Gebruik kerktelefoons niet toegestaan Een „ouderwetse" droge zomer? vast en zeker isdriji in tienvoud Autogordels Minister antwoordt op vragen inzake Bejaardenomroep Texel Ongelukken LANDBOUW en VEETEELT KI Koersen vreemde valuta Burgerlijke stand Onverantwoord zeemanschap Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 6 juli 1973 De Stichting Bejaardenomroep Texel krijgt van minister Van Doorn (CRM) geen officiële machtiging om haar uit zendingen via de kerktelefoon-installa tie te realiseren. De Stichting heeft nog geen antwoord ontvangen op haar ver zoek aan CRM om een zendmachtiging op de FM-band. De Bejaardenomroep verzorgt geva- llllEai neerde programma's voor de bewoners van bejaardenhuizen in Den Burg. Daarbij wordt dankbaar gebruik ge maakt van de kerktelefooninstallatie Qlvan de Hervormde kerk; in feite ge- "beurt dat dus illegaal. Om meer be jaarden te kunnen bereiken dan tot dus verre het geval was vatte de Stichting het plan op de kerktelefooninstallaties van meerdere kerken te koppelen. Om deze uitbreiding een legale basis te ge ven werd vorig jaar aan CRM een machtiging gevraagd. Een antwoord liet geruime tijd op zioh wachten. Omroepwet Inmiddels was het verkiezingstijd ge- Iworden. Ook Texel werd bezocht door 1 kamerleden. Bij een van die bezoeken wendde de Stichting zich tot de heren Voogd, Kosto en Dankert van de Partij van de Arbeid, die schriftelijke vragen indienden bij de toenmalige CRM-mi- [nister Engels. Intussen werd uit informele kontak ten met CRM wel duidelijk dat het maar beter was dat de beschikking op het /erzoek bleef liggen, daar een beschik king onder de van kracht zijnde om- oepwet onvermijdelijk afwijzend zou loeten luiden. Rond die tijd legde de Stichting een tweede ijzer in het vuur. lx werd een machtiging gevraagd om na de FM-band draadloos te mogen zenden binnen het kader van de ruimte die op het ogenblik wordt gela- ken aan allerlei plaatselijke omroepex- perimenten. Antwoord Maandag kwam het antwoord op de kragen van de PvdA-kamerleden. Mi nister Van Doorn, die de heer Engels CRM heeft opgevolgd, laat weten bat kerktelefooninstallaties niet mogen korden gebruikt om andere program ma's dan kerkdiensten uit te zenden. Wanneer dit wel zou worden toegestaan zou dit volgens de minister een prece dent scheppen. Bovendien zou het een experiment betekenen dat niet zou pas sen in de struktuur van wel toegestane omroepexperimenten, die immers alle plaatsvinden via gemeenschappelijke en centrale antenne-inrichtingen. Bij de Stichting Bejaardenzorg heeft men voorlopig goede hoop dat het allemaal nog wel mee zal vallen. Men is niet bang dat de overheid plotseling zal in grijpen tegen de in beginsel illegale be staande praktijk. De afwijzende beschik king zelf is trouwens nog steeds niet gegeven. Omdat het antwoord van de "heer Van Doorn bovendien de verle ning van een FM-machtiging in het ge heel niet uitsluit, ziet men de toekomst met enig optimisme tegemoet. Tegen het ministeriële argument dat met de legalisatie van deze voorziening een precedent zou worden geschapen wordt van de kant van de Stichting aangevoerd dat in Nederland slechts enkele dorpen zijn uitgerust met kerk telefooninstallaties die de verzorging van een omroepprogramma mogelijk zouden maken. Helder weer uit de stuurhut naar bene den kwam vroeg ik hem uiteraard waarom er vanaf de veerboot geen moeite gedaan was om hulp te bieden. Volgens de barkeeper had de kapitein het niet nodig gevonden om te trachten de drenkelingen te redden omdat het: a. de eigen schuld was van zulke waaghalzen, het, b. vlak