Opfok en ziektebestrijding Willem Jansen trouwt de freule Zorg voor de kalveren blijft aktuele zaak De komende vakanties in de Bondsrepubliek LAND BOUW C. van Groningen R.K. Gilde en Plattelandsvrouwen laehen om geëmancipeerde vrouwen Zon, maan en hoog water Derde blad Texelse Courant, vrijdag 11 oktober 1974 én van de dingen, die me bij mijn ,lijf in Californië is opgevallen is, de geboorte van een kalf een minder ijpende gebeurtenis is dan op de landse bedrijven het geval is. voorjaarsvergaderingen, waar ook [ouders aanwezig zijn gebeurt het nog al eens, dat een veehouder dt weg geroepen, omdat z'n vrouw fonisch de boodschap doorgeeft, dat en koe moet kalven. Als op de Ca- ■nische bedrijven het ter wereld ïgen van een kalf evenveel aandacht krijgen, dan zou dit waarschijnlijk •kenen, dat de telefoon op een bij- comst van veehouders roodgloeiend staan. Het ter wereld brengen van kalf is daar namelijk een vrijwel al- tagse gebeurtenis. We kennen in Ca me nl. geen „hoogtetijd" bij het af- en van de koeien. Het afkalven van coeien is vrijwel regelmatig over het jaar verdeeld. Op een bedrijf met ■uim 300 dieren komt er dus prac- iedere dag een kalf ter wereld Zo- we al eerder hebben verteld zijn er aantal bedrijven met zo'n 1.000 kkoeien en we kunnen dus stellen, er op zo'n bedrijf iedere dag 2-3 -eren worden geboren, meen, dat in het algemeen het eer wat de veehouder ziet van de afkalf- gheid het kalf zelf is. Op het bedrijf we logeerden is het in de ander- maand dat we er waren niet voor- jmen, dat nachtelijke uren werden eofferd om een koe bij het afkalven ssisteren. Toch zijn er in die periode >r wel zo'n 25 kalveren in de nacht oren. et afkalven gebeurde op heel veel rijven in de loopruimte, waar de koeien liepen. Op grotere be kwam het wel voor, dat de jdrachtige dieren apart werden ge- Met het oog op het oplopen van een netting vond men het nl. van belang de koeien te laten afkalven op een >on grasperceel. In de normele loop- iten van de koeien is nl. geen gras- et te vinden. In de zomer een zeer fige ruimte en in de wintermaanden ijls een „modderpoel". Begrijpelijk dit niet de meest ideale plaats is om kalf ter wereld te laten komen. De eerste maanden Holland krijgen in de koeienwereld der en kind zelf geen ogenblik de om met elkaar kennis te maken, ra het kalf ter wereld is verdwijnt naar een andere plaats. In Califor- is het regel, dat moeder en kind in r geval een etmaal van eikaars ge- :hap kunen „genieten". Naar ik n moeten we dat „genieten" vooral iet kalf betrekken. Het kalf krijgt ur lang de gelegenheid om de eerste dermelk op te nemen. Door deskun- n wordt er ook in ons land regelma- ipgewezen om het jonge dier zo veel .elijk „biest" te laten opnemen, ia p d gebied mankeert er in ons land wel het een en ander. Het kost in 't meen wel enige moeite om het dier erste dagen flink te laten drinken, we vrezen, dat die moeite nog al leidt tot het onvoldoende laten ken van de eerste biest. Iedere vee- der kan intussen wel weten van hoe it belang de biest is voor het opbou- van een weerstand tegen ziekten, 'e kunnen wel stellen, dat op vrijwel r Californisch bedrijf de kalveren lie 24 uur in een eenlingbox komen. :ijd, dat ze in de eenlingbox blijven eert van 2 weken tot 2 maanden, daarna komen ze in koppeltjes van a 10 stuks bij elkaar, at de huisvesting in de eenlingbox eft is er in Californië wel wat ver- idenheid. In een flink aantal geval- zijn de eenlingboxen „binnenshuis", in een gesloten gebouw. Vooral ie nieuwere bedrijven zijn dit zeer moderne