Snijmais of voer bieten? «»<*eer Willem Jansen trouwt de freule J. C.|RAB[b.v. LAND BOUW nieu*e C. van Groningen Kopergebrek een reële mogelijkheid ALFA ROMEO KRUIWAGENS FRANS ZEGEL Texelse Autocentrale, Den Burg Opel Kadett: Als u 't echt zuinig aan wilt doen OPEL GARAGE RENTENAAR ©nar zsjn wc weer. De winterschilders. Met f 20,- premie per man per dag. We staan weer helemaal klaar. Schildersbedrijf Bremer tel. (02220) 3341 Ver we" Derde blad Texelse Courant, vrijdag 8 november 1974 Toen een paar jaar geleden de teelt an snijmais op ons eiland z'n intrede eed had ik mijn twijfels. Zou dit gewas at van oorsprong thuis hoort in stre- en met een ander klimaat voldoende aangepast" zijn om ook in het wat „ru- •e" klimaat van Texel tot z'n recht te omen? Die twijfels zijn er niet minder op ge worden. Na zo'n jaar of vier maisteelt p ons eiland is het voor mij een grote raag of het inderdaad aan te bevelen om met deze teelt door te gaan. Die wijfel is door mijn reis naar Californië igenlijk groter geworden. Als je in dat limaat met z'n veel langere zomer en reel hogere temperaturen de maïs ziet roeien, dan wordt duidelijk, dat maïs ich pas lekker voelt in dergelijke stre wn- De mais, die als tweede gewas zo imstreeks 20 juni wordt gezaaid is eind september al voldoende „rijp" om als mijmais te worden ingekuild. Dit jaar vas het in ons gebied zo dat de mais, lie omstreeks 20 april werd gezaaid, be- oktober het goede rijpingsstadium lm te worden ingekuild nog niet had jereikt. Van het droevige slot van de snij- Jnaisoogst behoeven we dan nog niet ■ens te spreken. Op dit moment (5 no- ember) wacht nog een flinke opper vlakte snijmais op het goede moment om geoogst te worden. We vrezen, dat vanneer dit goede moment nog komt op bepaalde percelen in ieder geval wel linke verliezen zullen zijn opgetreden. Het wil er bij nog niet in, dat het be ilist nodig is om de teelt van voerbieten gaan inruilen voor die van snijmais. Aanvankelijk was er inderdaad wel re den om uit te zien naar een vervangend ;ewas voor voerbieten. We denken spe ciaal aan de knelpunten bij de verple ging van het bietengewas en het vele werk bij het oogsten. Wat de verpleging letreft menen we te mogen zeggen, dat de chemische onkruidbestrijding dit knelpunt veel minder „knellend" heeft ;emaakt. Nu de laatste jaren blijkt, dat ook heel wat voerbietenrassen goed geschikt zijn om machinaal te worden gerooid is dit knelpunt volledig verdwenen. Het blijkt mogelijk te zijn om in enkele uren een bunder bieten uit de grond te halen en ze bij het bedrijf opgeslagen te heb ben. Naar ik meen is er geen verschil van mening over de waarde van voerbieten in het rantsoen van rundvee. De dieren waarderen ze zo, dat je nog al eens hoort zeggen, dat wanneer een koe geen bieten meer wil vreten het dier duide lijk van streek is. Ik geloof, dat er ook geen verschil van mening kan zijn over de produkti- •ïteit van voerbieten; er is geen voeder gewas, dat zo 'n hoge zetmeelwaardeop- brengst per bunder kan geven. Een op brengst van 80 ton voerbieten is dan ook helemaal geen uitzondering. Op brengsten van 100 ton per bunder ko men ook meermalen voor. Dat is een zetmelewaardeopbrengst per bunder, die door geen enkel voedergewas is te halen. Tegenwerpingen Ik stel me niet voor, dat iedere lezer het voorgaande als „zoete koek" zal slik ken. Een tegenwerping, die zeker zal worden gehoord is die van het vele werk, dat bieten in de winterperiode geven. Het is inderdaad één van de oor zaken, dat de bieten op veel bedrijven zijn verdwenen. Verder zal ook het be waren van de bieten door sommige le zers wel een bezwaar worden genoemd. Het lijkt inderdaad nodig, dat in ieder geval in de direkte omgeving van de plaats, waar de dieren worden gehuis vest een mogelijkheid van vorstvrije op slag van bieten is. Hetis beslist niet nc dig om de hele wintervoorraad