanks de
zeer slechte zeereis wist het Fanfare
toch een le prijs te behalen in de 2de
afdeling. De vreugde was zeer groot
en men besloot de erewedstrijd niet af
te wachten maar terug te gaan naar
Texel hetgeen met zeer kalme zee ge
schiedde.
Zegetocht
De bedoeling was duidelijk, er moest
een zegetocht van gemaakt worden,
immers voor het eerst in de 2de afde
ling spelen en dan een 1ste prijs, dat
was nog nooit vertoond. Op het Schil
derend werd de stoet geformeerd. Op
het vaandel prijkte een groot papier
waarop met koeien van letters ver
meld stond „eerste prijs" en op de pet
ten van de muzikanten een verkleinde
uitgave daarvan. Zo versierd stevende
Texels Fanfare Den Burg in. Nu geviel
het dat burgemeester Oort die dag zijn
25-jarig huwelijk vierde en toen men
gezelschap naar buiten want vanzelf- SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
sprekend dacht men dat de Fanfare n
serenade kwam brengen. Maar de Fan-
'are, boordevol trots op de behaalde
Op het moment, dat we dit artikeltje
schrijven ziet het er naar uit, dat de
mengrotor van de Ned. Heidemij op
maandag 9 augustus het werk voor dit
seizoen weer zal beginnen. Dit zal ge
beuren op een perceel van de heer C. J.
Kikkert in het Hoornder Nieuwland.
Vorig jaar werd op dit bedrijf een
oppervlakte van 1.00 ha bewerkt. Bij
deze oppervlakte was een klein gedeel
te van een perceel, waar in de onder
grond geen klei of zavel aanwezig is.
De resultaten van deze „proef' zijn zo
danig, dat de heer Kikkert besloten
heeft het hele perceel met een opper
vlakte van plm. 3.00 ha te laten be
werken.
De „proef" bij de heer Kikkert staat
overigens niet op zichzelf. In polder Ei-
erland werd op het bedrijf van de heer
M. van Exel eveneens oen perceel be
werkt, waar geen klei- of zavelgrond te
bereiken was. Dit perceel wordt op het
moment voor de helft als grasland ge
bruikt, op het tweede gedeelte worden
aardappelen verbouwd.
Vooral de resultaten op het gedeelte,
dat in gras ligt zijn bijzonder goed. Ter
wijl het naastliggende niet diepbewerk-
te grasland weken lang een dode kleur
heeft gehad, heeft het bewerkte deel
altijd de groene kleur gehouden en
ging de groei door. Hoewel de diep-
grondbewerking ook in de aardappelen
heeft voorkomen, dat het gewas he
lemaal voor de grond ging kon droog-
teschade hier niet helemaal worden
voorkomen.
Het is bekend en dit bleek ook bij
controle van de beworteling, dat deze
bij aardappelen veel minder diep gaat
dan bij gras, granen en bieten. Bij het
gras vonden we op een diepte van 1
meter nog duidelijk functionerende
wortels. Bijzonder goede resultaten van
de diepgrondbewerking vinden we ver
der op de bedrijven van K. Eelman,
„Noordwijk", 't Noorden; C. G. Bakker,
Een talentvolle jonge Amerikaanse
irts, die op zijn twintigste getrouwd is
net een schoolvriendinnetje, ziet tien
aar na de trouwdag, dat zijn huwelijk
'igenlijk niets meer voorstelt. Geleide-
ïjk aan is er tussen Richard en zijn
'rouw Jody een onoverbrugbare kloof
[egroeid. Richard, een begaafd top-
.•hirurg besteedt zijn vrije tijd aan de
net al te preutse verpleegstertjes, en
:ijn vrouw, die uitgroeit tot een wan
staltig vethobbeltje, heeft alleen nog
naar oog voor haar twee kinderen. Als
ichoonmoeder komt inwonen wordt de
ireuk definitief. Richards schuldgevoe-
ens worden alleen nog maar opgewekt
loor zijn kinderen, die hem opbellen
>m te vragen wanneer hij thuiskomt.
n)ok een verhouding met een beeld-
chone patiënte loopt op niets uit en
tan het eind van de film „Dokter is een
lefhebber" zit dokter Richard voor de
oveelste keer ergens aan een bar met
O^en van zijn vele kennisjes, op weg
aar een leven vol korte en inhouds-
oze avontuurtjes. De film draait dona-
lerdag- en zondagavond. (14 jaar).
eg
135. Smidje Verholen en de alchimist
hoorden twee schoten knallen, maar
verder gebeurde er niets. Ze vielen niet
van de muur en waren dus niet ge
raakt. Beneden op het plein trok de
rook op en daar zagen ze toen de Zwar
te Kludde liggen. De revolvers waren
aan zijn handen ontgleden en hij zelf
lag er roerloos bij. „O grutteckens!"
riep de alchimist. „De suckel heeft sich
selvers een blaauw boontjen door syn
lyf geschooten!" En samen met de smid
rende hij pijlsnel de ladder af. Doch
toen bleek al gauw, dat de Kludde he
lemaal niet gewond was door schoten.