stallen. De jonge dieren staan hier meermalen op een bodem van een bepaald soort gaas. Op enkele grotere bedrijven staan de eenlingboxen echter in de openlucht. We zagen op een paar grote bedrijven wel zo'n 200 - 300 van deze openlucht boxen. Een klein gedeelte van deze box is dan overdekt, zodat de dieren in de wintermaanden in ieder geval droog kunnen liggen. Onder de veehouders was een discus sie gaande over de meest gewenste me thode. Er waren veehouders, die „zwoe ren" bij buitenligging, anderen meen den, dat eenlingboxen in een gesloten gebouw met voldoende ventilatiemoge- lijkheid de voorkeur verdiende. Voeding en ziektebestrijding Na de eerste dagen, waarin de kalve ren de melk krijgen die nog niet lever baar is, op vrijwel alle bedrijven de die- ren net als in ons land werden opge fokt met kunstmelk. Daarnaast wordt na een paar weken al begonnen met het geven van krachtvoer en wat hooi. Op de meeste bedrijven wordt een vrij ruim gebruik gemaakt van het toe dienen van vitaminen- en antibiotica- shots. Dit gebeurt altijd door de veehou ders zelf. Het toedienen van deze „medicijnen" gebeurt vrijwel altijd omdat er een of andere vorm van diarree optreedt. Een punt, waarop de Californische veefokker bedacht moet zijn is dat de jonge dieren op warme dagen de moge lijk hebben om de direkte zonnewarmte te ontvluchten. Er moet in ieder geval gelegenheid zijn in de schaduw te gaan liggen. Tijdens ons verblijf op het be drijf van mijn broer hebben we het op een warme dag eenmaal meegemaakt, dat een pasgeboren kalf, dat niet direkt werd opgemerkt in de gloeiend hete cor ral door „verdroging" om het leven kwam. Ziektebestrijding bij de oudere dieren De in Holland zeer gevreesde kop- ziekte leek in Californië niet voor te komen. Dat is wel te verklaren, Kop- ziekte komt in ons land vooral voor in voorjaar en herfst. Onder omstandighe den, die in Californië in feite niet voor komen, nl. het opnemen van vochtig, eiwitrijk en kalirijk gras bij over het algemeen lage temperaturen. Opvallend was verder, dat er duide lijk minder poot- en klauwgebreken voorkwamen dan onder de Hollandse koeien Verder was het aantal dieren met een doorgezakt uier veel kleiner dan in ons land. Een ziekte, die wel voorkwam was de melkziekte. Deze ziekte treedt meestal op direkt na het afkalven van de koeien. In Californië wordt bij het optreden van melkziekte de hulp van de dierenarts niet ingeroepen. Iedere Californische veehouder verstaat de kunst om de be handeling, die nodig is bij het optreden van melkziekte zelf uit te voeren. Daar door zie je op de Californische bedrij ven maar hoogst zelden de dierenarts verschijnen. Op mijn vraag om de Cali fornische dierenarts zich hierdoor niet benadeeld voelde was het antwoord: „Helemaal niet! Hij houdt zich veel lie ver uitsluitend bezig met de behande ling van de „echte" huisdieren, zoals honden en katten en andere buitennissi- ge dieren, die ook steeds meer als huis dier worden gehouden". In vergelijking met de wijze, waarop onze moeders en grootmoeders hun pas geboren spruiten het eerste halfjaar verzorgden en de manier, waarop de te genwoordige moeders hetdoen komen enorme verschillen aan het licht. In het bijzonder bij de voeding. Jonge moeders van zo'n 50 jaar geleden zouden waar schijnlijk met schrik aanzien wat de jonge moeder van thans babies van een paar maanden durven voor te schotelen. Ik geloof, dat het verantwoord is om de stijging van de gemiddelde leeftijd in ons land voor een flink deel op reke ning te zetten van de betere zorg van