Oktober gunstige tijd
voor kweek bestrijding
Texelsche kaas die zich door hare
groene kleur onderscheidt...
Eijerland in 1837
(slot)
Sportraadbestuur ongerust
over sporthalplan
iLANDBOUW en VEETEELT:.
Ruwvoederonderzoek dit
jaar van veel belang
Een lastig en
schadelijk euvel
Met snijmais veel
mogelijkheden
rubriek voor- l
Derde blad Texelse Courant, vrijdag 19 oktober 1973
Een uitspraak, zoals die dn de kop van
lit artikel voorkomt zou 25 jaar gele
en tegenspraak ihebben ua-tgelokt. De
aige mogelijkheid voor kweekbestrij-
jrtg was op dat 'moment nl. nog de zg.
neohanis'ohe bestrijding, d.w.z. via
rond bewerkingen. Door een langduri-
e bewerking met ploeg, cultivator en
g kon onder gunstige omstandigheden
!e kweèk een flinke afrekening krijgen.
Maar de akkerbouwers wisten heel
oed, dat een dergelijke bestrijding in
iktober meestal weinig goeds meer op-
De sterk gestegen prijzen van het ei
witrijke krachtvoer zijn een extra-sti-
mlans om „met beleid" te voeren. We
edoelen daarmee, dat het van meer
an normaal belang is om na te gaan
oeveel krachtvoer en welk soort
;rachtvoer er moet worden gegeven.
Daarbij speelt de kwaliteit van het
esdhikbare ruwvoer een belangrijke
al Het is al diverse keren naar voren
ebracht, dat als gevolg van verschil
1 de kwaliteit van het hooi of het kuil-
ras de kraohtvoergdft per koe per dag
wel twee tot drie kilogram uiteen kan
>pen.
Nu is het op het moment zo, dat niet
Heen de hoeveelheid krachtvoer, die
soet worden gegeven uitmaakt of men
oedkoop of duur voert, maar dat ook
e soort krachtvoer van grote 'betekenis
De stijging van de prijs van het
rachtvoer As er vooral voor de eiwit-
ijke soorten. Weliswaar as ook de prijs
in de zetmeelrijke kraahtvoeders als
ranen in prijs gestegen, maar dit is
eduddend minder dan van de eiwit-
jke koelksoorten. Vandaar, dat het
oor de veehouders van groot belang is
m te weten welk krachtvoer er nodig
naast het op ihet bedrijf aanwezige
wvoer.
Ruwvoer van goede kwaliteit
Dank zij de gunstige weersomstandig-
jden in de periode van het winnen van
.+4! uilgras en hooi mogen we aannemen,
at de kwaliteit van het ruwvoer over
ft algemeen goed zal zijn. We moeten
larbij echter wel 'bedenken, dat het
iet alleen de weersomstandigheden tij-
ens de winning zijn, die uitmaken of
e ruwvoer van hoge, matige of slechte
valiteit hebben. Daarbij spelen ook
■<dere factoren een rol. We noemen de
waliteit van het grasland, de stikstof-
emesting, de periode, waarin het ruw-
aer is gewonnen en de bewaring.
De schatting van de waarde van hooi
1 kuilgras blijft daardoor min of meer
en „slag in de lucht". Om werkelijk te
eten wat uw hooi en kuil gras waard
is meer meer nodig dan een schat-
Het lijkt ons daarom goed en nodig u
wijzen op een veel betere methode
n de waarde van uw ruwvoer aan de
eet te komen. Die methode is het on-
irzoek van hooi en kuiilgras door het
Edrijfslaboratorrum voor Grond- en
ewasonderzoek. U krijgt dan „op een
nefje" thuis wat uw ruwvoer waard is.
an de hand daarvan kunt u zelf of met
fhulp van de landbouwvoorlioh|ter be
lenen hoeveel en welke soort kradht-
*r u nodig hebt.
Voor dit onderzoek kunt u zich wen-
ln tot de landbouwvoorldohter of
ditstreeks tot de monsternemer, de
M. H. Eelman, Den Burg, telefoon
2220) 2 8 81. Als u dit op korte termijn
öt hebt u het resultaat van het onder-
>k op tijd in huis.
leverde. Als men kweek via grondbe
werkingen terug wilde dringen, dan
moest dit bij voorkeur An augustus en
september gebeuren.
