Opfok en ziektebestrijding
Willem Jansen
trouwt de freule
Zorg voor de kalveren blijft
aktuele zaak
De komende vakanties in de
Bondsrepubliek
LAND
BOUW
C. van Groningen
R.K. Gilde en
Plattelandsvrouwen
laehen om
geëmancipeerde vrouwen
Zon, maan en hoog water
Derde blad Texelse Courant, vrijdag 11 oktober 1974
én van de dingen, die me bij mijn
,lijf in Californië is opgevallen is,
de geboorte van een kalf een minder
ijpende gebeurtenis is dan op de
landse bedrijven het geval is.
voorjaarsvergaderingen, waar ook
[ouders aanwezig zijn gebeurt het
nog al eens, dat een veehouder
dt weg geroepen, omdat z'n vrouw
fonisch de boodschap doorgeeft, dat
en koe moet kalven. Als op de Ca-
■nische bedrijven het ter wereld
ïgen van een kalf evenveel aandacht
krijgen, dan zou dit waarschijnlijk
•kenen, dat de telefoon op een bij-
comst van veehouders roodgloeiend
staan. Het ter wereld brengen van
kalf is daar namelijk een vrijwel al-
tagse gebeurtenis. We kennen in Ca
me nl. geen „hoogtetijd" bij het af-
en van de koeien. Het afkalven van
coeien is vrijwel regelmatig over het
jaar verdeeld. Op een bedrijf met
■uim 300 dieren komt er dus prac-
iedere dag een kalf ter wereld Zo-
we al eerder hebben verteld zijn er
aantal bedrijven met zo'n 1.000
kkoeien en we kunnen dus stellen,
er op zo'n bedrijf iedere dag 2-3
-eren worden geboren,
meen, dat in het algemeen het eer
wat de veehouder ziet van de afkalf-
gheid het kalf zelf is. Op het bedrijf
we logeerden is het in de ander-
maand dat we er waren niet voor-
jmen, dat nachtelijke uren werden
eofferd om een koe bij het afkalven
ssisteren. Toch zijn er in die periode
>r wel zo'n 25 kalveren in de nacht
oren.
et afkalven gebeurde op heel veel
rijven in de loopruimte, waar de
koeien liepen. Op grotere be
kwam het wel voor, dat de
jdrachtige dieren apart werden ge-
Met het oog op het oplopen van een
netting vond men het nl. van belang
de koeien te laten afkalven op een
>on grasperceel. In de normele loop-
iten van de koeien is nl. geen gras-
et te vinden. In de zomer een zeer
fige ruimte en in de wintermaanden
ijls een „modderpoel". Begrijpelijk
dit niet de meest ideale plaats is om
kalf ter wereld te laten komen.
De eerste maanden
Holland krijgen in de koeienwereld
der en kind zelf geen ogenblik de
om met elkaar kennis te maken,
ra het kalf ter wereld is verdwijnt
naar een andere plaats. In Califor-
is het regel, dat moeder en kind in
r geval een etmaal van eikaars ge-
:hap kunen „genieten". Naar ik
n moeten we dat „genieten" vooral
iet kalf betrekken. Het kalf krijgt
ur lang de gelegenheid om de eerste
dermelk op te nemen. Door deskun-
n wordt er ook in ons land regelma-
ipgewezen om het jonge dier zo veel
.elijk „biest" te laten opnemen,
ia p d gebied mankeert er in ons land
wel het een en ander. Het kost in 't
meen wel enige moeite om het dier
erste dagen flink te laten drinken,
we vrezen, dat die moeite nog al
leidt tot het onvoldoende laten
ken van de eerste biest. Iedere vee-
der kan intussen wel weten van hoe
it belang de biest is voor het opbou-
van een weerstand tegen ziekten,
'e kunnen wel stellen, dat op vrijwel
r Californisch bedrijf de kalveren
lie 24 uur in een eenlingbox komen.
:ijd, dat ze in de eenlingbox blijven
eert van 2 weken tot 2 maanden,
daarna komen ze in koppeltjes van
a 10 stuks bij elkaar,
at de huisvesting in de eenlingbox
eft is er in Californië wel wat ver-
idenheid. In een flink aantal geval-
zijn de eenlingboxen „binnenshuis",
in een gesloten gebouw. Vooral
ie nieuwere bedrijven zijn dit zeer
moderne stallen. De jonge dieren staan
hier meermalen op een bodem van een
bepaald soort gaas.
