Wieken staan weer in „vreugdestand" Polder 't Noorden 100 jaar Electrohuis CJ satijnen sportbroek Braun scheerapperaat t Electrohuis Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 18 mei 1976 Na 12 jaar draait de molen weer Kees Dijker zet de wieken m de vreugdestand' Dan wordt aan bet touw getrokken waarmee de blokkering in de kap los gaat. Dijker: „Dat was me een lawaai. Het leek wel of er een bom viel" Met veel pijn en moeite heeft men na die rampza lige dag de wieken van de toen 50 jaar oude molen hersteld en opnieuw aange bracht. Daarna werd de molen het do mein van Kees Dijker. Hij was in 1906 in de polder komen wonen. Zijn vader was (zoals hij zelf zegt) „een prutsboer tje die zich met weinig grond tevreden moest stellen". Gedurende die eerste jaren in de polder was het een wanho pig bestaan voor de familie Dijker De grond was arm en vooral langs de Wad denzeedijk was de bodem verschrikke lijk zout. „Je kon vaak duidelijk de zoutlagen op de grond zien liggen, en er groeiden hagen van doorns langs de polderweg getjes". Een voordeel van dat zout was alleen dat het niet zo erg stoof in de zo mer. Gewas viel er niet op te telen. Slechts enkele vogelsoorten wisten het er uit te houden- zandlopertjes bijvoor beeld De enige vegetatie bestond uit zeekraal en schorrenkruid. De ruilverkaveling moest uitkomst bieden Het werd (zegt Dijker) aanbe steed op 30 januari 1953, en de nieuwe toestand ging eindelijk in toen het jaar 1962 aanbrak De polder werd toen wel varender. OUDE GLORIE Het werk als molenaar ging Kees Dij ker (en daar kunnen we ook nu weer voor WASMACHINES al vanaf 595, met eigen servicedienst. voor de bemaling van de polder. Zijn officiële' functie is machinist van het watergemaal bij het Waterschap Texel. „De molen kan zo'n 40 kuup per mi nuut draaien dat betekent ongeveer 85 enden. Maar dan moet er wel een flinke bonk wind staan". Vandaag haalt de molen deze 40 000 liter water zeker niet. Ten eerste omdat het daarvoor nu niet hard genoeg waait en ten tweede omdat de gemaalfunctie van de molen afgekoppeld is. Hij draait weer in zijn oude glorie als herinnering aan vroeger toen Kees Dij ker en zijn voorouders er woonden. DIEP IN DE BUIDEL Buiten voor het uit kleine rechthoe kige ruitjes bestaande raam zwaait re gelmatig een wiekeinde voorbij. We zit ten met Kees Dijker in het interieur van de molen. Hier woonde hij vroeger. Het is er klein maar gezellig en je hebt er uitzicht over het natuurgebied de Bol, de Waddenzeedijk en de buurtschap Oost. Van de restauratie van het interieur is niet zoveel nog terecht gekomen. Er zijn wat betimmeringen verricht en de oude verf is van de wanden gekrabt, maar de nieuwe is nog niet aangebracht. Het geld ontbrak er nog steeds voor. Kees Dijker mijmert; „Als je bedenkt dat het restaureren van de molen op zich al een ton heeft gekostOm hem weer helemaal zoals vroeger te maken zal nog wel een ton gaan kosten". De vereniging „De Hollandse Molen" zal nog diep in de buidel moeten tasten wil men alles weer in oorspronkelijke NIEUW VAN ADIDAS zwart met groene of rode biezen 19,75 SPORT SHOP weverstraat den bur9 de molen voor de eerste maal. Hij werd door een timmerman uit Den Helder ge bouwd gedurende de zomer van dat jaar. Het is de enige molen in Nederland die op open zee heeft geloosd. Dat gebeurde via de duikersluis met drie openingen door de dijk. Gerrit Dekker werd in 1915 als molenaar opgevolgd door Floris Dek ker, die de molen tot 1917 onder zijn be heer had In die tijd kreeg de molen de benaming „Molen van Floris". Hierna volgden enkele periodes van restauraties en diverse molenaars die maar kortston dig bleven. Kees Dijker kwam er zoals gezegd aan het eind van 1928 GEWELDIG UITZICHT We bestijgen een trapje dat achter de oude bedsteden verscholen zit in het noordelijke vertrek. De houten wanden van beneden maken nu plaats voor riet, waar de wind doorheen tocht. Het riet is nieuw Het is nog niet zo lang geleden aangebracht en met strengen touw aan het hout vast gemaakt. We vragen Dij ker