Overleg met natuurbeschermers nog gaande RWS kan niet met verhoging zwak gedeelte Texelse dijken beginnen m 1BB1 $lÉÉi$ Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 7 januari 1975 Rijkswaterstaat ingenieur L. J. Weijdt heeft al meerdere malen publieke lijk verklaard dat het overleg over de verhoging van de dijken aan de Texelse Waddenzeekust hem te lang duurt. Op een vergadering in Oosterend heeft hij zich laten ontvallen dat de extremisten de dijkwerken op Texel vertragen. „Het is toch ergens waanzinnig dat je al vanaf 1967 be zig bent met een tracé", zegt Weijdt tijdens een gesprek tussen hem, en de vertegenwoordigers van de natuurbeschermers drs. W. Helder (Landschaps- zorg Texel) en dr. P. de Wilde (bestuurslid van de landelijke vereniging tot behoud van de Waddenzee. Dit gesprek werd gearrangeerd naar aanleiding van bovengenoemde opmerkingen van Weijdt die Wim Hel der de reaktie ontlokt: „Dit heb ben wy niet aan hem verdiend. Wat de heer Weijdt over die extremis ten gezegd heeft voel ik mij door aangesproken. Ik weet niet of hij ons daarmee bedoeld heeft maar ik vind dat verwijt niet terecht". Weijdt rea geert: „Toen ik het woord extremisten noemde heb ik daarbij zuiver het voor beeld genoemd van de onterechte ver traging van de bouw van de waterfa- briek. Maar dat heeft niets te maken met de dijkwerken. Het overleg daar over duurt mij te lang maar dat ge beurt steeds in redelijk overleg. Het kost tijd omdat de inzichten veranderd zijn", aldus Weijdt. Vervolgt: „Het uiten van bezwaren tegen mijn plannen is een democratisch recht dat we moeten koesteren maar te vens moeten we een keer aan een eind komen. Wanneer er uitputtend overleg geweest is met alle mogelijke instanties en je denkt rond te zijn en er moet dan nog eens, op basis van veranderde inzichten over milieuzaken gepraat worden, dan vind ik dat de zaak opgehouden wordt. Ik vind dat belangen die de na tuurbeschermers dienen te zwaar we gen". Weijdt moet er genoegen mee ne men dat hij niet met het zwakste dijk- gedeelte ten noorden van Dijkmans huizen ter hoogte van de polder 't Noorden en De Eendracht kan gaan beginnen omdat het overleg daarover nog gaande is. Hij moet „van armoe de" eerst de zware rijkszeewering ten zuiden van Dijkmanshuizen gaan op hogen. „Hoewel er nog geen volledige overeenstemming met de natuurbe schermers bestaat hoop ik volgend voorjaar het tracé Oudeschild-Ceres te kunnen aanbesteden". De natuurbe schermers maken bezwaar tegen de breedte van de dijkweg die in de plan nen van Rijkswaterstaat gemiddeld 5 meter zal belopen. Vooroverleg In 1971 was het vooroveitleg over het dijktracé afgerond. Er waren voorbe sprekingen geweest met de provinciaal planologische dienst en met Staatsbos beheer over milieuzaken. Er is daar op het gemeentehuis enkele malen over vergaderd. Maar ondertussen werd aan de natuuraspecten door de publieke opi nie steeds meer aandacht besteed. Deze belangen gingen steeds zwaarder we gen en die tendens ging niet voorbij aan Rijkswaterstaat. In januari 1972 schreef de directeur-generaal van Rijkswater staat in een brief aan alle afdelingen- „Het verdient ook aanbeveling de na tuurbeschermingsorganisaties in een vroeg stadium te betrekken bij het voor overleg over plannen tot verzwaring of profielwijziging van dijken". Eerder ge beurde dat namelijk al bij wegenaanleg. De natuurbeschermingsorganisaties voelden zich door deze brief gesteund en gingen opnieuw de zaak aankaarten. „Ik kan best begrijpen", zegt Wim Hel der, „dat de heer Weijdt dat vervelend vind. Hij heeft overlegd en nu moet hij opnieuw gaan praten. Dat mag hij ech ter niet alleen ons verwijten maar ook zijn eigen Rijkswaterstaat". De Wilde: „De heer Weijdt weet na tuurlijk donders goed dat het image van Rijkswaterstaat de laatste 5 jaar bij pro jecten als de Oosterschelde en de Dol- lard