ET GEHEIM
De composthoop een antwoord
op het „gif"?
Texelse schapen waren goed
vertegenwoordigd op show
in Libramont (België)
FILMNIEUWS
LANDBOUW en VEETEELT
ftWAÏ IK ZBGGM WOVfM
^ssmmoosissiS^i^mKS^si^ii
Begraafmethode
op het strand
feuilleton van Tom Lodewijk
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 29 augustus 1972
Oinlor
>an («i'oninj;ni
rubriek voor
Een waarheid, die we waarschijnlijk
Jlemaal al van onze moeder hebben gc-
eerd is deze: „Waar afgaat en niet by
;omt wordt minder". Met deze waar-
leid heeft ook de boer bij de teelt van
ijn gewassen te maken. Van het be-
jjf van de boer vertrekt ieder jaar in
vorm van melk, vlees, akkerbouw-
[rodukten een hele massa materiaal. De
[ewassen hebben dit in hun groei aan
e grond onttrokken. Het is duidelijk
jat de voorraden in de grond daardoor
fnemen: Waar afgaat en niet bij komt
liWordt minder.
Op bedrijven, waar vee wordt gehou-
;n komt een gedeelte op het be
kijf terug in de vorm van aangekocht
rachtvoer. Via de stalmest wordt hier-
»r een gedeelte van wat onttrokken is
aan de grond toegevoegd.
Op akkeihouwbedrijven is de aan
tier in de vorm van krachtvoer niet
>nwezig. De akkerbouwer zal dat wat
^fttrokken is op een andere wijze moe
fti aanvullen. Tot nu toe heeft een ak-
eftrbouwer dit voor praktisch 100% ge-
'^an in de vorm van kunstmest. Op
fcoude r ijbedrijven gebeurt dit zoals
•ra ft hiervoor aangaven voor een deel in
vorm van krachtvoer. Voor de rest
[eneens in de vorm van kunstmest.
Kan dit via
organische stoffen
tegenstanders van het gebruiik
er-ftn kunstmest zullen aanvoeren, dat
|t mogelijk is om de voorraden in de
>nd op peil te houden door organi-
meststoffen, dus compost, stalmest
Ju zijn op het moment vrijwel alle
rariërs overtuigd van de zeer belang-
ce rol van de organische meststoffen,
ft dat niet in de eerste plaats als een
^■gelijkheid om de voorraden fosfaat,
nft, kalk, enz. op peil te houden. Het
-rftt daarbij vooral om de belangrijke
van de organische stoffen op het le-
psmilieu van de grond. Iedere boer
overtuigd van het belang van een
fed bacterieleven in de grond en daar-
teftr zijn organische stoffen onmisbaar.
de:ft°oral op akkeihouwbedrijven is het
'^peil houden van de organische stof-
een zeer moeilijke zaak. Uit bereke-
gen is gebleken, dat het bij een be-
fsvoering, woarbij iedere mogelijk-
om groenbemestingsgewassen te
mwen wordt benut en waarbij te-
ook afvalprodukten als bietenloof
ien ondergeploegd mogelijk zou zijn
het gehalte organische stoffen op
te houden.
VP veehouderijbedrijven ligt dit veel
liakkelijker. Wat de voorziening van
■nisdhe stoffen betreft doen zich
r in het algemeen geen moeilijkhe-
Iboer is. De hoeveelheid compost, die op
het moment geproduceerd wordt is
daarvoor totaal onvoldoende.
Bovendien is er geen organische
meststof, die de benodigde hoeveelheid
voedingsstoffen in de goede verhoudin
gen bevat. Van stalmest en gier is be
kend, dat het onevenwichtig is in de
vorm van een teveel aan kali en een te
kort oan fosfaat. Bij andere organische
meststoffen ligt dit weer anders. Wil
men dus het maximale profijt van zo'n
organische meststof hebben, dan is op
een bepaalde manier aanvulling van
één of meer voedingsstoffen nodig. Bij
het streven naar maximale opbrengsten
gebeurt dit in de vorm van kunstmest.
