Jaarverslag KNZHRM: steeds meer hulp aan pleziervaarders Misdrijf in tienvoud Geen medicijnen zonder dokter Meer redders aan de wal zijn dringend nodig Groei stagneert door droogte rubriek voor l LANDBOUW en VEETEELT J.: Koersen vreemde valuta Geslaagd Schietoefeningen Bestrijding van muur in grasland Programmawijziging zomeravondvoetbal Toegelaten tot eonservatorium r' I' iNEElj Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 22 juni 1973 We hebben het al meer gezegd: Het geven van voorlichting is een verant woordelijke en riskante zaak. Telkens blijkt nl. weer, dat een bepaald advies te „klakkeloos" wordt opgevolgd. Er is al meermalen op gewezen, dat in dit op zicht het doorgeven van bestrijdingsad- viezen via kranten en radio risico's meebrengt. In te veel gevallen neemt men nl. aan, dat een bepaald advies ook voor het eigen bedrijf geldt. Een voor beeld daarvan is het volgende. In één van de laatste Texelse Couran ten schreven we iets over de bestrijding van mangaangebrek in aardappelen. Heel kort daarna meldde zich bij één van de Texelse leveranciers van kunst- jmest een volkstuinder. Hij had het be- uste artikeltje gelezen en omdat in |njn veldje aardappelen plekken voor kwamen met een minder goede groei had hij de konklusie getrokken, dat dit mngaangëbrek moest zijn. We waarderen hetzeer dat onze ar tikelen blijkbaar ook worden gelezen Jdoor Texelaars voor wie het uitoefenen van gewassenteelt niet direkt een le- fensvoorwaarde is. Tooh is een waar- iiiwing hier op z'n plaats. Gelukkig was in dit geval de kunst- lestleverancier zo verstandig om de ian eerst te verwijzen naar iemand, iie zou kunnen vaststellen of hier in- lerdaad van bedoelde afwijking sprake ?as. Dat was in dit geval ook beslist todig. Krachtvoer aan melkkoeien in de weideperiode I Over krachtvoer aan melkkoeien in ie weideperiode is al zeer veel geschre- len en gezegd. Naast beweringen, dat lit beslist niet nodig is zijn er altijd jnelkveehouders geweest, die van me- ing waren dat zij met het geven van ^en gift krachtvoer ook in de zomer een l resultaat hadden. De laatste tijd wordt over dit onder werp wat meer licht verspreid. Het al of liet geven van krachtvoer en de grootte Kan de gift wordt nu in nauw verband |ebracht met de produktie van de die nen het tijdstip van de zomerperiode. I Uit het gegeven advies blijkt, dat voor wgproduktieve dieren zelfs in de aanden mei en juni een krachtvoergift lewenst is. Ook bij een goede weide ■ouden dieren met een produktie van leer dan 25 kg melk per dag in mei en lini per 2 Vb kg melk boven 25 kg per Jag 1 kg krachtvoer moeten ontvangen, lij een melkgift van 35 kg zou dit dus 1 kg krachtvoer per dag zijn. I Bij het vorderen van de zomer ligt de loogte van de melkgift, waarboven [rachtvoer moet worden gegeven lager, juli - augustus moet al aan dieren iet een produktie boven 20 kg kracht- Re-1 van| de ?gio-1 S, 211 rge-l [erk- emd Westduitse marken 100 ƒ104,90 Franse francs 100 63,90 Belgische francs 100 7,14 Zwitserse francs 100 88,90 Amerikaanse dollar 1 2,65 Engelse pond 1 6,94 Zweedse kronen 100 64,15 ■Monika Boon-Vetter uit De .Cocks- Jrp slaagde 13 juni te Den Haag voor It staatsdiploma assistente schoon- lidsverzorging. Zij genoot haar oplei- |ng te Amsterdam. ■Op 25, 27 en 28 juni wordt geschoten lBreezanddijk van 11.00 tot 17.00 uur Tde 155 mm houwitzer. voer worden gegeven. Eveneens 1 kg krachtvoer per 2 Vb kg meerproduktie. Dat de voedingswaarde van het gras in de loop van de zomer sterk afneemt, ook al kunnen we uiterlijk van een goe de weide spreken, blijkt duidelijk uit het feit, dat in september de produktie, die