Als we oktober een gunstige tijd voor
kweekbestrijding noemen, dan denken
we 'hierbij uitsluitend 'aan de chemische
bestrijding 'Hoewel we weten, dat er
tegen deze vorm van bestrijding steeds
meer weerstand komt menen we het er
toch niet buiten te kunnen stellen. We
raken de kweek eenvoudigweg niet
kwijt als we het uitsluitend op mecha
nische wijze, via bewerkingen willen
doen.
Een belangrijke voorwaarde
Wil de chemische bestrijding van
kweök een goed resultaat geven, dan
moet de grond 'in tegenstelling tot bij
de oude vorm van bestrijding voldoende
vochtig zijn. De kans, dat de grond vol
doende nat is, is in oktober vrij groot.
Als een voordeel van de maand okto
ber boven -latere maanden willen we
het feit noemen, dat de kweek in deze
tijd van het jaar nog aan de groei is.
Onze ervaring is, dat de kweekwortels
vatbaarder zijn voor chemische bestrij
ding -in de tijd, dat er nog groei voor
komt.
Ook -in ander opzicht kunnen we ok
tober een gunstige tijd noemen. Het
middel TCA, dat in deze tijd voor de
chemische bestrijding wordt gebruikt
blijft heel lang in 'de grond aanwezig.
En niet alleen -kweek is gevoelig voor
dit middel, maar ook alle grasaohtige
gewassen, zoals granen. Gebleken is,
dat snijmais zeer gevoelig is.
Om de schadelijke werking helemaal
uit te schakelen is een aantal maanden
nodig. Bovendien moet er in die tijd
voldoende regen vallen. Vooral na een
droge winter is de kans groot, dat be-
spuitongen, die in november en decem
ber worden uitgevoerd het volgend sei
zoen nog schade te zien geven Het is
dus zaak de kweekbestrijding met TCA
zo spoedig mogelijk uit te voeren.
Op een „zwarte" grond
Het middel TCA moet naar een hoe
veelheid van 50 - 75 kg per ha worden
gespoten op een grond, die kort tevoren
is bewehkt. Het kan dus gebeuren op
een moment, dat de -grond met de egge
of cultivator is bewerkt. In gevallen,
waarin de grond vroeg op de winter-
voor komt kan de k-weékbestrijdang ook
plaats vinden dirökt na het op winter-
voor ploegen.
Een van de ongemakken op het melk
veebedrijf is het speenbetrappen Dit
kwaad komt vooral voor op de grupstal.
Als één van de voordelen van de lig-
boxenstallen wordt heel dikwijls het
minder voorkomen van speenbetrapp 1 ng
genoemd. En terecht. Het aantal geval
len, waarin het euvel van het speenbe
trappen nog voorkomt in ligboxenstal-
len is heel klein.
Vrij zeker is dit te dan-ken aan het feit
dat de koe zich in de ligbox wat vrijer
kan bewegen dan op de ligplaats in de
normale grupstal. Er zijn in de loop van
de tijd al diverse mogelijkheden bedacht
om het risico van het speenbetrappen
kleiner te maken. We denken aan de
zg. klauwbesdhermers, die er voor moe
ten zorgen, dat de klauwen de spenen
niet kunnen beschadigen. Verder is er
de -koeaen-bh, waarbij het uier in een
net ls gewikkeld, dat er voor moet zor
gen, dat de klauwen de spenen niet kun
nen raken.
Hoewel met deze middelen het aantal
gevallen van speembetrapping wel terug
te brengen ds, motgen we toch niet zeg
gen, dat het hiermee volledig wordt
voorkomen.
Andere mogelijkheden
Een koe met een ligplaats, dae niet
ideaal is, wordt eerder getroffen door
het kwaad van het speenbetrappen dan
een dier, dat wa-t de maten van de lig
plaats betreft zich vrij kan bewegen.
Een te smalle en te korte stal verhoogt
het msico. De koe moet i-n dit geval bij
het gaan liggen en opstaan „gewron
gen" bewegingen maken en dit kan ge
makkelijk aanleiding geven tot speen
betrappen.
Hetzelfde is het geval bij dieren, dae
als gevolg van een strakke hangketting
in het vrij bewegen worden belemmerd
Een reden om de hangketting weinig
speling te geven is veelal om te voorko
men, dat de dieren zich bevuilen.