Op enkele grotere bedrijven staan de
eenlingboxen echter in de openlucht.
We zagen op een paar grote bedrijven
wel zo'n 200 - 300 van deze openlucht
boxen. Een klein gedeelte van deze box
is dan overdekt, zodat de dieren in de
wintermaanden in ieder geval droog
kunnen liggen.
Onder de veehouders was een discus
sie gaande over de meest gewenste me
thode. Er waren veehouders, die „zwoe
ren" bij buitenligging, anderen meen
den, dat eenlingboxen in een gesloten
gebouw met voldoende ventilatiemoge-
lijkheid de voorkeur verdiende.
Voeding en
ziektebestrijding
Na de eerste dagen, waarin de kalve
ren de melk krijgen die nog niet lever
baar is, op vrijwel alle bedrijven de die-
ren net als in ons land werden opge
fokt met kunstmelk. Daarnaast wordt
na een paar weken al begonnen met het
geven van krachtvoer en wat hooi.
Op de meeste bedrijven wordt een
vrij ruim gebruik gemaakt van het toe
dienen van vitaminen- en antibiotica-
shots. Dit gebeurt altijd door de veehou
ders zelf.
Het toedienen van deze „medicijnen"
gebeurt vrijwel altijd omdat er een of
andere vorm van diarree optreedt.
Een punt, waarop de Californische
veefokker bedacht moet zijn is dat de
jonge dieren op warme dagen de moge
lijk hebben om de direkte zonnewarmte
te ontvluchten. Er moet in ieder geval
gelegenheid zijn in de schaduw te gaan
liggen. Tijdens ons verblijf op het be
drijf van mijn broer hebben we het op
een warme dag eenmaal meegemaakt,
dat een pasgeboren kalf, dat niet direkt
werd opgemerkt in de gloeiend hete cor
ral door „verdroging" om het leven
kwam.
Ziektebestrijding
bij de oudere dieren
De in Holland zeer gevreesde kop-
ziekte leek in Californië niet voor te
komen. Dat is wel te verklaren, Kop-
ziekte komt in ons land vooral voor in
voorjaar en herfst. Onder omstandighe
den, die in Californië in feite niet voor
komen, nl. het opnemen van vochtig,
eiwitrijk en kalirijk gras bij over het
algemeen lage temperaturen.
Opvallend was verder, dat er duide
lijk minder poot- en klauwgebreken
voorkwamen dan onder de Hollandse
koeien Verder was het aantal dieren
met een doorgezakt uier veel kleiner
dan in ons land.
Een ziekte, die wel voorkwam was de
melkziekte. Deze ziekte treedt meestal
op direkt na het afkalven van de koeien.
In Californië wordt bij het optreden van
melkziekte de hulp van de dierenarts
niet ingeroepen. Iedere Californische
veehouder verstaat de kunst om de be
handeling, die nodig is bij het optreden
van melkziekte zelf uit te voeren. Daar
door zie je op de Californische bedrij
ven maar hoogst zelden de dierenarts
verschijnen. Op mijn vraag om de Cali
fornische dierenarts zich hierdoor niet
benadeeld voelde was het antwoord:
„Helemaal niet! Hij houdt zich veel lie
ver uitsluitend bezig met de behande
ling van de „echte" huisdieren, zoals
honden en katten en andere buitennissi-
ge dieren, die ook steeds meer als huis
dier worden gehouden".
In vergelijking met de wijze, waarop
onze moeders en grootmoeders hun pas
geboren spruiten het eerste halfjaar
verzorgden en de manier, waarop de te
genwoordige moeders hetdoen komen
enorme verschillen aan het licht. In het
bijzonder bij de voeding. Jonge moeders
van zo'n 50 jaar geleden zouden waar
schijnlijk met schrik aanzien wat de
jonge moeder van thans babies van een
paar maanden durven voor te schotelen.
Ik geloof, dat het verantwoord is om
de stijging van de gemiddelde leeftijd
in ons land voor een flink deel op reke
ning te zetten van de betere zorg van
het jonge kind. Het optrekken van die
gemiddelde leeftijd is immers voor een
zeer groot deel het gevolg van een ster
ke afname van de kindersterfte.