uit uitsluitend gras kan worden ge haald op 15 kg melk per dag ligt. In de maanc^ oktober daalt dit zelfs tot 10 kg. Het zal duidelijk zijn, dat voor dieren, die in de nazomer afkalven in de laatste maanden van de weidetijd flinke krachtvoergiften nodig zijn om de ma ximale produktie te halen. We mogen wel aannemen, dat de meerwaarde van het gras, dat in het begin van het zomerseizoen groeit ook tot uiting komt in het ruwvoer, dat van dit gras wordt gewonnen. Het is echt niet voor niets, dat de landbouwvoor lichting er telkens op aandringt er voor te zorgen, dat in de voorzomer alles op alles wordt gezet om een maximale grasgroei te bereiken. Zaken, waarmee de landbouwvoor lichting zo'n 25 jaar geleden nooit te maken had komen nu regelmatig voor. Eén van die dingen is de onkruidbe- strijddng in grasland. Het is met name het onkruid muur, waarmee grasland- gebruikers regelmatig te maken krij gen. Vooral na vernieuwing van het grasland is het voorkomen van muur heel vaak een probleem. Maar ook in ouder grasland komt het muurprobleem heel vaak naar voren. Er zijn wel een paar dingen te noe men, die het optreden van muur in de hand werken. In de eerste plaats is 'er de zwaardere stikstofbemesting. Muur is zeer dankbaar voor stikstof. Maar ook indirect werkt de zwaardere stik stofbemesting mee aan het optreden van muur. Door deze zwaardere bemes ting krijgen we n.l. zwaardere sneden gras. Als zo'n zware snede gras iets te laat gemaaid wordt komt het grasland moeilijk weer aan de groei. Van die groeiaf remming profiteert het onkruid. Verder hebben we de indruk, dat het te lang op zwad Lggen van het gras na het maaien een funeste invloed heeft op de grasmat. Ook van de groeiafrem- ming die daardoor ontstaat maakt het onkruid en goed gebruik. Bestrijden van muur We zullen in de eerste plaats door het voorkomen van de hiervoor genoemde fouten moeten proberen de ontwikke ling van muur tegen te gaan. Een goed gebruik van het grasland is de belang rijkste maatregel om het optreden van onkruid te voorkomen. Met een goed uitgekiende beweiding kunnen we al heel wat bereiken. Het moet zeker niet zo zijn, dat het eerste, waaraan we den ken bij het bestrijden van muur de chemische bestrijding moet zijn. We zijn er echter van overtuigd dat er gevallen zijn, waarin geen andere weg openstaat. Ook op dit moment zien we al weer percelen grasland die zo dik onder de muur zitten, dat er een groot risico is, dat bij niet ingrijpen het gras er aan gaat. We zijn van me ning, dat hier de chemische bestrijding de enige mogelijkheid is om dit on kruid kwijt te raken. Er zijn op het moment een paar zeer goede middelen om muur te bestrijden. Zolang de temperatuur aan de lage kant is wordt hiervoor liet middel 2.4.5.TP gebruikt. Bij groeizaam weer kunnen we gebruik maken van MCPP. De beste mogelijkheid om muur te be strijden is de periode, waarin het gras land een rustperiode krijgt, d.w.z. als Een steeds groter percentage van het jaarlijkse aantal hulpverleningen van de Koninklijke Noord- en Zuidhollandse Reddingmaatschappij komt ten goede aan jacht- en andere pleziervaarders. Dit blijkt uit het dezer dagen versche nen jaarverslag over 1972. Het verslag vermeldt een record aantal reddingen en andere vormen van hulpverlening: 238. De stijging is overigens minder on rustbarend dat zij eruit ziet. Ingecalcu leerd moet worden de onstuimige groei van de watersport (het aantal boten is sinds 1960 verdrievoudigd!) en de stij gende lijn van het aantal dienstverle ningen wijkt daarvan weinig af. Een vergelijking van de verschillende vaargebieden leert dat sinds 1963 het aantal