Weidegrond kaal door rotganzen „Van het dorp naar de stad" We zijn wel voor natuurbescherming, maar dit wordt te gek FEUILLETON „Op deze manier wordt het een ramp" wgatowaiiaa De koeien staan nu nog op stal i KM „Waarom is het bij Rotganzen anders?" Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 4 juni 1976 JJ jj Bij de familie Vlaming van hoeve Utopia achter de Waddenzeedijk staan de koeien nog op stal. Dat klinkt enigszins verwarrend als men bedenkt dat het nu al juni is. - - v:::-'-ji.,- 'V:.' V' - - - en we zijn er eens ons Toch is het een niet te ontkennen feit, licht over op gaan steken. Mevrouw Naan Vlaming-Stark is hoogst verontwaardigd als we naar de reden ervan informeren. Er is niet voldoende gras beschikbaar voor het vee. Wat nog wel groeit, zit vrijwel uitsluitend onder beschermende kooien, die in de wei staan. Daar meet het gras wel zo'n dertig centimeter, er vlak naast is het vrijwel gemillimeterd. De oorzaak: Siberische Rotganzen Deze ganzensoort it binnen een tijdsbestek van enkele jaren overge gaan van zeegras, en andere in zout water levende planten uit de Wadden zee, op Het gewone gras van Texels landerijen. De vervuiling van het zee water was één van de redenen dat deze verandering in voedselopname zo snel zijn beslag vond, of anders gezegd, zijn beslag moest vinden. Het is voor de vogelstand een erg positie ve ontwikkeling. De rotganzenpopulatie op Texel daal de met het wegkwijnen van het zeegras nogal drastisch. Ook de inpoldering van de Zuiderzee deed haar invloed gelden maar, zoals dat in de natuur gebruike- lijk is, de vogels die om wisten te scha kelen overleefden het. Kortom: de theorie van Charles Dar win in de praktijk (Only the strong sur vives). Natuurbescherming is er geluk kig mee. Talmen Voor rotganzen zijn er eigenlijk niet meer zoveel geschikte gebieden om te overwinteren. Zij doen dit uitsluitend op de strandweiden en slikvelden aan ondiepe kusten, zelden zuidelijk van 45 graden NB Rotganzen nestelen gedu rende de zomermaanden heel hoog in het poolgebied van Siberië. De vogels die op Texel overwinteren komt men 's zomers tegen in de gebieden tussen No va Zembla en iets westelijk van de Si berische Lena-delta. Veel van de vo gels worden geringd om hun route en ook om hun leeftijd te bepalen. De rin gen zijn geel gemerkt met zwarte let ters. Volgens de traditionele trek-wijze zouden de rotganzen wanneer de maand mei aanbreekt het Waddengebied moe ten verlaten. Maar wat is het geval? Waarschijnlijk klimatologische verande ringen zijn er de oorzaak van dat een groot gedeelte van deze vogelsoort steeds langer blijft talmen om naar de broedgebieden te vertrekken. Men hoort in kringen van Natuurbescher ming wel de bewoording: ,,Ze blijven tot het ei er bijna uitvalt". Evolutie De natuur evolueert, de ganzen evo lueren mee. De mens evolueert echter ook. De economie verplicht de boeren aan de Waddenzee hun bedrijven uit te breiden. Men moet ,,met de tijd mee gaan". Hier is het waar de belangen be ginnen te botsen Er verblijven aan de Waddenzeekust nu zo'n 4.000 rotganzen 's Winters zijn dat er tegen de 20 000. Het is al juni en de vroegste terugkeerders komen in de maand september al weer. Naan Vlaming: „Ik ben echt wel voor dierenbescherming. Mijn vader was vroeger vogelwachter in de Muy, dus ik heb van huis uit echt wel begrip voor het feit dat deze ganzen beschermd moe ten worden. Maar dan wel tot op zekere hoogte, want op deze manier wordt het een ramp". Ze zegt, als we bij het hek van de weide achter boerderij „Utopia" staan dat de ganzen nu al op Kilstee waren (midden op Texel) om naar voedsel te zoeken. Op dit punt was al niet genoeg te eten. De wei is inderdaad kaal tot zeer kaal met hier en daar een plekje waar wat mest is blijven liggen. Een maand geleden is alles bemest maar door de vraatzucht heeft het niet veel gehol pen. „Het gaat steeds verder. Straks pik ken ze het overal kaal. Je ziet het voor beeld hier. Het is al juni en we moeten de koeien op stal houden". Taxateurs De koestal van hoeve „Utopia" wordt bevolkt door 50 stuks rundvee, waar van 30 melkkoeien. Ze worden nog Hei verschil binnen en buiten de kooien is duidelijk te constateren. In de verte hoeve „Utopia". steeds gevoerd met hooi en veekoeken. Er wordt hier (dat dient gezegd te wor den) wel een vergoeding voor gegeven. Van bevoegde zijde vernamen we dat voor deze vergoeding in totaal enkele tienduizenden guldens zijn uitgetrok ken. Er komen voor deze vergoedingen echter nog meer boeren in aanmerking. Er