Doch onbegrijpelijkerwijze lag er wel
een zware smidshamer naast zijn hoofd.
De smid nam de hamer op en mompel
de: „Ik geloof warempel, dat iemand
ons leven heeft gered door juist op tijd
deze hamer te smijten. Wie zou dat ge
daan hebben?"
„Ik!!" klonk toen een tevreden stem
en uit het poortje van een der bijge
bouwen kwam Sterke Stef aange
stapt.
„Nee maar, Stef! Ben jij het!?" riep
de smid verheugd.
„En of ik het ben!" lachte Stef breed.
„Ik was je achterna gegaan, toen je
vanavond uit huis sloop. Je wilde me
immers niet vertellen wat je altijd 's
nachts deed, nietwaar? Daar wilde ik
toch het fijne van weten en daarom
ging ik je achterna. Ik deed precies
hetzelfde wat jij deed. Ik kroop op mijn
buik het bos in, net als jij. Ik sloop
naar het oude slot, ook net als jij. Het
was allemaal héél gemakkelijk, want
ik hoefde alleen maar achter het lichtje
van jouw zaklaantaarn aan te gaan. Ik
zag toen wat die nare, zwarte kerel
met jullie van plan was en toen vond
ik, dat ik moest ingrijpen. Daarom
smeet ik hem mijn zware hamer tegen
zijn kop. Die had ik voor het gemak
meegenomen, want je kunt nooit weten
waarvoor zo'n dingetje te pas kan ko
men.
(wordt vervolgd)
„Avanti", 't Noorden en R. Barendregt,
„Wageningen", Eierland.
Voorfinanciering
iets minder gunstig
In het vorige seizoen werden de kos
ten van de diepgrondbewerking voor
80°/o voorgefinancierd door de Stich
ting Agrarisch Texel. Ook nu zal de
Stichting weer bijspringen. Er is ech
ter besloten, dat het bedrag van de
voorfinanciering per ha gelijk zal zijn
aan die van 1970, d.w.z. tot een bedrag
van 1200,per ha. Daar de kosten
van de diepgrondbewerking wat ver
hoogd zijn betekent dit een hogere di-
rekte betaling door betrokkenen. De
kosten zijn nl. voor dit jaar voor per
celen met een lengte van minimaal 250
meter op ƒ1550,per ha gesteld, voor
percelen met een lengte kleiner dan
250 meter zal de prijs nu ƒ1850,per
ha zijn. In het laatste geval moet dus
direkt een bedrag van ƒ650,per bun
der worden betaald. In de vier volgen
de jaren telkens een bedrag van 300,-
per ha.
We hebben de indruk, dat ondanks de
ze kostenverhoging dit jaar in ieder
geval een oppervlakte van 25 ha zal
worden bewerkt. Zoals we al eerder
mededeelden zal dit voor bijna 100°/o
gebeuren op bedrijven, die reeds eerder
een oppervlakte hebben laten bewer
ken.
Nog wat vroeger dan we gedacht
hadden zijn de eerste percelen zomer
gerst door de maaidorser gegaan. Te
oordelen aan het vochtgehalte van de
geoogste gerst was het gewas ook klaar
om te worden geoogst. We hoorden
vochtgehaltes noemen, die lager dan
15% waren. Voor het overige bleek de
gerst nog maar nauwelijks oogstbaar te
zijn. In diverse gevallen bleek het
moeilijk de zgn. „angels" van het zaad
te verwijderen.
Dit laatste is duidelijk een gevolg
van het zeer droge weer van de laatste
maand. Door dit droge weer is er in di
verse gevallen sprake van een zekere
noodnjpheid. Het is verder bekend, dat
door afwisseling van regen en droogte
een verwering optreedt, waardoor het
dorsen wat gemakkelijker verloopt.
Goede, maar geen
beste opbrengsten
De eerste resultaten wijzen-er op, dat
de zomergerst een goede, maar in ieder
geval geen uitzonderlijk goede op
brengst zal geven. Wat opvalt is de
enigszins magere korrel. De goede op
brengst komt er door de over het alge
meen royale stand van het gewas, maar
de top ontbreekt door het niet volledig
uitgroeien van de korrels.
Het niet volledig uitgroeien is in veel
gevallen te wijten aan een tekort aan
water in de laatste weken. Mogelijk
heben ook de tijdelijk hoge temperatu
ren daarbij een rol gespeeld.
