Oktober gunstige tijd voor kweek bestrijding Texelsche kaas die zich door hare groene kleur onderscheidt... Eijerland in 1837 (slot) Sportraadbestuur ongerust over sporthalplan iLANDBOUW en VEETEELT:. Ruwvoederonderzoek dit jaar van veel belang Een lastig en schadelijk euvel Met snijmais veel mogelijkheden rubriek voor- l Derde blad Texelse Courant, vrijdag 19 oktober 1973 Een uitspraak, zoals die dn de kop van lit artikel voorkomt zou 25 jaar gele en tegenspraak ihebben ua-tgelokt. De aige mogelijkheid voor kweekbestrij- jrtg was op dat 'moment nl. nog de zg. neohanis'ohe bestrijding, d.w.z. via rond bewerkingen. Door een langduri- e bewerking met ploeg, cultivator en g kon onder gunstige omstandigheden !e kweèk een flinke afrekening krijgen. Maar de akkerbouwers wisten heel oed, dat een dergelijke bestrijding in iktober meestal weinig goeds meer op- De sterk gestegen prijzen van het ei witrijke krachtvoer zijn een extra-sti- mlans om „met beleid" te voeren. We edoelen daarmee, dat het van meer an normaal belang is om na te gaan oeveel krachtvoer en welk soort ;rachtvoer er moet worden gegeven. Daarbij speelt de kwaliteit van het esdhikbare ruwvoer een belangrijke al Het is al diverse keren naar voren ebracht, dat als gevolg van verschil 1 de kwaliteit van het hooi of het kuil- ras de kraohtvoergdft per koe per dag wel twee tot drie kilogram uiteen kan >pen. Nu is het op het moment zo, dat niet Heen de hoeveelheid krachtvoer, die soet worden gegeven uitmaakt of men oedkoop of duur voert, maar dat ook e soort krachtvoer van grote 'betekenis De stijging van de prijs van het rachtvoer As er vooral voor de eiwit- ijke soorten. Weliswaar as ook de prijs in de zetmeelrijke kraahtvoeders als ranen in prijs gestegen, maar dit is eduddend minder dan van de eiwit- jke koelksoorten. Vandaar, dat het oor de veehouders van groot belang is m te weten welk krachtvoer er nodig naast het op ihet bedrijf aanwezige wvoer. Ruwvoer van goede kwaliteit Dank zij de gunstige weersomstandig- jden in de periode van het winnen van .+4! uilgras en hooi mogen we aannemen, at de kwaliteit van het ruwvoer over ft algemeen goed zal zijn. We moeten larbij echter wel 'bedenken, dat het iet alleen de weersomstandigheden tij- ens de winning zijn, die uitmaken of e ruwvoer van hoge, matige of slechte valiteit hebben. Daarbij spelen ook ■<dere factoren een rol. We noemen de waliteit van het grasland, de stikstof- emesting, de periode, waarin het ruw- aer is gewonnen en de bewaring. De schatting van de waarde van hooi 1 kuilgras blijft daardoor min of meer en „slag in de lucht". Om werkelijk te eten wat uw hooi en kuil gras waard is meer meer nodig dan een schat- Het lijkt ons daarom goed en nodig u wijzen op een veel betere methode n de waarde van uw ruwvoer aan de eet te komen. Die methode is het on- irzoek van hooi en kuiilgras door het Edrijfslaboratorrum voor Grond- en ewasonderzoek. U krijgt dan „op een nefje" thuis wat uw ruwvoer waard is. an de hand daarvan kunt u zelf of met fhulp van de landbouwvoorlioh|ter be lenen hoeveel en welke soort kradht- *r u nodig hebt. Voor dit onderzoek kunt u zich wen- ln tot de landbouwvoorldohter of ditstreeks tot de monsternemer, de M. H. Eelman, Den Burg, telefoon 2220) 2 8 81. Als u dit op korte termijn öt hebt u het resultaat van het onder- >k op tijd in huis. leverde. Als men kweek via grondbe werkingen terug wilde dringen, dan moest dit bij voorkeur An augustus en september gebeuren. Als we oktober een gunstige tijd voor kweekbestrijding noemen, dan denken we 'hierbij uitsluitend 'aan de chemische bestrijding 'Hoewel we weten, dat