buiten de ha ven gebeurde, het, c. veel te lang zou duren om de boot te laten draaien en omdat er, d. een kotter in de buurt was. Bij deze beweegredenen wil ik de vol gende opmerkingen plaatsen. Al ben ik het met de kapitein eens dat de betreffende mannen door hun eigen roekeloosheid overboord sloegen, toch kan ik me niet voorstellen dat de kapitein om die reden de mensen aan hun lot kon overlaten. Al gebeurde het vlak buiten de haven, ook daar konden de drenkelingen zeer zeker door hun rondrazende boot worden overvaren of anderzins verdrinken. Misschien duurt het lang voordat de boot gedraaid is (al dacht ik dat men ook kon stoppen en achteruit varen), maar men zal die moeite toch beslist moeten nemen. Wat die kotter betreft; ik kreeg sterk de indruk dat de mensen op die kotter het ongeval pas opmerkten toen zij al gepasseerd waren, want zij voeren in een boog terug. Maar hoe de situatie ook is, mijns in ziens mag men zich nooit onttrekken aan het trachten drenkelingen hulp te bieden. De passieve, negatieve houding van de betreffende kapitein in deze levens gevaarlijke situatie is voor mij volsla gen onbegrijpelijk. Het is mij een raad sel hoe iemand met een dergelijke mensonterende instelling kapitein kan zijn op een schip, (en zeker waarop pas sagiers worden vervoerd) waar men ge acht wordt veel verantwoordelijkheids gevoel te hebben. J. M. Boon, Heereweg 128, Schoorl NASCHRIFT: Het betrof hier twee opvarenden van het NlOZ-schip „Aurelia" die met een bootje waren gaan varen. Ze droegen zwemvesten (waarvan er overigens één lek was) en zijn opgepikt door de kotter TX 40 van D. de Vries. Het ongeluk is zowel op de brug van de TESO-veerboot als vanuit het TESO-kantoor op Het Horntje gezien. Op verzoek van TESO is direkt een bootje van het amfibisch oefenkamp uitgerukt om het tweetal te redden. De kotter was er echter eerder bij. Het laten stoppen of keren van de veerboot zou bijzonder gevaarlijk zijn geweest; zo goed 'als zeker zou het schip zo dicht onder de wal en met hevige stroom aan de grond zijn gelopen. In dit geval te spreken van een mensont erende instelling en onverantwoord zeemanschap van de kapitein is derhal ve niet op zijn plaats, integendeel. De schrijver zou beter zijn geïnformeerd als hij zich niet via een derde maar rechtstreeks met de kapitein of met de TESO-direktie in verbinding had ge steld. Red. Bel bij ongelukken uitsluitend de po litie; (02220) 2644. Deze op haar beurt belt de arts en eventueel ambulance. rubriek voor l Omlci' rnliiMïe >«n (.rnninijeii b«IUe t««m»oordrf?iM4 01 11 aat. j r n.it| ur ben. J rend j ïtige icht n als I wat I acht- sta{t I Westduitse marken 100 105,90 Franse francs 100 63,15 Belgische francs 100 7,05 Zwitserse francs 100 89,65 Amerikaanse dollar 1 2,54 Engelse pond 1 f 6,66 Zweedse kronen 100 63,65 van 27 juni tot en met 3 juli 1973 Geboren: Gerda, dv. Jan Kok en Bar- line Hulshof; Mariska, dv. Hendri(k flartens en Marianna Bonne; René, zv. Jornelis Koopman en Sara Grit. Overleden: Willy Straub, oud 27 jaar, fonende te Duitsland; Sijbrand Dros, ud 36 jaar, wonende te Oosterend; Jan Peper, oud 83 jaar, wonende te Den {urg; Johanna Zijm, wv. Hopman, oud jaar, wonende te Den Burg; Cornelis onne, oud 68 jaar, wonende te Den Burg. De hieronder omschreven gebeurte nis vond plaats toen ik 29 juni meevoer op de boot van 12.00 uur van Texel naar Den Helder. Bij het verlaten van de veerhaven voeren twee waaghalzen in een speed bootje roekeloos naast de boot. Toen zij van de veerboot af wilden draaien maakte hun bootje slagzij en vielen de mannen overboord, terwijl