Jaarverslag KNZHRM: steeds meer
hulp aan pleziervaarders
Misdrijf in tienvoud
Geen medicijnen zonder dokter
Meer redders aan de wal
zijn dringend nodig
Groei stagneert door droogte
rubriek voor l
LANDBOUW en VEETEELT J.:
Koersen vreemde valuta
Geslaagd
Schietoefeningen
Bestrijding van muur
in grasland
Programmawijziging
zomeravondvoetbal
Toegelaten tot
eonservatorium
r' I'
iNEElj
Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 22 juni 1973
We hebben het al meer gezegd: Het
geven van voorlichting is een verant
woordelijke en riskante zaak. Telkens
blijkt nl. weer, dat een bepaald advies
te „klakkeloos" wordt opgevolgd. Er is
al meermalen op gewezen, dat in dit op
zicht het doorgeven van bestrijdingsad-
viezen via kranten en radio risico's
meebrengt. In te veel gevallen neemt
men nl. aan, dat een bepaald advies ook
voor het eigen bedrijf geldt. Een voor
beeld daarvan is het volgende.
In één van de laatste Texelse Couran
ten schreven we iets over de bestrijding
van mangaangebrek in aardappelen.
Heel kort daarna meldde zich bij één
van de Texelse leveranciers van kunst-
jmest een volkstuinder. Hij had het be-
uste artikeltje gelezen en omdat in
|njn veldje aardappelen plekken voor
kwamen met een minder goede groei
had hij de konklusie getrokken, dat dit
mngaangëbrek moest zijn.
We waarderen hetzeer dat onze ar
tikelen blijkbaar ook worden gelezen
Jdoor Texelaars voor wie het uitoefenen
van gewassenteelt niet direkt een le-
fensvoorwaarde is. Tooh is een waar-
iiiwing hier op z'n plaats.
Gelukkig was in dit geval de kunst-
lestleverancier zo verstandig om de
ian eerst te verwijzen naar iemand,
iie zou kunnen vaststellen of hier in-
lerdaad van bedoelde afwijking sprake
?as. Dat was in dit geval ook beslist
todig.
Krachtvoer aan melkkoeien
in de weideperiode
I Over krachtvoer aan melkkoeien in
ie weideperiode is al zeer veel geschre-
len en gezegd. Naast beweringen, dat
lit beslist niet nodig is zijn er altijd
jnelkveehouders geweest, die van me-
ing waren dat zij met het geven van
^en gift krachtvoer ook in de zomer een
l resultaat hadden.
De laatste tijd wordt over dit onder
werp wat meer licht verspreid. Het al of
liet geven van krachtvoer en de grootte
Kan de gift wordt nu in nauw verband
|ebracht met de produktie van de die
nen het tijdstip van de zomerperiode.
I Uit het gegeven advies blijkt, dat voor
wgproduktieve dieren zelfs in de
aanden mei en juni een krachtvoergift
lewenst is. Ook bij een goede weide
■ouden dieren met een produktie van
leer dan 25 kg melk per dag in mei en
lini per 2 Vb kg melk boven 25 kg per
Jag 1 kg krachtvoer moeten ontvangen,
lij een melkgift van 35 kg zou dit dus
1 kg krachtvoer per dag zijn.
I Bij het vorderen van de zomer ligt de
loogte van de melkgift, waarboven
[rachtvoer moet worden gegeven lager,
juli - augustus moet al aan dieren
iet een produktie boven 20 kg kracht-
Re-1
van|
de
?gio-1
S, 211
rge-l
[erk-
emd
Westduitse marken 100 ƒ104,90
Franse francs 100 63,90
Belgische francs 100 7,14
Zwitserse francs 100 88,90
Amerikaanse dollar 1 2,65
Engelse pond 1 6,94
Zweedse kronen 100 64,15
■Monika Boon-Vetter uit De .Cocks-
Jrp slaagde 13 juni te Den Haag voor
It staatsdiploma assistente schoon-
lidsverzorging. Zij genoot haar oplei-
|ng te Amsterdam.
■Op 25, 27 en 28 juni wordt geschoten
lBreezanddijk van 11.00 tot 17.00 uur
Tde 155 mm houwitzer.
voer worden gegeven. Eveneens 1 kg
krachtvoer per 2 Vb kg meerproduktie.
