(i
Prijzen uitgereikt van
zomeravondvoetbal
De IJsherg
T
OM GELD VERLEGEN?
)ok „Tragedie" van Russisehe
origine werd uitgegeven
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
lorieuze strijd van
wour/s*
partizanen
Geen prikkeldraad
alstublieft
Deelnemende elftallen krijgen vaste aanslag
Volgend jaar in
Den Burg?
verhaal uit het soldatenleven door L. van Schooten
N
ga met uw tijd mee - ga naardeimib!
Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 26 november 1971
rid d« /.d.kii. jrO
ft Zoals bekend verscheen in 1948 te
iblizi, de hoofstad van Georgië, onder
titel „De Georgische Partisanen in
al olland" een boek van 162 bladzijden,
at vnl. handelt over de opstand van het
eorgische Infanteriebataljon op Texel,
an dit boekje heeft J. A. van der Vlis
■Jcbruik gemaakt bij de vijfde druk van
n werkje „Tragedie op Texel". Het
as geschreven in de Georgische taal.
ij hoorden nu dat in 1969, naar de ge-
ïtoriseerde tekst van de schrijver
[iron Kotsjiasjivili, ook een uitgave in
;t Russisch is verschenen. De omvang
deze uitgave met 195 bladzijden en
endien 15 bladzijden met foto's,
aakt duidelijk dat voor de opstand
»g steeds belangstelling is.
De tekst zowel van de Georgische
van de Russische uitgave geven de
ivattingen weer van de schrijver: niet
xel en zijn bewoners die zo van de
ijd hebben geleden, maar de helden-
iden van de opstandelingen zijn voor
hoofdzaak. Spreekt Van der Vlis
•er een tragedie, dan doelt hij op het
ed dat alle bij het treurspel betrokke-
verduurden: Texelaars, Georgiërs
Duitsers. Hij verfoeit het brute ge-
•ld, tracht objectief te blijven jegens
drie betrokken partijen en hij spreekt
wens uit „Moge dit kleine boek, dit
ichtere verslag, meeklinken in het
or van hen, die hun stem tegen de
lanzin van de oorlog verheven heb-
Hoe anders is de instelling van
itsjiasjivili,de iGeorgiër. Hij ziet de
oellie als een glorierijke fase in de
ijd van de machtige Russische volke-
tegen de verfoeide fascistische on-
rdrukkers. Hij plaatst de opstand on-
de noemer van de partisanenstrijd
als deze op veel plaatsen in Europa
•rd gevoerd. Welwillend bericht hij
er de Texelaars, die na de verloren
ijd de vervolgde mannen onderdak
rleenden en hen verzorgden. Hij lijft
ze mensen in, want ook zij hebben het
icisme bestreden.
De inleiding van de Russiche uitgave,
.arin gedurende 41 bladzijden ge-
ireven wordt over de rol van de
orgische soldaten in de Grote Vader-
idse oorlog en het tweede hoofdstuk,
arin de overwinningen van het Sow-
leger en de deelname van de Geor-
iche partisanen in de bevrijdingsbe-
ïging van Europese volkeren uitgeme-
worden, samen 84 bladzijden, heb-
ten doel de Russische lezers van de
oische strijd te overtuigen. Niemand
de heldhaftigheid van die strijd ont
kennen. Rusland heeft er verschrikke
lijk door geleden
Het is begrijpelijk, dat de Georgiërs
in hun verwoede strijd op ons eiland
niet nauwkeurig aantekeningen over 't
verloop van de gebeurtenissen hebben
gemaakt. Beginnend op bladzijde 88
wordt Van der Vlis uitvoerig geciteerd.
In het gehele derde hoofdstuk, waar de
opstand op Texel behandeld wordt in
een omvang van 59 bladzijden, is Van
der Vlis herhaaldelijk aan het woord.
Indien, zoals wel eens wordt beweerd,
de Tragedie een eenzijdig beeld van de
opstand geven zou, ware dit stellig niet
gebeurd. Het is verklaarbaar dat
Kotsjiasjivili in zijn beoordeling van de
Texelaars, die in de ondergrondse heb
ben meegewerkt, een ander accent legt
dan Van der Vlis. Achtte de laatste het
werk van de ondergrondse van maar
zeer betrekkelijk belang en bracht hij
dit duidelijk tot uiting, de Georgische
schrijver is geneigd de Texelse mannen
enige malen te loven. Uiteraard wordt
ook met grote waardering geschreven
over de rol van de Communistische Par
tij Nederland vóór en gedurende de op
stand.
