edrijfsverenigiog zag terug op
goed jaar voor de boeren
Spaarrentetot
Jachthaven lokte watertoeristen
it flatmysterie
r
ral veehouderij
:esvol
MWm
feuilleton door Tom Lodewijk
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 12 februari 1974
ijkt steeds moeilijker te worden
jelangstclling voor vergaderin-
peil te houden. Dat geldt ook
;enkomsten op agrarisch gebied,
een opkomst van 50 personen
et slecht kan worden genoemd
ch duidelijk een symptoom van
minderde belangstelling als we
n, dat de jaarvergadering van
niging voor Bedrijfsvoorlichting
enkele jaren steeds zo'n 100
ellenden trok.
ft ijk, dat ook het feit, dat voor de
ergadering een wat specialis-
erwerp op de agenda stond ver-
opkomst wat heeft afgeremd.
in is het een zeer geanimeer-
dering geworden Een voordeel
vergaderen in een wat kleinere
dat dit de verstaanbaarheid
goede komt en het geheel daar-
iger verloopt.
Goed boerenjaar
openingswoord stelde voorzit-
1973 een goed boerenjaar"
Vooral in de veehouderijsector
e resultaten behaald. De Texel-
>uw kan hierin zijn partij goed
tter wees daarvoor naar de goe-
ktie van het melkvee, die mede
s door de zeer goede kwaliteit
Texelse ruwvoer. Speciaal met
Iroogkuilgras staan we aan de
n meende de heer Herweijer,
den is om te spreken van don-
itjlken b ven de groep van de
igen. Hij dacht hierbij nog niet
erste plaats aan de fooerenbe-
f
pnflas de heer Herweijer van me-
t de volksvertegenwoordiging
ildoende doordrongen was van
tg van de boerenstand Veel te
rdt er misbaar gemaakt als er
ca^aaldt- produkten overschotten
Spreker was van oordeel, dat
tg van een goede voedselvoor-
le eventuele kosten van over-
ruimsohóots waard is Met het
e wisselvalligheid van de op-
op boerenbedrijven is aan
;ten niet te ontkomen als men
^voorziening te allen tijde ge-
d wil zien.
ade over het Bestemmingsplan
Buitengebied en het Structuur-
-.ons eiland werd waardering
ken voor hen, die zich in de
roepen hadden ingezet om de
van de landbouw op ons ei-
trdedigen.
Verslagen
n jaarverslag memoreerde de
P. C. Bin de diverse aktivitei-
le Vereniging. Tot nu toe zijn
inter al drie voorlichtingsbij
en gehouden. Verder was er de
ïtie met het losmaken en het
van kuilgras.
financieel verslag bleek, dat
met een bedrag van ruim
was terug gelopen Dit werd
roorzaakt door de kosten die
i waren aan de receptie bij
id van voorlichter C. van Gro-
male lopende kosten konden
>rden betaald uit de ontvang-
t besloten werd de contributie
op hetzelfde bedrag te hand-
De bedrijfsvoorlichter Koolhof ging
hierna zeer uitvoerig in op de diverse
aktiviteiten van het afgelopen jaar. We
tippen hieruit een aantal za'ken aan.
Met de uitspraak, dat de kost voor de
baat uitgaat motiveerde de heer Kool
hof de grote inversteringen, die in het
afgelopen jaar door een aantal Texelse
veehouders zijn gedaan. De heer Kool
hof had hier vooral het oog op de bouw
van ligboxenstallen en het „bevolken"
van deze grote stallen. Spreker wees er
op, dat uitbreiding van het aantal stuks
melkvee in dit geval niet behoeft te be
tekenen, dat de veehouder het „zwaar
der" krijgt. In diverse gevallen blijkt,
dat de kapitaalsinvestering een flinke
besparing van de arbeid betekent.