er tegen deze vorm van bestrijding steeds meer weerstand komt menen we het er toch niet buiten te kunnen stellen. We raken de kweek eenvoudigweg niet kwijt als we het uitsluitend op mecha nische wijze, via bewerkingen willen doen. Een belangrijke voorwaarde Wil de chemische bestrijding van kweök een goed resultaat geven, dan moet de grond 'in tegenstelling tot bij de oude vorm van bestrijding voldoende vochtig zijn. De kans, dat de grond vol doende nat is, is in oktober vrij groot. Als een voordeel van de maand okto ber boven -latere maanden willen we het feit noemen, dat de kweek in deze tijd van het jaar nog aan de groei is. Onze ervaring is, dat de kweekwortels vatbaarder zijn voor chemische bestrij ding -in de tijd, dat er nog groei voor komt. Ook -in ander opzicht kunnen we ok tober een gunstige tijd noemen. Het middel TCA, dat in deze tijd voor de chemische bestrijding wordt gebruikt blijft heel lang in 'de grond aanwezig. En niet alleen -kweek is gevoelig voor dit middel, maar ook alle grasaohtige gewassen, zoals granen. Gebleken is, dat snijmais zeer gevoelig is. Om de schadelijke werking helemaal uit te schakelen is een aantal maanden nodig. Bovendien moet er in die tijd voldoende regen vallen. Vooral na een droge winter is de kans groot, dat be- spuitongen, die in november en decem ber worden uitgevoerd het volgend sei zoen nog schade te zien geven Het is dus zaak de kweekbestrijding met TCA zo spoedig mogelijk uit te voeren. Op een „zwarte" grond Het middel TCA moet naar een hoe veelheid van 50 - 75 kg per ha worden gespoten op een grond, die kort tevoren is bewehkt. Het kan dus gebeuren op een moment, dat de -grond met de egge of cultivator is bewerkt. In gevallen, waarin de grond vroeg op de winter- voor komt kan de k-weékbestrijdang ook plaats vinden dirökt na het op winter- voor ploegen. Een van de ongemakken op het melk veebedrijf is het speenbetrappen Dit kwaad komt vooral voor op de grupstal. Als één van de voordelen van de lig- boxenstallen wordt heel dikwijls het minder voorkomen van speenbetrapp 1 ng genoemd. En terecht. Het aantal geval len, waarin het euvel van het speenbe trappen nog voorkomt in ligboxenstal- len is heel klein. Vrij zeker is dit te dan-ken aan het feit dat de koe zich in de ligbox wat vrijer kan bewegen dan op de ligplaats in de normale grupstal. Er zijn in de loop van de tijd al diverse mogelijkheden bedacht om het risico van het speenbetrappen kleiner te maken. We denken aan de zg. klauwbesdhermers, die er voor moe ten zorgen, dat de klauwen de spenen niet kunnen beschadigen. Verder is er de -koeaen-bh, waarbij het uier in een net ls gewikkeld, dat er voor moet zor gen, dat de klauwen de spenen niet kun nen raken. Hoewel met deze middelen het aantal gevallen van speembetrapping wel terug te brengen ds, motgen we toch niet zeg gen, dat het hiermee volledig wordt voorkomen. Andere mogelijkheden Een koe met een ligplaats, dae niet ideaal is, wordt eerder getroffen door het kwaad van het speenbetrappen dan een dier, dat wa-t de maten van de lig plaats betreft zich vrij kan bewegen. Een te smalle en te korte stal verhoogt het msico. De koe moet i-n dit geval bij het gaan liggen en opstaan „gewron gen" bewegingen maken en dit kan ge makkelijk aanleiding geven tot speen betrappen. Hetzelfde is het geval bij dieren, dae als gevolg van een strakke hangketting in het vrij bewegen worden belemmerd Een reden om de hangketting weinig speling te geven is veelal om te voorko men, dat de dieren zich bevuilen. We zij-n van mening, dat in dit geval de zg. koe-trainer een belangrijke rol kan vervullen. Hierbij