hulpverleningen op de Noordzee is verdubbeld, op de Waddenzee ver drievoudigd en op het IJsselmeer ver viervoudigd. Dit klopt precies met de toename van het aantal pleziervaartui gen in deze wateren. Het aantal gered den bedroeg in het verslagjaar 385 waardoor het totale aantal sinds de oprichting van de KNZHRM is opgelo pen tot 10.962. Het aantal contribuanten van de KNZHRM („redders op de wal") steeg met 886 en bedroeg per 1 januari 1973 46.965 Hierdoor en door de verho ging van de minimumbijdrage tot 7,50 per jaar stegen de inkomsten hieruit van ƒ416 435,89 naar ƒ504.275,95. Deze stijging kon niet verhinderen dat het nadelig exploitatiesaldo groter werd maar ook nu weer kon door erfstellin gen het evenwicht worden bereikt. Onzeker In financieel opzicht staat de maat schappij er dus nogal onzeker voor. In het verslag wordt dan ook de hoop uit gesproken dat het aantal redders op de wal aanzienlijk zal stijgen. Het feit dat de maatschappij dit jaar 150 jaar be staat zal voor velen wellicht aanleiding zijn zich op te geven. Wat Texel betreft kan men zich wenden tot de heer W. Peeters, Ruyslaan te De Koog. In de buurt van Texel is niet zoveel reddingaktiviteit geweest in het afgelo pen jaar. Melding wordt gemaakt van de bemoeienis die de motorstrandred- Terugkomend van een rondrit met „overkanters" op ons eiland ben ik wat onder de indruk van de duidelijke aan wijzingen, dat de groei op dit moment stagneert door een tekort aan water. Dat onder de indruk zijn is vrij z< ker ook wel een gevolg van het feit, dat de agrariërs van het vasteland verwonderd waren, dat op dit moment al weer moet worden gesproken van droogteschade. Op heel veel plaatsen aan het vasteland denkt men daar nog niet over. Opnieuw kunnen we vaststellen, dat Texel wat het optreden van droogte- schade betreft tot de meest kwetsbare delen van ons land behoort. Een gevolg van het feit, dat we veel grond hebben, die kwa „aanleg" droogtegevoelig is. Verder is er het feit van de over het algemeen mindere regenval in deze tijd van het jaar. Voor cn tegen Hoewel op de meeste bedrijven de groei voorspoediger zou verlopen als er een paar flinke regenbuien zouden val len zijn er op dit moment (19 juni) toch nog wel heel wat veehouders, die de re gen nog wel enkele dagen door willen sturen naar andere plaatsen. Hoewel er al heel wat wintervoer gewonnen is on der uitstekende omstandigheden is de ruwvoerwinning nog lang niet geëin digd. We kunnen ons voorstellen, dat er een aantal weken niet beweid wordt. Als na een periode van beweiding de muur weer duidelijk aan de groei is krijgt men de beste resultaten. Naast de bestrijdende werking van het middel werkt dan tevens het overgroeien van het gras er aan mee, dat de muur het aflegt. Als een bezwaar van de chemi sche bestrijding moeten we noemen, dat ook aanwezige klaver een flinke afre kening krijgt. het „kwaad" van wat droogteschade lie ver genomen wordt dan een flinke ach teruitgang in kwaliteit van hooi en/of kuilgras. Vooral nu het er naar uitziet, dat de krachtvoerprijzen voorlopig wel aan de hoge kant zullen blijven is het van groot belang om voor het komende wintersei zoen over goed ruwvoer te beschikken. De waarde van goed ruwvoer wordt nog altijd onderschat. Naast percelen grasland, die duidelijk van de droogte lijden zien we hier en daar ook percelen aardappelen, waarvan de kleur veel te donker is. Duidelijk een gevolg van watergebrek. Op dit mo ment is van droogteschade in bieten nog weinig te bemerken. De vatbaar heid voor droogte bij bieten valt op een later tijdstip. Hoewel ook in de granen nog weinig van droogteschade is te zien moeten