f-
Dirk Scholtanus ruimt
andermans rommel op
IHET GEHEIM
Js het tien dagen droogt....
Zes weken per jaar „uitgeleend"
aan gemeente Texel
feuilleton van Tom Lodewijk
LANDBOUW en VEETEELT
Om niet te vergeten
ïiet alles op één kaart
Schietoefeningen
Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 4 augustus 1972
ubriek voor J
Een paar weken geleden schreven we
een artikeltje over diepgrondbewer-
ng, dat de toestand van wateroverlast
iel snel kan veranderen in een tekort
water voor een vlotte groei. We de
in toen de uitspraak, dat wanneer het
dagen zou drogen op bepaalde
aatsen van ons eiland al weer droog-
verschijnselen zouden optreden.
Het personeel van de drukkerij, dat
voor zorgt, dat we tweemaal per
»k de Texelaar in de bus krijgen vol-
aat er blijkbaar niet mee om „stom-
onze copie in het lood van de
ukpersen over te brengen. Toen ik nl.
de tiende dag van de aaneengesloten
riode van drogend weer op de druk-
rij verscheen kreeg ik de vraag: „Is er
mderdaad al iets merkbaar van
oogteversohijnselen?"
„Droog" en „droog"
niet hetzelfde
Dit was niet zo maar uit de lucht ge-
epen. Het berust op het volgende. De
oogtegevoelige gronden op ons eiland
innen in de bewortelbare laag niet
ier dan zo'n 30 - 40 mm water voor
planten bereikbaar vocht vasthou-
In de volle groei hebben heel wat ge
ssen per dag 3-4 mm water nodig.
denken hierbij aan snel groeiende
gassen als bieten en aardappelen. Die
4 mm water verdampen grotendeels,
is echter sterk afhankelijk van de
ihtigheid van de lucht: bij een hoge
ihtvochtigheid (broeierig, drukkend
•r) is de verdamping veel kleiner
i bij schraal, drogend weer.
)at de luchtvochtigheid in deze droge
■ïode over het algemeen zeer hoog
s hebben de veehouders, die in deze
iode hooi moesten maken heel goed
nerkt. We hebben de laatste dagen
erse keren de opmerking gehoord,
men ondanks het zonnige weer het
tste vocht niet uit het hooi wist te
gen. Het bleef „vet" aanvoelen. De
htige lucht wilde als het ware dit
tste vocht niet „aannemen".
Wat voor het hooien een nadeel was
voor het gevaar van verdroging een
irdeel geweest. De hoeveelheid van
4 mm per dag zal in deze periode
er niet gehaald zijn.
)aaraan is het te danken, dat de
ogteschade op dit moent van geen
Sekenis is. Weliswaar zie je een en-
perceel grasland, aardappelen en
ten, waarvoor geldt, dat de groei ge
el wordt door watergebrek, maar
.s gezegd is dit van geen betekenis.
Diepgrondbewerking
blijft belangrijk
let feit, dat tot nu toe deze zomer
n droogteschade van betekenis is
rgekomen doet niets af aan het gro-
lelang van diepgrondbewerking voor
irogende gronden.
i denk daarbij ook aan de verrui-
g van het bouwplan. Er staan dit
suikerbieten op percelen, waar men
voorheen beslist niet aangedurfd
hebben. Want de betreffende ak-
touwers zijn er van overtuigd, dat
als we een ernstige droogteperiode
len krijgen zij „de bui" rustig kun-
afwachten.
moet hij het besluit kunnen nemen om
het gras als kuilvier bij elkaar te bren
gen.
We mogen konstateren, dat er op ons
eiland heel wat veehouders zijn, die de
kunst van het tijdig overschakelen op
een ander doel verstaan. Dank zij dit
feit zijn er een aantal bedrijven in ons
gebied, die ondanks het mindere, om
niet te zeggen „slechte", weer voor de
voederwinning goed ruwvoer bij elkaar
hebben gebracht. Het „loon" voor deze
flexibiliteit zullen ze in de a.s. winter
periode in de melkbus krijgen.