Naast de betere voeding is er de toe
genomen zorg voor het tegengaan van
ziekten. Voor zover de voeding daar al
niet aan meewerkt is er de rechtstreek
se zorg via inentingen. Voordat de kleu
ter de kleuterschoolleeftijd heeft be
reikt, heeft hij als regel al enkele malen
kennis gemaakt met „prikjes" van dok
ters of verpleegsters.
Hoe bij het jonge dier?
Is dezelfde ontwikkeling ook te zien
bij de opfok van het jonge dier? Is er
bijvoorbeeld bij het grootbrengen van
het kalf eenzelfde vooruitgang te zien
als bij het kind? Vermoedelijk zal geen
tegenspraak komen als ik de stelling po
neer, dat de vooruitgang geboekt in het
voorkomen van ziekten en sterfte bij de
opfok van kalveren, in de laatste vijftig
jaar veel geringer is dan bij kinderen.
Het aantal kalveren, dat bij de ge
boorte of in de eerste week sterft, is
nog altijd vrij groot. De mankementen,
waarmee men de eerste maanden van
de opfok heeft te kampen zijn er nog
altijd. En in veel gevallen blijven de
moeilijkheden niet tot de eerste maan
den beperkt. Ook dit jaar zijn er op ons
eiland weer een aantal bedrijven, waar
de dieren op een leeftijd van een half
jaar een flinke groeiremming en in en
kele gevallen zelfs een flinke terugslag
krijgen als gevolg van „ziekten". Bij
deze „ziekten" speelt vooral de aantas
ting door parasieten een grote rol.
Zonder nu te willen beweren, dat er
op korte termijn eenzelfde vooruitgang
kan worden bereikt als in de loop van
de laatste vijftig jaar bij de jonge kin
deren, meen ik toch wel, dat er met
enige zorg veel kan worden verbeterd.
De eerste maanden
Wat de voeding in de eerste paar
maanden betreft meen ik te mogen zeg
gen, dat dit niet het zwakste punt is.
Wel geloof ik, dat het van belang zou
zijn als er nog wat meer werk van zou
worden gemaakt om het jonge dier vol
doende biest te laten opnemen. Zie voor
dit punt ook een artikeltje over de op
fok van de kalveren in Californië.
UILLETON
INLEIDING
'had deelgenomen aan een begra-
iplechtigheid op het intieme, door
bomen overschaduwde kerkhof
Groenhoven. Het was een zaken-
ie van de firma, waarvoor ik werk-
kende niemand van de aanwezi-
en toen de plechtigheid was afge-
n had ik nog twee volle uren, voor
wem eitje stopte aan het station van
irthoven.
ever dan in de Klimmende Leeuiw
ijd stuk te slaan met een glas bier
e krant van gisteren, besloot ik nog
te vertoeven in de schaduw van de
ge eiken op de dodenakker,
ngzaam wandelde ik langs de gra
niet hun soms alledaagse, soms aan-
lende opschriften. Opeens bleef ik
i voor een grote arduinsteen. Onder
[ebeitelde palmtak las ik:
HIER RUSTEN IN GOD
WILLEM JANSEN
1855—1925
en
CONSTANCE MARIETTE
CNOOP VAN HAERSMA
tmbachtsvrouwe v. Groenhoven
1861—1924
Hun nagedachtenis wordt
gezegend door een dankbare
bevolking,
bleef getroffen staan,
ee namen: twee werelden.
Hoe waren Willem Jansen en Con
stance, de Ambachtsvrouwe van Groen
hoven, somengekomen? Mijn romanti
sche geest begon een verhaal op te bou
wen op ie thvee namen, toen ik opeens
de droge kuch van de vergrijsde dood
graver hoorde
„Ja heerschap", zei hij, „zo hebben
d'r wel meer gestaan als jij. Bij het graf
van meneer Willem en de freule. Een
wonderlijk span. En hoe ze bij mekaar
gekommen bennen
Ik voelde naar mijn sigarenkoker. Ik
had geen fantasie nodig, ik zou de feiten
horen. Want dat er een romance achter
stak, dat werd me door de woorden
van de oude man duidelijk.
Hij accepteerde de sigaar met een
dankbaar gegrom en stopte hem in z'n
pet. „Voor zondag", zei hij „door de
week pruim ik altijd, 't Staat ook niet,
heerschap, roken op hei kerkhof. Net of
je je d'r niks van antrekt".