Zoals we al in het eerste artikel heb
ben uiteengezet is het streven naar ma
ximale opbrengsten een economische
noodzaak voor de boer.
Dus beslist onmogelijk
We willen u niet onkundig laten van
een geval, waarbij men geprobeerd
heeft om via uitsluitend organische be
mesting tot aanvaardbare opbrengsten
te komen.
In de Wieringermeer is op het mo
ment een bedrijf, waar men tracht om
met uitsluitend gebruik van kippenmest
tot opbrengsten te komen, die voldoen
de in het laatje brengen om het bedrijf
draaiende te houden.
Nu lijkt het me nodig om direkt op te
merken, dat kippenmest hiervoor veel
beter geschikt is dan andere mestsoor-
ten. De verhouding fosfaat - kali is hier
veel evenwichtiger dan in de mest van
rundvee.
Verder zal het voor iedereen duidelijk
zijn, dat kippenmest maar zeer beperkt
voorhanden is. Weliswaar zijn er als
voorbeeld in Gelderland streken, waar
meer aanwezig is dan in de betreffende
streek kan worden geplaatst, maar het
zou zo goed als zeker niet meer dan een
druppel op een gloeiende plaat zijn als
iedere akkerbouwer kippenmest zou
willen betrekken.
Op het bedoelde bedrijf in de Wie
ringermeer worden met uitsluitend kip
penmest opbrengsten gehaald, die wel
iswaar niet helemaal op het peil van
kunstmestgebruikende collega's liggen,
maar dankzij het feit, dot deze boer
voor zijn produlkten hoge prijzen ont
vangt krijgt.hij de zaak toch rond. We
hoorden, dat hij zowel voor zijn aard
appelen als wintertarwe prijzen krijgt,
die ongeveer het dubbele van zijn
kunstmest gebruikende collega's zijn.
We menen ook hier weer de vraag te
moeten stellen of het inderdaad zou
gelukken die hoge prijzen te maken als
od grote schaal zou worden overgegaan
tot deze vorm van produktie.
Oök het uiterlijk van de aardappel-
knollen zou nog al wat minder zijn dan
van knollen, die met kunstmest zijn ge
groeid en bij de teelt de normale bestrij
dingsmiddelen zijn gebruikt.
Tenslotte
Het lijkt ons van belang, dat blijvend
aandacht wordt gegeven aan onderzoek,
dat tot doel heeft het overmatig gebruik
van kunstmest af te remmen en tot een
beperking van het gebruik van bestrij
dingsmiddelen te komen.
We zijn echter stellig van mening, dat
het tot niet minder dan rampen zou lei
den als op ieder bedrijf in één slag zou
worden besloten om het gebruik van
kunstmest en bestrijdingsmiddelen in
één klap achterwege te laten.
GIFTEN VOOR ZIEKENHUIS
PATER WITTE
De giften voor het ziekenhuis van pa
ter Kees Witte in Kenia blijven binnen
komen. Tot dusver zijn de volgende be
dragen overgemaakt via rekening 35035
{ten name van „Ziekenhuis pater Wit
te"). J. C. H. te Oosterend ƒ50,T. R.
H. te Oudeschild 25,E. B. te Ger-
ritsland ƒ25,—; J. H. te Den Burg
ƒ100,J. C. B. te Oudeschild ƒ10,
A. P. van H. te Den Burg ƒ100,Th. J.
A. B. te Oudeschild ƒ25,—; T. B.-V.
ƒ75,—; A. N. te Den Burg ƒ50,—; Th. B.
te Den Burg 50,Charitas Texel
ƒ1.000,A. K.-D. te Den Burg 25,
J. C. G. te Den Burg ƒ50,A. A. V. te
Den Burg ƒ100,en H. D. te Den Burg
25,—.