Spreiding
Een groot voordeel van het kunnen
overschakelen is bovendien, dat een be
tere werkspreiding wordt bereikt. Als
men op een bepaald moment alles op de
ene kaart van „hooi maken" blijft zetten
dan zal dit zeker ook een ophoping van
werk betekenen. Dit geldt al onder meer
normale weersomstandigheden. Het gro
te voordeel, dat men bereikt door een
flink gedeelte van het voor ruwvoer be
schikbare gras in te kuilen is, dat men
meer tijd voor de hooiwinning beschik
baar krijgt.
In de afgelopen weken is wel heel
duidelijk gebleken, dat veehouders, die
een zeer groot gedeelte van het gras
voor de hooiwinning bestemmen een
enorm risico lopen. Het is onmogelijk
om als je op een zeker ogenblik 10 ha
hooi op de grond hebt liggen er minder
aandacht aan te geven dan wanneer dit
3 of 4 ha is.
Risico
Verder is het zo, dat als de noodzaak
er is om in een paar dagen grote opper
vlakten te hooien men er heel gemakke-
met het persen en aan hokken zetten
lijk toe komt om voorlopig te volstaan
van het hooi. Dit jaar is wel heel dui
delijk gebleken, dat men hiermee een
niet te verantwoorden risico neemt. Ie
dereen, die de troosteloze aanblik van
volkomen grauw geworden hooi heeft
gezien zal dit onderschrijven.
Ook in een jaar, waarin over het al
gemeen ruim voldoende hooi is gewon
nen is het onjuist om op een bijna non
chalante wijze met ruwvoer ob te gaan.
Er is geen twijfel aan dat de vroeg
vernieuwde percelen grasland al deze
herfst hun waarde als leverancier van
waardevol, goed opgenomen ruwvoer
zullen bewijzen. Het ziet er naar uit, dat
de in begin juli ingezaaide percelen al
omstreeks 15 augustus gebruikt kunnen
worden voor beweiding met schapen.
Op deze wijze is het direkte verlies
aan grasopbrengst zelfs in het jaar van
inzaai niet aanwezig.
Vuilverzamelaar Dirk Scholtanus een tevreden mens.
Toeristen maken véél rommel. Nie
mand weet het beter dan Dirk Scholta
nus uit Oudeschild die dag in dag uit
niets anders doet dan de rommel oprui
men die anderen achterlaten. Dat is be
langrijk werk want als het niet gebeur
de zouden we gauw tot onze nek in de
troep zitten. Het is werk waarvoor de
meesten hun neus ophalen, niet echter
Dirk Scholtanus die in zijn taak volle
dige bevrediging vindt. Vorige week
kwamen we hem tegen in Den Burg
waar hij onafgebroken de straten veegt,
de papierbakken leegt en stukjes papier,
goede ondernemer moet in zijn
rijfsvoermg „flexibel" kunnen zijn,
Tgden we enkele weken geleden in
rubriek. Het ging in dit artikel
het kunnen overschakelen van
winning op het winnen van kuil-
in veehouder moet zich niet te veel
zetten op één doel bij de winning
ruwvoer. Als de weersomstandighe-
het maken van hooi riskant maken
Smakelijkheid
Zelfs het meest voedzame produkt
heeft geen waarde als de dieren het niet
willen opnemen. Maar als u het klaar
weet te krijgen om goed voer tevens ex
tra smakelijk te maken, dan slaat u
twee vliegen in één klap. Deze week
waren we op een bedrijf, waar de vee
houder ons wees op een perceel gras
land, waarvan al een jaar of tien gele
den een gedeelte was vernieuwd, ter
wijl de rest oud grasland was gebleven.
Nog altijd tobde hij met het feit, dat het
vernieuwde gedeelte goed werd afge-
vreten, terwijl het gras op het oude deel
pas in uiterste noodzaak werd opgeno
men.