Er zat wat in, gaf ik toe, en leidde
het gesprek handig op meneer Willem
en de freule terug. Het was heerlijk zo
merweer, vlak bij ons noodde een rus
tieke bank tot, zij het wat ongemakke
lijk, zitten. Bloesems van een kastanje
boom dwarrelden voor onze voeten. Een
merel zong zijn hoogste lied. Deze do
denakker iwas voor dé levenden een wa
re lusthof, deze omgeving was zwoel
van romantiek.
De oude baas had blijkbaar tijd ge
noeg, en maakte kennelijk graag een
praatje. En zo zette ik mij om het ver
haal te horen, hoe Willem J ansen
trouwde met freule Constance. En ik
moet bekennen, dat ik me tenslotte in
't zweet heb moeten lopen om m'n trein
te halen, want ik vergat de tijd.
Het was een wonderlijk verhaal en
omdat het voor u allen te veel moeite
zou zijn, naar Groenhoven te sporen en
te proberen, de oude doodgraver nog
eens aan het vertellen té krijgen, heb ik
het voor u opgeschreven. Ik hoop dat
het u evenzeer boeit als mij.
HOOFDSTUK 1
Alleen voor de betere standen
„Wanneer wij hiermee beginnen, is
het hék van de dam", verklaarde me
vrouw Sangster, de vrouw van de no
taris. „Dan krijgen we morgen Rietje
van Bos de kruidenier en Doortje van
de notarisklerk. Dan is 't eigen karak
ter", en ze legde een volle, brouwende
nadruk op deze beide woorden, „van
onze club verlóren, dames". En haar
blik zocht als om goedkeuring die van
freule Constance, de presidente, die zeer
geresreveerd, zeer ongenaakbaar, aan
het hoofd van de tafel zat in het „pa
viljoen" naast de tennisbaan.
„Het maakt nog wel enig verschil"
bracht bescheiden de bankdirecteur
Hermans in het midden. Hij was in zijn
hart afkerig van die standsbegrippen
Maar de echtgenoten van deze dames
waren zijn cliënten, de freule kon hij
niet tegen zich in het 'harnas jagen, een
concurrerende bankinstelling was al
met een „zitdag" in Groenhoven begon
nen en Hermans kon zich niet veroor
loven, relaties te verliezen door ruzies
in de tennisclub! Hij was de enige man
in het bestuur, hij beheerde de pennin-
Naar ik meen kan er ook op het punt
van de huisvesting in de eerste weken
nog wel een en ander worden verbeterd.
Over die huisvesting komt ook iets te
staan in de reeks artikelen over Califor
nië. Ik kan nu reeds zeggen, dat men
voor de eerste levensweken sterk de
voorkeur geeft aan eenlingboxen.
Het zwakke punt:
de weidetijd
Het kwaad wordt vooral aangericht
in de weideperiode. Nog steeds is men
er te weinig van doordrongen, dat de
kalveren heel andere eisen aan de be
weiding stellen dan de oudere dieren.
Men kan beslist niet zeggen, dat de be
weiding in orde is als ze in een wei met
een flinke snede mals gras lopen.
Als dit nl. een weide is, waar het laat
ste gras is gebruikt door koeien of pin
ken, dan kan er onder en in die flinke
snede gras een vijand verborgen zitten,
die de kalveren in enkele weken van
een goede conditie terugbrengt in een
armzalige toestand.
De grootste belagers zijn wel de long
wormen. Uit onderzoek van mestmon-
sters is aangetoond, dat er als gevolg
van een onjuiste beweiding op een aan
tal bedrijven dit „kwaad" weer optreedt.
Als blijkt, dat het zo ver is, is het zaak
om de dierenarts direkt te vragen om
de dieren door een inspuiting van deze
vijanden af te helpen.
Uit praktijkgevallen blijkt, dat bij
een goede beweiding een besmetting
met longwormen sterk kan worden terug
gedrongen. Dit geldt nog sterker voor
de aantasting met maag- en darmworm-
parasieten.
Het blijkt echter voor heel veel vee
houders een bijna onmogelijke opgave
te zijn om die „goede beweiding" toe te
passen.