direkt binnen op te 9laan, al heeft dit uiter aard wel voordelen. Wat de verwerking betreft meen ik, dat het bij het tegen woordige technische kunnen heel goed mogelijk moet zijn om de bieten zonder veel moeite in een gemakkelijk „vreet- bare" toestand voor de dieren te bren gen. Het is de moeite waard om voor een gewas, dat heel duidelijk in ons klimaat thuis is te zoeken naar mogelijkheden, die bepaalde bezwaren weg kunnen werken. Het is niet de eerste keer dat over het onderwerp kopergebrek wordt geschre ven. De aanwijzingen, dat er op ons ei land heel wat grond is met een laag ko pergehalte zijn vooral geleverd door grondonderzoek in de periode van de ruilverkaveling. Door het hele blok zijn veel grondmonsters genomen, waarin naast het „normale" onderzoek ook on derzoek op het kopergehalte plaats heeft gehad. Een kaart van het ruilverkavelings- blok, die daarna werd gemaakt en waarin met een rode kleur was aange geven welke gebieden koperarm waren gaf heel wat „gevaarlijke" gebieden te zien. Nu kunnen we wel zeggen, dat na die tijd heel wat veehouders zo af en toe een koperbemesting hebben gegeven. Het is echter nooit een algemene regel geworden. We hebben de indruk, dat ook bij de veehouders, die er aanvanke lijk een serieus begin mee hebben ge maakt de animo weer kleiner is gewor den. Toch kunnen we zeggen, dat er plaat selijk duidelijk resultaten naar voren zijn gekomen als gevolg van het geven van een koperbemesting. We denken aan gevallen, waarin het drachtig krij gen van het vee moeilijkheden gaf, een minder goede haarkleur van de dieren en zeker ook aan te lage produktie van het melkvee. Het is ons bekend, dat er bedrijven zijn, waar de dierenarts regelmatig op het bedrijf komt om aan de dieren een „koperspuit" te geven. We weten ook, dat zo'n koperspuit duidelijk positieve resultaten kan geven. We denken er dan ook niet aan om minder positief te oordelen over het ge ven van zo'n koperinspuiting. In be paalde gevallen is dit beslist nodig. Ze ker als het om een direkt resultaat gaat is een koperspuit de oplossing. We zijn van mening, dat wanneer op bepaalde bedrijven zo'n koperinspuiting regelmatig nodig is, dat er dan alle re den is om aandacht aan de koperbemes ting te geven. De weg van de bemesting is wat langer dan die van de koperspuit, maar we moeten het kwaad bij de bron aanpakken. En in veel gevallen betreft het een te laag kopergehalte van de grond. In heel veel gevallen zal het ko pergehalte bij het vee opgeheven kun nen worden door de koperbemesting tot een normale bedrijfsmaatregel te maken. De meest aangewezen meststof hier voor is koperslakkenbloem. Na grond onderzoek lopen in gevallen van een te laag kopergehalte de adviezen uiteen van 200 - 500 kg koperslakkenbloem per bunder. Zo'n bemesting is dan meestal voldoende om de eerste 3-4 jaar de kopervoorziening veilig te stel len. Meest gewenste tijd In feite kan een koperbemesting het hele jaar door worden gegeven. Als re gel wordt hiervoor echter de winterpe riode gebruikt. Een eerste eis is nl. dat het perceel, dat de koperbemesting krijgt een aantal weken leeg moet blij ven liggen Koperslakkenbloem bevat voor alle dieren en zeer speciaal voor schapen een aantal zeer giftige bestand delen. Vooral in een periode, waarin de regenval gering is moet worden aange raden om een bemest perceel 5-6 we ken leeg te houden. In de winterperiode is hiervoor meest al wel een mogelijkheid aanwezig. Eventueel zou het ook in het voorjaar en de zomer kunnen gebeuren als een perceel leeg blijft liggen om gemaaid te worden voor hooi of kuilgras. Het zal duidelijk zijn, dat in ieder ge val de grond voldoende droog moet zijn om te worden bereden. In het algemeen kunnen we wel zeggen dat het strooien in een droge periode de voorkeur ver dient. FEUILLETON 5. ,,Haha' 'lachte Willem Jansen. „Dus u hebt het met haar