Door de Russische uitgave is komen
vast te staan dat 202 overlevende Geor
gische soldaten Texel hebben verlaten.
Het gehele bataljon bestond uit 697
soldaten, waarvan er 495 hun graf op
ons eiland vonden. Melikia wordt ge
noemd in de lijst van de overlevenden,
maar bijzonderheden over deze officier
worden niet gegeven
>«n l.i.n - bulla» .artntvoctdtEjlArid
Met genoegen en met gevoel van
waardering voor dit initiatief hebben
vele bezoekers en bewopers van Den
Hoorn waargenomen dat de beplanting
van het voetbalveld aan de Witteweg,
nadat deze door het verwijderen van
meidoorns was geruineerd, thans op
fraaie wijze wordt hersteld. Er is een
„tuunwal" in wording die naar mag
worden verwacht zal bijdragen tot het
zo karakteristieke aspect van het
Texelse landschap. Daartoe zal de
kloeke wal met duindoorns bestoken
moeten worden. Dat is bovendien aan
trekkelijk voor de vogels die hierin
graag nestelen.
Naar ons echter ter ore kwam is in
het brein van enkele zich over de fi
nanciën bezorgd makende ambtelijke
instanties het plan gerezen om (Je nu
nog fraaie wal te bederven door er
prikkeldraad op te zetten! Wij menen
hiertegen ernstig te moeten proteste
ren en verzoeken ieder die dit met ons
eens is, spciaal de Hoornder dorpscom
missie, om dit kenbaar te maken bij de
bevoegde instanties (staatsbosbeheer).
M. van Doesburg, Loosdrecht
Dr. J. Glazenburg, Hilversum
Dr. Ir. P. H. Witjens
Notaris J. P. Noordijk, Amsterdam
Drs. C. Witte, Alphen a/d Rijn
A. Lap Azn.
NASCHRIFT REDAKTIE:
Bij navraag bij Staatsbosbeheer
bleek ons dat inderdaad plannen be
staan om de tuinwal bij het sportveld
van prikkeldraad te voorzien, maar een
definitieve beslissing is in deze nog niet
genomen. Er is dus nog hoop. Het is
overigens de vraag of prikkeldraad in
alle gevallen weinig karakteristiek is.
Een eenvoudig „puntdraadje" zoals
die als regel op de Texelse tuunwallen
worden aangetroffen lijkt ons niet zo
storend. Voor zover ons bekend is op
Texel maar één tuinwal voorzien van
duindoorns en dat is de wal die rond
het duinpark is aangelegd.-Red.
Voor
Gehoorapparatenservice
op Texel
ELECTROHUIS
Het bedrijfsvoetballen, dat de afge
lopen zomer voor het eerst georgani
seerd verliep, v°lgens de richtlijnen
van de K.N.V.B. mag redelijk geslaagd
genoemd worden. Deze conclusie kon
maandagavond tijdens ten bijeenkomst
in hotel „De Graaf" worden getrokken.
In aanwezigheid van het voltallig be
stuur van de subcommissie Texel van
152. Reeds na enkele seconden waren
de mannen in een onderaardse gang
beland, die uitstekend was verlicht en
waardoorheen ook rails liepen. „Net
zo'n soort karretje als ze op de sta
tions gebruiken staat er op die rails,"
mompelde Harry Hommeles. „En waar
toe dient dat?"
„Wen ai poet und toe toegezzer
mompelde toen Frans Bullc. En
dat betekend zoveel als, als twee en
twee bij elkaar optel
„Dan krijg je vier, vervolgde Harry
Hommeles. „Da's engels wat je daar
spreekt. Maar wat koop ik daarvoor.
Zeg liever maar eens waar dat gekke
karretje voor dient."
„Ik weet het," zei toen smidje Ver
holen. „Ik heb jullie toch al gezegd,
dat het oude slot van Balderik stikvol
zit met de kostbaarste antiquiteiten?