is boven de die ren een zg. stroomdraad aangebracht, iie het dier ertoe dwingt om bij „de grote en kleine boodschap" iets naar achteren te lopen. Dit maakt dat de „afvoer" in de grup terecht komt. I-n dit geval kan aan de dieren meer bewegingsvrijheid worden gegeven zon der dat ze zidh bevuilen. Nog een oplossing In een Texelse grupstal, waar men aanvankelijk ook veel last had van speenbetrapping is na aanwijzingen van „overkantse" veehouders een voor ziening aangebracht, die naar het oor deel van de betreffende veehouder zeer goed werkt. Het is een voorziening, die naar drie kanten het gevaar voor speen betrapping verkleint. Het ziet er als volgt uit. Aan de achterzijde van de stand is tegen de voorkant van de grup een balk bevestigd, die in de eerste plaats de stand iets verlengt. Dez balk kan al naar geval dit nodig is 5 tot 10 cm breed zijn. Met dit aantal centimeters wordt de 9tand dus verlengd. Vooral bij standen, die iets aan de korte kant zijn is deze verlenging belangrijk. Een thveede punt, dat van belang is, is dat de bovenkant van deze balk iets boven de standVloer van de koeien uit steekt. Dit kan 1-2 cm zijn. Bij het opstaan van de dieren vinden ze in deze rand een steun. Het maakt het risico van afglijden in de grup veel kleiner. De bedoelde veehouder is het opgevallen, dat de koeien van deze rand ook wel gebruik maken om zich bij het afkalven af te zetten. Als een derde voordeel kan nog wor den genoemd, dat de iets hogere ligging van de balk het afglijden van het stro naar de grup iets tegengaat. Het is be kend, dat het ruim aanwezig zijn van stro op de standplaats het gevaar van speenbetrappen kleiner maakt. Tenslotte nog dit: Het zal duidelijk zij-n, dat de verlengmgsbalk goed moet worden bevestigd. Het blijkt echter, dat wanneer dit met keïlboufen in het be ton gebeurt, het risico van lostrappen niet groot is. We hebben de indruk, dat dit jaar de snijmaisteelt veel gunstiger resultaten zal geven dan in 1972. Het valt op, dat de ontwikkeling veell verder gevorderd is dan vorig jaar omstreeks deze tijd. Deze lijkt zeker wel drie weken vóór te liggen bij -vorig jaar. Uiteraard is dit te danken aan de over het algemeen belang-rijk hogere temperaturen in de laatste maanden. Het zal daardoor mogelijk zijn om in de eerste helft van oktober met de oogst van smj-mais te beginnen. Als de vooruitzichten niet bedriegen, dan is het wel zeker, dat ide oppervlakte snijmais in 1974 nog weer groter zal zijn dan in dit jaar. Ook de berichten omtrent de moge lijkheden, die ingekuilde snijmais bij de voedering van diverse diergroepen •geeft zullen daarbij wel een rol spelen. Niet alleen voor mestvee De voorkeur voor het telen van snij mais was er vooral bij de veehouders, die van de melkveehouderij waren over gegaan tot het mesten van rund-vee. Ik herinner me, dat bij een bezoek aan stierenmesters in het oosten van Over ijssel een aantal van hen de uitspraak deed, dat sti-erenmesterij alleen moge lijk was met snijmais. Waarschijnlijk is dit wat overdreven, maar het ds een feit, dat snijmais bij het mesten van rundvee een hoogwaardig voeder is. De laatste tijd wordt edhter duidelijk, dat snijmais ook een zeer gewaardeerd produkt is voor andere dieigroepen. Zo blijkt, dat ingekuilde snijmais ook bij de opfok van kalveren goede resultaten kan geven. Resultaten, die niet onder doen voor die bij gebruik van hood. Zeer opvallend was het resultaat, dat verkregen werd bij een voederproef met snijmais bij melkkoeien. In deze proef werd de hoeveelheid hooi en snijmais zo verdeeld, dat er vder verschillende objecten waren, nl. de volgende: a. Alle