aan de stok durven krijgen?" „Met vrezen en beven", stemde de burgemeester toe, „maar mijn taak is te zorgen voor de gemeentebelangen en zelfs de freule kan me daar niet van af houden, al brengt ze al haar batterijen in stellingen ze hééft er nogal wat!" „Ik zou die dame graag eens ontmoe ten", zei Willem Jansen grimmig. „O, dat zal vandaag of morgen zeker gebeuren", voorspelde de burgemeester. ..Maar, meneer Jansen, drijf de dingen niet op de spits". „Kijk eens burgemeester", zei Willem Jansen, „als u denkt dat ik een man ben, die rustig blijft zitten wachten, tot an dere mensen hem goed genoeg vinden, dan hebt u het mis. Ik ga mijn eigen weg. Ik zal me zelf een plaats in Groen hoven veroveren. Hoe, dat weet ik nog niet, maar het zal me lukken .daarvan kunt u zeker zijn". „Eerlijk gezegd, twijfel ik daar niet aan", stemde de burgemeeseer toe, die zijn bezoeker scherp opnam. Inderdaad, dit was geen man om gekheid mee te maken Hij wist wat hij wilde, en hij deed wat hij wou. ,Maar", Willem Jansen was opgestaan en ook de burgemeester kwam van ach ter zijn bureau, tikte hem vriendelijk op de arm, „meneer Jansen, je vangt meer vliegen met honing dan met azijn. Ik veronderstel dat u van plan bent, uw verdere levensdagen in Groenhoven te slijten. Dan is het u toch niet onver schillig, of u met het halve dorp in on min leeft, dan wel of men u algemeen acht en waardeert. Het is niet alleen datgene wat men doet, het is vooral de manier waaróp men het doet, waarnaar men de mensen beoordeelt. Willem Jansen in zijn volle lengte, zag neer op de kleine burgemeestersfi guur Jk dank u voor de tip", zei hij en er was hartelijkheid in zijn stem, „dit ge sprek heeft me goed gedaan, burge meester. Vindt u het erg, als ik nog eens kom op lopen?" Integendeel", antwoordde de burger vader, „ik zou u willen vragen: kom morgenavond eens een uurtje bij me thuis. Mijn vrouw wil ook wel graag kennis met u maken. U ehu hebt geen vrouw?" >Ik ben weduwnaar, helaas", zei Wil lem Jansen somber, „misscien als ik 'n vrouw had, dat alles makkelijker ging". „Of misschien nog moeilijker", meen de de burgemeester, „en uw dochters?" „Die komen alleen voor het weekein de thuis, behalve Rie, m'n oudste, die verzorgt de huishouding". „Zou die met mee willen komen?" „Dat zal ze graag doen". „Goed. Afgesproken. Dan hoop ik u morgenavond te zien". HOOFDSTUK III Willem ontmoet de freule Willem Jansen woonde nog maar kort op Casa Cara, toen hij Groenhoven op schrikte met zijn nieuwe aanwinst: een automobiel. Er was er zo af en toe wel eens een in dichte stofwolken gehuld door het dorp gerammeld De chauffeur zat dan in een dikke pelsjas op de bok en soms zat er een dame naast, de hoed omwonden met een sluier. Maar niemand had durven denken, dat een inwoner van Groenho ven de wegen met zo'n ding onveilig maken zou. Het was een prachtige open wagen de banken met leer bekleed, donker blauw en zwart geschilderd. Grote ko peren carbidlampen verspreidden een helder wit licht, zo sterk dat het wel dag leek, zoals de mannekens op de leu genbank van Groenhoven elkaar vertel den. Terzijde van de wagen waren de reservewielen met lederen riemen vast gesjord. Naast de bestuurdersplaats was een rubberbal, waarin je kneep, en via een lange, glimmend gepoetste koperen slang ging de lucht naar een eveneens glimmend gepoetste hoorn, die met een rauwe schreeuw de inwoners, de paar den en kraaien deed schrikken. Alles glom aan de wagen, de radiator, de wieldoppen, en Karei de stalknecht liep door het dorp gehuld in een waas van geheimzinnige gewichtigheid, want hij was het die de wagen verzorgde, en hij had er zelfs mee gereden. De auto maakte Willem Jansen bij de jeugd van Groenhoven zeer populair, want al meermalen was het gebeurd dat een paar jonge Groenhovenaren, op een verre buitenweg wuivend naar 't monsterding, tot hun verrukte ontzet