het jonge kind. Het optrekken van die gemiddelde leeftijd is immers voor een zeer groot deel het gevolg van een ster ke afname van de kindersterfte. Naast de betere voeding is er de toe genomen zorg voor het tegengaan van ziekten. Voor zover de voeding daar al niet aan meewerkt is er de rechtstreek se zorg via inentingen. Voordat de kleu ter de kleuterschoolleeftijd heeft be reikt, heeft hij als regel al enkele malen kennis gemaakt met „prikjes" van dok ters of verpleegsters. Hoe bij het jonge dier? Is dezelfde ontwikkeling ook te zien bij de opfok van het jonge dier? Is er bijvoorbeeld bij het grootbrengen van het kalf eenzelfde vooruitgang te zien als bij het kind? Vermoedelijk zal geen tegenspraak komen als ik de stelling po neer, dat de vooruitgang geboekt in het voorkomen van ziekten en sterfte bij de opfok van kalveren, in de laatste vijftig jaar veel geringer is dan bij kinderen. Het aantal kalveren, dat bij de ge boorte of in de eerste week sterft, is nog altijd vrij groot. De mankementen, waarmee men de eerste maanden van de opfok heeft te kampen zijn er nog altijd. En in veel gevallen blijven de moeilijkheden niet tot de eerste maan den beperkt. Ook dit jaar zijn er op ons eiland weer een aantal bedrijven, waar de dieren op een leeftijd van een half jaar een flinke groeiremming en in en kele gevallen zelfs een flinke terugslag krijgen als gevolg van „ziekten". Bij deze „ziekten" speelt vooral de aantas ting door parasieten een grote rol. Zonder nu te willen beweren, dat er op korte termijn eenzelfde vooruitgang kan worden bereikt als in de loop van de laatste vijftig jaar bij de jonge kin deren, meen ik toch wel, dat er met enige zorg veel kan worden verbeterd. De eerste maanden Wat de voeding in de eerste paar maanden betreft meen ik te mogen zeg gen, dat dit niet het zwakste punt is. Wel geloof ik, dat het van belang zou zijn als er nog wat meer werk van zou worden gemaakt om het jonge dier vol doende biest te laten opnemen. Zie voor dit punt ook een artikeltje over de op fok van de kalveren in Californië. UILLETON INLEIDING 'had deelgenomen aan een begra- iplechtigheid op het intieme, door bomen overschaduwde kerkhof Groenhoven. Het was een zaken- ie van de firma, waarvoor ik werk- kende niemand van de aanwezi- en toen de plechtigheid was afge- n had ik nog twee volle uren, voor wem eitje stopte aan het station van irthoven. ever dan in de Klimmende Leeuiw ijd stuk te slaan met een glas bier e krant van gisteren, besloot ik nog te vertoeven in de schaduw van de ge eiken op de dodenakker, ngzaam wandelde ik langs de gra niet hun soms alledaagse, soms aan- lende opschriften. Opeens bleef ik i voor een grote arduinsteen. Onder [ebeitelde palmtak las ik: HIER RUSTEN IN GOD WILLEM JANSEN 1855—1925 en CONSTANCE MARIETTE CNOOP VAN HAERSMA tmbachtsvrouwe v. Groenhoven 1861—1924 Hun nagedachtenis wordt gezegend door een dankbare bevolking, bleef getroffen staan, ee namen: twee werelden. Hoe waren Willem Jansen en Con stance, de Ambachtsvrouwe van Groen hoven, somengekomen? Mijn romanti sche geest begon een verhaal op te bou wen op ie thvee namen, toen ik opeens de droge kuch van de vergrijsde dood graver hoorde „Ja heerschap", zei hij, „zo hebben d'r wel meer gestaan als jij. Bij het graf van meneer Willem en de freule. Een wonderlijk span. En hoe ze bij mekaar gekommen bennen Ik voelde naar mijn sigarenkoker. Ik had geen fantasie nodig, ik zou de feiten horen. Want dat er een romance achter stak, dat werd me door de woorden van de oude man duidelijk. Hij