of de molen nog steeds het bezit is van het Waterschap Texel, hetgeen we in de oude kranten die we er op nasloe gen hebben gevonden. Het antwoord is ontkennend. We staan inmiddels op de tweede verdieping en leunen tegen de schoorsteen die vanuit het molenaars huisje omhoog gaat door het bouwwerk. „Het Waterschap heeft de molen een paar jaar terug symbolisch overgedra gen aan de Stichting „De Hollandse Mo len". Hij is toen verkocht voor ƒ1,on der voorwaarde dat hij gerestaureerd zou worden". We kijken door een raam naar buiten en hebben een geweldig uitzicht over de landerijen van Texel. In de verte ligt Oosterend met zijn 900 jaar oude kerk en door een ander raam zien we de dui nenrij die onderbroken wordt door de Sluftervallei De gemetselde schoorsteen stopt op het bovenste plateau waar de koppeling zit tussen de wieken en as die loodrecht naar beneden staat. „Zo'n schoorsteen in een molen komt nooit uit de kap naar buiten", verklaart Kees Dijker, „begrij pelijk eigenlijk, want je kunt natuurlijk niet riskeren dat er vonken op het rieten dak terecht komen". We knikken en bewonderen de enorme balken waaruit het geheel hier boven is opgebouwd. Er zijn diverse Romeinse cijfers in gebeiteld. Vooral de as van de molen wekt onze interesse Deze is van massief Amerikaans grenenhout ge maakt en heeft een vierkante vorm. De lengte er van moet zeker een meter of 15 zijn In welk bos zouden zulke enorme bomen groeien en hoe oud zou deze boom geweest zijn toen hij gekapt werd? „ZE ZIJN HOL" Dan staan we weer buiten bij het krui- rad. Dijker vertelt dat het maar één Toen we vorige week mevrouw Dijker aan de telefoon kregen en vroegen of er al definitieve plannen waren wanneer de molen zou gaan proefdraaien, hield ze het een beetje af. „Ik weet niet precies wanneer Kees het gaat proberen. Je moet natuurlijk genoeg wind hebben hè". Ze had gelijk. Je weet als molenaarsvrouw nooit wanneer je man de wind voldoende acht om te draaien.. Maar, desondanks, toen we afgelopen zaterdag over de Stuifweg in de 100-jarige polder 't Noorden fietsten, draaide de molen. Het weer was goed: windkracht 7 en er stond een stralende zon aan de hemel. Een weertje om als molenaar mee in je nopjes te zijn. En dat was Kees Dijker FOKWIEKEN Kees Dijker was de officiële mole naar van de molen 't Noorden gedurende ongeveer 20 jaren. Kort na de restaura tie van 1928 kwam hij er wonen en wer ken. „Vlak voordat ik hier molenaar werd zijn er nieuwe wieken opgekomen Fok- wieken zitten er op je hebt ook Dek- kerwieken Die restauratie moest in twee etappes gebeuren. Toen Gerrit Jansen eerder dat jaar de gerestaureerde molen in gebruik mocht nemen omdat de molenaar zelf, Jaap Buis, ziek te bed lag brak de hoofd as doormidden en kwamen met veel ge kraak de wieken naar beneden. Op het nippertje konden alle genodigden zich uit de voeten maken om niet onder de houten gevaarten verpletterd te worden. 2 van 89,voor 69t- Als we omhoog kijken vragen we ons af hoe men dat gewicht een eeuw gele den zo'n 15 meter boven de grond op zijn plaats gekregen heeft. Het loopt tegen 5 uur, de molen gaat stoppen. Kees Dij ker vertelt nog dat men in Alblasser- waard molenaars „Waterpezers" noemt. „De schoolkinderen die aan de teken wedstrijd over de molen meedoen heb ben me pas nog gevraagd welke naam de molen heeft. Ik heb toen gezegd dat de molen eigenlijk geen echte naam heeft maar dat „Waterpezer" me wel wat lijkt". WIEKEN IN VREUGDESTAND Het is voor Dijker duidelijk de dag van zijn leven nu de gerestaureerde mo len eindelijk na een twaalftal jaren weer draait. Als de wieken stopgezet zijn wordt de bliksembeveiliging weer aangebracht die via het metaal van de wieken langs de witgekalkte muur van het molenhuis de grond in gaat. De wieken komen in de „Vreugdestand", even voor het dode punt. Met 2 kettingen wordt het bene- denend aan twee uit het gras stekende haken bevestigd De polder is jarig en het feest straalt ook af van de molen en van zijn vroege re molenaar Kees Dijker. „Hij draaide weer prachtig, echt