Allemaal gestolen spul? Met dit karre
tje heeft Nosco zijn zaakjes natuurlijk
vervoerd. Ik zou zeggen: laten we maar
eens opstappen om te kijken waar dat
karretje ons brengen kan."
„Een goed idee," zei Frans Bulle.
„Kom mee, mannen."
En daar gingen ze, suizend over de
gladde rails, en een minuut of tien la
ter waren ze aan het eindpunt van hun
traject, onder aan een oude stenen
trap. „Kijk 'es an," zei Frans Bulle.
„Ik ben een boon als dat met de oude
vluchttrap is, die van het slot naar de
vluchtgangen leidde. Alle kastelen
ng
V.)
99
aag
liil
Het gezicht van de blonde jongen
rd grauw, zijn ogen messen gelijk,
keek naar de lange, maar die had
ert reeds bekeken.
Kom mee lui" zei hij, „wat mot je
so'n tent. Laat die griet.hij maak-
de zin niet af, want Geert klemde
beide handen om de leuning van de
1 en die handen waren als kolen-
oppen.
)e heren bliezen de aftocht naar hun
te slee en eenmaal veilig daarin
schanst, bliezen ze kwaadaardig
connerend de aftocht. Net op dat
nblik kwam de ober met zijn bestel
len aan. „Nou," zei hij, „dat is me
wat moois."
Breng het maar naar dat andere ta-
je," zei Kees achteloos, wij drinken
wel op." De ober keek. nijdig, be
ep dat er iets mis was.
"Dag juffrouw," zei Kees neutraal,
;mt u ons niet kwalijk."
n toen, opeens, .was daar Ruths
lende lach, de lach waarvoor Kees,
s tevoren opgemerkt, ik weet niet
had willen geven.
lelmaal met, heren," zei ze met na-
„en ik dank u zeer."
^ou," zei Geert, toen ze weer veilig
hun tafeltje zaten. „Dolende ridder
jij even een nummertje weggege-
en „Jij anders," zei Kees, „zag je
blonde kijken? Hij was bang dat ie
ver de knie ging."
lufters," zei Sjoerd, „ik ken dat
't Zelfs de reclassering zal er geen
aan weten te strijken."
Daar gaat ze," knikte Geert. Ruth
ermans stond op. Nog even keek. ze
r het tafeltje met de drie landsver-
igers. Ze knikte vriendelijk Ze za-
haar op haar fiets klimmen en he
iderden haar lange sierlijke benen,
i was ze weg
fn nou heel kalmpjes wij er achter
I" zei Geert. „Want straks staat dat
Op veilige afstand reden ze achter de
verre gedaante met de blonde haren en
de witte jurk, maar de vier ridders met
puntschoenen hadden het er blijkbaar
niet op gewaagd. Ruth bereikte veilig
haar huis.
„Wat heb je nou aan jou?" vroeg
Geert. „We hadden nog lang en breed
bij de Rustende Jager kunnen zitten,
als jij niet voor edele ridder had wil
len spelen."
En toen slenterden ze gedrieën ge
troost weer door het hek en berichtten
aan de sergeant van de wacht, die zich
zat te vervelen in zijn hokje, dat het
buiten beter was dan binnen.
HOOFDSTUK II
Burger in uniform
Cornelis Bot, senior, directeur van de
N.V. Haagse Auto Maatschappij, had
zijn zoon Kees de dienst in zien gaan
met de door zo vele ouders gekoesterde
hoop, dat die „een mens van hem zou
maken."
Niet dat Kees een onmens was
De narigheid met die jongen was zijn
ongedurigheid, vond de vader. Hoewel
hij op de technische school vooral in de
praktijkvakken uitblonk, want hij had
een uitgesproken technische knobbel en
daarbij ook handelsgeest, was het voor
al zijn gedrag en vlijt die zijn cijfer
omlaag drukten en hem zelfs een klas
hadden doen doubleren Cornelis had
hem niet in zijn eigen bedrijf willen
hebben vreemde ogen dwingen niet
waar? en de firma in Rijswijk die
met zijn tegenwoordigheid werd ver
eerd had helemaal niet over zijn werk
te klagen, maar vond vader Cornells,
er zat geen dergelijkheid in de jongen.