Een verheugende zaak is, dat door de
rentesubsidie, die het Ontwikkelings-
en Saneringsfonds voor de landbouw in
deze gevallen geeft, de lasten aanmerke
lijk lichter worden. Het gemiddelde be
drag, waarover rentesubsidie wordt ge
geven was voor 91 bedrijven in Noord-
holland plm. /140.000,
Wat de ontwikkeling van de Texelse
bedrijven betreft dacht de heer Kool
hof, dat het aantal ondernemers op ons
eiland nog wel met zo'n 30 - 40°/o zou
teruglopen. Ook de heer Koolhof onder
streepte het .hoge peil van de Texels*e
bedrijven. Het feit, dat regelmatig
„overkantse" veehouders een kijkje ko
men nemen op Texel is daarvan een be
wijs. In het Structuurrapport voor de
Texelse landbouw voor de akkerbouw
bedrijven gedacht aan een minimale
grootte van 40 ha, voor de veehouderij
bedrijven aan 50 grootvee-eenheden en
voor de bloembollenteelt aan 3 - 4 ha
bloembollen.
De akkerbouw
Ook in 1973 kwamen weer diverse
gevallen van zure ziekte voor. Het blijkt
dat een gemiddeld grondmonster van
een geheel perceel in veel gevallen geen
juiste kijk geeft van de pH of zuurgraad
van de grond. Dit jaar is men er mee
begonnen om een aantail percelen pleks-
gewijs te bemonsteren. Daarbij bleek,
dat op een zelfde perceel plekken voor
komen, waar geen kalk nodig is, terwijl
op andere gedeelten 1 700 kg kalk per
ha nodig is Men hoort dit onderzoek
voort te zetten.
In 1973 is men begonnen om op een
aantal percelen wintertarwe in februari
het stikstofgehalte van de grond te be
palen. Op de goede gronden ds dat on
derzoek zeker van belang geweest. Op
de „armere" plaatgronden in polder Ei-
erland bleek de stikstofgift, die naar
aanleiding van het onderzoek werd ge
adviseerd te licht te zijn.
Plannen om ook dn 1973 een gedeelte
droogtegevoelige grond een diepe be
werking te geven konden door gebrek
aan belangstelling niet worden uitge
voerd.
De opbrengst van de suikerbieten liet
in een aantal gevallen te wensen over.
De heer Koolhof noemde als oorzaken
een minder goede opkomst, waarbij het
ras KW Poly ongunstig voor de dag
kwam. Verder werd er in een aantal ge
vallen te diep gezaaid. Het ligt dn de be
doeling hierover dit jaar proeven te ne
men. Tenslotte was er de droogteperio
de, die op een flink aantal percelen de
opbrengst flink heeft gedrukt Voor de
methode, waarbij bieten gezaaid worden
dn doodgespoten rogge zag spreker goe
de mogelijkheden.
Bij de teelt van aardappelen wordt
de „opslag" een steeds groter probleem.
Het dreigt het meest gevreesde „on
kruid" te worden op de akkerbouwbe
drijven.
Ieder jaar zijn er bij de teelt van
aardappelen teleurstellingen door het
optreden van veel beschadigingen en
ibij de teelt voor chips eveneens van „het
blauw". Bij de laatste afwijzing kan ver
hoging van de kaligift verbetering bren
gen.
De veehouderij
De heer Koolihof verwonderde zich
iedere keer weer over de zeer grote ver
schillen in produktie bij het melkvee.
Spreker was van oordeel, dat het voor
ieder bedrijf mogelijk was een produk-
tie van 5.000 kg, zo geen 5.500 kg melk
per koe te bereiken. In dit verband wees
de heer Koolhof op het belang van een
royale verstrekking van ruwvoer. In
nog een te groot aantal gevallen moest
hij constateren, dat de dieren om zo'n
uur of elf m de morgen met een lege bak
stonden
Wat de ruwvoederwinning betreft zijn
de verschillen ook dit seizoen weer zeer
groot. Als eerste oorzaak daarvoor zag
de heer Koolhof het te laat maaien van
het gewas. Een aanwijzing daarvoor is
het gehalte ruwe celstof. Naarmate dit
hoger is zijn zetmeelwaarde en het ge
halte verteerbaar ruw eiwit duidelijk
lager.