Dat de voedingswaarde van het gras
in de loop van de zomer sterk afneemt,
ook al kunnen we uiterlijk van een goe
de weide spreken, blijkt duidelijk uit
het feit, dat in september de produktie,
die uit uitsluitend gras kan worden ge
haald op 15 kg melk per dag ligt. In de
maanc^ oktober daalt dit zelfs tot 10 kg.
Het zal duidelijk zijn, dat voor dieren,
die in de nazomer afkalven in de laatste
maanden van de weidetijd flinke
krachtvoergiften nodig zijn om de ma
ximale produktie te halen.
We mogen wel aannemen, dat de
meerwaarde van het gras, dat in het
begin van het zomerseizoen groeit ook
tot uiting komt in het ruwvoer, dat van
dit gras wordt gewonnen. Het is echt
niet voor niets, dat de landbouwvoor
lichting er telkens op aandringt er voor
te zorgen, dat in de voorzomer alles op
alles wordt gezet om een maximale
grasgroei te bereiken.
Zaken, waarmee de landbouwvoor
lichting zo'n 25 jaar geleden nooit te
maken had komen nu regelmatig voor.
Eén van die dingen is de onkruidbe-
strijddng in grasland. Het is met name
het onkruid muur, waarmee grasland-
gebruikers regelmatig te maken krij
gen. Vooral na vernieuwing van het
grasland is het voorkomen van muur
heel vaak een probleem. Maar ook in
ouder grasland komt het muurprobleem
heel vaak naar voren.
Er zijn wel een paar dingen te noe
men, die het optreden van muur in de
hand werken. In de eerste plaats is 'er
de zwaardere stikstofbemesting. Muur
is zeer dankbaar voor stikstof. Maar
ook indirect werkt de zwaardere stik
stofbemesting mee aan het optreden
van muur. Door deze zwaardere bemes
ting krijgen we n.l. zwaardere sneden
gras. Als zo'n zware snede gras iets te
laat gemaaid wordt komt het grasland
moeilijk weer aan de groei. Van die
groeiaf remming profiteert het onkruid.
Verder hebben we de indruk, dat het
te lang op zwad Lggen van het gras na
het maaien een funeste invloed heeft
op de grasmat. Ook van de groeiafrem-
ming die daardoor ontstaat maakt het
onkruid en goed gebruik.
Bestrijden van muur
We zullen in de eerste plaats door het
voorkomen van de hiervoor genoemde
fouten moeten proberen de ontwikke
ling van muur tegen te gaan. Een goed
gebruik van het grasland is de belang
rijkste maatregel om het optreden van
onkruid te voorkomen. Met een goed
uitgekiende beweiding kunnen we al
heel wat bereiken. Het moet zeker niet
zo zijn, dat het eerste, waaraan we den
ken bij het bestrijden van muur de
chemische bestrijding moet zijn.
We zijn er echter van overtuigd dat
er gevallen zijn, waarin geen andere
weg openstaat. Ook op dit moment zien
we al weer percelen grasland die zo
dik onder de muur zitten, dat er een
groot risico is, dat bij niet ingrijpen
het gras er aan gaat. We zijn van me
ning, dat hier de chemische bestrijding
de enige mogelijkheid is om dit on
kruid kwijt te raken.
Er zijn op het moment een paar zeer
goede middelen om muur te bestrijden.
Zolang de temperatuur aan de lage
kant is wordt hiervoor liet middel
2.4.5.TP gebruikt. Bij groeizaam weer
kunnen we gebruik maken van MCPP.
De beste mogelijkheid om muur te be
strijden is de periode, waarin het gras
land een rustperiode krijgt, d.w.z. als
Een steeds groter percentage van het
jaarlijkse aantal hulpverleningen van de
Koninklijke Noord- en Zuidhollandse
Reddingmaatschappij komt ten goede
aan jacht- en andere pleziervaarders.
Dit blijkt uit het dezer dagen versche
nen jaarverslag over 1972. Het verslag
vermeldt een record aantal reddingen
en andere vormen van hulpverlening:
238. De stijging is overigens minder on
rustbarend dat zij eruit ziet. Ingecalcu
leerd moet worden de onstuimige groei
van de watersport (het aantal boten is
sinds 1960 verdrievoudigd!) en de stij
gende lijn van het aantal dienstverle
ningen wijkt daarvan weinig af.