een enorme klap heeft gehad. Rijks waterstaat heeft op zijn donder gehad omdat zij veel te weinig aan 't milieu ge daan heeft en nu wil waterstaat iets te rug doen. De kopstukken houden deze ontwikkeling nog tegen maar de jongere ingenieurs hebben veel meer belangstel ling voor het milieu, op basis van ver- andere inzichten in de hele maatschap pij". Ongemoeid Het project Dijkmanshuizen werd door de natuurbeschermingsorganisaties ongemoeid gelaten. „Dat plan was in een dusdanig ver stadium van ontwik keling (het project was >al aanbesteed) dat wij geen kostenverhogende vertra gingen meer in de hand wilden werken, door opnieuw met bezwaren aan te ko men. En dat", zegt Peter de Wilde, „ter wijl wij wèl wezenlijke bezwaren had den. Maar wij hebben met bloedend hart onze goede wil getoond". Bezwaren In plaats van op Dijkmanshuizen gin gen de natuurbeschermers (Natuurmo numenten, Waddenzeevereniging, Land- schapszorg Texel en de stichting Natuur en Milieu) zich richten op het tracé ten noorden hiervan. De grootste bezwaren werden geuit tegen gedeelten van het tracé ter hoogte van de hoeve Rem brandt (tussen Dijkmanshuizen en Nieu- weschild), van de IJzeren Kaap en van de waterfabriek. Ook het traject Oude schild-Ceres ten zuiden van Dijkmanshui zen bleef niet ongemoeid. De natuurbeschermingsorganisaties zijn rond de tafel gaan zitten en hebben dit jaar een gezamenlijk rapport over het plan Weijdt (van 1970) aan Weijdt overhandigd. Deze heeft zich daar in- Brakwaterplassen nabij N/euweschild rol spelen: „Rijkswaterstaat moet probe ren een soort synthese te vinden waar al deze belangen aan bod komen en op juiste wijze worden afgewogen. Wij wachten op antwoord van Rijkswater staat". Uitputtend Weijdt wijst erop dat zijn nota een uitputtende zaak is. „Ik heb een eigena- renkaart laten maken. Ik ga bij de eige naren langs om te peilen of zij bereid zijn delen van hun grond ten behoeve van de dijkaanleg af te staan. Ik moet de grootte van de agrarische bedrijven weten want het maakt nogal wat uit of je 5 hectare van een bedrijf van 100 middels over beraden en is bezig zijn visie in een nota vast te leggen. Deze nota zal waarschijnlijk in januari klaar zijn. De natuurbeschermers zullen zich dan hierover weer gaan beraden en als de geschilpunten niet door compromis sen op eilandelijk niveau uit de wereld worden geholpen wordt er op hoger ni veau in Den Haag verder gepraat. Wim Helder: „De wijzigingen die wij voor stellen zijn niet van dien aard dat er fundamentele veranderingen worden aangebracht. Voor een groot deel loopt ons tracé samen met het door Rijkswa terstaat voorgestelde tracé. Er waren ook verschillen tussen het Rijkswater- staat-tracé en de wensen van het Water schap Texel Wij hebben op bepaalde punten aangesloten bij de wensen van het waterschap". De Wilde wijst ook op agrarische- en milieubelangen die een Dijkmanshuizen vanuit de lucht, Dit projekt werd door de natuurbeschermingsorganisa ties ongemoeid gelaten. (foto Nauta) hectare afhaalt of 5 hectare van een be drijf van 50 hectare.. Van het laatste bedrijf zul je ook de rest van de grond moeten opkopen omdat het dan geen be staansmogelijkheid meer heeft". „Wij hebben gezegd", laat Helder weten, „dat gebieden met een hoge agrarische waar de zoveel mogelijk in handen van de eigenaren moeten blijven. Wat wij ge daan hebben is geprobeerd in de marge, waar toch al slechte grond ligt, iets te verdienen". Genadeloos Om de zaak te verduidelijken zet Weijdt de zaken op een rijtje. In 1967 tekende hij een dijktracé dat door hem zelf als genadeloos wordt bestempeld. „Dat was een optimaal waterstaattracé. Bij de ijsdijk ter hoogte van „Rem brandt" zat een hoek die ik buitendijks met waterspecie wilde ophogen. (Ik vind dat Texel juist buitendijks zo weinig ruimte heeft). Hierdoor zouden planten zoals bramen en