Je krijgt het in het leven niet cadeau
had hij zijn zoon voorgehouden en dan
gezinspeeld op zijn eigen strijd om dit
te bereiken, van de onderste sport van
de ladder! Jaja, dat wist Kees allemaal
wel Grootvader was maar een doodge
wone machinebankwerker geweest.
Daf was zijn vader nu toevallig niet,
en kon hij het helpen? Kees liep warm
voor autoraces, terreinritten enzovoorts
sprak bij tijd en wijle met geestdrift
van een toekomst als coureur, waarmee
hij zijn arme moeder de stuipen op het
lijf joeg, die dan altijd maar dacht aan
ongelukken op renbanen brandende
auto's en allerlei andere narigheid.
„Als hij maar eens een vast meisje
had," zei vader Bot, die in dit opzicht
geijkte opvattingen had. Een keurig
meisje zou hem wel temmen. Nu, er
waren meisjes genoeg, „mijn huis is
geen doorgangshuis" had de oude heer
wel eens gemopperd, maar de liefde
was nimmer bestendig van duur. En nu
was daar dan eindelijk de dienst, die
een mens van de jongeman zou maken.
Maar géén uitstel vragen, zei vader,
metéén er maar in, dan ben je er af.
hadden vroeger vluchtgangen, weet je"
„Ja ja, dat weet ik," zei Harry Hom
meles. „Ik ben minstens net zo ontwik
keld als jij."
„Die gang, waar we net doorheen re
den, is vast zo'n oude vluchtgang,"
vervolgde Frans Bulle onverstoorbaar.
„Daar kon je fijn door ontsnappen, als
de vijand het kasteel omsingeld had.
Ik ben er dus zeker van, dat we in het
slot terecht komen, als we deze oude
trap opgaan."
„Waar wachten we dan op?" zei de
inspecteur. „Daar gaan we, lui!"
Ze liepen naar boven, doch stuitten al
ras op een zware deur, die ze met ver
eende krachten maar nauwelijks kon
den openduwen
En zo was Kees dan van zijn eigen
gezellige kamer behangen mei trofee
ën en sportfoto's en enkele „snoezige
grieten", beland in de kale soldatenka-
mer met de rij bedden, de wolletjes tot
een onberispelijk vierkant pakje opge
vouwen, en in het gezelschap van de
'.ectie waarmee hij dik anderhalf jaar
dit leven zou moeten doorkomen.
Het was een zeer gemengd bedrijf.
Er zat van alles onder. Maar er waren
'altijd wel een paar, waar je speciaal
mee optrok.
Kees had a:l gauw contact met de
stoere Geert Geulemans, met Sjoerd
Koopman en met de dienstplichtig sol
daat Petrus Hankemaaier. Het kwartet
werd al spoedig een trio, want Petrus
viel uit.
De jongens waren het nog altijd niet
Ook als het om een per
soonlijke lening gaat,
kunt u onbevangen
binnen stappen bij de
NMB. Daar wordt het als
de gewoonste zaak van
de wereld gezien u te
helpen. Om enkele
bedragen te noemen:
3000,kunt u aflossen
in 24 x 148,89 en
4000,— in 24 x/ 192,26.
Veel formulieren komen
er niet aan te pas. Op elk
NMB kantoor is
vlotheid en plezierige
behandeling het
wachtwoord.
nederlandsche
middenstandsbank
de bank waar óók u
zich thuis voelt!
de KNVB-Noordholland en een vijf
tiental bedrijfsvoetballers overhandig
de voorzitter Duinker de prijzen aan
vertegenwoordigers van de hoogstge-
cindigdc elftallen. Kampioen werd het
team van de Jonge Agrariërs. Dit ver
overde de wisselbekcr en kreeg bo
vendien nog een beker als blijvend aan
denken aan de overwinning.
De tweede en derde plaats werden
bezet door de elftallen Wigeko en Gem-
ko, waarvoor ook fraaie bekers be
schikbaar waren gesteld. Na afloop van
de officiële uitreiking werd uitvoerig
nagepraat over de afgelopen zomer en
kwamen diverse kleine schoonheids
foutjes in de organisatie aan het licht.