Een vergelijking van de verschillende
vaargebieden leert dat sinds 1963 het
aantal hulpverleningen op de Noordzee
is verdubbeld, op de Waddenzee ver
drievoudigd en op het IJsselmeer ver
viervoudigd. Dit klopt precies met de
toename van het aantal pleziervaartui
gen in deze wateren. Het aantal gered
den bedroeg in het verslagjaar 385
waardoor het totale aantal sinds de
oprichting van de KNZHRM is opgelo
pen tot 10.962. Het aantal contribuanten
van de KNZHRM („redders op de wal")
steeg met 886 en bedroeg per 1 januari
1973 46.965 Hierdoor en door de verho
ging van de minimumbijdrage tot 7,50
per jaar stegen de inkomsten hieruit
van ƒ416 435,89 naar ƒ504.275,95. Deze
stijging kon niet verhinderen dat het
nadelig exploitatiesaldo groter werd
maar ook nu weer kon door erfstellin
gen het evenwicht worden bereikt.
Onzeker
In financieel opzicht staat de maat
schappij er dus nogal onzeker voor. In
het verslag wordt dan ook de hoop uit
gesproken dat het aantal redders op de
wal aanzienlijk zal stijgen. Het feit dat
de maatschappij dit jaar 150 jaar be
staat zal voor velen wellicht aanleiding
zijn zich op te geven. Wat Texel betreft
kan men zich wenden tot de heer W.
Peeters, Ruyslaan te De Koog.
In de buurt van Texel is niet zoveel
reddingaktiviteit geweest in het afgelo
pen jaar. Melding wordt gemaakt van
de bemoeienis die de motorstrandred-
Terugkomend van een rondrit met
„overkanters" op ons eiland ben ik wat
onder de indruk van de duidelijke aan
wijzingen, dat de groei op dit moment
stagneert door een tekort aan water.
Dat onder de indruk zijn is vrij z< ker
ook wel een gevolg van het feit, dat de
agrariërs van het vasteland verwonderd
waren, dat op dit moment al weer moet
worden gesproken van droogteschade.
Op heel veel plaatsen aan het vasteland
denkt men daar nog niet over.
Opnieuw kunnen we vaststellen, dat
Texel wat het optreden van droogte-
schade betreft tot de meest kwetsbare
delen van ons land behoort. Een gevolg
van het feit, dat we veel grond hebben,
die kwa „aanleg" droogtegevoelig is.
Verder is er het feit van de over het
algemeen mindere regenval in deze tijd
van het jaar.
Voor cn tegen
Hoewel op de meeste bedrijven de
groei voorspoediger zou verlopen als er
een paar flinke regenbuien zouden val
len zijn er op dit moment (19 juni) toch
nog wel heel wat veehouders, die de re
gen nog wel enkele dagen door willen
sturen naar andere plaatsen. Hoewel er
al heel wat wintervoer gewonnen is on
der uitstekende omstandigheden is de
ruwvoerwinning nog lang niet geëin
digd. We kunnen ons voorstellen, dat
er een aantal weken niet beweid wordt.
Als na een periode van beweiding de
muur weer duidelijk aan de groei is
krijgt men de beste resultaten. Naast de
bestrijdende werking van het middel
werkt dan tevens het overgroeien van
het gras er aan mee, dat de muur het
aflegt. Als een bezwaar van de chemi
sche bestrijding moeten we noemen, dat
ook aanwezige klaver een flinke afre
kening krijgt.
het „kwaad" van wat droogteschade lie
ver genomen wordt dan een flinke ach
teruitgang in kwaliteit van hooi en/of
kuilgras.
Vooral nu het er naar uitziet, dat de
krachtvoerprijzen voorlopig wel aan de
hoge kant zullen blijven is het van groot
belang om voor het komende wintersei
zoen over goed ruwvoer te beschikken.
De waarde van goed ruwvoer wordt nog
altijd onderschat.
Naast percelen grasland, die duidelijk
van de droogte lijden zien we hier en
daar ook percelen aardappelen, waarvan
de kleur veel te donker is. Duidelijk een
gevolg van watergebrek. Op dit mo
ment is van droogteschade in bieten
nog weinig te bemerken. De vatbaar
heid voor droogte bij bieten valt op een
later tijdstip.
Hoewel ook in de granen nog weinig
van droogteschade is te zien moeten we
er wel op rekenen, dat bij het uitblijven
van de regen ook hier binnenkort scha
de zal gaan optreden. De graangewassen
staan er over het algemeen „zwaar"
voor en juist in die omstandigheden is
de vatbaarheid voor schade door droog
te heel groot.