accepteerde de sigaar met een dankbaar gegrom en stopte hem in z'n pet. „Voor zondag", zei hij „door de week pruim ik altijd, 't Staat ook niet, heerschap, roken op hei kerkhof. Net of je je d'r niks van antrekt". Er zat wat in, gaf ik toe, en leidde het gesprek handig op meneer Willem en de freule terug. Het was heerlijk zo merweer, vlak bij ons noodde een rus tieke bank tot, zij het wat ongemakke lijk, zitten. Bloesems van een kastanje boom dwarrelden voor onze voeten. Een merel zong zijn hoogste lied. Deze do denakker iwas voor dé levenden een wa re lusthof, deze omgeving was zwoel van romantiek. De oude baas had blijkbaar tijd ge noeg, en maakte kennelijk graag een praatje. En zo zette ik mij om het ver haal te horen, hoe Willem J ansen trouwde met freule Constance. En ik moet bekennen, dat ik me tenslotte in 't zweet heb moeten lopen om m'n trein te halen, want ik vergat de tijd. Het was een wonderlijk verhaal en omdat het voor u allen te veel moeite zou zijn, naar Groenhoven te sporen en te proberen, de oude doodgraver nog eens aan het vertellen té krijgen, heb ik het voor u opgeschreven. Ik hoop dat het u evenzeer boeit als mij. HOOFDSTUK 1 Alleen voor de betere standen „Wanneer wij hiermee beginnen, is het hék van de dam", verklaarde me vrouw Sangster, de vrouw van de no taris. „Dan krijgen we morgen Rietje van Bos de kruidenier en Doortje van de notarisklerk. Dan is 't eigen karak ter", en ze legde een volle, brouwende nadruk op deze beide woorden, „van onze club verlóren, dames". En haar blik zocht als om goedkeuring die van freule Constance, de presidente, die zeer geresreveerd, zeer ongenaakbaar, aan het hoofd van de tafel zat in het „pa viljoen" naast de tennisbaan. „Het maakt nog wel enig verschil" bracht bescheiden de bankdirecteur Hermans in het midden. Hij was in zijn hart afkerig van die standsbegrippen Maar de echtgenoten van deze dames waren zijn cliënten, de freule kon hij niet tegen zich in het 'harnas jagen, een concurrerende bankinstelling was al met een „zitdag" in Groenhoven begon nen en Hermans kon zich niet veroor loven, relaties te verliezen door ruzies in de tennisclub! Hij was de enige man in het bestuur, hij beheerde de pennin- Naar ik meen kan er ook op het punt van de huisvesting in de eerste weken nog wel een en ander worden verbeterd. Over die huisvesting komt ook iets te staan in de reeks artikelen over Califor nië. Ik kan nu reeds zeggen, dat men voor de eerste levensweken sterk de voorkeur geeft aan eenlingboxen. Het zwakke punt: de weidetijd Het kwaad wordt vooral aangericht in de weideperiode. Nog steeds is men er te weinig van doordrongen, dat de kalveren heel andere eisen aan de be weiding stellen dan de oudere dieren. Men kan beslist niet zeggen, dat de be weiding in orde is als ze in een wei met een flinke snede mals gras lopen. Als dit nl. een weide is, waar het laat ste gras is gebruikt door koeien of pin ken, dan kan er onder en in die flinke snede gras een vijand verborgen zitten, die de kalveren in enkele weken van een goede conditie terugbrengt in een armzalige toestand. De grootste belagers zijn wel de long wormen. Uit onderzoek van mestmon- sters is aangetoond, dat er als gevolg van een onjuiste beweiding op een aan tal bedrijven dit „kwaad" weer optreedt. Als blijkt, dat het zo ver is, is het zaak om de dierenarts direkt te vragen om de dieren door een inspuiting van deze vijanden af te helpen. Uit praktijkgevallen blijkt, dat bij een goede beweiding een besmetting met longwormen sterk kan worden terug