De heer Koolhof was van oordeel, dat
de methode van de rijkuilen de meest
gewenste was. In gevallen, waarin het
gras met de kraan of de grasvork op de
hoop wordt gebracht treedt eerder broei
op dan bij rijkuilen. Ook bij de pakjes-
kuilen had de heer Koolhof weer veel
gevallen gezien, waarbij reuk en smaak
van het gras te wensen overlieten. Om
het gevaar van het warm worden ofwel
de broei in de kuil te voorkomen zag
spreker voordelen in de methode van de
zelfvoedering. Hij meende te hebben ge
constateerd, dat op bedrijven, waar de
dieren het kuilgras zelf van de hoop ha
len broei minder optreedt. In dit ver
band werden de bedrijven van de heren
Rutten genoemd, waar met deze metho
de een produktie van 6.000 kg melk per
koe wordt behaald. De heer Koolhof
meende tevens, dat de kosten in dit ge
val aanmerkelijk lager zijn dan bij de
aanschaf van machines, die het kuilgras
los maken en transporteren.
Spreker was van mening, dat bij de
onderzochte kuilen met de hoogste zet
meelwaarde het gevaar bestaat, dat de
dieren te weinig structuurgevend voed
sel krijgen, omdat het gehalte ruwe cel-
stof te laag is.
De snijmaisteelt
Na de teleurstellende uitkomsten van
1972 heeft de snijmaisteelt in 1973 goe
de resultaten opgeleverd. Dit as vooral
te danken aan de betere weersomstan
digheden. Een vergelijking van de voe-
derwaarde van de snijmais op Texel met
die uit hetvasteland van Noordholland
leert, dat ons eiland ook dn dit opzicht
goed kan meekomen. Wel moeten we er
rekening mee houden, dat we met de op
brengsten niet tegen het zuiden van ons
land op kunnen.
De heer Koolhof wees op de noodzaak
van een zware bemesting voor de teelt
van snijmais. Wat de stikstof bemesting
betreft zal men moeten rekenen op 200
kg zuivere stikstof per bunder. In een
aantal gevallen zal ook aandacht moe
ten worden gegeven aan de magnesium
bemesting.
Het jaar 1973 heeft geleerd, dat een
late droogte in augustus-september voor
de snijmaisteelt ongunstig kan zijn Op
een stevig aantal percelen is daarvoor
een flinke oogstdepressie opgetreden.
Wat de rassenkeuze betreft meende
de heer Koolhof te moeten adviseren
tot de rassen LG 11, Capelle en Pioneer
131. Hij vroeg vooral belangstelling voor
het ras LG 11.
In 1973 waren er ook een aantal per
celen snijmais van het ras An jou 210.
Tijdens een herfststorm bleek, dat dit
ras na deze storm flink was gaan leve
ren, waardoor in een enkel geval één
derde gedeelte van het gewas op het
veld achterbleef.
Bestuursverkiezing
De voorzitter, de heer J. P. Herweijer
werd met vrijwel algemene stemmen
herkozen. In de plaats van de aftreden
de en niet-herkiesbare J. J. Hoedjes
werd de heer P J. J. Rutten als be
stuurslid gekozen.
Hierna volgde de pauze met erwten
soep en broodjes.
In een volgend nummer hopen we
verslag te geven van de inleiding van
de heer D. v. d. Wal, medewerker van
het consulentschap voor Plantenziekten
te Wageningen over de onkruid- en ge-
wasbestrijding met chemische middelen
en de daaraan verbonden bezwaren.
C. van Groningen
De rente, die wij vergoeden op spaargelden, loopt van I
5% voor dagelijks opvraagbare tegoeden, tot 9% voor
onze Vaste Termijn Spaarrekening (5 jaar vast) en onze
Spaarwinstbiljetten aan toonder.
Vraagt u eens bij een van onze kantoren naar
deze spaarmogelijkheden.