hun bootje met volle vaart vlak bij hen bleef rond cirkelen. Onmiddellijk vroeg ik de bar keeper van de veerboot alarm te slaan in de stuurhut, hetgeen hij inderdaad deed. Groot waren mijn verbazing en ontsteltenis toen ik bemerkte dat de boot noch stopte, noch terugdraaide. Een kotter en een zeilboot begaven zich la ter wel in de richting van de drenke lingen. Toen de barkeeper vlak voor Den te De minimale regenval in de week van 23 - 30 juni heeft zo goed als geen ver andering gebracht in de gevolgen van de droogte, die sinds een paar weken op ons eiland zichtbaar worden. De hoe veelheid regen in de zojuist genoemde periode bedroeg slechts 3 a 4 min. Het is het enige dat na 2 juni is gevallen. Als we in aanmerking nemen, dat een flink groeiend gewas per dag een hoeveel heid van 3-4 mm water nodig heeft, dan is het duidelijk, dat de voorraad aan het begin van de regenloze tijd al heel groot moest zijn om deze nu al 4^2 week durende periode te overbrug gen. Als we dan ook nog bedenken, dat op veel Texelse gronden de hoeveelheid water, die dn de doorgewortelde laag kan worden vastgehouden maar 30 mm is dan leert een eenvoudige berekening, dat die hoeveelheid al enige tijd ver bruikt moet zijn. Dat wordt ook duide lijk aangetoond door het uiterlijk van de gewassen op diverse plaatsen van ons eiland. De oppervlakte, die kennelijk van de droogte te lijden heeft wordt nu iedere dag belangrijk groter. Naast het gewas aardappelen, dat we in vorige berichten al noemde worden nu ook in diverse percelen bieten de ge volgen van de droogte zichtbaar. Op veel plaatsen komen in de granen de stroken, waar de drainreeksen liggen en de plaatsen van vroegere kreken duide lijk naar voren. Terwijl de groei van de gewassen naast de drainreeksen heeft opgehouden gaat die boven de drains nog door, zodat het bekende blokken- effekt ontstaat. Het duidelijkst worden de gevolgen van de droogte zichtbaar in het gras land. Net als in het verleden al heel dik wijls is gebeurd loop je met de vraag: „Hoe is het mogelijk, dat dit grasland de groene kleur weer terugkrijgt?" Diepgrondbewerking niet overal de oplossing Zoals we een paar weken geleden al sohreven geeft zo'n droogteperiode ons de gelegenheid na te gaan wat het ef- fekt is van de diepgrondbewerkingen die in de loop van de jaren op ons ei land zijn uitgevoerd. We denken spe ciaal aan het werk van de mengrotor van de Ned. Heidemij, die in de laatste drie jaren een aantal droogtegevoelige percelen op ons eiland heeft bewerkt. Het blijkt nu duidelijk, dat de resul taten in een flink aantal gevallen goed zijn. Er zijn op het ogenblik diverse percelen aan te wijzen, waar het ge was op voorheen zeer droogtegevoelige percelen nu nog geen bewijs van droog- teschade vertoont. Dat is het geval op percelen, waar granen, bieten en aard appelen worden verbouwd. Ook perce len grasland op diepbewerkte percelen kunnen op dit moment de groene kleur nog houden, hoewel ook hier de groei miniem is. We zijn van oordeel, dat een diepgrondbewerking op percelen, die voor de akkerbouw worden gebruikt eerder verantwoord is dan op percelen, die altijd als grasland dienst doen. Hiervoor merkten we op, dat de re sultaten van de diepgrondbewerking in een flink aantal gevallen goed zijn, dus niet in alle gevallen. We moeten vast stellen, dat de diepgrondbewerking niet altijd tot verbetering heeft geleid. In een enkel geval krijgt men zelfs de indruk, dat het resultaat negatief is. Wat de oorzaak Zijn er redenen te noemen, waardoor in het ene geval wel verbetering wordt verkregen door de diepgrondbewerking