gedrongen. Dit geldt nog sterker voor de aantasting met maag- en darmworm- parasieten. Het blijkt echter voor heel veel vee houders een bijna onmogelijke opgave te zijn om die „goede beweiding" toe te passen. Het lijkt ons daarom gewenst, dat het aantal bedrijven, dat gaat kiezen voor een voorbehoedende vaccinatie tegen longwormen groter wordt. Die inenting moet plaats hebben op een leeftijd van zes weken. Een maand later volgt een tweede vaccinatie. Na deze tweede be handeling moeten de dieren nog twee weken op stal worden gehouden. Dit betekent dus, dat de kalveren plm. 3 maanden oud zijn voordat ze in de wei kunnen worden gelaten. Hoewel het ze ker geen goedkope behandeling is me nen we toch, dat de kosten ruimschoots verantwoord zijn. Dit kan onder meer blijken uit het feit, dat op de kalverop- fokbedrijven in Noordbrabant de kalve ren vrij algemeen deze inenting tegen longwormlarven krijgen. Op uitnodiging van het R.K. Vrou wengilde en de Ned. Bond van Platte landsvrouwen afdeling Texel, treden woensdagavond 16 oktober om acht uur in de Burgemeester De Koninghal met hun „Two-Women-show" op, twee ge- emancipeerde vrouwen bij uitstek: Loes van Keeken uit Limmen en Coos Joosse uit Bakkum. Beide boenen 's morgens en zingen 's avonds. Zij worden bijgestaan door Gré (piano) en Chris (contra-bas) van de Burgh uit Bakkum en door de jongste zoon van Coos, Dirk Joosse, floormana ger en chauffeur op de vele tournees die deze ondernemende cabaretières al sinds 1965 door Nederland maken. Het tweetal trekt volle zalen en gaf onlangs nog een voorstelling in het Amsterdam se Concertgebouw. Coos Joosse, die ze ven jaar presidente van de Ver. van Huisvrouwen in Castncum is geweest, hoopt, dat hun voorbeeld zal worden gevolgd, want „dan doen de vrouwen eens wat en kunnen zij zien hoe leuk het leven van een huisvrouw kan zijn!" Voor de Two Women Show zijn ook de andere vrouwenverenigingen op Texel uitgenodigd, en mogen zij op hun beurt hun huisgenoten, vrienden en kennissen meenemen. Een kleine ver goeding voor het bijwonen van de avond wordt wel gevraagd. De zon komt 13 oktober op om 7.00 uur en gaat onder om 17.52 uur; 16 ok tober op om 7.05 uur en onder om 17.45 uur. Maan: 15 okt. N.M.; 23 okt. E.K. Hoog water ter rede van Oudeschild: Vrijdag 11 oktober 3.07 en 16.21 Zaterdag 12 oktober 4 .49 en 18.04 Zondag 13 oktober 6.20 en 19.25 Maandag 14 oktober 7.35 en 20.26 Dinsdag 15 oktober 8.32 en 21.13 Woensdag 16 oktober 9.20 en 21.50 Donderdag 17 oktober 9.58 en 22.21 Vrijdag 18 oktober 10.29 en 22.47 Zaterdag 19 oktober 10.56 en 23,13 Aan het strand is het ongeveer een uur eerder hoog water. Laag water valt gemiddeld 6.15 uur na hoog water. Hieronder volgen de perioden die in de Duitse Bondsrepubliek zijn vastge steld voor de herfstvakantie 1974, de kerstvakantie 1974-'75 en de paasvakan tie 1975: kerstmis '74 pasen '75 Baden-Wtirttemberg 23-12—11-1 22-3—7-4 Beieren 23-12—11-1 24-3—5-4 Berlijn 23-12— 6-1 10-3—1-4 Bremen 23-12— 7-1 10-3—1-4 Hamburg 23-12— 4-1 10-3—1-4 Hessen 23-12— 8-1 17-3—8-4 Nedersaksen 21-12— 6-1 12-3—1-4 Nordrhein-Westfalen 23-12— 8-1 24-3-12-4 Rheinland-Pfalz 23-12— 6-1 12-3—2-4 Saarland 12-12— 6-1 17-3—7-4 De data van de pinkster-, de zomer- en de herfstvakantie in 1975 zijn als volgt: pinkster '75 zomer '75 herfst '75 Baden-Württemberg 17-5—20-5 3-7—16-8 17-10—30-10 Beieren 20-5—31-5 24-7—19-9 31-10 Berlijn 17-5—20-5 26-6— 9-8 27-10— 3-11 Bremen -20-5 26-6— 9-8 6-10—11-10 Hamburg 23-6— 2-8 29- 9-18-10 Hessen 17-5—20-5 19-6— 2-8 Nedersaksen 17-5—20-5 26-6— 