We zij-n van mening, dat in dit geval
de zg. koe-trainer een belangrijke rol
kan vervullen. Hierbij is boven de die
ren een zg. stroomdraad aangebracht,
iie het dier ertoe dwingt om bij „de
grote en kleine boodschap" iets naar
achteren te lopen. Dit maakt dat de
„afvoer" in de grup terecht komt.
I-n dit geval kan aan de dieren meer
bewegingsvrijheid worden gegeven zon
der dat ze zidh bevuilen.
Nog een oplossing
In een Texelse grupstal, waar men
aanvankelijk ook veel last had van
speenbetrapping is na aanwijzingen
van „overkantse" veehouders een voor
ziening aangebracht, die naar het oor
deel van de betreffende veehouder zeer
goed werkt. Het is een voorziening, die
naar drie kanten het gevaar voor speen
betrapping verkleint. Het ziet er als
volgt uit.
Aan de achterzijde van de stand is
tegen de voorkant van de grup een balk
bevestigd, die in de eerste plaats de
stand iets verlengt. Dez balk kan al naar
geval dit nodig is 5 tot 10 cm breed zijn.
Met dit aantal centimeters wordt de
9tand dus verlengd. Vooral bij standen,
die iets aan de korte kant zijn is deze
verlenging belangrijk.
Een thveede punt, dat van belang is,
is dat de bovenkant van deze balk iets
boven de standVloer van de koeien uit
steekt. Dit kan 1-2 cm zijn.
Bij het opstaan van de dieren vinden
ze in deze rand een steun. Het maakt
het risico van afglijden in de grup veel
kleiner. De bedoelde veehouder is het
opgevallen, dat de koeien van deze rand
ook wel gebruik maken om zich bij het
afkalven af te zetten.
Als een derde voordeel kan nog wor
den genoemd, dat de iets hogere ligging
van de balk het afglijden van het stro
naar de grup iets tegengaat. Het is be
kend, dat het ruim aanwezig zijn van
stro op de standplaats het gevaar van
speenbetrappen kleiner maakt.
Tenslotte nog dit: Het zal duidelijk
zij-n, dat de verlengmgsbalk goed moet
worden bevestigd. Het blijkt echter, dat
wanneer dit met keïlboufen in het be
ton gebeurt, het risico van lostrappen
niet groot is.
We hebben de indruk, dat dit jaar de
snijmaisteelt veel gunstiger resultaten
zal geven dan in 1972. Het valt op, dat
de ontwikkeling veell verder gevorderd
is dan vorig jaar omstreeks deze tijd.
Deze lijkt zeker wel drie weken vóór te
liggen bij -vorig jaar.
Uiteraard is dit te danken aan de
over het algemeen belang-rijk hogere
temperaturen in de laatste maanden.
Het zal daardoor mogelijk zijn om in de
eerste helft van oktober met de oogst
van smj-mais te beginnen.
Als de vooruitzichten niet bedriegen,
dan is het wel zeker, dat ide oppervlakte
snijmais in 1974 nog weer groter zal zijn
dan in dit jaar.
Ook de berichten omtrent de moge
lijkheden, die ingekuilde snijmais bij
de voedering van diverse diergroepen
•geeft zullen daarbij wel een rol spelen.
Niet alleen voor mestvee
De voorkeur voor het telen van snij
mais was er vooral bij de veehouders,
die van de melkveehouderij waren over
gegaan tot het mesten van rund-vee. Ik
herinner me, dat bij een bezoek aan
stierenmesters in het oosten van Over
ijssel een aantal van hen de uitspraak
deed, dat sti-erenmesterij alleen moge
lijk was met snijmais. Waarschijnlijk is
dit wat overdreven, maar het ds een feit,
dat snijmais bij het mesten van rundvee
een hoogwaardig voeder is.
De laatste tijd wordt edhter duidelijk,
dat snijmais ook een zeer gewaardeerd
produkt is voor andere dieigroepen. Zo
blijkt, dat ingekuilde snijmais ook bij
de opfok van kalveren goede resultaten
kan geven. Resultaten, die niet onder
doen voor die bij gebruik van hood.
Zeer opvallend was het resultaat, dat
verkregen werd bij een voederproef met
snijmais bij melkkoeien. In deze proef
werd de hoeveelheid hooi en snijmais
zo verdeeld, dat er vder verschillende
objecten waren, nl. de volgende:
a. Alle ruwvoer als snijmais.
b. Eén vierde 'deel hooi en drie vierde
deed snijmais.
c. Drie vierde deel hood en één vierde
deel snijmais.
d. Alle ruwvoer als hooi.