we er wel op rekenen, dat bij het uitblijven van de regen ook hier binnenkort scha de zal gaan optreden. De graangewassen staan er over het algemeen „zwaar" voor en juist in die omstandigheden is de vatbaarheid voor schade door droog te heel groot. Zwakke positie De „overkanters" keken er wat vreemd van op, dat we op een woon plaats, die helemaal door water om ringd is geen mogelijkheden van wa- teraanvoer hadden. In hun gebied kon door beregening in een periode met weinig regen de schade grotendeels worden voorkomen. In ons gebied is tot nu toe de enige reële mogelijkheid om droogteschade terug te dringen de diepgrondbewer- king. Een mogelijkheid, waarbij het wa ter niet van boven wordt aangevoerd, maar waarbij aan de wortels de gele genheid wordt gegeven om het water uit diepere lagen aan te voeren. Bij het voortduren van de droogte zal mogelijk dit jaar blijken of verbetering door diepgrondbewerking inderdaad zo groot is, dat de hoge kosten verantwoord zijn. dingboot „Mr. Adriaan de Bruine" had met de schoener „Alma" die op 27 juni bij de Slufter aan de grond liep nadat het schip een maand eerder in moeilijk heden was gekomen en door Terschel- lingers opgeknapt. Door motorpech was het 70 jaar oude schip naar de kant ge dreven. De Cocksdorper reddingboot trok de schoener weer vlot, waarna zij onder vol zeil naar het westen verder kon koersen. Badmeesters Ook wordt ^melding gemaakt van het avontuur dat de badmeesters Vincent Schimmert en Bert Koning beleefden toen zij op 28 juli waren gaan vissen met een bootje en bij de Eierlandse gronden omsloegen. Een van de twee zwom terug naar de kust om hulp. Hij kwam daar na twee uur uitgeput aan. De achtergebleven Bert Koning kon na een speuraktie door de Mr. Adriaan de Bruine aan boord worden genomen. Bij die gelegenheid kwam ook de opspo- rings- en reddingdienst van de marine in aktie en de reddingboot Carlot van Terschelling. Mariniers Op 28 november ging dertien mari niers van De Mok voor een routine- tocht met een sloep de zee op, richting Oudeschild. Toen ze daar niet aankwa men werd alarm geslagen. De motor reddingboot Suzanne van Den Helder ontdekte de sloep tenslotte na uren lang zoeken. De verkleumde maar ver der ongedeerde mariniers gaven zich allen op als redder aan de wal. Afscheid In het verslag wordt ook aandacht besteed aan het afsceid van de heer J. van Loo uit De Cocksdorp als roeier opstapper van de Cocksdorper strand- reddingboot. In verband met zijn leef tijd nam hij op 9 oktober ontslag. Van Loo nam deel aan 64 diensten waarbij 24 mensen werden gered. In 1953 werd hij onderscheiden met de grote bronzen draagmedaille van de KNZHRM voor belangrijke diensten tijdens de februari storm. In 1969 werd hij voor zijn grote verdiensten onderscheiden met de zilve ren ere-medaille O.N. Bij zijn afscheid kreeg hij de bronzen draagmedaille voor •langdurige diensten met getuigschrift. Vrijdag 22 juni, 19.00 uur: Mayday-Schoo Zaterdag 23 juni, 14.00 uur: De Waal-Noordzeetrappers Maandag 25 juni, 18.45 uur: nr 1 poule A-nr. 2 poule B Maandag 25 juni, 20.00 uur. nr. 1 poule B-nr. 2 paule A Woensdag 27 juni, 18.45 uur: Verliezersronde Woensdag 27 juni, 20.00 uur; Winnaarsronde. Dinsdag heeft Wim Boon uit De Cocksdorp te Amsterdam toelatings examen gedaan voor de opleiding accor deon van het conservatorium aldaar. Wim bleek een veelbelovend talent te zijn; hij slaagde met opvallend hoge cij fers. Voor polyfonie, voordracht en techniek behaalde hij achten. Aanvan kelijk had hij les van Henny Kok. De laatste tijd kreeg hij z'n vooropleiding van de heer R. van der Wulp, leraar accordeon aan de Texelse