ruwvoer als snijmais. b. Eén vierde 'deel hooi en drie vierde deed snijmais. c. Drie vierde deel hood en één vierde deel snijmais. d. Alle ruwvoer als hooi. Hierbij moet worden aangetekend, dat de verdeling plaats vond op basis van de hoeveelheid droge stof. Drie kg snij mais met een -gehalte aan droge stof van 27% telde hierbij voor evenveel als 1 kg hooi -met een drogestofgehalte van 81%. Zeer gunstige uitkomst snijmais Bij deze -proef is gebleken, dat zelfs een eenzijdige voedering van snijmais als ruwvoer mogelijk is. Bij de koppel, die uitsluitend snijmais als ruwvoer •kreeg was er één vaars, die bepaalde ziekteverschijnselen vertoonde. De ove rige dieren illustreerden hun „welva ren" bij de eenzijdige voedering van in gekuilde snijmais door een over het al gemeen hogere produktie en betere konditie. In tegenstelling tot wat tot nu toe werd verwacht was zowel het vetge halte als 'het eiwitgehalte van de melk van de dieren, die uitsluitend of voor een groot gedeelte snijmais kregen ho ger dan -bij de groepen, die uitsluitend hooi of een gedeelte van het ruwvoer al-s hooi kregen. In het verleden is nog al eens opge merkt, dat we snijmais in de eerste plaats moeten bekijken als een voeder, dat produkten als bieten en aardappe len kan vervangen. Wat de verhouding tussen eiwit en zetmeelwaarde betreft ligt dit ook voor de hand. Uit de resultaten, die nu echter be kend worden blijkt, dat snijmais in ie der geval voor een groot gedeelte ook •kan dienen als vervanging van hooi en kuilgras. Een reden temeer om volle aandacht te -geven aan de teelt van dit voor ons gebied nog -nieuwe gewas. Texel heeft een sporthal dringend nodig. Zoals bekend zijn de mogelijk heden tot het stichten van zo'n met CRM-subsidie te stichten akkommoda- tie door het gemeentebestuur onder zocht. Het zou kunnen als in de hal één gymnastieklokaal van de Rijks scholengemeenschap zou worden on dergebracht en als de sport en gymna stiek, die nu in het Thijsselokaal wor den bedreven ook daarheen verhuizen, zodat laatstgenoemd lokaal kan ver dwijnen om plaats te maken voor uit breiding van de Thijsseschool. Volgens burgemeester Sprenger zouden de plaatselijke betrokkenen tegen een der gelijke regeling geen bezwaar hebben maar het ministerie wel. Het gemeentebestuur heeft -toegezegd -te zullen trachten de minister tot an dere gedachten te brengen, maar in kringen van de Stiohting Texelse Sportraad leeft toch de vrees dat het niet zal lukken op Texel een „echte" sporthal van de grond te -krijgen of dat men het zal moeten doen met een „ruimte van dezelfde afmetingen als de sporthal", iets waarop de burgemeester «in de afgelopen raadsvergadering zin speelde. Het bestuur van de Sportraad heeft iin de donderdagavond ten raad- huize gehouden vergadering veront rusting uitgesproken over deze kwestie. Men vroeg zich af hoe het verenigings leven duidelijk zou kunnen maken, dat een echte sporthal dringend nodig is, juist in de Texelse situatie. Naast een groot aantal veldsporten biedt de sporthal mogelijkheden voor zaalvoet bal, basketbal, volleybal, zaal'handba-l, microkorfbal etc. Voor zover deze sporten reeds op Texel worden be oefend is sprake van gebrek aan uit- breiidingsmogelijikheden -uitsluitend door zaalruimtetekort. In de zomer zou de sporthal goed diensten kunnen be wijzen bij het bezig houden van jeugd- dige toeristen. Het gebrék aan over dekte recreatieruimte bij slecht weer in het seizoen is alom békend. Sportkeuring De Sportraad vervult een organise rende -taak bij de sportkeuringen. De voorbereidingen voor de keuring zijn in volle gang en de opgaven vanuit de verenigingen