Hierbij moet worden aangetekend, dat
de verdeling plaats vond op basis van
de hoeveelheid droge stof. Drie kg snij
mais met een -gehalte aan droge stof van
27% telde hierbij voor evenveel als 1 kg
hooi -met een drogestofgehalte van 81%.
Zeer gunstige
uitkomst snijmais
Bij deze -proef is gebleken, dat zelfs
een eenzijdige voedering van snijmais
als ruwvoer mogelijk is. Bij de koppel,
die uitsluitend snijmais als ruwvoer
•kreeg was er één vaars, die bepaalde
ziekteverschijnselen vertoonde. De ove
rige dieren illustreerden hun „welva
ren" bij de eenzijdige voedering van in
gekuilde snijmais door een over het al
gemeen hogere produktie en betere
konditie.
In tegenstelling tot wat tot nu toe
werd verwacht was zowel het vetge
halte als 'het eiwitgehalte van de melk
van de dieren, die uitsluitend of voor
een groot gedeelte snijmais kregen ho
ger dan -bij de groepen, die uitsluitend
hooi of een gedeelte van het ruwvoer
al-s hooi kregen.
In het verleden is nog al eens opge
merkt, dat we snijmais in de eerste
plaats moeten bekijken als een voeder,
dat produkten als bieten en aardappe
len kan vervangen. Wat de verhouding
tussen eiwit en zetmeelwaarde betreft
ligt dit ook voor de hand.
Uit de resultaten, die nu echter be
kend worden blijkt, dat snijmais in ie
der geval voor een groot gedeelte ook
•kan dienen als vervanging van hooi en
kuilgras. Een reden temeer om volle
aandacht te -geven aan de teelt van dit
voor ons gebied nog -nieuwe gewas.
Texel heeft een sporthal dringend
nodig. Zoals bekend zijn de mogelijk
heden tot het stichten van zo'n met
CRM-subsidie te stichten akkommoda-
tie door het gemeentebestuur onder
zocht. Het zou kunnen als in de hal
één gymnastieklokaal van de Rijks
scholengemeenschap zou worden on
dergebracht en als de sport en gymna
stiek, die nu in het Thijsselokaal wor
den bedreven ook daarheen verhuizen,
zodat laatstgenoemd lokaal kan ver
dwijnen om plaats te maken voor uit
breiding van de Thijsseschool. Volgens
burgemeester Sprenger zouden de
plaatselijke betrokkenen tegen een der
gelijke regeling geen bezwaar hebben
maar het ministerie wel.
Het gemeentebestuur heeft -toegezegd
-te zullen trachten de minister tot an
dere gedachten te brengen, maar in
kringen van de Stiohting Texelse
Sportraad leeft toch de vrees dat het
niet zal lukken op Texel een „echte"
sporthal van de grond te -krijgen of dat
men het zal moeten doen met een
„ruimte van dezelfde afmetingen als de
sporthal", iets waarop de burgemeester
«in de afgelopen raadsvergadering zin
speelde. Het bestuur van de Sportraad
heeft iin de donderdagavond ten raad-
huize gehouden vergadering veront
rusting uitgesproken over deze kwestie.
Men vroeg zich af hoe het verenigings
leven duidelijk zou kunnen maken, dat
een echte sporthal dringend nodig is,
juist in de Texelse situatie. Naast een
groot aantal veldsporten biedt de
sporthal mogelijkheden voor zaalvoet
bal, basketbal, volleybal, zaal'handba-l,
microkorfbal etc. Voor zover deze
sporten reeds op Texel worden be
oefend is sprake van gebrek aan uit-
breiidingsmogelijikheden -uitsluitend
door zaalruimtetekort. In de zomer zou
de sporthal goed diensten kunnen be
wijzen bij het bezig houden van jeugd-
dige toeristen. Het gebrék aan over
dekte recreatieruimte bij slecht weer
in het seizoen is alom békend.
Sportkeuring
De Sportraad vervult een organise
rende -taak bij de sportkeuringen. De
voorbereidingen voor de keuring zijn in
volle gang en de opgaven vanuit de
verenigingen komen al binnen. De be
sturen die nog geen keuringskandidaten
opgaven moeten dit snel doen, want er
komen steeds meer bonden, die deelne
ming afhankelijk stellen van een keu
ringsbewijs.