muziekschool en zelf oud-leerling van het Amster dams conservatorium. vanl rialeol dage-l 1 uit- n en ialen iild, idel VERVOLGVERHAAL DOOR HENK BOON HOOFDSTUK 12 egin januari draaide wind naar het tfen. De temperatuur daalde geleide- tot onder het vriespunt. Toen Ellen |Luc hun uitstapje begonnen lag er ijskorst op de sloten en vaarten; en daar was het ijs reeds sterk ge- l om een aantal vermetele schaat sers te dragen. p en koud was het in het grens- T> Baarle-Nassau, toen zij er met de uit Breda aankwamen. Maar in de temer van het pension was het be- Slijk warm en de pensionhoudster site zich hete koffie te zetten. Even lam ze bij haar nieuwe gasten zitten leen praatje te maken. Zij keek Ellen leT> aan. „Heb ik u niet eerder ge- tlWacht eens, u hebt hier meer ge- prd, is het niet?" Inderdaad, maar toen was ik nog een *Je. en nu heb ik mijn man mee hier r l°e getroond, om hem eens te laten Jsrvinden hoe goed u uw gasten wel orgt. O ja, mevrouw Smulders, ik log een zeer vreemd verzoek. Kunt 1 niet helpen aan twee kamers, met 'deur verbonden? Kijk, 't zit zo": F1 gaf Luc onder de tafel een trap rn z'in benen „ik slaap zeer licht, [ieder geluid schrik ik wakker, en P man heeft een uiterst onaangena- Igewoonte, hij snurkt, om zo te zeg- f.in d-grote terts. Dat gesnurk houdt JJ1® gehele nacht uit de slaap. Nu we *lJn voor rust, hebben afgesproken, dat ik er een paar nachten van zou wor den vrijgesteld, naar dat gesnurk te luisteren". De pensionhoudster antwoordde met een giechelend lachje; „Natuurlijk, ja, ik begrijp het. Het is hier nu een stille tijd, er zijn wel twee met elkaar verbon den kamers vrij. Het kost in dit geval niets meer dan een tweepersoons kamer, er staan toch genoeg kamers leeg. Als u straks de koffie gebruikt hebt zullen wij eens gaan kijken of de kamers u bévallen. Ik zit er steeds over te denken, toen u hier was. hoe was uw naam toen ook alweer?" „Dat was nog mijn meisjesnaam, maar nu ben ik er trots op mevrouw Koning te zijn". Luc moest een lach zo plotseling on derdrukken, dat hij zich bijna verslikte in de koffie. Hij bewonderde de gevat heid, waarmede Ellen zich zo gemak kelijk uit moeilijke situaties kon red den. Ze had geantwoord, de pension houdster was blijkbaar tevreden gesteld, en tooh had Ellen haar naam niet ge noemd. Ht was tegen negen uur in de avond, toen ze zich terugtrokken in hun ka mers. 's Middags hadden ze een wande ling gemaakt door de Belgische en clave, die zich hier op Nederlands ge bied bevindt en 's avonds na het eten waren ze koffie gaan drinken in een café op de pleinachtige uitmonding van de Turnhoutseweg op Nederlands ge bied, waar de fel verlichte reklame van Stella Artois hun had aangelokt. „En nu", zei Ellen. „Gaan we alle narigheid ter wereld wegdrinken", vulde Luc aan, haalde een flesje echte Franse cognac uit de tas en pakte een paar glazen van het kastje. Ze dronken langzaam en genietend, onderwijl sigaretten rokend, gekocht in het Belgische enclave. „Een heerlijke avond was het", zei Ellen, toen zij zich klaar maakten om naar bed te gaan. „Ja een heerlijke avond, zo tesamen in een pension aan de andere kant van ons land". „Luc". Ellen kwam naar hem toe en ging voor hem staan. „Voordat jij je te rugtrekt in je eigen afdeling: je behoeft me geen nachtkus te geven, want je hebt me er al twee in voorschot gege ven. Ik zeg dus alleen maar: welterus ten". „Dat voorschot ben ik vergeten". Hij sloeg zijn arm om haar schouders en kustte haar wang. Toen hij haar losliet en naar zijn kamer wilde gaan, hield ze hem vast en keek hem quasie-verwij- tend aan. „Dat is toch geen kus, die een man aan zijn vrouw