komen al binnen. De be sturen die nog geen keuringskandidaten opgaven moeten dit snel doen, want er komen steeds meer bonden, die deelne ming afhankelijk stellen van een keu ringsbewijs. TESO De directie van TESO is akkoord ge gaan met de verdeling van het door de onderneming beschikbaar gestelde be drag ter restitutie van de gemaakte reiskosten door Texelse sportbeoefe naars. Binnenkort krijgen de penning meesters het bedrag teruggestort op hun rekening. De verwachting werd uitgesproken, dat het contact met de adviescommissie KNVB Noordholland zal verbeteren nu men sportraadbestuurder F. Schellinger heeft uitgenodigd er zitting in te ne men. De heer Sahelligmer behartigt in het sportraadbestuur de voetbalbelan- gen. Data -Op vrijdag 1 maart 1974 zal de jaar lijkse denksportvijfkamp worden ge houden in Den Burg. De soortuitwis seling met Terschelling (de Tersahel- lingers komen nu naar Texel) ds voor lopig bepaald op zaterdag en zondag, 18 en 19 mei. Men heeft dit nu al vast gelegd omdat verschillende verenigin gen hebben geklaagd, dat de data vo rige keer veel te laat werden'bekend gemaakt. Voetbaltoernooi -Het ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum gehouden voetbal toernooi voor meisjes en jongens (op verzoek van de jubileumcmomissie ge organiseerd door de Sportraad), is zo goed in de smaak gevallen, dat men overweegt er een jaarlijks everuement van te maken. De dorpscommissies zul len spoedig nader geïnformeerde iwor- den. Tenslotte drukte de voorzitter de afgevaardigden van -de diverse sporten op het hart vooral contacten te onder houden met de verenigingen om deze in staat te stellen met eventuele pro blemen bij hen te komen. Er kan dan op een breder vlak medewerking wor den verleend. Men toonde er zich dank baar voor dat de heer Ten Gate bereid is -gevonden de bustochten voor de voetballiefhebbers aan de overkant te blijven organiseren, nadat hij aanvan kelijk had bedankt als gevolg van te genwerking van bepaalde verenigingen. Men -heeft -de problemen tot wederzijdse voldoening kunnen oplossen. Men begroot het aantal schapen, Texel en Eijerland, op 31.000 stuks, welke jaarlijks 12.000 lammeren iar de zuidelijker deelen van Holland onden uitgevoerd, als negen tienden ür Leiden en een tiende naar Noord rand; de tegenwoordige prijs is ge beld ƒ2,60. De uitvoer van oude schapen, te we- 0 lamsdhapen -van de vierde en vijfde of dezulken, dae gebréken aan tanden enz. békomen, welke men er oude mokken noemt, bedraagt een :'-al van 6.000, waarvan drie vierde naar Leiden en een vierde naar tordholland gaan. Men stelt de ge adelde waarde eener -mok gelijk aan e van twee lammeren; doch tegen- ooidig gelden zij niet meer dan ƒ4, levering dezer schapen geschiedt van Augustus tot 15 September. De vacht wol rekent men op iVz Ne- frlandsche ponden, dat is, schoon ge- asschen; wordende het verlies in ^arte, door de wassdhmg -te weeg ge- op 28 a 30 pet. gerekend. Men ^egt die wassching, door het schaap eene groote tobbe te plaatsen en ge- r schoon te maken. De tijd daartoe het begin -tot de helft van Junij. De tegenwoordige prijs van de vette wol is ƒ1,10, en die der sdhoone ƒ1,65. Men betaalt voor het -wassdhen, op eigen kost, een stuiver per schaap, en evenveel -voor het scheren. Van St. W'illebrord (7 November) tot kersmis Laat mén den ram bij de scha pen, die vervolgens 22 wéken dragen. De uitvoer der lammeren, van welke de rammen -niet gesneden of -afgebonden worden, ofschoon anders, tot het eerste, de tijd van acht dagen na de geboorte versahilllende tijdstippen, als de eerste het gesahikste As, heeft plaats op drie