Half werk
Bij graslandvernieuwing doet u half
werk als u geen maatregelen neemt om
de aanwezige kweek te bestrijden. Er
zijn op het moment goede middelen om
eventueel aanwezige kweek op te rui
men. Als u vóór het frezen 15 - 20 kg
TCA over de grasmat spuit, daarna gaat
frezen en ploegen kunt u zonder be
zwaar stoppelknollen zaaien. Inzaai van
het grasmengsel kan dan eventueel in
het volgende voorjaar gebeuren. Wilt u
zo'n perceel weer zo gauw mogelijk als
grasland gebruiken, dan kan de kweek
bestreden worden met 20 kg Dalapon
per bunder. Dit bestrijdingsmiddel
wordt over de grasmat gespoten als gras
en kweek goed aan de groei zijn. Na 14
dagen kunnen dan de normale werk
zaamheden voor het „zwart" maken en
het opnieuw inzaaien van grasland wor
den uitgevoerd.
Italiaans raaigras
Het voor de zaadwinning verbouwde
Italiaans raaigras is op dit moment ge
maaid, of zal binnenkort worden ge
maaid. Voor veebedrijven kunnen deze
percelen de komende maanden nog een
massa waardevol voeder leveren. Als u
het zelf niet kunt gebruiken, dan zal er
in veel gevallen wel een collega-vee
houder in de buurt wonen, die dit gras
heel goed kan gebruiken. Vooral op be
drijven met een zware veebezetting, is
het van groot belang in augustus nog
weer eens een „schone" weide beschik
baar te krijgen. Zowel voor de melk-
produktie als voor vleesproduktie is dit
gras veel meer waard dan het materiaal,
dat groeit op percelen, die in de afge
lopen maanden al diverse keren zijn be
weid.
plastic en andere afval opprikt. Zijn
ronde van ongeveer vijf kilometer loopt
hij drie maal per dag. Een jaarbetrek
king is het lang niet. Zes of zeven weken
lang wordt hij door de firma Tatenhove,
zijn eigenlijke baas, aan de gemeente
uitgeleend voor meer dan ƒ100,per
dag. Vorig jaar gebeurde dat ook al.
Toen reinigde Scholtanus De Koog. Nu
is hem Texels residentie toegewezen. Hij
vormt het levende bewijs dat de ge
meente Texel er wat voor over heeft om
de straten zo schoon mogelijk te hou
den. Zijn aanwezigheid werkt ook pre
ventief. Als ergens rommel ligt, zal er
gemakkelijk meer worden bijgegooid. Is
het er brandschoon, dan bedenken de
meesten zich wel even.
„De meeste rommel ligt bij de cafe
taria's", vertelt Scholtanus en hij wijst
naar 't IJsbeertje en Smullies Bar. Niet
dat hij de exploitanten iets verwijt, in
tegendeel. „Die mensen zetten heus wel
bakken neer waar de klanten hun af
val kunnen ingooien, maar veel vakan
tiegangers trekken zich nergens wat van
aan. Eigenlijk zou je iemand die ergens
wat neergooit, moeten aanspreken en
hem uitleggen dat hij verkeerd doet. Ik
geloof niet dat men moedwillig vervuilt;
het is een kwestie van gemakszucht en
achteloosheid. Maar er is voor één man
natuurlijk geen beginnen aan om al die
vervuilers te gaan aanhouden. De men
sen zouden elkaar moeten opvoeden. Ie
der die ziet dat een ander wat neergooit,
moet erop afstappen en uitleggen dat
zoiets tegenwoordig echt niet meer
kan".
Blij
Is het niet frustrerend om niets anders
te doen dan de troep op te ruimen die
anderen aohter laten? Voor Dirk Schol
tanus niet. Ook niet als omstanders la
ten blijken niet zo'n erg hoge dunk van
zijn taak te hebben. De opmeikingen
zijn soms niet van de lucht, vooral als
hij bezig is paardenstront op te ruimen.