NEDERLANDSCHE MIDDENSTANDSBANK
OU DES CHILD Het aantal jachten Jat
Texel bezoekt is in Je afgelopen tien jaar
enorm gestegen. De grootste stijging valt te
bespeuren na Je in gebruikneming van Je
werkhaven in het voorjaar van 1973het
aantal jachten beJroeg Jat jaar 1263. In
1972 was Jit 784, in 1968 423 en in 1964
81. De pleziervaartuigen komen uit alle
hoeken van het lanJ. Ook brengen vele
Duitsers en Belgen Texel met hun jachten
een bezoek.
liep nijdig heen en weer toen
/erdwenen was. Zo'n vent de
njagen, alleen omdat ie jaren
maar hij wist geen andere
odra Jan van Tol politie rook,
i kaken sluiten als een oester.
l I tenminste gepraat. Hij zou 't
kken, van dat café en van
Freek. Je wist nooit hoe een
^Bas vangt.
bij Nel en die zag al aan
it dat het mis was.
f ?t jullie niet mee, hè? Dries-
opgebeld. Hij heeft dat grietje
je hoort nog wel van 'em.
maar, zei die, dat jij er niet
?raan gaat, dat zou een verto-
i
adelen njet verder, zei Martijn
Ik heb vanavond een vent
nou die kon me wel ver-
maar ik zie het niet zitten. Je
in de halve stad tegen je in 't
je bereikt niks.
rtijn in de put zat, zat hij
iou al es bij haar geweest? Ze
gt te zeggen wie ze bedoelde,
hij lusteloos, Driessen wel.
niet gek, zoals je weet, maar
i.
5 die vent die je vanavond
irman Dat vrouwtje is een
makkelijk; hij werkt overdag
*ls;rooes voelt zich een beetje
eenzaam Heeft vermoedelijk wel een
beetje aangepapt met de leuke buur
man. Hoeft niet serieus te zijn. Maar
die vent heeft al eens uit jaloezie ie
mand het ziekenhuis ingeslagen, tien
jaar geleden.
Goeie genade. hij zal toch wel
ééns volwassen zijn geworden? Hoe oud
is ie?
Ik schat vijfendertig, zo ongeveer.
Nou. en daarom.
Ach welnee. Maar je moet toch alles
nagaan? 't Zou toch kunnen.
Ben je al es bij haar buurman ge
weest?
Nel, jij zit nog altijd op je stokpaard
je. Je mag dat mens niet en je bent ro
mantisch. Stel je voor dat zij het gedaan
had!
Je zegt altijd dat je van iedereen alles
kunt verwachten en móet verwachten,
als politieman Niet het waarschijnlijke,
maar het onwaarschijnlijke!, gaf ze te
rug.
Als ik nou wist dat je onbevooroor
deeld was, zou ik je misschien serieus
nemen. En heb je nog een hartigheid je
voor me, en wat te drinken? Ik ben zo
droog als een snoek op zolder!
Koppenol zag de groene Morris voor
de deur staan toen hij langsreed en han
delde bij Intuïtie. Hij parkeerde zijn
wagentje een eind verderop en wandel
de naar het huis naast dat van Tillie van
Herwijnen.
Het was een ouderwets huis, met een
erker, waarin een Chinese vaas van an
derhalve meter hoogte aanduidde dat de
bewoner in de tropen had geleefd, als
het opschrift boven de villa „Senang",
dat al niet luide had verkondigd.
De naam: J.A.J. Bronkhorst, stond in
gouden letters op een zwarte glasplaat.
Koppenol belde, een ouderwetse kope
ren trekbel. De galm luidde door de
•gang.
■Hij zag een schaduw voor het gordijn.
Aan de deur wordt niet gekocht, dacht
hij vermaakt. Maar hij zag er toah niet
uit als een man met veters. De deur
zwaaide open en een korte dikke man
met een steenrood gezicht en brosge-
knipt haar stond op de drempel. Hij zei
mets, keek Martijn uitdagend aan.
Meneer Bronkhorst?
Die ben ik.
Zou ik u even mogen spreken? Mijn
naam is Koppenol.
Waar ds 't over?
Ik ben van de recherche.
Is er een bank beroofd? De oude heer
lachte dreunend om zijn grapje.
Nee meneer maar ik dacht dat we
het beter niet 'hier op de stoep konden
afhandelen.