kamperfoelie gedeel telijk onder water komen te staan. Dat voornemen is toen aangevallen en in 1970 op een vergadering in het gemeen tehuis heb ik voorgesteld die bochtaf wijking van het tracé te laten. Daardoor krijg je 'n oppervlakte iets groter dan 't poldertje Ceres waar een mooi natuur gebied kan ontstaan. Dat biedt toch wel enig soelaas". Overtrokken Weijdt is bereid mee te werken aan de milieuwensen maar zegt hij: „tussen overleg en slecht gefundeerde voorwaar den zit een heel groot verschil. Met na me denk ik hierbij aan het gebied bij de Kaap. Ik vind het overtrokken dat de natuurbeschermers willen dat wij ook daar rekening houden met een naar binnendijks te brengen tracé. Eigenlijk zou je achter de gemeentelijke planolo gie moeten gaan staan die steunpunten wil creecren om de recreatieve druk op de zuid-oost kust zoveel mogelijk te centraliseren. Het gebied van Mantje ter hoogte van de hoeve Rembrandt is cén van die steunpunten. Om de kron kelweg van geparkeerde auto's te ont doen heb ik daar een parkeerterrein ge pland". Gevaar „Wij zijn ook niet tegen de recreatie daar op die strandjes", zegt Peter de Wilde, „wij willen alleen geen facilitei ten om echte recreatie uit de grond te stampen. Wij zien gevaar dat je de vrij rustige zuid-oost kust van Texel gaat openbreken. Er zijn stukken waar geen dijkwegen aanwezig zijn, die zijn moei lijk te bereiken. Wij zien daar liever geen openbare voorzieningen, waardoor je daar met je auto kunt komen. Nog verder naar het noorden, achter de Schorren, zou het funest zijn als je daar een weg vlak achter de dijk zou -aanleg gen. Uit onderhoudsoverwegingen zou je namelijk moeten besluiten om zo'n weg open te stellen". Weijdt beaamt dat: „Een weg die be reden wordt lijdt minder dan een weg die gesloten is. Maar als jullie de ge plande weg achter de Schorren willen afsluiten ga ik zonder meer akkoord. Een weg achter een dijk is echter een essentieel onderdeel van een waterke ring en moet uit waterbouwkundig oog punt wel worden aangelegd". De Kaap Het tracé bij de Kaap. Weijdt: „Het gebied ligt behoorlijk gunstig. Recht achter de dijk ligt landbouwgrond. Wij hadden gedacht de bestaande dijk te verlagen tot een meter of drie NAP. Je krijgt daar dan een buitendijks ei landje van een meter of vier onder het land van 0 tot 40 meter breed en even verder een eilandje van 150 meter lang met een breedte van 0 tot 20 meter. Ik heb daar ruimte om ongeschikte grond te dumpen, en ik kan daar vlakbij de bestaande dijkweg een paar steunpun ten voor de recreatie maken. Je ontlast daarmee meteen de rest van de dijken aan de zuid-oostkust. Kwelwater Wim Helder: „Wij hebben bij de Kaap het voorstel gedaan om de nieuwe dijk een stuk naar binnen te projecteren waardoor de oude dijk buitendijk wordt. Wij zijn met natuurbeschermers ter plaatse gaan kijken en iedereen kende hoge waarde toe aan de plasjes. Weijdt: „Door daar die dijk naar binnen te leg gen waardoor je een veel egaler tracé krijgt, gaat het gebied landschappelijk achteruit". Helder: „Het binnenland is nu attactief doordat het kwelwater on der de oude dijken loopt. Hierdoor ont staat brakwater vegetatie. Door het aan leggen van deltadijken wordt die vege tatie bedreigd. Er wordt in gezamenlijk overleg aan oplossingen gewerkt, om op plaatsen waar de landschappelijke waar de prevaleert ook zout water naar bin nen te kunnen laten. Er moet wel voor zichtig gelaveerd worden want ik kan mij bijvoorbeeld voorstellen dat agra riërs helemaal niet met zout water ge diend zijn. Er is nog geen compromis over de Kaap bereikt. Peter de Wilde: „Wij zijn er huiverig voor om met de dijkverhoging te veel andere dingen (zo als het toerisme) te introduceren. Het moet niet zo zijn dat bij een dijkverho ging ook een aantal gemeentelijke wen sen met betrekking tot de recreatie en passant maar even