TESO
De directie van TESO is akkoord ge
gaan met de verdeling van het door de
onderneming beschikbaar gestelde be
drag ter restitutie van de gemaakte
reiskosten door Texelse sportbeoefe
naars. Binnenkort krijgen de penning
meesters het bedrag teruggestort op
hun rekening.
De verwachting werd uitgesproken,
dat het contact met de adviescommissie
KNVB Noordholland zal verbeteren nu
men sportraadbestuurder F. Schellinger
heeft uitgenodigd er zitting in te ne
men. De heer Sahelligmer behartigt in
het sportraadbestuur de voetbalbelan-
gen.
Data
-Op vrijdag 1 maart 1974 zal de jaar
lijkse denksportvijfkamp worden ge
houden in Den Burg. De soortuitwis
seling met Terschelling (de Tersahel-
lingers komen nu naar Texel) ds voor
lopig bepaald op zaterdag en zondag,
18 en 19 mei. Men heeft dit nu al vast
gelegd omdat verschillende verenigin
gen hebben geklaagd, dat de data vo
rige keer veel te laat werden'bekend
gemaakt.
Voetbaltoernooi
-Het ter gelegenheid van het zilveren
regeringsjubileum gehouden voetbal
toernooi voor meisjes en jongens (op
verzoek van de jubileumcmomissie ge
organiseerd door de Sportraad), is zo
goed in de smaak gevallen, dat men
overweegt er een jaarlijks everuement
van te maken. De dorpscommissies zul
len spoedig nader geïnformeerde iwor-
den.
Tenslotte drukte de voorzitter de
afgevaardigden van -de diverse sporten
op het hart vooral contacten te onder
houden met de verenigingen om deze
in staat te stellen met eventuele pro
blemen bij hen te komen. Er kan dan
op een breder vlak medewerking wor
den verleend. Men toonde er zich dank
baar voor dat de heer Ten Gate bereid
is -gevonden de bustochten voor de
voetballiefhebbers aan de overkant te
blijven organiseren, nadat hij aanvan
kelijk had bedankt als gevolg van te
genwerking van bepaalde verenigingen.
Men -heeft -de problemen tot wederzijdse
voldoening kunnen oplossen.
Men begroot het aantal schapen,
Texel en Eijerland, op 31.000 stuks,
welke jaarlijks 12.000 lammeren
iar de zuidelijker deelen van Holland
onden uitgevoerd, als negen tienden
ür Leiden en een tiende naar Noord
rand; de tegenwoordige prijs is ge
beld ƒ2,60.
De uitvoer van oude schapen, te we-
0 lamsdhapen -van de vierde en vijfde
of dezulken, dae gebréken aan
tanden enz. békomen, welke men
er oude mokken noemt, bedraagt een
:'-al van 6.000, waarvan drie vierde
naar Leiden en een vierde naar
tordholland gaan. Men stelt de ge
adelde waarde eener -mok gelijk aan
e van twee lammeren; doch tegen-
ooidig gelden zij niet meer dan ƒ4,
levering dezer schapen geschiedt van
Augustus tot 15 September.
De vacht wol rekent men op iVz Ne-
frlandsche ponden, dat is, schoon ge-
asschen; wordende het verlies in
^arte, door de wassdhmg -te weeg ge-
op 28 a 30 pet. gerekend. Men
^egt die wassching, door het schaap
eene groote tobbe te plaatsen en ge-
r schoon te maken. De tijd daartoe
het begin -tot de helft van Junij.
De tegenwoordige prijs van de vette
wol is ƒ1,10, en die der sdhoone ƒ1,65.
Men betaalt voor het -wassdhen, op
eigen kost, een stuiver per schaap, en
evenveel -voor het scheren.
Van St. W'illebrord (7 November) tot
kersmis Laat mén den ram bij de scha
pen, die vervolgens 22 wéken dragen.
De uitvoer der lammeren, van welke
de rammen -niet gesneden of -afgebonden
worden, ofschoon anders, tot het eerste,
de tijd van acht dagen na de geboorte
versahilllende tijdstippen, als de eerste
het gesahikste As, heeft plaats op drie
verzending der oudste lammeren op den
16, de tweede op den 23, en de laatste
op den 31 Mei.