Het lijkt ons daarom gewenst, dat het
aantal bedrijven, dat gaat kiezen voor
een voorbehoedende vaccinatie tegen
longwormen groter wordt. Die inenting
moet plaats hebben op een leeftijd van
zes weken. Een maand later volgt een
tweede vaccinatie. Na deze tweede be
handeling moeten de dieren nog twee
weken op stal worden gehouden. Dit
betekent dus, dat de kalveren plm. 3
maanden oud zijn voordat ze in de wei
kunnen worden gelaten. Hoewel het ze
ker geen goedkope behandeling is me
nen we toch, dat de kosten ruimschoots
verantwoord zijn. Dit kan onder meer
blijken uit het feit, dat op de kalverop-
fokbedrijven in Noordbrabant de kalve
ren vrij algemeen deze inenting tegen
longwormlarven krijgen.
Op uitnodiging van het R.K. Vrou
wengilde en de Ned. Bond van Platte
landsvrouwen afdeling Texel, treden
woensdagavond 16 oktober om acht uur
in de Burgemeester De Koninghal met
hun „Two-Women-show" op, twee ge-
emancipeerde vrouwen bij uitstek: Loes
van Keeken uit Limmen en Coos Joosse
uit Bakkum.
Beide boenen 's morgens en zingen 's
avonds. Zij worden bijgestaan door Gré
(piano) en Chris (contra-bas) van de
Burgh uit Bakkum en door de jongste
zoon van Coos, Dirk Joosse, floormana
ger en chauffeur op de vele tournees
die deze ondernemende cabaretières al
sinds 1965 door Nederland maken. Het
tweetal trekt volle zalen en gaf onlangs
nog een voorstelling in het Amsterdam
se Concertgebouw. Coos Joosse, die ze
ven jaar presidente van de Ver. van
Huisvrouwen in Castncum is geweest,
hoopt, dat hun voorbeeld zal worden
gevolgd, want „dan doen de vrouwen
eens wat en kunnen zij zien hoe leuk
het leven van een huisvrouw kan zijn!"
Voor de Two Women Show zijn ook
de andere vrouwenverenigingen op
Texel uitgenodigd, en mogen zij op hun
beurt hun huisgenoten, vrienden en
kennissen meenemen. Een kleine ver
goeding voor het bijwonen van de avond
wordt wel gevraagd.
De zon komt 13 oktober op om 7.00
uur en gaat onder om 17.52 uur; 16 ok
tober op om 7.05 uur en onder om 17.45
uur.
Maan: 15 okt. N.M.; 23 okt. E.K.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
Vrijdag 11 oktober 3.07 en 16.21
Zaterdag 12 oktober 4 .49 en 18.04
Zondag 13 oktober 6.20 en 19.25
Maandag 14 oktober 7.35 en 20.26
Dinsdag 15 oktober 8.32 en 21.13
Woensdag 16 oktober 9.20 en 21.50
Donderdag 17 oktober 9.58 en 22.21
Vrijdag 18 oktober 10.29 en 22.47
Zaterdag 19 oktober 10.56 en 23,13
Aan het strand is het ongeveer een
uur eerder hoog water.
Laag water valt gemiddeld 6.15 uur
na hoog water.
Hieronder volgen de perioden die in de Duitse Bondsrepubliek zijn vastge
steld voor de herfstvakantie 1974, de kerstvakantie 1974-'75 en de paasvakan
tie 1975:
kerstmis '74
pasen '75
Baden-Wtirttemberg
23-12—11-1
22-3—7-4
Beieren
23-12—11-1
24-3—5-4
Berlijn
23-12— 6-1
10-3—1-4
Bremen
23-12— 7-1
10-3—1-4
Hamburg
23-12— 4-1
10-3—1-4
Hessen
23-12— 8-1
17-3—8-4
Nedersaksen
21-12— 6-1
12-3—1-4
Nordrhein-Westfalen
23-12— 8-1
24-3-12-4
Rheinland-Pfalz
23-12— 6-1
12-3—2-4
Saarland
12-12— 6-1
17-3—7-4
De data van de pinkster-,
de zomer- en de herfstvakantie in 1975 zijn als volgt:
pinkster '75
zomer '75
herfst '75
Baden-Württemberg
17-5—20-5
3-7—16-8
17-10—30-10
Beieren
20-5—31-5
24-7—19-9
31-10
Berlijn
17-5—20-5
26-6— 9-8
27-10— 3-11
Bremen
-20-5
26-6— 9-8
6-10—11-10
Hamburg
23-6— 2-8
29- 9-18-10
Hessen
17-5—20-5
19-6— 2-8
Nedersaksen
17-5—20-5
26-6— 6-8
29- 9-11-10
Nordrhein-Westfalen
17-5—20-5
17-7—30-8
20-10—23-10
Rheinland-Pfalz
17-5—20-5
16-6—26-7
6-10—14-10
Saarland
16-6—30-7
6-10—11-10
1 en 2 november (zaterdag en zondag) sluiten daarop aan.