M-
Hiermee zijn we er niet 1
[et het zoveel mogelijk verbouwen
groenbemestingsgewassen zijn we
chter niet. Met de produkten van
alökerbouwbédrijf, zoals granen, bie-
aSrdappelen wordt een hoeveel-
fösfaat, kali, kalk en nog een hele
s zogenaamde mineralen van het
"ijf aangevoerd. De genoemde pro-
jen hebben dit aan de grond ont
ken. En dus: Waar afgaat enz. We
i nu voor de vraag hoe de
raden in de grond op peil moeten
ien gehouden.
sdhrijver van het artikel over de
ostihoop als antwoord op het gif
Pacht het dus van de compost. Nu
jen we rustig vaststellen, dat dit in
geval geen antwoord aan iedere
Produktie zonder gif
Intussen kan niet worden gezegd, dat
op dit bedrijf blijkt, dat bij deze wijze
van produceren de giftige bestrijdings
middelen niet nodig zijn. Ook op dit be
drijf komen de bekende ziekten en pla
gen voor. Voor de bestrijding gebruikt
men hier bestrijdingsmiddelen van or
ganische oorsprong, die evenwel niet
minder giftig zijn dan diverse op ande
re bedrijven gebruikte middelen.
Het effekt van die organische midde
len is echter duidelijk minder dan van
die, welke als regel worden gebruikt.
Zo hoorden we, dat met name de be
strijding van de aardappelziekte onvol
doende resultaat geeft. Het gevolg is
een te vroeg afsterven van de aardap
pelen en een onvoldoende opbrengst.
Dank zij de al eerder vermelde hoge
prijzen weet men de touwtjes toch aan
elkaar te krijgen.
Het is interessant de fokkerij van
Texelse schapen buiten de Nederlandse
grenzen te bekyken. Die mogelijkheid
deed zich weer eens voor bij de onlangs
gehouden Interprovinciale Tentoonstel
ling te Libramont in België. Daar wer
den drie schapenrassen geëxposeerd
maar de inzending Texelaars (125 ram
men en ramlammeren en 150 ooien en
ooilammeren) was de grootste. De show
duurde drie dagen en trok bezoek uit
Duitsland, Frankrijk, Luxcmbrug, Ne
derland en natuurlijk België.
Voor de Texelse schapen bestond veel
interesse. Alle dieren werden indivi
dueel gekeurd op een met gaas afgezet
gedeelte van de grasmat. Voor elk dier
ontyingen de eigenaars een eerste,
tweede of derde premie, beschikbaar
gesteld door het Ministerie van Land
bouw. Voor de hoogst bekroonde dieren
werden direkt een verguld zilveren, een
zilveren of een bronzen medaille uitge
reikt. Met twee jurygroepen van drie
werd zeer serieus gekeurd. De ene jury
keurde ooien plus rubriek schapen met
lammeren; de andere de rammen. On
derscheid wordt gemaakt in oude, 1-ja-
rige en ramlammeren, oude ooien, 1-ja-
rige ooien en ooilammeren, al dan niet
verdeeld in groepjes van tien tot twin
tig stuks. Elke jury beschikte over ring-
meester en secretaris.
De topkwaliteit bleek best, evenals de
verzorging. De staarten van rammen en
ooien waren kort gecoupeerd, de wol
eihoven soms bijgeknipt. De beenstand
de breedte en gevuldheid van de rug en
dijen werd hoog gewaardeerd. Er zijn
De kampioensram van de tentoonstelling
In Libramont.
fokkers die op de Franse Texelaar „val
len" en anderen die meer voor de Ne
derlandse Texelaars interesse hebben.
Laatstgenoemde is fijner van wol en
heeft wat meer type.
„Wij zagen er die zichtbaar gekruisd
waren met een dier van een melksdha-
penras, bij anderen dacht men dat de
moeder gedekt was door een ram van
het lie de Francetype", zo schreef ons
de heer C. Roeper van het Texels Scha
penstamboek in Noordholland, die de
tentoonstelling in Libramont bezocht.