6-8 29- 9-11-10 Nordrhein-Westfalen 17-5—20-5 17-7—30-8 20-10—23-10 Rheinland-Pfalz 17-5—20-5 16-6—26-7 6-10—14-10 Saarland 16-6—30-7 6-10—11-10 1 en 2 november (zaterdag en zondag) sluiten daarop aan. gen. De heren waren lid en speelden mee, maar lieten het bedisselen graag aan de dames over. Zij achtten zo'n tennisclub met andere instellingen als het bestuur van de bewaarschool en de organisatie van het koninginnefeest, de ideale uitlaatkleppen voor vrouwelijke aktiviteit. Wat zou een vrouw van an dere zaken iweten? Freule Constance 'had de opmerking van de bankdirecteur gehoord en achtte het noodzakelijk, haar mening -te doen kennen. Bedoelt u, meneer Hermans", vroeg ze, „dat (het feit dat de man geld heeft verschil maakt? Dat is wel een uiter mate zakelijk standpunt, maar dit is geen zakelijk probleem, nietwaar?" „Nee", viel mevrouw Bas-Piekema in „Rang en stand koop je niet met geld". Mevrouw Bas zei het zonder te blo zen. Vader Piek erna was een boer ge weest, die de klompen alleen uittrok om naar de kerk te gaan, maar hij had een bom duiten. En de steenfabrikant Bas, die vrijwel aan de grond zat, had de séherpe tong van Dieuwertje graag op de koop toe genomen. Nu zat zij in Groenhoven en Dieuwertje, behorend tot de notabele figuren, was vergeten hoe ze 's morgens vroeg al onder de koeien had gezeten, had zidh een rollen de r aangeschaft, die op sommige men sen de indruk van deftigheid maakte, en toode zich een warm voorvechtster van de aloude, gevestigde standsbegrippen. Ze was, wat dat betreft, nog aristocra- tischer dan de freule zelf. Het punt van discussie was het ver zoek van de heer W. Jansen, huize Casa Cara, alhier, om toelating van zijn drie dochters tot de Groenhovense tennis club. Het was de enige mogelijkheid, die voor deze meisjes openstond, aan sport te doen, hoewel men ze reeds op de fiets had gezieneen aanstootgevend schouwspel, vond mevrouw Sangster, die zich altijd liet rijden. De brief had een warme discussie ontketend. Van de aanvang af waren allen het er over eens, dat het antwoord afwijzend moest zijn. Zoiets voelde je bij intuïtie, had mevrouw Bas ver klaard. Want Willem was maar niet ge- iwoon een rijk geworden man, die zich in Groenhoven was komen vestigen! Op „het Huis", zoals het buiten van de freule beleefdheidshalve werd ge noemd, was de oude Jacob Jansen tuin knecht geweest, en had, petje in de hand, bij de deur gestaan als de „oude freule" de kas binnenkwam om naar haar lievelingsbloemen te kijken. Een beste, trouwe knecht was Jacob Jansen geweest, een man die zijn plaats wist. De zoon, Willem, was een deugniet. De oude freule was zo goed geweest Jacob mede te delen, dat hij zijn zoon maar voo:r tuinman moest opleiden. Dan kon Willem misschien later ook op het Huis komen werken. Merkwaardig genoeg had dit aanbod de jonge Willem niet toegelachen. Op z'n elfde jaar kwam hij van school en vader Jacob was niet makkelijk. Wil lem moest mee naar de tuin, werd, petje in de hand, aan de freule voorgesteld, die zei dat hij een voorbeeld aan zijn vader moest nemen wat ijver, plichts betrachting en beleefdheid betrof, dan zou er uit hem een goede tuinman groeien. Op dat ogenblik was een lang benig meisje in een glanzendwitte jurk binnengekomen, had zonder acht te slaan op de tuinman en diens zoon, de aandacht van haar moeder gevraagd voor een handwerkje, waarmee ze be zig iwas, en wierp alleen bij het weg gaan uit haar grote grijze ogen een blik op de jonge Willem. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1974 | | pagina 9