meegenomen wor den". Oudeschild-Ceres Ook over de dijkweg in het tracé Ou- desohild-Ceres bestaat nog geen over eenstemming. Als compromis hebben de natuurbeschermers voorgesteld daar een werkweg aan te leggen die na afloop weer -op de huidige oude breedte (4 tot 4.25 meter) kan worden teruggebracht. De Wilde: „Dat neemt niet weg dat u wat ons betreft kunt beginnen. Het blijft alleen hangen op de geplande 5 meter brede weg. Wij zijn namelijk doodsbe nauwd dat er een ontsluiting komt van hetstuk oude dijk van de Pontweg naar de Cerespolder. Kortweg de aansluiting van Oudeschild op de Pontweg via het oude dijkje". De plannen van Weijdt gaan echter niet verder dan de Ceres polder. Over het resterende weggedeel te moet de gemeenteraad een uitspraak doen. Weijdt heeft een weg gepland die voor de bebouwde kom van Oudeschild 6.25 meter breed is en verderop 5 meter. Hij moet dat doen in het kader van de deltawet. De natuurbeschermers zijn te gen verbreding van dijkwegen. Ook in de inspraakprocedure kwam duidelijk de wens van de bevolking naar voren dat zij tegen een ontsluitingsweg voor het dorp langs was. Weijdt: „Als ik op de stoel van de gemeente ga zitten dan moet Oudeschild een aansluiting op het veer hebben". „Er zijn plannen om dat over de Leem- kuilsweg te laten lopen. Persoonlijk zou ik dat veel erger vinden dan een ont sluiting via de dijk, omdat je dan door het landschapspark gaat in plaats van de Hogeberg via de Westerdijkweg aan de rand te passeren". Helder: „De Leem- kuilsweg vinden wij ook geen oplossing om over te juichen maar deze weg heeft het voordeel dat hij recht loopt, en aan beide kanten een brede berm heeft zo dat daar meer mogelijkheden zijn voor het verkeer als bij dat geslinger over dat oude dijkje". Weijdt: „Alle auto's van Rijkswater staat moeten zich melden aan de haven en krijgen dan van ons de opdracht om zijweg 5 (Zuidhaffelderweg) of 6 (Leemkuilsweg) naar Oudeschild te ne men. Als je niets zegt volgt een chauf feur met een trailer 't blauwe bord naar Oudeschild en duikt hij zijweg 4 (de Westerdijkweg) op. Wel overeenstemming In principe hebben Rijkswaterstaat en de natuurbeschermers wel overeen stemming bereikt over het plassenge- bied ten noorden van de waterfabriek: Slecht land waar brakwaterplassen op staan en waaraan in het algemeen een hoge landschappelijke waarde wordt toegeend. „Waterstaat is bereid dan op de één of andere wijze zout water in te brengen", zegt Wim Helder. Weijdt be- Peter de aamt dat maar plaatst wel enige vraag tekens: „Technisch is alles uitvoerbaar maar het moet ook onderhouden (be heert) worden. Voor kunstmatig kwel len zijn wij een beetje bang dus zal het water van tijd tot tijd het plassenge- bied in moeten worden gepompt. Maar aan een hevelpomp zoals tussen het pol dertje Wassenaar en de polder Eierland heeft de polder geen enkele behoefte. Weijdt: „Er waren plannen van de natuurbeschermers om een dijk bin- nenlangs het plassengebied te laten lopen. Het compromis was uiteindelijk om het stuk naar buiten toe te laten lopen. Maar ik zit alweer met een uit spraak van hogerhand waarin aan het bestaande trace voorkeur wordt gegeven". Peter de Wilde memoreert dat Staats bosbeheer de Noordzeekant beheert en Natuurmonumenten de Waddenkant voor hun rekening nemen. Nu de stichting Natuur en Mi lieu, waar Natuurmonumenten inzit, door Rijkswaterstaat is aangewezen voor het overleg is ook over het beheer recht streeks contact tussen Waterstaat en die stichting mogelijk". Wim Helder: „Tijdens ons be zoek aan Den Haag hebben wij de indruk gekregen dat Rijkswaterstaat nu zover is dat zij de belangen van de milieuzaken inziet en zeker op de Waddeneilanden daar wel iets aan wil doen. Een project mag wel wat duur der zijn als een stuk milieu gered kan worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1975 | | pagina 5