Want ook dat hoort erbij. Hij zegt: „Wie
het laatst lacht, lacht het best. Als alles
schoon is, heb ik plezier". Het is duide-
iuiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
91
IIIIIIIIIIIIHIH
»En die Emiel dingt zich overal in.
vil nou een supportersclub oprich-
van de Merendorpse Boys. Ik weet
wat ie in z'n schild voert. Als jij
sdoet weet ik dat je het voor an-
jdoet, je hebt zoveel van die baan
de tijd kosten en geen cent opbren-
Maar van hèm kan ik dat niet gelo
de je? Ik vind hem het soort man
"van je je steeds afvraagt: wat wil
at bedoelt ie, wat zit er achter?"
ert had zijn eigen opvattingen be
ende de heer Emiel van Maesecyck
nooit zó konkreet horen vertolken
wde krachtig en instemmend,
ben zo bang" zei Jannetje
het
,dat
allemaal maar wijvengeklets
*s toch je eigen familie" meende
-en het is toch ook je eigen man?
an as een vent die nog wel eens er
achter komen kan als politieman
Die heeft overal z'n vriendjes",
ja lachte Jannetje „vroeger toen
1', marechaussee aan de grens zat,
eeft ie nog ouwe vrinden, tot bij
■Igen toe".
'U dat hij z'n tijd nuttig be-
ad. ®en soort roekeloze moed
u t Van hem meester. Hij had
itantie voor Martha van Vloten
en fietste spoorslags naar het
UIUlliJlllJDIllllJliilllllliUllllllUllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
„Ha Martha" groette hij joviaal „ik
kom je laatste centen weghalen!"
„Geert" zei Martha verbaasd.
„Ik haal je bij de koffie weg, zie ik"
zei Geert veelbetekenend en Martha
gans uit het veld geslagen, verviel au
tomatisch in haar oude routine. „Moet
je ook een bakkie?"
„Van jou altijd" zei Geert monter. Hij
had de smaak van Jannetjes koffie nog
in z'n mond, maar hij poseerde als een
dorstig hert.
„Ik heb je zo'n tijd niet gezien" zei
Martha op verontschuldigende toon
grappig, vond Geert, want als iemand
zich zou moeten verontschuldigen was
hij het. Had Martha een kwaad gewe
ten? In ieder geval voelde hij zich de
situatie meester.
„Zo meid" zei hij „ja, dat is een tijd
geleden, maar ik had zoveel aan m'n
hoofd. En nou had ik een kwitantie en
ik had dorst naar goeie koffie en ik
dacht wat drommel, waar krijg je be
tere koffie dan bij Martha?"
Hij zag dat ze nerveus was, maar ei
genlijk toch ook blij dat hij er weer was.
Geert Kossen voelde zich iedere seconde
beter en vertelde Martha een verhaal,
waarvan haar de tranen over de wangen
liepen.
Ze merkten niet eens, dat mijnheer
Emiel langs kwam, zijn stap inhield en
naar binnen keek, maar snel verder liep.
Diep in gedachten.
Freek Doks had er op geloerd en nam
zijn kans waar. Er was in geen velden
of wegen een rode sportauto te beken
nen en José stond als vanouds bij de
halte.
„Kan ik u dienen?" vroeg hij door het
open raampje.
José scheen even te aarzelen, keek
over de Grote Markt en haalde toen de
schouders op.
„Als u toch die kant uit moet.
„Nou" zei Freek „toen ze naast hem
zat en hij de auto van de kant stuurde
„eigenlijk niet. Ik moet helemaal die
kant niet uit".
„En waarom
„Zó maar. Omdat ik het prettig vind
en omdat ik hoop dat u het ook prettig
vindt".
„Het is altijd prettiger dan die hot
sende bus" zei José neutraal. „Maar u
hoeft voor mij geen ommetje te ma
ken".
„Ik doe het ook mee voor mezelf" zei
Freek effen. „En ik weet dat een lelijke
eend niet opweegt tegen een Porsche.
„Haha!" zei José.
„Luister es José", zei Freek opeens,
„je bent niet boos dat ik zo maar José
zeg, ik heet Freek, maar al dat gejuf-
frouw hangt me de keel uit. Ik wou
maar zeggen: jij bent toch geen meisje
dat alleen maar belangrijk vindt in
wat voor wagen iemand rijdt, niet?"
José kleurde. Ze vond het wel belang
rijk, zolang ze die iemand alleen be
schouwde als haar chauffeur.