De kampioenooi was best ontwikkeld,
beste kop, romp doch de stand van de
achterbenen kon korrekter zijn. De res.
kampioen, een anderhalf jarige, vertoon
de iets meer adel. De kampioensram
was het best ontwikkeld, extra kop,
romp, rug en vacht maar ook een be
merking op het beenwerk. De heer Roe
per konkludeert: „Men is geïnteresseerd
in het Texelse schaap. Uitbreiding is
mogelijk. De kern is echter nog te 'klein
en men wil weten welke fokrichting het
meest gewenst is. Mede doordat het
Belgische Ministerie van Landbouw zes
officiële juryleden voor de afdeling
Texelse schapen voor geheel België
heeft aangewezen en geldpremies be
schikbaar stelt /oor bekroonde dieren,
hebben we de indruk dat de koppels
schapen bij de fokkers groter worden en
de Engelse rassen mogelijk worden ver
drongen".
Uur» talUa wriiü»ni<il>^ réié rrié
Van een Duitse toerist ontvingen wij
het volgende schrijven:
Al vier jaar komen mijn familie en ik
op Texel met vakantie. We voelen ons
hier heel goed thuis en hebben Texelse
kennissen gekregen, waardoor wij nu
ook het een en ander over het eiland en
de bewoners weten. Ik heb echter en
kele vragen, naar aanleiding van wat ik
dinsdag 15 augustus op het strand van
Westerslag zag gebeuren. Toen ik ge
zwommen had zag ik hoe de strand-
exploitant, die zijn kantoor links van
Westerslag heeft en ook badhuisjes ver
huurt, voor één der huisjes een door
kinderen de vorige dag gegraven kuil
dichtgooide. Hij deed dit echter niet al
leen met zand. Eerst leegde hij er een
afvalton met papier, plastic, glas enz in.
Nu wil ik vragen: is het misschien
uit veiligheidsoverwegingen bijv.
niet toegestaan dat kinderen kuilen
graven, of welke andere reden had de
man om de kuil dicht te gooien?
Is het goed te praten dat de afval-
tonnen in het zand geleegd worden en
dat de inhoud begraven wordt? Ik kan
me voorstellen dat het vuil na enige
tijd weer bloot komt en het strand op
nieuw verontreinigt. Waarom zou ik
nog langer glasscherven e.d. in de ton
nen gooien als ze de volgende dag toch
weer in het zand gegooid worden?
Wordt deze „strandreinigingsmethode"
vaker toegepast?
Lothar Wurthmann,
Bremen
NASCHRIFT
Desgevraagd vernamen wij van de be
trokken strandexploitant, de heer H. N.
Koopman, dat het dit jaar inderdaad
enkele malen voorgekomen is dat het
vuil op het strand begraven moest wor
den. De vuilafvoer geschiedt normaal
met containers van de gemeente, maar
in de drukste periode kwam het voor
dat de gemeente niet onmiddellijk een
nieuwe container ter beschikking had
'{bij mooi weer is een container in één
dag vol). De strandexploitant moet dan
toch èrgens met zijn afval heen. Meest
al graaft men een kuil dicht bij de zee-
rand, steekt het vuil in brand waarna
het gat later wordt gedempt. Ook de
heer Koopman toonde zich minder ge
lukkig met deze oplossing, maar hij
noemde het een kwestie van overmacht
als de gemeente niet op tijd met een le
ge container op komt dagen. Hij vindt
het logisch dat geen nieuwe kuil gespit
wordt als er al kuilen zijn van voldoen
de diepte. De drukte in het seizoen laat
niet toe dat men ook nog een kwartier
tje gaat spitten. Red.
Donderdagavond 8 uur in het City
theater „Bestemming Brooklyn" („The
French Connection"), een der meest ge
ruchtmakende films van dit jaar. Voor
naamste onderdeel van het verhaal is
de achtervolging door vier rechercheurs
van een winkelier in Brooklyn en een
rij'ke Franse reder. Beide schijnen een
belangrijk aandeel te hebben in een
omvangrijke heroïnehandel. Van de
vier rechercheurs hebben er twee een
hardgrondige hekel aan elkaar. De cli
max van de film is 'n treffen dat plaats
vindt in een oude fabriek. Tijdens de
jacht op de Franse reder, die zich in het
gebouw verstopt heeft, schiet een der
achtervolgers de ander dood. De Frans
man ontsnapt. Toegang 14 jaar.