zijn drie deskundige taxateurs aan gesteld om de situatie te beoordelen en te begeleiden. Men heeft teneinde een beter inzicht te krijgen in de situatie op „Utopia" een aantal half ronde afgeslo ten kooien op het land geplaatst. Men kan hiermee aantonen hoeveel gras er door vogels weggepikt wordt. Immers, de koeien staan op stal en in de wei lopen enkel twee rammen. Hun voedselopname kan, over de gehele wei de genomen, verwaarloosd worden. Het verschil, binnen en buiten de kooien is duidelijk te constateren. Ook is De oudere rotganzen broeden 's zomers in de poolgebieden van Siberië. aantoonbaar dat de vogels het gras vaak met wortel en al uit de bodem trekken. Binnen een week Als we met mevrouw Vlaming het grasveld gaan bekijken dat het verst van „Utopia" afligt nabij een bollenveld, (bezit van de naburige boerderij) blijkt het gras iets hoger te zijn opgeschoten. Naan Vlaming: „Ja, dit is het enige gedeelte waar de koeien zouden kunnen grazen. Maar je kunt ze beter niet de wei insturen want 50 koeien hebben dit beetje binnen een week op, en wat moe ten we dan?" Ze voegt er aan toe dat men koeien die hongerig zijn moeilijk binnen gras land kan houden waar bijna niets meer te eten valt. De dieren gaan elders zoe ken of er iets van hun gading te vinden is. Het bollenland kan dan wel eens ge vaar gaan lopen. Wanneer we opperen dat bijvoeren in de wei misschien een oplossing is krijgen we een negatief antwoord. „Koeien die eenmaal in het voorjaar het verse gras gewend zijn krijg je met geen mogelijkheid meer aan gedroogd hooi. Dat is nou eenmaal de aard van het beest". Tuuntjesgras We rijden met de auto over het wei land. Naan Vlaming wijst het gedeelte waar twee jaar geleden ongeveer 3 ha nieuw grasland is ingezaaid. „Door dat wegpikken van de vogels hou je na een paar jaar alleen nog maa.r „tuuntjes gras" over, en dat vreten de koeien niet. Hier staat een hele haag doorns, dat groeit wel want zo kieskeurig zijn rot ganzen wel. Doorns moeten ze ook niet", licht ze toe. Het ministerie van CRM kocht on langs het in de polder „De Eendracht" gelegen „Zeeburg" op. Er is daar 60 ha grasland extra ingezaaid voor de rot ganzen. De vogels komen daar nu wel op af maar het blijkt bij lange na niet genoeg te zijn om in de behoefte te voorzien. De situatie als op 'Utopia' doet zich nu al zo'n 6 a 7 jaar in steeds heviger mate voor Het is vooral het jonge meigras dat er door de grote hoeveelheid rot ganzen aangaat. Dit gras heeft juist de hoogste voedingswaarde en zou voor de koeien het meest geschikt zijn. Het sti muleert het vetgehalte van de melk in grote mate. Afschieten We vragen wat mevrouw Vlaming als de beste oplossing voor het probleem ziet. Ze aarzelt niet lang. De oude dieren moeten gewoon afge schoten worden of in ieder geval een groot gedeelte. Ze worden nu te veel in de watten gelegd. De meesten zijn al lang naar de broedgebieden vertrokken. Everzwijnen op de Veluwe mogen toch ook afgeschoten worden om de kud de op peil te houden? Waarom is dat dan bij rotganzen an ders? Het is een ingewikkeld probleem waarbij vele instanties een vinger in de pap hebben. Hierdoor wordt het geheel alleen maar onoverzichtelijker Afslui tend mag men evenwel zonder meer stellen dat alle betrokkenen (ook de fa milie Vlaming) het nut van de rotgan zen die hun overwinteringsplaats nodig hebben, inzien. Het moeilijke is: waar ligt het zwaar tepunt. Een feit is wel dat indien hier totaal geen steun verleend zou worden („of slechts een aalmoes", aldus me vrouw Vlaming) een boerderij als „Uto pia" nog maar een tweetal jaren be staansrecht heeft. 10. „Kom", zei Jan en duwde haar zachtjes de stoelenrij uit. Marietje ontwaakte. Ze had gestóén, met alle mensen in de volgepakte zaal, mensen die onstui mig klapten, riepen zelfs, en telkens weer was het applaus stormachtig op gebruist, als de kleine man daar op het podium opnieuw verscheen, boog, en dankte. Ze had niet geklapt, ze had daar ge il staan, als in trance. n f| Dat iemand zó spelen konzó zijn' e §1 viool tot leven brengen, zo deze ver- |j rukkelijke muziek tot je kon brengen, ij tot jezelf vergat en alleen nog maar l| luisterde en staarde! Nu wat 't uit. Pauze. En van die pauze, waarnaar ze zo verlangd had, schrok ze terug. Ze had dóór willen blijven dromen. Jan Bak zag haar van terzijde aan. En innig tevreden constateerde hij: 't was aan haar besteed geweest. Hij zelf was niet zo wég van Mendelssohn, maar hij had Oistrakh willen horen ook al om te kunnen zeggen dat hij er geweest was; natuurlijk