„Je geneert je toch niet voor die eend
van mij?"
„Anders was ik toch niet ingestapt?"
„Nou ja" plaagde hij ,,'t is altijd be
ter dan die hotsende bus!"
„Hoos es" zei José een beetje snibbig
„ik zit hier toch hoop ik niet in de
biechtstoel?"
„Ik zou een mooie biechtvader zijn"
lachte hij. „Nee, maar ik vind jou nou
eenmaalnou ja, ak mag je erg
graag".
„Je kent me nauwelijks".
„Dat is 'et em juist, ik wou dat ik
je beter kende".
„Je zou van me schrikken".
„Ken je jezelf zó goed, dat je daar
zeker van bent?"
„Wat is dat nou voor een vraag" ze
lachte nerveus. Hij was zo serieus op
eens. Ze keek hem eens van terzijde aan.
Hij was niet knap, maar hij had een aar
dig gezicht. En opeens wist ze dat ze
bij hem niet zo constant op haar hoede
moest zijn als bijvoorbeeld bij Maarten
Osseweyer. Hij leek betrouwbaar.
„Wie kent zichzelf helemaal" probeer
de ze te ontwijken.
„Als je liever niet met me meerijdt,
moet je het eerlijk zeggen" zei Freek
opeens.
Ze keek nog eens naar hem. Het was
geen grapje, zag ze. Ze dacht na. Hij
zweeg. Wachtte op haar antwoord.
„Nee" zei ze opeens „dat is het niet
Freek. Maar het kan wel es meer lijken
dan het is".
„Ja, daar moet je wel om denken" zei
hij met nadruk en ze begreep opeens
wat hij bedoelde. „En dat zou ik ook
niet willen, daarom vroeg ik het je
ronduit. Ik wil jou geen enkele moei
lijkheid bezorgen, zelfs niet met je zelf.
Integendeel. Ik wou dat als je ooit es
moeilijkheden kreeg, welke ook, dat je
zou weten dat er altijd iemand is die je
vertrouwen kunt en die ik weet niet
wat zou doen om je te helpen".
Het schokte haar. Zij liep als op ro
zen in deze weken, het leven was vol
lijk dat we het te doen hebben met een
tevreden mens. Hij ziet zijn taak breed.
Als iemand hem waarschuwt dat ergens
glas op straat ligt, gaat hij er onmid
dellijk op af want glasscherven op
straat staan niet alleen smerig; het is
nog gevaarlijk ook. Hij vraagt zich dan
wel eens af waarom de betrokkene het
glas dan zelfs niet even opzij veegt,
maar hij zégt het nooit. Laatst had hij
loos alarm. Een mevrouw uit de Wilhel-
minalaan had opgebeld en een „glascon
centratie" gemeld. Toen Scholtanus ter
plaatse arriveerde had een ander de
boel al opgeruimd. Dat komt vaker voor
en zo hoort het eigenlijk ook. Als iedere
inwoner van Den Burg (of De Koog, Den
Hoorn, De Cocksdorp enz.) er dagelijks
voor zou zorgen dat het kleine stukje
straat voor zijn huis schoon zou blijven,
zou Dirk Scholtanus niet nodig zijn.
Daar is geen speld tussen te krijgen
Weinig waardevols
Vier keer per dag moet Scholtanus
zijn kar legen. Er wordt dus veel opge
haald. Het is belangrijk dat de papier
bakken steeds worden geleegd, want dat
stimuleert het gebruik ervan. Vernie
lingen, waardoor de bakken onbruik
baar worden, vallen dit jaar erg mee.
Overigens rapporteert hij alle vernie
lingen die hij onderweg tegenkomt: be
schadigde of uit de grond gerukte
verkeersborden, weggehaalde straat
stenen enz. Voor herstel wordt dan
meestal snel gezorgd.
Heeft hij bij het verzamelen van al
dat vuil wel eens iets waardevols ge
vonden? Tenslotte wordt er jaarlijks op
Texel voor een vermogen aan waarde
volle artikelen verloren. Maar dat blijkt
nogal los te lopen. „Dit jaar voor nul
komma nul vijf gulden", zegt hij als we
hem vragen een schatting te doen. Die
stuiver mocht hij naturlijk houden. Vo
rig jaar was de oogst groter: een paar
keer oen gulden en een broefje van vijf.