en in het andere geval niet. Het ziet er naar uit, dat het vooral een zaak is van het uitgangsprofiel. Als op een voor de mengrotor bereikte diep te een klei- of zavellaag voorkomt, die door de bewerking door het bovenlig gende zand wordt gemengd, dan is het resultaat voorzover we kunnen nagaan vrijwel altijd goed. Zoals uit wortelon- derzoek is gebleken krijgen we nl. op een dergelijke grond na de bewerking een beworteling tot een diepte van 100 cm en meer. Als dat het geval is kun nen we op een goed resultaat rekenen. De hoeveelheid beschikbaar vocht voor de planten wordt daardoor nl. een aan tal malen groter. Hebben we me een uitgangsprofiel te maken, dat vrijwel geheel uit zand be staat, dan is de kans op succes veel kleiner. Op grond van de feiten die we 'op dit moment zien hebben wij de in druk, dat het „gewaagd" is om bij het voorkomen van een dergeüjke grondop- bouw tot een diepgrondbewerking te adviseren. We mieten niet vergeten, dat de kosten voor deze grondbewerking heel hoog zijn en het bij een twijfelach tig resultaat niet verantwoord is om tot een diepgrondbewerking te adviseren. Een aanwijsbare reden Is het mogelijk om aan te geven waar om het resultaat op gronden met een kleilaag wel goed is en op een zuivere zandgrond twijfelachtig? Naar ik meen heeft het onderzoek naar de weerstand, die de grond aan de wortels levert hierover duidelijkheid ge geven. Hoewel er gevallen zijn, waarin wortels stenen doorboren is het toch be slist niet zo, dat de weerstand van de grond geen invloed heeft. Integendeel! Een vlotte gang naar de diepte is pas mogelijk als de weerstand van de grond niet boven een bepaalde grens ligt. Het goede resultaat van de diepgrond bewerking is dan ook vooral te danken aan het feit, dat de zeer vaste zandlaag die onder de bouwvoor aanwezig is na menging met bouwvoor en onderliggen de kleilaag een veel lagere weerstand krijgt. Vooral in gevallen, waarin het percentage zand ten opzichte van klei en zavel na de diepgrondbewerking heel hoog is zal het vrij zeker nodig zijn om regelmatig een vrij diepe bewerking uit te voeren. Op percelen, waar ook na de diep grondbewerking een vrijwel zuiver zandprofiel is over gebleven is al heel gauw na de bewerking de weerstand weer zo groot, dat de wortels de kans niet krijgen om het water uit dieper liggende lagen te bereiken. Bij metin gen, die vorig jaar werden uitgevoerd, bleek dat kort onder de bouwvoor al één jaar na de bewerking de weerstand al weer zo groot was, dat maar weinig wortels de kans kregen om die weer stand te overwinnen. Het is ons niet bekend of er ook dit jaar weer met de mengrotor op ons ei land zal worden gewerkt. Als dit wel het geval is zal het zaak zijn om bij de keuze van de percelen zeer kritisch te werk te gaan. ZON, MA/VN EN HOOG WATER De zon komt 8 juli op om 4.30 uur en gaat onder om 21.00 uur; 11 juli op om 4.33 uur en onder om 20.58 uur. Maan: 7 juli E.K.; 15 juli V.M. Hoog water ter rede van Oudeschild: 6 juli 0.44 cn 12.40; 7 juli 1.12 en 13.08; 8 juli 1.41 en 13.46; 9 juli 2.24 en 14.47; 10 juli 3.27 en 15.58; 11 juli 4.37 en 17.10; 12 juli 5.42 en 18.16; 13 juli 6.41 en 19.09; 14 juli 7.33 en 19.55. Aan het strand is het ongeveer een uur eer der hoog water. VERVOLGVERHAAL DOOR HENK BOON 15. Luc hield haar even vast. „Die is waard dan een miljoen" zei hij finnekend. Ellen keek hem vrolijk aan. „Meen je rt? Ik vind de prijs wel wat hoog. Zo ►u ik in een jaartje multi-miljardair |innen zijn!" HOOFDSTUK 15 Ijl de rij der opeenvolgende seizoenen ""dde de lente zich aan, een vroege, je lente. In de met zon