De meeste problemen hadden betrek
king op materiaal en elftalsamenstel
ling en zullen eenvoudig op te lossen
zijn. Onder meer kwam het speelveld
ter sprake. Het terrein in Oudeschild
voldeed uitstekend en trok gemiddeld
veel publiek, maar toch werd geinfor-
meerd of geen veld in Den Burg kon
worden gevonden, dat centraler ligt en
mogelijk nog meer belangstelling zou
trekken Voor zover op de vragen geen
bevredigend antwoord kon worden ge
geven werden deze genoteerd en zal
hieraan nog nadere aandacht besteed
worden.
Wijzigingen
Meegedeeld werd door secretaris S.
Swinkels, dat enige wijzigingen in het
regelement zullen worden aangebracht.
Volgend jaar zal niet meer gespro
ken worden van bedrijfsvoetbal, maar
van zomeravondvoetbal Dit houdt in
dat niet alleen bedrijven mogert mee
doen, maar dat ieder willekeurig sa
mengesteld team in aanmerking komt.
Ook zal een belangrijke wijziging in
het financiële vlak worden ingevoegd.
De deelnemende bedrijven zullen in
het vervolg voor een vastgesteld be
drag worden aangeslagen. Gebleken is,
dat op vrijwillige basis diverse bedrij
ven verstek laten gaan. Ook staat al
vast, dat voortaan met niet meer dan
5 aktief-spelende voetballers i(d.w.z. bij
een vereniging aangesloten en regelma
tig in wedstrijden deelnemend) per
elftal mogen worden ingezet. Een en
ander zal in de komende winter nog
uitvoerig met de belanghebbenden
worden besproken.
over eens, of Petrus werkelijk geschift
was of het spel alleen maar volmaakt
gespeeld had, tot hij tenslotte naar de
intendance werd overgeplaatst, min
achtend (en benijdend) de „liggende
vreters" genaamd, waar hij volgens
Geert de hele dag broeken moest tellen.
Of hij er nog zat, of niet de Hoge He
ren het tenslotte beter geacht hadden,
Harer Majesteits krijgsmacht van de
aanwezigheid van de dpi. soldaat Han
kemaaier P. te verlossen, ze wisten het
niet. Hij was uit hun gezichtskring ver
dwenen en diende alleen nog tot het
ophalen van lustige herinneringen.
Kees herinnerde zich nog hoe ze daar
hadden gestaan voor het eerst in hun
werkpakkie, moeizaam in rij en gelid
geschaard door de nijdige sergeant
Walvisbeen, alias de Willem Barendsz,
ook wel Ome Wullem genaamd. Voor
de troep stond de overste en besprak
het werkprogramma met de kapitein,
de luitenant en de adjudant. En opeens
zagen ze Hankemaaier P. uit het gelid
wandelen, en doodrustig zich mengen
in het selecte groepje. Zijn neus iets
vooruitgestoken, luisterde hij met grote
belangstelling naar hetgeen de overste
mededeelde, zijn handen in zijn zak,
één en al vriendelijke interesse.
Ome Wullem stond daar met uitpui
lende ogen, vroeg zich af of hij aan
zinsbegoocheling leed en was onmachtig
zich te verroeren of zijn stem te ver
heffen. Dit was zó volmaakt ongehoord
dat hij met stomheid was geslagen. De
jongens, in rij en gelid, eerst ook stom
verwonderd starend, kregen het door
en genoten onbeschrijfelijk van het
schouwspel van Hankemaaier P., de
krijgsraad bijwonend. Het was de ad
judant, die Petrus het eerst in de ga
ten kreeg. „Wat moet hij hier?" vroeg
hij, rood aanlopend. „Oh, ik kwam d'r
voor de gezelligheid even bijstaan" zei
Hankemaaier P „Je steekt altijd wat
op, niet?"
De overste merkte opeens dat hij
zwaar verkouden was en haalde een
keurig gevouwen zakdoek uit zijn zak
om daarin zijn gezicht te bedelven.
Ome Wullem kreeg het gebruik van
stem en ledematen terug en snelde
naar de officieren, om Hankemaaier
met harde hand en niet minder harde
verwijten weer in het gelid terug te
voeren.
«(wordt vervolgd)