Inderdaad, wat zouden de mensen wel
denken, een smeris op mijn stoep. Kom
maar binnen.
Martijn stapte binnen in een museum
van de verleden tijd. Bamboe kapstok,
geelgepunte palm, koperen paraplustan
daard, grote Indische dekenkist met een
felgekleurde sarong er op.
Ik zal even mijn vrouw waarschuwen,
zei J.A.J. Bronkhorst en liet Martijn
zonder complimenten in de hal staan.
Even later versoheen hij in de deur
opening en wenkte.
Kom d'r maar in.
Martijn werd toegelaten in de tegen
woordigheid van mevrouw Bronkhorst.
Zij was een statige, ietwat fletse dame,
maar haar uitermate beslist optreden
was daarmee in volslagen tegenspraak.
De heer Bronkhorst wekte de indruk,
dat hij alles en ieder de baas was, maar
dat dan wél buatenshuis.
Mijn man zegt, zei mevrouw Bronk
horst en gaf die woorden een beteke
nis alsof wat haar man zei van heel
weinig belang was mijn man zegt dat
u van de politie bent. Wat komt u doen?
Ik kom om een paar inlichtingen, me
vrouw.
Over?
Het gaat om eh- het sterfgeval van
meneer Nieuwolda, de man, de vroege
re man, van mevrouw 'hiernaast.
En? Wat hebben wij daarmee te ma
ken?
Dat weet je toch niet Adèle?, smeekte
meneer Bronkhorst.
Daarom vraag ik het.
Ik wil proberen het u uit te leggen,
mevrouw.
Wilt u niet gaan zitten? vroeg de heer
Bronkhorst, schichtig kijkend naar zijn
gade, die verwonderd de smalle wenk
brauwen optrok.
Martijn vond haar zéér interessant,
wist niet dat ze zó nog gemaakt werden.
En had het m edeli j den-van-de-man
voor J. A. J. Hoe zou hij heten? Job,
waarschijnlijk.
Johan, zou het niet beter zijn wanneer
jij nu even naar de bibliotheek ging om
die boeken terug te brengen?
Pardon mevrouw, zei Martijn, die niet
makkelijk werd geïntimideerd, vooral
niiet wanneer iemand dat trachtte te
doen. Ik zou het bijzonder op prijs stel
len, wanneer ik met u beiden kon spre
ken. Twee weten meer dan één.
Het was duidelijk te zien, dat me
vrouw deze stelling zeer aanvechtbaar
achtte. Martijn ging zonder complimen
ten zitten op de stoel, die Johan aarze
lend naar voren had geschoven.
Mevrouw, menéér, zei hij nadrukke
lijk, het lijkt me beter er geen doekjes
om te winden. Zoals u zult weten is me
neer Nieuwoldavermoord. Onze
taak is het uit te vinden, wie dat gedaan
heeft. Al moet de onderste steen boven.
Daartoe moeten we alles weten van alle
personen die er bij betrokken zijn.
U wilt toch niet insinueren, dat me
vrouw Van Herwijnen betrokken is bij
de moord op die persoon?
Ik insinueer niets, mevrouw. Me
vrouw Van Herwijnen ik zai haar
gemakshalve maar zo noemen, want zo
was ze wel algemeen bekend is er in
zoverre bij betrokken, dat hij haar man
was. Dat is, dacht ik, een zeer nauwe
betrékking.
In dit geval niet.
Zoals u het waarschijnlijk bedoelt, ze
ker niet. Hij glimlachte, maar ze bleef
hem ijskoud aanstaren met 'harde blau
we poppe-ogen.
Johan moest voor die mooie blauwe
ogen gevallen zijn, dacht Martijn, die er
een sport van maakte na te gaan: wat
zag die man in die vrouw? Hij had een
man gekend die een vrouw getrouwd
had om haar zielvolle ogen alléén om
later te merken dat ze hysterisch was.
Nou ja Adèle, waagde Johan, meneer
bedoelt natuurlijk.
Ze bevroor hem met haar blik.
(wordt vervolgd)