overgoten in, vol fris groen, dartelden de etjes, de jaarlijkse levende stoffe- van het Texelse landschap in dit irgetijde. Over het bosgebied tussen Hoorn en De Koog lag een tere waas en op de kris-kras over het jnd verspreide velden staken de tonbollen hun stengels reeds een nk eind door het strodak omhoog. Er werd al druk gewerkt aan het ge naken van de akkommodatie voor zomergasten en in de winkels werd laatste hand gelegd aan verbouwin- pifn aanvuHingen van de voorraden, uien ging nu iedere dag een uurtje zitten en het verraste haar, •net voor een stedeling iedere dag er een genoegen kon zijn de sneeuw- Jjes te bekijken, die in het gras- Je omhoog schoten, en nu bloeiden tere blompjes. aar pogingen om een waterdichte ssing te vinden, had ze nog niet op- gegeven. Steeds feller werden haar be schuldigingen aan eigen adres. De ver houding tot Luc was haar schuld. Dat die verhouding zich niet kon ontplooien langs normale banen, lag eveneens aan haar. Luc wilde alles, hij wilde alles graag, maar met terughoudendheid rem de ze hem af. Zoals de situatie nu was kon de toekomst immers niets bieden, althans niets gunstigs. Indien zij on verhoopt weer zou afglijden naar het geen waarvan zij zich had losgemaakt, dan wilde ze in geen geval dat Luc, bij ïijn poging haar vast te houden, zou worden meegesleept. Met zijn degelijk karakter zou hij de ellende niet kunnen overleven. De simpelste oplossing zou zijn alle banden bruusk te verbreken. Maar zou de schade, die dat zou veroorzaken, vooral bij hem, te herstellen zijn? On gewild had ze zijn carrière beïnvloed. Indien ze uit zijn leven zou verdwijnen, zou hij willicht terugvallen in zijn oude vrees voor verantwoordelijkheid. Zijn werkprestaties zouden eronder gaan lij den en misschien uiteindelijk zijn ont slag tengevolge hebben. Ook dan zat hij in de narigheid. En dan die harde morele slag die het voor hem zou wezen, als zij plotseling uit zijn leven ver dween. Zouden de gevolgen daarvan niet fataal kunnen zijn? Ellen verweet zichzelf dat zij hoe wel dat helemaal niet haar bedoeling was geweest het leven en het geluk van een medemens op het spel had ge zet, een goed mens, een mens van wie zij was gaan houden, en wiens liefde zij veroverd had. Het schuldgevoel bracht haar er toe te trachten steeds beter, steeds vriende lijker, steeds hartelijker voor hem te zijn. Juist dat verdiepte meer en meer zijn gevoelens jegens haar, en 's nachts lag hij er dikwijls over te piekeren wat er de oorzaak van kon zijn, dat de glans in haar ogen verbleekte, dat haar vro lijkheid geleidelijk verminderde. Hij be greep niet hoe de innerlijke strijd, die zij te voeren had, haar geestelijk en li chamelijk opeiste. Aanvankelijk had Ellen bij haar over peinzingen nooit rekening gehouden met de nalatenschap van Tjeerd Koning. Hoewel nu vaststond dat Luc niet in die erfenis zou delen, ging zij daarover steeds meer denken. Formeel was alles weliswaar volkomen in orde. Maar het was zeer de vraag en vrijwel zeker, dat dit niet zo was. Zij had de laatste dagen uitvoerig met Luc over diens oom en tante gesproken, en hetstond voor haar nu wel vast, dat het onverwachte huwe lijk van de weduwe tengevolge zou heb ben, dat niet alleen de zaak, maar ook het kapitaal van Tjeerd Koning in ge heel andere handen zou komen, dan im mer zijn wens was geweest, van welke wens hij zijn vrouw toch zeker op de hoogte had gesteld. Dat de vrouw de verlangens van de overledene vertrapt had, was haar zaak, een aangelegenheid waarover zij later nog wel eens spijt van zou kunnen krijgen. In goed ver trouwen had Lues