Wat voor de zomergerst geldt zal
naar we menen zeker van toepassing
zijn voor de winter- en zomer tarwe en
de haver. Hier is in veel gevallen het
noodrijp worden veel duidelijker ge
weest dan bij de zomergerst. We vre
zen daarom, dat zeker voor de gewas
sen tarwe en haver van geen topop-
brengsten sprake zullen zijn.
LAMMEREN MARKT
Op de gisteren gehouden lammeren-
markt werden 24 lammeren aangevoerd
die ƒ110,tot ƒ120,opbrachten.
OlIllllllllli;illll||||||||||||||||||||f|||||||||lill|||||||||||||||||||||||||||||||||||llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllillllllllllllllll!llllllllll!lllllllllllllllllllllillllllllllllll
Feuilleton door Tom Lodewijk
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii
ber
IIHIfl
ink
ckii
Him
9. En hij wist, dat dit het moment
fas.
„Ofwou je soms de andere exo-
sche eetgelegenheden van Amsterdam
ók nog proberen?"
Zullen we?" vroeg ze ademloos, en
Ie blik in haar ogen zei hem zoveel
lat hij een ogenblik verlegen was.
„Als jij wilt" zei hij.
„Als jij wilt" herhaalde ze lachend.
„Als wij willen".
„Willen wij? Wat klinkt dat bijzon-
er: wij. Jij en ik, samen, dat is: wij.
En opeens was ze in zijn armen.
Toen verder op de gracht de schijn
werpers van een auto weerkaatsten te
en de bomen maakte ze zich haastig
>s.
„Dag" zei ze en vluchtte de stoep op.
Hij bleef staan, tot hij opeens de kou
an de najaarsavond voelde.
Toen liep hij langzaam, diep in ge-
achten naar huis.
Hij had de kans van zijn leven in
anden.
HOOFDSTUK V
Een Society-huwelijk
Yvonne Lazare kreeg haar uitverko-
wne niet cadeau!
Zowel haar vader als haar oom Guy
iten met stomheid geslagen, toen ze
en vertelde, dat zij en Gerard de
heede het met elkaar eens waren, en
at ze met elkaar wilden trouwen. Bin-
en niet al te lange tijd, want waar
om zouden ze een „verkering" onnodig
rekken, wanneer ze zéker van elkaar
waren?
Het was een verrassing, want Yvon
ne en Gerard waren er in geslaagd, hun
verhouding geheim te houden, wat
nogal wat strategie van beide kanten
had gekost.
Gerard had er zich inwendig aan ge-
ergerd. Waarom al die geheimzinnig
heid?
Het was toch een eerlijke zaak? Was
hij niet goed genoeg voor Yvonne? Was
het nog altijd de „dochter van de baas"
en de employé van de firma?
Maar er stond voor hem té veel op
het spel, dan dat hij zijn gezond ver
stand niet zou laten zegevieren. Inder
daad zouden zéker de beide heren La
zare, vader en oom, het geen doodge
wone zaak vinden. Daarbij huldigde
hij volledig het standpunt, dat Guy La
zare er eens toe had gebracht een goe
de typiste te laten gaan „liefde en za
ken nooit vermengen". Het gaf hem
zelfs een zekere voldoening dat nie
mand wist, dat de procuratiehouder, als
alles volgens de plannen verliep, straks
tot de familie zou behoren, nóch in den
huize Lazare, nóch op het kantoor.
Daarom maakte hij er het beste van
en werd het een sportief genoegen, de
buitenwereld om de tuin te leiden. Bin
nenshuis verrieden ze zich nimmer, en
daarbuiten ontmoetten ze elkaar daar
waar ze geen herkenning te vrezen had
den. Yvonne had er wel enig bezwaar
tegen, naar Gererds kamer te gaan,
maar wilden ze alleen zijn, dan zat er
niets anders op en zijn hospita, die de
goedbetalende, correcte huurder wel
mocht, had ook wel met één oogopslag
gezien dat diens verloofde geen „licht
hippie" was, maar een „dame van stan
ding". Dus dat gaf ook al geen bezwaar
Yvonne doorleefde blij en verheugd
deze tijd en haar vader en oom merk
ten beiden wel op, dat ze er zo buiten
gewoon goed uitzag en „iedere dag wel
knapper leek te worden". Had Henn
Lazare het niet te druk met zijn zaken
gehad en was Guy Lazare geen oude
vrijgezel geweest, dan hadden ze mis
schien gedacht aan het lied, dat Marie
de werkster ook graag mocht zingen
„Dat zal, dat zal, de liefde wel we
zen. maar, de mannen in huis wa
ren ziende blind en Yvonne liet het zo,
terwijl ze gestaag overlegde hoe ze
haar vader (én haar oom) het nieuws
moest mededelen zó, dat er geen kans
was op een spaak in het wiel van de
huwelijkskoets.