Zwakke positie
De „overkanters" keken er wat
vreemd van op, dat we op een woon
plaats, die helemaal door water om
ringd is geen mogelijkheden van wa-
teraanvoer hadden. In hun gebied kon
door beregening in een periode met
weinig regen de schade grotendeels
worden voorkomen.
In ons gebied is tot nu toe de enige
reële mogelijkheid om droogteschade
terug te dringen de diepgrondbewer-
king. Een mogelijkheid, waarbij het wa
ter niet van boven wordt aangevoerd,
maar waarbij aan de wortels de gele
genheid wordt gegeven om het water
uit diepere lagen aan te voeren. Bij het
voortduren van de droogte zal mogelijk
dit jaar blijken of verbetering door
diepgrondbewerking inderdaad zo groot
is, dat de hoge kosten verantwoord zijn.
dingboot „Mr. Adriaan de Bruine" had
met de schoener „Alma" die op 27 juni
bij de Slufter aan de grond liep nadat
het schip een maand eerder in moeilijk
heden was gekomen en door Terschel-
lingers opgeknapt. Door motorpech was
het 70 jaar oude schip naar de kant ge
dreven. De Cocksdorper reddingboot
trok de schoener weer vlot, waarna zij
onder vol zeil naar het westen verder
kon koersen.
Badmeesters
Ook wordt ^melding gemaakt van het
avontuur dat de badmeesters Vincent
Schimmert en Bert Koning beleefden
toen zij op 28 juli waren gaan vissen
met een bootje en bij de Eierlandse
gronden omsloegen. Een van de twee
zwom terug naar de kust om hulp. Hij
kwam daar na twee uur uitgeput aan.
De achtergebleven Bert Koning kon na
een speuraktie door de Mr. Adriaan de
Bruine aan boord worden genomen. Bij
die gelegenheid kwam ook de opspo-
rings- en reddingdienst van de marine
in aktie en de reddingboot Carlot van
Terschelling.
Mariniers
Op 28 november ging dertien mari
niers van De Mok voor een routine-
tocht met een sloep de zee op, richting
Oudeschild. Toen ze daar niet aankwa
men werd alarm geslagen. De motor
reddingboot Suzanne van Den Helder
ontdekte de sloep tenslotte na uren
lang zoeken. De verkleumde maar ver
der ongedeerde mariniers gaven zich
allen op als redder aan de wal.
Afscheid
In het verslag wordt ook aandacht
besteed aan het afsceid van de heer J.
van Loo uit De Cocksdorp als roeier
opstapper van de Cocksdorper strand-
reddingboot. In verband met zijn leef
tijd nam hij op 9 oktober ontslag. Van
Loo nam deel aan 64 diensten waarbij
24 mensen werden gered. In 1953 werd
hij onderscheiden met de grote bronzen
draagmedaille van de KNZHRM voor
belangrijke diensten tijdens de februari
storm. In 1969 werd hij voor zijn grote
verdiensten onderscheiden met de zilve
ren ere-medaille O.N. Bij zijn afscheid
kreeg hij de bronzen draagmedaille voor
•langdurige diensten met getuigschrift.
Vrijdag 22 juni, 19.00 uur:
Mayday-Schoo
Zaterdag 23 juni, 14.00 uur:
De Waal-Noordzeetrappers
Maandag 25 juni, 18.45 uur:
nr 1 poule A-nr. 2 poule B
Maandag 25 juni, 20.00 uur.
nr. 1 poule B-nr. 2 paule A
Woensdag 27 juni, 18.45 uur:
Verliezersronde
Woensdag 27 juni, 20.00 uur;
Winnaarsronde.
Dinsdag heeft Wim Boon uit De
Cocksdorp te Amsterdam toelatings
examen gedaan voor de opleiding accor
deon van het conservatorium aldaar.