Het melken der schapen geschiedt
door daglooners, voor een derde van de
opbrengst der kaas, welke onder den
naam van Texelsche 'kaas algemeen be
kend ds, en zich door hare groene kleur
onderscheidt. De prijs dezer -kaas is ge-
andddeld ƒ17 a ƒ18' de honderd Neder
landse ponden, en men rekent, dat een
schaap aan kaas ƒ1,50 opbrengen kan.
De beste tijd, om kaas te maken, is na
den eersten J-unij.
Haaksdhoon weegt een goed Texelsch
schaap 30 NedeiHandsdhe ponden; de
prijs -per -pond ds 0,25.
Gemiddeld rekent men de zuivere op
brengst der schapen, na 'aftrék der kos
ten op ƒ5,per jaar; doch dit is wat
hoog berekend. De -volgende balans van
uitgaven en inkomsten, op eene Texel
sche 'boerderij van 30 bunders best land,
zal de waaiheid meer nalbij komen:
Uitgaaf.
Inkoop a ƒ450,De interest
hiervan a ƒ5,pet. bedraagt 675,
Belastingen ƒ7,50 225,
10 Bunders hooiland, het maaijen
en hooijen a ƒ8,80,
Wassohen en scheren van 285
sohaipen, a 10 c28,50
5 Pet. verlies (na aftrek der
huiden41,50
Verdere uitgaaf op deze boer
derij 150,
Inkomst.
285 Vliezen wol a 7 Vz
Nederlandsche ponden
schoon a ƒ1,54 ƒ1097,25
200 Lammeren a ƒ2,50 500,
60 Schapen, 'gemiddel
de verkoop300,
ƒ1200,—
500 a 600 Nederland
sche ponden kaas 102,75
ƒ2000
Zuiver revenu 800,
makende ruim 26 gulden per bunder;
eene opbrengst, waarop men hier, ge-
middiéd, als zuiver gewin van een' bun
der bouwland, na 'aftrék der lasten en
kosten, niet mag rekenen.
Op den eersten Fébruarij 1837 waren
op Eijerland ruim 1100 bunders ge
ploegd; zijnde het overige der opper
vlakte, de groote zandvlakten, als ook
kreken en verder water natuurlijk niet
gerekend, voor schaapsweide in den
oorspronkelijken toestand gebleven. Op
dit -gedeelte worden ongeveer 5000
sdhapen geweid. Het rundvee bestond
uit 38 melkkoeijen, 26 vaarzen en één
stier. 'De paarden waren 93 'i-n getal. Dit
laatste vee kwam dn onderhoud vrij
hoog te staan, daar men hooi, stroo, ha-
vor en boonen van elders voor hetzelve
heeft moeten aanvoeren.
Over het algemeen zijn de uitgaven
over alle posten der werkzaamheden op
Eijerland ongemeen hoog, en de inkom
sten, naar evenredigheid, gering.
Eijerlandsihuis heeft over 1836, plus
minus, ƒ800,heer -gekost dan het op-
gebragt heeft.
De runderen, waarvan men zich ont
daan heeft, zijn in het najaar voor min
der -geld verkocht, dan zij in het voor
jaar aan koopprijs gekost hadden.
De paarden hébben slechts een vijfde
van den inkoopsprijs opgebragt.
Zelfs de schapen hebben meer aan
voeder gekost, dan dezelve opgebragt
hebben.
De gemeste vakens hebben, het Ne
derlandsche pond, meer dan een halve
gulden gekost, -en zijn tegen - 24 ver
kocht. Terwijl wij de ongunstige uit
komsten van het graan- en zaadgewas
bier boven gemeld hebben.
Doch, hoe ongunstig de tegenwoordi
ge staat van Eijerland ons ook moge
voorgekomen zijn, (en men moet erken
nen, dat dit meestal het geval -is bij alle
eerste ontginningen, behalve daar, waar
gelijk in de boschlanden van Amerika,
de grond door eene dikke laag teelaarde
voor langen tijd van overvloedige groei
kracht voorzien is) zoo wensdhen wij
niettemin van harte, dat de onderne
mers der bedijking en ontginning van
hetzelve, bij eindelijk-e uitkomst, in
hunne belangrijke onderneming naar
wensah mogen slagen. Wij wensdhen
zulks te meer, daar daze hunne belan
gen tegen geene andere belangen strij
den, maar -zoo wél voor den Staat in het
algemeen, als voor het eiland Texel in
het bijzonder, van het hoogste gewigt
zijn.
EINDE