Het grootste bedrag dat hij ooit aantrof
was een 'biljet van 100 Noorse kronen.
Het enorme toeval wilde dat het geld
verloren was door een gast van zijn chef
P. Bakker.
Het is bijna vijf uur. Dirk Scholtanus
maakt een eind aan het gesprek want
er moeten nog een paar bakken worden
geleegd alvorens hij naar huis kan- Te
vreden monstert hij de inhoud van zijn
kar. Limonadebekertjes, patatzakjes, lu
ciferdoosjes, shagbuideltjes, zilverpa
pier, plastic lepeltjes en nog duizend
andere dingen. Het hoort in zijn kar en
niet op straat. „De straten moeten
schoon blijven. Het oogt beter en dat
trekt toeristen".
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 6 augustus op om 5.09 uur en
gaat onder om 20.21 uur; 9 augustus op om
5.14 uur en onder om 20.16 uur.
Maan: 9 augustus N.M.; 17 augustus E.K.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
4 aug. 2.00 en 14.46; 5 aug. 3.28 en 16.21;
6 aug. 5.13 en 18.08; 7 aug. 6.48 en 19.33;
8 aug. 8.02 en 20.41; 9 aug. 9.00 en 21.36;
10 aug. 9.47 en 22 20; 11 aug. 10.22 en 22.54;
12 aug. 10.51 en 23.21.
Aan het strand is het ongeveer een uur eer
der hoog water.
Op 8 augustus 1972, uitwijkdatum 9
augustus 1972 gaat Hr. Ms. Holland
schieten in sector 045 tot 075 graden
rechtwijzend met een straal van 9 mijl
vanuit het hoge geleidelidht Nieuwe
Haven. Veiligheidssschip aanwezig.
Op 23 augustus 1972 uitwijkdatum 24
augustus 1972 gaat Hr. Ms. Groningen
schieten in sector 045 tot 075 graden
rechtwijzend met een straal van 9 mijl
vanuit het hoge geleidelicht Nieuwe
Haven. Veiligheidsschip aanwezig.
van spanningen en beloften en opeens
praatte deze jongen over moeilijkhe
den.... moeilijkheden ook met haar
zelf. Hoe kwam hij er bij?
„Ik weet wat je denkt" zei Freek
„Moeilijkheden? Ik? Misschien is het
stom van me zoiets te zeggen, je ziet
er aiit als rozengeur en maneschijn.
Maar als je werkelijk om iemand geeft,
dan ben je geen mooiweervaarder, zie
je, dan laat je ze nooit in de steek". Hij
zweeg alsof hij te veel gezegd had.
„Freök" zei ze „zoveel moet je niet
om me geven".
„Dat doe ik nou eenmaal" zei hij „het
helpt niet of ik dat tegen mezelf zeg".
Zwijgend reden ze verder. Hij waagde
een blik opzij. Ze was in gedachten ver
diept en hij vond haar overweldigend
lief en eigenlijk hulpeloos. Lady Jane
dacht hij en in veel opzichten eigenlijk
nog een kind.
Hij stopte, ze waren er.
„Nou José" zei hij, voor hij het por
tier voor haar opende, „wees niet boos.
Misschien had ik beter m'n mond kun
nen houden". Hij boog voor haar langs,
opende de deur.
„Ik kan je maair één ding zeggen", zei
José „ik ben niet boos. Enne ik vind een
Lelijke Eend stukken beter dan de bus".
„Want die hobbelt zo" lachte hij.
En toen ze bij de deur was, keek ze
om. En wuifde.
HOOFDSTUK VTII
Het geheim van Lady Jane
Freek Doks liep door de gangen van
het gerechtsgebouw en kwam bijna in
botsing met de indrukwekkende figuur
van Opperwachtmeester van Zwichem
van de Rijkspolitie, die zonder signaal
te geven de hoek om kwam.
(wordt vervolgd)