GESLAAGD
De dames Ank Hin te Den Burg en
Anneke Bakker te De Koog deden met
gunstig gevolg examen voor het diplo
ma ziekenverpleging A. Beiden werden
opgeleid aan het Lidwina ziekenhuis te
Den Helder.
liiillilllllliliiuii
dacht aan de hobbelige bus,
ie ze op ihet iharde metaal van de ba
ke* irager, op een fiets met niet al te
banden, over de hobbelige dijk
gereden. Wat een afgang! De an
us i waren allang thuis. En haar moe-
ip-
ra- ft was een ijzersterke vent en trap-
stevig door alsof hij een doosje
achterop had. Opeens waren ze
asfaltweg en zag José lichten, een
^station.
stappen'1 zei Kees en liep op de
sas lepomp toe.
wc; fa je genoeg geld voor een taxi,
Je. 't Zal gauw een paar tientjes
naar Merendorp".
ja" zei José.
Goof, luilak" riep Kees tot de
3 -'Mi enC*e P°mPbediende „bel jij
ftteze juffrouw even een taxi. Ze
baar Merendorp. Kan dat?"
denk van wel" zei de luilak „de
ttage is dag en nacht open. Kom
'ar effe in, juffrouw, binnen is
dan buiten".
r ^osé wendde zich tot Kees.
tent een reus" zei ze. „Al bent u
p°'n krave broeder, u bent een
En uit de volheid van haar
jar hart gaf ze hem onverwacht
ten op een stoppelige wang.
zei Kees ,^maak nou niet dat ik
r.fl
illlülillllllllllllllllJllllllllllllllllllllllllllllllllllliliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH
Nou meisje, kijk voortaan beter uit je
doppen. Ik ga proberen nog wat te van
gen".
„Zeg Karei van me gedag!" riep José.
„Zal 'et doen" beloofde hij en was al
weg.
„Hoe komt een dame als u nou hier
verzeild met rooie Kees" vroeg Goof
niewsgierig.
„Vraag dat bij gelegenheid maar es
aan Kees" zei José, stopte Goof gauw
haar nog niet half opgebruikt pakje si
garetten in de hand, want om de hoek
kwamen een paar felle lichten.
Twee minuten later zakte ze met een
zucht in de kussens.
„Merendorp" zei ze. Maar toen was
haar moed op en in het veilige duister
van de auto het ze haar tranen de vrije
loop.
HOOFDSTUK XV
De biecht
José zag de wagen al staan bij de bus
halte. Niet de rode Porsche - bij die ge
dachte trok haar mond bitter samen
maar het lelijke eendje.
Het schoot door haar gedachten, dat
ddt de auto was van de dubbelhartige
verrader, Freek Doks. Maar haar lange,
slanke benen liepen onverdroten door,
recht op de auto aan.
„Hallo Lady Jane", zei Freek, „wilt u
mij de eer aandoen?"
Het waren dezelfde woorden die
Maarten Osseweyer gebezigd had. José
wilde hem afsnauwen en zeggen dat ze
honderdmaal liever met de bus ging.
Toen zag ze zijn gericht, en het was het
gezicht van een jongeman die haar eens
gezegd had dat ze goed moest onthou
den, als ze ooit in moeilijkheden was,
dat hij er alles voor over zou hebben om
'haar eruit te helpen.
Zwijgend stapte ze in.
„Wat is er José?" vroeg Freek. „De
kater na het succes?". Maar een bli/k op
haar strak gezicht maakte hem duide
lijk, dat geestigheid niet werd gewaar
deerd.
„Ben je boos?"
„Nee, ik heb zo gruwelijk het land".
„Aan mij?"
„Ook ja". Even schemerde er iets van
een glimlach. „Ik vind jou dubbelhartig,
trouweloos en verraderlijk. 'Dat zal ik je
nog wel es goed duidelijk maken. Ik heb
nu wel iets anders aan m'n hoofd".
Zwijgend reden ze de stad uit. Plots
stuurde Freek de wagen naar de kant
van de weg en stopte.
„José, je zit in de nesten. Vertel het
je ouwe oom Freek".
„Kun je nou niet es één ogenblik ern
stig zijn?" riep ze boos.