En op een van die zeldzame momen
ten, dat èn haar vader èn haar oom sa
men in de kamer waren en onder een
glas madeira de zaken bespraken, zag
Yvonne haar kans schoon.
„Ik hoop dat jullie niet zo in de za
ken opgaan, dat jullie niet even tijd
hebt voor mijn belangen".
„Welzeker kind", zei haar vader, een
beetje schuldig want hij was er zich
van bewust dat hij veel te weinig tijd
maakte voor zijn dochter. „Als ik het
daar óók al te druk voor had!"
Yvonne glimlachte flauwtjes. Hij had
het immers altijd druk, en nooit eens
echt tijd voor haar. Nog nooit was het
gekomen tot een werkelijk vertrouwe
lijk gesprek. En nu was het daarvoor
te laat.
Wanneer de grote lichtkroon plotse
ling naar beneden was komen vallen,
hadden beide heren niet méér kunnen
schrikken, toen Yvonne hen vertelde
dat ze zich verloofd had met Gerard de
Rheede en dat ze binnen niet al te lan
ge tijd wilde trouwen.
„Je bedoelt., de jongeman De Rhee
de hier van 't kantoor?"
„Ja vader".
„Hoe krijg je dat nou in je hoofd?"
Het was een spontane reaktie, er uit
voor hij het wist.
„Dat is meer een kwestie van 't hart
dan van 't hoofd", kaatste ze terug.
„Ja, dat merk ik", zei Henri Lazare
grimmig.
„Het een hoeft het ander niet uit te
sluiten", merkte Guy zachtzinnig op.
Tussen hem en Yvonne was wél ver
trouwelijkheid en al stak het hem, dat
zijn nichtje over deze allerbelangrijkste
zaak nooit één woord met hem gespro
ken had, hij begreep toch, dat ze dat
niet gedurft had.
Hij probeerde al zijn conventionele
bezwaren opzij te schuiven, de zaak
zuiver te zien. Standsverschil deed het
niet meer, trouwens, daarover dacht hij
nogal modern. Dat De Rheede als em
ployé bij de firma werkzaam was
och, wanneer hij bij een andere firma
had gewerkt, had dat aan de zaak niets
veranderd. En het was een flinke vent,
een prima kracht, kort geleden hadden
Henri en hij overlegd of ze hem geen
adjunkt-direkteur zouden maken en
besloten daarmee tot 1 januari te
wachten.
Nee, daar moest hij over heen.
Terwijl hij half luisterde naar Yvon-
nes vertellen hoe ze Gerard had ont
moet, dwong hij zichzelf tot een stand
puntbepaling. Wat had hij eigenlijk te
gen dit huwelijk?
En dan moest hij zichzelf bekennen:
het zat niet vast op de positie, of op
de stand maar op de persoon van de
jonge De Rheede. Hij waardeerde zeer
diens capaciteiten, maar hij vermoedde,
niet zonder beduchtheid, een neiging
tot Streberei, naar steeds hoger, steeds
méér. Een man die over lijken gaat,
had hij eens gedacht, en meteen die ge
dachte weer verworpen als overdreven.
Maar toch had hij de indruk, dat Ge
rard de Rheede niet kieskeurig zou zijn
in de middelen om zijn doel te berei
ken.
Hij had dan ook, meer dan zijn broer
Henri, die in zijn zakelijke kortzichtig
heid alleen de zakelijke kwaliteiten van
zijn procuratiehouder liet meespreken
en die waren prima! enige reser
ves gehad ten aanzien van de benoe
ming in een leidende funktie, maar,
had hij gedacht, tenslotte hadden Henri
en hij de teugels in handen.
Nu, in dit ogenblik, zag hij opeens de
situatie scherp.
Hij zag Henri zitten, door de schok
die Yvonnes mededeling hem veroor
zaakt had opeens een oude en niet zo
heel gezonde man Dat was onzin, na
tuurlijk, dat kon niet alleen daardoor
gekomen zijn, maar zoals Henri daar
zat was hij: een vroeg oude, niet zo
heel gezonde man. Alleen zag hij, Guy,
dit opeens haarscherp. Hoe lang zou
Henri nog meelopen? Hij had altijd al
te veel van zichzelf gevergd, steeds
bij de zaken, weinig ontspanning, wei
nig lichaamsbeweging, in de auto, uit
de auto, op de beurs, op kantoor, in de
vergaderzaal.
(wordt vervolgd)