ting merkten, dat de wagen stopte, en werden uitgenodigd mee te rijden naar het dorp. De ouders verboden daarna hun kinderen wel gestrengelijk nog maals hun kostbaar leven te wagen, maar het kwaad was geschied! In de kring van de freule zag men ook déze vooruitstrevendheid als een bewijs, dat Willem Jansen 'n parvenu was, zon der respect voor de eerbiedwaardige rust van Groenhoven, die door zijn au tomobiel op bepaalde tijdstippen werd verstoord. De freule zelf, een groot lief hebster van paarden, zag met profeti sche blik deze viervoeters al met uit sterving bedreigd. Van de heren waren er verscheidenen, die best eens een ritje met Jansen hadden willen maken, maar dit verraad aan de traditie, waarvan de freule het levend symbool was, niet aan durfden. Alleen de burgemeester was eens met Jansen naar de stad gereden, maar hij had een prachtig alibi. Hij had het gedaan (zei hij) om er zich van te overtuigen dat het voertuig geen gevaar op de weg opleverde, en zijn ervaringen kwamen hem prachtig van pas, toen bij de rondvraag in de gemeenteraad werd gevraagd, of geen maatregelen moesten genomen worden om dat „duivels ding", zoals Gertjan de Mulder zei, van de weg te houden. De auto was voor Willem Jansen een ideaal vervoermiddel, ook al had het nukken en moest hij meermalen ergens op een stoffige weg onder de wagen kruipen om te zien wat er aan man keerde, of zat hij te morrelen aan een slippende riem, of miest hij op 'n boer derij een emmer water halen bij een wantrouwende boer, om de kokende ra diator tot bedaren te brengen, of werd hij bleek om de neus van de doordrin gende carbidlucht, wanneer de lampen werden schoongemaakt. Maar Willem Jansen was zich zijn nederige afkomst nog te zeer bewust, dan dat hij 't in stijl achtte, met paard en rijtuig door het dorp te rijden. Zelfs paardrijden vond hij eveneens te deftig staan, dat was voor de „heren" Merk waardig genoeg deelde Willem, diep in zijn hart, het gevoelen van de mensen die hem beschouwden als niet behoren de tot hun stand De scheidingsbegrip pen van Groenhoven zaten ergens diep in zijn hart weggestopt. Maar ze waren er nochtans. De auto echter was een bij uitstek democratisch vervoermiddel, en voor uitstrevend als hij was, vond hij het heerlijk als hij in de omgeving met de auto reed. Af en toe nam hij ook wel de sjees met de bruine vos ervoor, met na me wanneer heterg slecht weer was en hij te zeer onbeschermd op de bok van zijn „wagen zonder paarden" zat. In Ka- rel, de stalknecht, had hij een toegewijd helper, een motorenthousiast, en in ver trouwelijke gesprekken had hij Karei dan ook wel eens de raad gegeven „in de motoren" te gaan, wanneer hij voor zichzelf wou beginnen. Maar Karei had het voorlopig op Casa Cara best naar z'n zin, en dacht nog niet over weggaan. (wordt vervolgd) T« koop 1750 GT, bj. 1970. Plevierstraat 29, De Koog telefoon 242 gegalvaniseerd en plastic Oudeschild, tel. 2719 Door inruil verkregen 1 VW 411 LE 1970 1 VW 1600 Ponton 1967 Enige goedkope wagens 1 V W1600 variant 1966 1 Ford Cortina 1300 1968 Telefoon (02220) 2151. Na 18.00 uur telefoon (02220) 3010 Opel Kadett is zuinig met brandstof. Zo draait de N motor op gewone benzine. En als een andere wagen na 5000 km zijn normale servicebeurt nodig heeft, wacht uw Kadett daarmee tot 10.000 km. Dat bespaart u weer tijd en geld Opel Kadett al 5 jaar achtereen Neerlands meest verkochte wagen. telefoon (02223) 227 tel. 02223 229 - Oosterend De premie geldt voor werkzaamheden die minstens 3 mandegen duren. V/lj regelen graag de aanvraag veer u. in brandstoffen en bouwmaterialen U loopt misschien al lang met het plan Uw keuken te vernieuwen. Neem dan nu het besluit en kom samen eens een kijkje nemen in onze nieuwe keukenstudio al zou het alleen maar zijn om een goed advies.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1974 | | pagina 9