„Kind, ik ben zo ernstig als je je
maar denken kunt".
„Je moet nog aan mijn manier van
uitdrukken wennen. Ik hoop dat dat nog
es gaat gebeuren. Maar ik voel dat je
van plan bent je naar Merendorp te la
ten rijden zonder een stom woord te
zeggen, en je zit berstensvol. Als het me
niet aangaat, goed, dan start ik weer en
breng je franco thuis. Maar zou je maar
niet liever opspuiten?"
Ze zag hem aan. Ze moest er met ie
mand over praten. Ze wist niet met wie.
Met 'haar moeder? Die kreeg een huil
bui of zoiets. Verder met niemand an
ders. Maarten zou, hoopte ze, zijn ka
ken wel op mekaar houden, voor hèm
was het ook zo'n succes niet geweest.
En ook zij moest zwijgen. Maar Freek
kon ze het vertellen. Als
„Freek, beloof me, met geen stervee-
ling hierover".
„Zonder meer", zei Freek. „Veel te
vereerd met je vertrouwen".
En toen vertelde ze, met horten en
stoten, de hele trieste historie. Ze zag
alleen hoe zijn handen zich om het stuur
klemden tot de knokkels wit werden.
Verder zei hij geen woord, keek haar
niet aan, staarde recht voor zich uit. En
liet haar praten.
Daarna zwegen ze allebei, een hele
tijd. „Freek" zei ze. „Je hebt es ge
zegd, ols ik in moeilijkheden was met
mezelf
„Ja" zei hij, „daarmee zit je natuur
lijk het meest in de knoop".
„Hoe kan die knul denken dat ik
„Dat komt" zei hij „omdat kerels van
zijn soort alleen maar een bepaald soort
meisjes kent. Ze hoeven niet slecht te
zijn, geen sletten, maar ze zijn gemak
kelijk. Ze zeggen net als hij: vóór wat,
hoort wat".
„Maar hoe kan hij denken dat ik.
„Nou, 'daarom. Hij dacht, omdat hij
jou altijd vlot mee kon krijgen, en om
dat je aardig tegen 'hem was, dat het
maar een kwestie van het juiste ogen
blik was en dan ging je wel overstag.
En je bent misschien die avond een
klein - beetje uitdagend geweest, een
beetje geflirt?"
„Ik had champagne gedronken" be
kende ze, „voor het eerst van m'n le
ven".
„Had hij op getracteerd zeker?"
„Ja".
„Zo doet men dat. En nou vind jij je
zelf goedkoop en minderwaardig, omdat
die vent zo van jou kon denken en zo
met jou wou doen, en omdat jij hem
daartoe aanleiding gegeven hebt".
„Ja" zei ze bijna onhoorbaar. Haar
hoofd was zo diep gebogen dat hij haar
gezicht niet kon zien.
„José" vroeg hij „kijk me es an".
Ze hief haar hoofd op en liet het met
een snel zakken want twee grote tranen
sprongen naar voren.
Men moet een vrouw zien wenen, wil
men onsterfelijk haar beminnen, dacht
Freek.
„Ik vind" zei hij „een meisje dat lie
ver in het holst van de nacht langs een
eenzame weg lopen op huis afgaat, dan
zich door een vent te laten bevrijen
waarom ze niks geeft, helemaal niet ie
mand die het recht op respect verloren
heeft. Integendeel. Ik vind het net iets
voor jou, ik had niet anders van jou
verwacht".
„Ik heb al es gezegd, je kent me niet
eens".
„O ja, misschien beter dan je jezelf
kent. Je bent met al je reserve en je
afweertaChtiek, een open boek, José. Ik
wou", zei hij een beetje schor, „dat ik
m'n naam op het titelblad mocht schrij
ven. Weet je wel, dat oude versje? Dit
boek behoort aan mij» zolang ik heb te
leven.Ze glimlachte door haar tra
nen heen, en de man aan het stuur had
moeite z'n arm niet om haar heen te
slaan. Maar ze was hem te veel waard
een ras gebaar kon alles bederven.
(wordt vervolgd)