gen. De heren waren lid en speelden
mee, maar lieten het bedisselen graag
aan de dames over. Zij achtten zo'n
tennisclub met andere instellingen als
het bestuur van de bewaarschool en de
organisatie van het koninginnefeest, de
ideale uitlaatkleppen voor vrouwelijke
aktiviteit. Wat zou een vrouw van an
dere zaken iweten?
Freule Constance 'had de opmerking
van de bankdirecteur gehoord en achtte
het noodzakelijk, haar mening -te doen
kennen.
Bedoelt u, meneer Hermans", vroeg
ze, „dat (het feit dat de man geld heeft
verschil maakt? Dat is wel een uiter
mate zakelijk standpunt, maar dit is
geen zakelijk probleem, nietwaar?"
„Nee", viel mevrouw Bas-Piekema in
„Rang en stand koop je niet met geld".
Mevrouw Bas zei het zonder te blo
zen. Vader Piek erna was een boer ge
weest, die de klompen alleen uittrok om
naar de kerk te gaan, maar hij had een
bom duiten. En de steenfabrikant Bas,
die vrijwel aan de grond zat, had de
séherpe tong van Dieuwertje graag op
de koop toe genomen. Nu zat zij in
Groenhoven en Dieuwertje, behorend
tot de notabele figuren, was vergeten
hoe ze 's morgens vroeg al onder de
koeien had gezeten, had zidh een rollen
de r aangeschaft, die op sommige men
sen de indruk van deftigheid maakte, en
toode zich een warm voorvechtster van
de aloude, gevestigde standsbegrippen.
Ze was, wat dat betreft, nog aristocra-
tischer dan de freule zelf.
Het punt van discussie was het ver
zoek van de heer W. Jansen, huize Casa
Cara, alhier, om toelating van zijn drie
dochters tot de Groenhovense tennis
club.
Het was de enige mogelijkheid, die
voor deze meisjes openstond, aan sport
te doen, hoewel men ze reeds op de fiets
had gezieneen aanstootgevend
schouwspel, vond mevrouw Sangster,
die zich altijd liet rijden.
De brief had een warme discussie
ontketend. Van de aanvang af waren
allen het er over eens, dat het antwoord
afwijzend moest zijn. Zoiets voelde je
bij intuïtie, had mevrouw Bas ver
klaard. Want Willem was maar niet ge-
iwoon een rijk geworden man, die zich
in Groenhoven was komen vestigen!
Op „het Huis", zoals het buiten van
de freule beleefdheidshalve werd ge
noemd, was de oude Jacob Jansen tuin
knecht geweest, en had, petje in de
hand, bij de deur gestaan als de „oude
freule" de kas binnenkwam om naar
haar lievelingsbloemen te kijken. Een
beste, trouwe knecht was Jacob Jansen
geweest, een man die zijn plaats wist.
De zoon, Willem, was een deugniet. De
oude freule was zo goed geweest Jacob
mede te delen, dat hij zijn zoon maar
voo:r tuinman moest opleiden. Dan kon
Willem misschien later ook op het Huis
komen werken. Merkwaardig genoeg
had dit aanbod de jonge Willem niet
toegelachen.
Op z'n elfde jaar kwam hij van school
en vader Jacob was niet makkelijk. Wil
lem moest mee naar de tuin, werd, petje
in de hand, aan de freule voorgesteld,
die zei dat hij een voorbeeld aan zijn
vader moest nemen wat ijver, plichts
betrachting en beleefdheid betrof, dan
zou er uit hem een goede tuinman
groeien. Op dat ogenblik was een lang
benig meisje in een glanzendwitte jurk
binnengekomen, had zonder acht te
slaan op de tuinman en diens zoon, de
aandacht van haar moeder gevraagd
voor een handwerkje, waarmee ze be
zig iwas, en wierp alleen bij het weg
gaan uit haar grote grijze ogen een blik
op de jonge Willem.
(wordt vervolgd)