verzending der oudste lammeren op den 16, de tweede op den 23, en de laatste op den 31 Mei. Het melken der schapen geschiedt door daglooners, voor een derde van de opbrengst der kaas, welke onder den naam van Texelsche 'kaas algemeen be kend ds, en zich door hare groene kleur onderscheidt. De prijs dezer -kaas is ge- andddeld ƒ17 a ƒ18' de honderd Neder landse ponden, en men rekent, dat een schaap aan kaas ƒ1,50 opbrengen kan. De beste tijd, om kaas te maken, is na den eersten J-unij. Haaksdhoon weegt een goed Texelsch schaap 30 NedeiHandsdhe ponden; de prijs -per -pond ds 0,25. Gemiddeld rekent men de zuivere op brengst der schapen, na 'aftrék der kos ten op ƒ5,per jaar; doch dit is wat hoog berekend. De -volgende balans van uitgaven en inkomsten, op eene Texel sche 'boerderij van 30 bunders best land, zal de waaiheid meer nalbij komen: Uitgaaf. Inkoop a ƒ450,De interest hiervan a ƒ5,pet. bedraagt 675, Belastingen ƒ7,50 225, 10 Bunders hooiland, het maaijen en hooijen a ƒ8,80, Wassohen en scheren van 285 sohaipen, a 10 c28,50 5 Pet. verlies (na aftrek der huiden41,50 Verdere uitgaaf op deze boer derij 150, Inkomst. 285 Vliezen wol a 7 Vz Nederlandsche ponden schoon a ƒ1,54 ƒ1097,25 200 Lammeren a ƒ2,50 500, 60 Schapen, 'gemiddel de verkoop300, ƒ1200,— 500 a 600 Nederland sche ponden kaas 102,75 ƒ2000 Zuiver revenu 800, makende ruim 26 gulden per bunder; eene opbrengst, waarop men hier, ge- middiéd, als zuiver gewin van een' bun der bouwland, na 'aftrék der lasten en kosten, niet mag rekenen. Op den eersten Fébruarij 1837 waren op Eijerland ruim 1100 bunders ge ploegd; zijnde het overige der opper vlakte, de groote zandvlakten, als ook kreken en verder water natuurlijk niet gerekend, voor schaapsweide in den oorspronkelijken toestand gebleven. Op dit -gedeelte worden ongeveer 5000 sdhapen geweid. Het rundvee bestond uit 38 melkkoeijen, 26 vaarzen en één stier. 'De paarden waren 93 'i-n getal. Dit laatste vee kwam dn onderhoud vrij hoog te staan, daar men hooi, stroo, ha- vor en boonen van elders voor hetzelve heeft moeten aanvoeren. Over het algemeen zijn de uitgaven over alle posten der werkzaamheden op Eijerland ongemeen hoog, en de inkom sten, naar evenredigheid, gering. Eijerlandsihuis heeft over 1836, plus minus, ƒ800,heer -gekost dan het op- gebragt heeft. De runderen, waarvan men zich ont daan heeft, zijn in het najaar voor min der -geld verkocht, dan zij in het voor jaar aan koopprijs gekost hadden. De paarden hébben slechts een vijfde van den inkoopsprijs opgebragt. Zelfs de schapen hebben meer aan voeder gekost, dan dezelve opgebragt hebben. De gemeste vakens hebben, het Ne derlandsche pond, meer dan een halve gulden gekost, -en zijn tegen - 24 ver kocht. Terwijl wij de ongunstige uit komsten van het graan- en zaadgewas bier boven gemeld hebben. Doch, hoe ongunstig de tegenwoordi ge staat van Eijerland ons ook moge voorgekomen zijn, (en men moet erken nen, dat dit meestal het geval -is bij alle eerste ontginningen, behalve daar, waar gelijk in de boschlanden van Amerika, de grond door eene dikke laag teelaarde voor langen tijd van overvloedige groei kracht voorzien is) zoo wensdhen wij niettemin van harte, dat de onderne mers der bedijking en ontginning van hetzelve, bij eindelijk-e uitkomst, in hunne belangrijke onderneming naar wensah mogen slagen. Wij wensdhen zulks te meer, daar daze hunne belan gen tegen geene andere belangen strij den, maar -zoo wél voor den Staat in het algemeen, als voor het eiland Texel in het bijzonder, van het hoogste gewigt zijn. EINDE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1973 | | pagina 9