Wim bleek een veelbelovend talent te
zijn; hij slaagde met opvallend hoge cij
fers. Voor polyfonie, voordracht en
techniek behaalde hij achten. Aanvan
kelijk had hij les van Henny Kok. De
laatste tijd kreeg hij z'n vooropleiding
van de heer R. van der Wulp, leraar
accordeon aan de Texelse muziekschool
en zelf oud-leerling van het Amster
dams conservatorium.
vanl
rialeol
dage-l
1 uit-
n en
ialen
iild,
idel
VERVOLGVERHAAL DOOR HENK BOON
HOOFDSTUK 12
egin januari draaide wind naar het
tfen. De temperatuur daalde geleide-
tot onder het vriespunt. Toen Ellen
|Luc hun uitstapje begonnen lag er
ijskorst op de sloten en vaarten;
en daar was het ijs reeds sterk ge-
l om een aantal vermetele schaat
sers te dragen.
p en koud was het in het grens-
T> Baarle-Nassau, toen zij er met de
uit Breda aankwamen. Maar in de
temer van het pension was het be-
Slijk warm en de pensionhoudster
site zich hete koffie te zetten. Even
lam ze bij haar nieuwe gasten zitten
leen praatje te maken. Zij keek Ellen
leT> aan. „Heb ik u niet eerder ge-
tlWacht eens, u hebt hier meer ge-
prd, is het niet?"
Inderdaad, maar toen was ik nog een
*Je. en nu heb ik mijn man mee hier
r l°e getroond, om hem eens te laten
Jsrvinden hoe goed u uw gasten wel
orgt. O ja, mevrouw Smulders, ik
log een zeer vreemd verzoek. Kunt
1 niet helpen aan twee kamers, met
'deur verbonden? Kijk, 't zit zo":
F1 gaf Luc onder de tafel een trap
rn z'in benen „ik slaap zeer licht,
[ieder geluid schrik ik wakker, en
P man heeft een uiterst onaangena-
Igewoonte, hij snurkt, om zo te zeg-
f.in d-grote terts. Dat gesnurk houdt
JJ1® gehele nacht uit de slaap. Nu we
*lJn voor rust, hebben afgesproken,
dat ik er een paar nachten van zou wor
den vrijgesteld, naar dat gesnurk te
luisteren".
De pensionhoudster antwoordde met
een giechelend lachje; „Natuurlijk, ja,
ik begrijp het. Het is hier nu een stille
tijd, er zijn wel twee met elkaar verbon
den kamers vrij. Het kost in dit geval
niets meer dan een tweepersoons kamer,
er staan toch genoeg kamers leeg. Als u
straks de koffie gebruikt hebt zullen
wij eens gaan kijken of de kamers u
bévallen. Ik zit er steeds over te denken,
toen u hier was. hoe was uw naam toen
ook alweer?"
„Dat was nog mijn meisjesnaam, maar
nu ben ik er trots op mevrouw Koning
te zijn".
Luc moest een lach zo plotseling on
derdrukken, dat hij zich bijna verslikte
in de koffie. Hij bewonderde de gevat
heid, waarmede Ellen zich zo gemak
kelijk uit moeilijke situaties kon red
den. Ze had geantwoord, de pension
houdster was blijkbaar tevreden gesteld,
en tooh had Ellen haar naam niet ge
noemd.
Ht was tegen negen uur in de avond,
toen ze zich terugtrokken in hun ka
mers. 's Middags hadden ze een wande
ling gemaakt door de Belgische en
clave, die zich hier op Nederlands ge
bied bevindt en 's avonds na het eten
waren ze koffie gaan drinken in een
café op de pleinachtige uitmonding van
de Turnhoutseweg op Nederlands ge
bied, waar de fel verlichte reklame van
Stella Artois hun had aangelokt.
„En nu", zei Ellen.
„Gaan we alle narigheid ter wereld
wegdrinken", vulde Luc aan, haalde een
flesje echte Franse cognac uit de tas en
pakte een paar glazen van het kastje.
Ze dronken langzaam en genietend,
onderwijl sigaretten rokend, gekocht in
het Belgische enclave.
„Een heerlijke avond was het", zei
Ellen, toen zij zich klaar maakten om
naar bed te gaan.
„Ja een heerlijke avond, zo tesamen
in een pension aan de andere kant van
ons land".
„Luc". Ellen kwam naar hem toe en
ging voor hem staan. „Voordat jij je te
rugtrekt in je eigen afdeling: je behoeft
me geen nachtkus te geven, want je
hebt me er al twee in voorschot gege
ven. Ik zeg dus alleen maar: welterus
ten".
„Dat voorschot ben ik vergeten". Hij
sloeg zijn arm om haar schouders en
kustte haar wang. Toen hij haar losliet
en naar zijn kamer wilde gaan, hield ze
hem vast en keek hem quasie-verwij-
tend aan. „Dat is toch geen kus, die een
man aan zijn vrouw geeft, voordat hij
haar de ganse lange nacht alleen laat.