ou derwets", zegt hij. om. Het is in deze tijd te klein voor per manente bewoning. Bovendien ligt het nogal afgelegen en is het er erg winde rig- JAARSALARIS De eerste molenaar was Gerrit Dek ker. Hij kwam uit Wieringerwaard en werd op 17 oktober 1878 tot molenaar benoemd. Zijn jaarsalaris bedroeg ƒ150,-. Hij kreeg toestemming op eigen kosten bij de molen een woninkje te bouwen en mocht op het land bij de molen een geit of een schaap laten grazen. Dit was overeenkomstig het loon enz. dat bij voorbeeld molenaars in de Schermer ontvingen. In november 1878 draaide keer is gebeurd dat de bliksem in de wie ken van de molen sloeg. Dat was aan het eind van de vorige eeuw De enden waren toen nog van hout vervaardigd en één end verkoolde toen. De huidige wieken zijn van ijzer met houten raam werken daaraan bevestigd waar vroeger zeUen overheen gespannen werden om de wieken nog sneller rond te laten gaan. Als we vragen naar het gewicht van de wieken zegt Kees Dijker dat niet pre cies te weten. „Ze zijn hol", zegt hij, „de as die ze boven in de molen in bewe ging moeten zetten is ongeveer 4 a 5 ton zwaar". Polder Noorden viert feest, offi cieel vrijdag en zaterdag maar offi cieus duurt het eigenlijk het gehele jaar. Want wanneer kun je eigenlijk precies zeggen dat een polder droog valt? Daar gaat wel een aanmerkelij ke periode over heen. Het comité heeft daarom een fictieve datum aangeno men voor het droogvallen. Het werd 21 en 22 mei, en op die dagen zal het uit bundig feest zijn in 't Noorden. Wat molenaar Kees Dijker betreft doet de molen zo'n anderhalve maand mee. Een heel evenement na 12 jaar van stilstand en restauratie. „Het was jammer dat we hem op de Nationale Molenlag nog niet konden draaien. Dat was op 7 mei. Er was toen geen wind", zegt Dijker. „Nu gaan we hem tot juli alle zaterdagmiddagen weer proberen. Als het weer tenminste mee zit", voegt hij er aan toe. Bezoekers kun nen dan de molen komen bezichtgen. „Maar opgepast met honden en kinde ren want de wieken kunnen flinke klap pen uitdelen". „Hij zal wel verrekte zwaar kruien", zegt de molenaar. Een tiental medebe woners van de polder helpt bij het stel len van het kruirad Ze drukken hun volle lichaamsgewicht op de armen er van. Dan wordt aan het touw getrokken waarmee de blokkering in de kap los gaat. Langzaam krijgt de wind greep en zet het geheel zich in beweging „Het begint ergens op te lijken", mom pelt Dijker. Dan scheren de veertien meter lange wieken steeds sneller langs de grond Het is gevaarlijk er dicht bij te komen Dijker zegt: „De enden moeten een kip dood kunnen slaan". getuige van zijn) goed af Het Water schap Texel liet de bemaling geheel aan hem over „Ik deed toen niet veel meer dan net zo lang pompen tot al het water weg was. Het polderbestuur bemoeide zich niet met mij. Ze lieten me maar aan- prutsen". Nadat Dijker in de jaren 1948-49 overstapte op de bloembollenteelt kwam Jan Kiewiet er als molenaar en als be heerder van het aanpalende gemaaltje. Ab Kiewiet volgde hem in 1954 op. Hij draaide de molen nog eens zo af en toe gedurende een tiental jaren. Het bouw werk werd in het midden van de jaren zestig volledig buiten werking gesteld. Molenaar Dijker vertelt dat er al een steunmotor voor bemaling aanwezig was sinds 1913 toen zijn grootvader Gerrit Dekker nog op de molen zat. Om de leek een indruk te geven van de capaciteit van een molen als die van Het Noorden stapten we naar Ab Kie wiet die nog steeds verantwoordelijk is staat brengen. Volgens Dijker zit dat er (wegens de kosten) niet in. „Ze zouden het molenhuisje nog af la ten maken voor de festiviteiten van 21 en 22 mei maar dat is volgende week al en dat zie ik nu niet meer zo zitten voor die tijd". Wc vragen wie er komt te wonen als het volledig gerestaureerd is. Een nieu we molenaar soms Er blijken plannen te zijn om het te gaan gebruiken als tijdelijk onderdak voor studenten die een studie willen ma ken van de natuurgebieden hier rond-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1976 | | pagina 5