oom alles wat hij be zat aan zijn vrouw nagelaten. Zij had Van dat vertrouwen misbruik gemaakt, wellicht verleid door mooie praatjes en vriendelijke woorden van de een of an dere gelukzoeker. Een feit was dat be paalde relaties van de overledene, waar onder Luc, daarvan het slachtoffer wer den. Juist voor Luc was een erfenis nu de oplossing geweest voor het woning- 'probleem. Steeds groter werd Ellens antipathie jegens de vrouw, die reeds enkele maan den na de dood van haar man, met wie zij bijna 30 jaar getrouwd was geweest, maar wie zij geen kinderen had kunnen schenken, op die immorele manier in strijd met zijn laatste wensen handelde. Zeer geleidelijk ging de antipathie over in haat, en toen het eindelijk volledig haat was geworden, rijpte in haar ge dachten een plan, waarom zij allereerst hartelijk moest lachen. Maar het liet haar niet los, en toen ergerde zij zich aan haar eigen brutaliteit. Tenslotte be sloot zij toch de mogelijkheid van uit voering te onderzoeken. Luc zou ze zo lang mogelijk erbuiten houden, maar toch wilde ze er niet aan beginnen zon der zijn princvipiële toestemming. Verscheidene keren vroeg ze Luc haar te vertellen over zijn oom en tante, hun leven en hun zaken. Meestal deed hij dat gewillig, enkele keren zei hij dat hij alles, wat hij wist, al had verteld. „Hindert niet, Luc, het interesseert me buitengewoon. Door het vertellen schiet je misschien meer te binnen". En hoewel hij zich dan afvroeg wat ze van plan was, vertelde hij toch weer. Inder daad, iedere maal wist hij nieuwe de tails, soms maar kleinigheden, maar an dere keren belangrijker feiten. Uiteindelijk besloot Ellen door te zet ten. „Wat zou je zeggen, als ik je vroeg nog eens in die erfeniskwestie te roeren om 'te proberen er alsnog toch nog iets voor je uit te slepen?" „Wat ik daarop zeggen zou? Wel, dit: als het alleen is om dit huis te kunnen kopen, dan zeg ik nee. Als je echter meent, dat een oplossing voor ons sa men dichterbij zou kunnen komen, en als je daarbij zelf geen gevaar loopt, ga dan je gang, maar ik voor mij geloof, dat we volkomen machteloos staan". „Je geeft me dus, als ik het goed be grepen heb, blanco volmacht te hande len, zoals ik het nodig vind". Ziezo, dat is de eerste stap, peinsde ze en vervolg de hardop; „Het spreekt vanzelf, dat ik er dan weer vandoor moet. Nu langer dan een paar dagen. Waarschijnlijk wel enige weken. Ik zou maandag willen vertrekken, en dan zie je wel als ik te rug kom". „Je neemt toch geen onnodig risico, Ellen?" „Nee beslist niet, ik ga alleen maar op onderzoek uit, en misschien ga ik voor lopige besprekingen voeren. Als ik te rugkom hoor je meer van me". 's Zondagavond nemen ze afscheid. Reeds maandag had Luc echter spijt, dat hij haar had laten gaan. Angst, dat El len iets zou overkomen, welde in hem op. HOOFDSTUK 16 Naarmate dagen en weken voorbijgin gen en Luc niets van Ellen hoorde, nam zijn ongerustheid toe. Omdat er nie mand was met wie hij over zijn vrees kon praten, knaagde die des te wreder aan zijn innerlijk. Een ernstig ongeluk kon haar niet getroffen hebben, want hij luisterde iedere avond naar het televi sie-nieuws en keek iedere dag de krant door. Niets had hij gehoord van een ongeluk, waarbij zij betrokken kon zijn. Ze had zelf verteld, dat die bende zo genaamde ongelukken organiseerde. Ze kon gewond zijn, ergens in een zieken huis verpleegd worden. Juist dan zou ze hem dringend nodig hebben. Maar hij wist niets. Misschien was zij niet eens in de gelegenheid bericht te sturen. '(wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1973 | | pagina 5