geeft, voordat hij haar de ganse lange nacht alleen laat. Gedurende drie dagen zijn wij toch echt man en vrouw. Ik zou dat zo doen". Ze trok zijn gezicht naar zich toe en drukte een lange kus op zijn lippen. „Laat los, Ellen", hijgde hij, „alsje blieft, laat me los en doe dat niet meer. Je maakt, dat ik me niet langer kan beheersen". „Hindert dat wat, ik ben nu toch je vrouw". Voordat ze hem losliet zoende ze hem nogmaals. Toen hij los was snel de hij weg. Ze keek hem met een glim lach na, en ging toen naar bed. Luc sliep slecht, die nacht. Steeds dommelde hij in en schrik dan weer wakker. Steeds weer moest hij aan El len denken, voelde in zijn verbeelding haar zachte lippen op zijn mond. Ik ge loof, dat ik van haar houd, bekende hij zichzelf. Het is voor het eerst in mijn leven, dat ik werkelijk verliefd ben, ik meen, dat het echte liefde is. Ik zou Ellen niet willen missen. Ik zou kapot gaan als zij vertrok.. Hij probeerde er zichzelf van te over tuigen, dat hij geen dwaze dingen moest doen. Zij kon immers haar naam niet la ten insohrijven in het bevolkingsregis ter. Onmogelijk was het natuurlijk niet, maar wel gevaarlijk. Stel je voor, dat zij haar dwongen terug te gaan naar dat bureau. O, hij zou haar helpen vechten voor haar vrijheid, maar stonden ze te- samen niet machteloos tegenover die bende geslepen misdadigers? Teruggaan was erg, maar nog niet eens het aller ergste. Ellen had hem immers zelf ver teld met welk een raffinement ze onge lukken organiseerden om zich te ont doen van gevluchte medewerkers, die teveel wisten. Allerlei oplossingen verzon hij, maar besefte dan de onmogelijkheid ze uit te voeren. Met de gedachte, dat al dat ge peins eigenlijk voorbarig was, omdat hij niet eens wist of Ellen wel echt met hem wilde trouwen, viel hij in een onrustige slaap, en werd wakker, toen hij gestom mel in de kamer naast zich hoorde. Hij schoof het gordijn een eindje open. Bui ten was het nog donker. Toch stond hij op, waste zich en kleedde zich aan. Ellen kon al evenmin de slaap vatten. Was het wel goed, wat zij gedaan had? Ze vond het heerlijk voor zij slapen ging gekust te worden door iemand, die van haar hield. Thuis liet ze zich altijd kus sen door haar moeder en soms ook door haar vader, voordat ze 's avonds naar haar kamer ging. Nadat zij het ouderlijk huis uit was, had zij dat moeten missen. Ze was er gewend aan geraakt. Maar diep in haar innerlijk was ze ernaar blijven hunkeren. Nu had zij enige ma len een nachtkus gevraagd aan Luc. Hij had het gedaan. De goeierd zou alles doen wat zij hem vroeg. Bovendien was zij ervan overtuigd, dat zij hem niet on verschillig was. Dat was niet erg. Een genegenheid moest er zijn als tussen broer en zuster. Er school toch geen kwaad in, als die elkander kusten voor de nacht. Maar nu was zij te ver gegaan. Ze had gevoelens bij hem opgewekt, die wellicht niet meer te onderdrukken wa ren. Hun samenzijn kon niet blijven voortduren. Eens zou er een punt achter gezet moeten worden. Dan moest het onherstelbare niet gebeurd zijn of.... of.... er moest een oplossing zijn. Ze nam zich voor te trachten die te bedenken op de lange dagen, dat zij al leen thuis zat. Heel vroeg stond ze op, maar ze was nog niet eens met haar toilet klaar, toen Luc zacht op de tussendeur klopte. „Kom maar binnen; je bent vroeg". „Jij ook, ik heb slecht geslapen, ik. ik moest steeds denkenaan jou, El len". 1 „En ik heb aan jou gedacht, Luc, het spijt me, wat jk gisteravond gedaan heb. Ik heb mijn gevoelens de vrije loop gelaten. Laten we trachten het te ver geten. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1973 | | pagina 5