Gedurende drie dagen zijn wij toch
echt man en vrouw. Ik zou dat zo doen".
Ze trok zijn gezicht naar zich toe en
drukte een lange kus op zijn lippen.
„Laat los, Ellen", hijgde hij, „alsje
blieft, laat me los en doe dat niet meer.
Je maakt, dat ik me niet langer kan
beheersen".
„Hindert dat wat, ik ben nu toch je
vrouw". Voordat ze hem losliet zoende
ze hem nogmaals. Toen hij los was snel
de hij weg. Ze keek hem met een glim
lach na, en ging toen naar bed.
Luc sliep slecht, die nacht. Steeds
dommelde hij in en schrik dan weer
wakker. Steeds weer moest hij aan El
len denken, voelde in zijn verbeelding
haar zachte lippen op zijn mond. Ik ge
loof, dat ik van haar houd, bekende hij
zichzelf. Het is voor het eerst in mijn
leven, dat ik werkelijk verliefd ben, ik
meen, dat het echte liefde is. Ik zou
Ellen niet willen missen. Ik zou kapot
gaan als zij vertrok..
Hij probeerde er zichzelf van te over
tuigen, dat hij geen dwaze dingen moest
doen. Zij kon immers haar naam niet la
ten insohrijven in het bevolkingsregis
ter. Onmogelijk was het natuurlijk niet,
maar wel gevaarlijk. Stel je voor, dat zij
haar dwongen terug te gaan naar dat
bureau. O, hij zou haar helpen vechten
voor haar vrijheid, maar stonden ze te-
samen niet machteloos tegenover die
bende geslepen misdadigers? Teruggaan
was erg, maar nog niet eens het aller
ergste. Ellen had hem immers zelf ver
teld met welk een raffinement ze onge
lukken organiseerden om zich te ont
doen van gevluchte medewerkers, die
teveel wisten.
Allerlei oplossingen verzon hij, maar
besefte dan de onmogelijkheid ze uit te
voeren. Met de gedachte, dat al dat ge
peins eigenlijk voorbarig was, omdat hij
niet eens wist of Ellen wel echt met hem
wilde trouwen, viel hij in een onrustige
slaap, en werd wakker, toen hij gestom
mel in de kamer naast zich hoorde. Hij
schoof het gordijn een eindje open. Bui
ten was het nog donker. Toch stond hij
op, waste zich en kleedde zich aan.
Ellen kon al evenmin de slaap vatten.
Was het wel goed, wat zij gedaan had?
Ze vond het heerlijk voor zij slapen ging
gekust te worden door iemand, die van
haar hield. Thuis liet ze zich altijd kus
sen door haar moeder en soms ook door
haar vader, voordat ze 's avonds naar
haar kamer ging. Nadat zij het ouderlijk
huis uit was, had zij dat moeten missen.
Ze was er gewend aan geraakt. Maar
diep in haar innerlijk was ze ernaar
blijven hunkeren. Nu had zij enige ma
len een nachtkus gevraagd aan Luc. Hij
had het gedaan. De goeierd zou alles
doen wat zij hem vroeg. Bovendien was
zij ervan overtuigd, dat zij hem niet on
verschillig was. Dat was niet erg. Een
genegenheid moest er zijn als tussen
broer en zuster. Er school toch geen
kwaad in, als die elkander kusten voor
de nacht. Maar nu was zij te ver gegaan.
Ze had gevoelens bij hem opgewekt, die
wellicht niet meer te onderdrukken wa
ren. Hun samenzijn kon niet blijven
voortduren. Eens zou er een punt achter
gezet moeten worden. Dan moest het
onherstelbare niet gebeurd zijn
of.... of.... er moest een oplossing
zijn. Ze nam zich voor te trachten die te
bedenken op de lange dagen, dat zij al
leen thuis zat.
Heel vroeg stond ze op, maar ze was
nog niet eens met haar toilet klaar, toen
Luc zacht op de tussendeur klopte.
„Kom maar binnen; je bent vroeg".
„Jij ook, ik heb slecht geslapen, ik.
ik moest steeds denkenaan jou, El
len".
1 „En ik heb aan jou gedacht, Luc, het
spijt me, wat jk gisteravond gedaan
heb. Ik heb mijn gevoelens de vrije loop
gelaten. Laten we trachten het te ver
geten.
(wordt vervolgd)