was hij er ge weest. „Zo Jan", zei een meisje achter hem Hij keek om. „Ah Olga.ben je er kapot van?" Olga glimlachte mysterieus. Haar om- bolde ogen staarden hem onverschillig aan, vlasblond haar slingerde onverschil lig om haar knap maar vermoeid ge zicht. „Romantiek hè.voor de oudjes. Jammer van de man, maar het publiek vindt 't toch mooi. Ze klapten zich bla ren in de handen. Die bloem des velds van jou is er helemaal weg van". Jan haalde de schouders op. Olga was zeker geen bloem des velds, had meer van een, zij het iets verlepte, orchidee. En opeens hinderde hem dit gebor neerde, cynische gepraat, en voelde hij zich oneindig meer getrokken door de zuivere, naieve ontroering van zijn „klei ne veldbloem". „See you later, alligator", grinnikte hij en wendde zich naar Marietje. Ze had hem met Olga zien spreken en was geimponeerd door dit meisje, dat er uitzag alsof ze alles, waarvan Marietje nog geen vermoeden had, al vele malen had meegemaakt. Jan, die zulke vriendinnen had, ging met héar uit. Hij zag er zo knap uit in zijn don kere pak. De verrukking van het concert ontdooide langzaam naar de blijdschap om deze avond-uit, om dit grote avon tuur. „Zeg", zei Jan, nadat hij door het ge drang heen moeizaam twee kopjes kof fie had gebalanceerd, wil je hiemó die symphonie nog horen?" Ze dacht eigenlijk dat het niet anders kon. „We kunnen er na de pauze gerust tussen uitpiepen", lichtte Jan haar in „dan krijgen we die symphonie van Bruckner en die is zo akelig lang. Het is een anticlimax na dit concert van Oistrakh". Marietje begreep hem niet zo precies, maar ze kon zich niet voorstellen dat er na deze verrukking iets kon komen dat al was het maar even, verrukkelijk was. Daarbij begon ze nu eerst te besef fen, dat ze zich bewoog in een nieuwe wereld, en Mollenbroek leek ergens in de Stille Oceaan te liggen. In het artistie ke milieu van de Polanen-familie was er zo stilletjes-weg al heel wat groen blad van Marietje afgepeld, nu proefde ze het grote leven. En ze was geneigd, alles goed te vin den wat Jan voorstelde. „Wat gaan we dan doen?" vroeg ze. „We gaan de andere kant bekijken", glimlachte hij raadselachtig. „Kom". Hij werkte zich door het publiek heen naai de garderobe, hielp haar met veel om haal in haar eenvoudige mantel, onbe wust van het feit dat de wereldwijze Olga met een stelletje vrienden hem vermaakt gadesloeg, en toen stonden ze buiten. Marietje rilde en keek beducht naar de vochtige asfaltstraat met de in gesta dige stroom voortzoevende auto's en de bellende trams. Jan wipte snel op een achterbalcon, trok haar mee. „We zitten zó op het Leidseplein!" En Jan, zijn arm om haar heen, bracht haar de trap op van een luxueuze dan cing, en ze zag de band, een wiegelende juffrouw die iets zong wat volgens Jan Spaans was, (maar zij zelf woont in de Goudsbloemstraat, fluisterde hij haar ondeugend toe) en ze zag een danspaar en een danseres, schaars gekleed, en een man die viool speelde op een sigaren kistje en saxofoon op een fietspomp, en Jan leidde haar op de dansvloer en zei dat het niets gaf dat ze niet dansen kon, dat leerde vanzelf en hij zou haar wel leiden, en ze dronk een zoet likeurtje en toen ze eindelijk weer voor de deur van huize Polanen stonden was het half één. „Wat zeg je?" vroeg Marietje, bijna onhoorbaar. „Nul uur twee en dertig", annonceerde Jan onverschillig „nette tijd, wat?" Marietje zweeg verslagen. Jan merkte het niet. Voor zijn doen was het inder daad netjes, keurig netjes. Met Olga en hem werd het meestal wel een tikkel tje later, zo een uur of vier, vijf en dan waren ze wel eens in het autootje van de een of andere kennis gestapt en met z'n allen naar de plassen gereden om de zon te zien opgaan Jan was er diep van overtuigd, dat hij zich keurig gehouden had. en natuur lijk had hij Marja wel een keertje ge kust, maar dat hoorde er zo bij. Ook in dit opzicht was hij voor zijn doen zeer terughoudend geweest, maar hij wist dat hij met Mieke van Polanen goede vrien den diende te blijven, en haar waarschu wing bij de deur had hij niet misver staan. Marietje sidderde inwendig. Half één. Zó laat was ze nog nooit thuisgekomen. In Mollenbroek was het eens half twaalf geworden met een uitvoering van de gym, maar toen waren vader en moeder er ook bij. Nu, alléén uit, met een vreem de jongen gedanst. en hij had haar gezoenden zij hemen nu ston den ze daar midden in de nacht. En wat zou mevrouw zeggen! En als vader dit te weten kwamof moeder! Hier durfde ze niet verder denken „Wel", zei Mieke, slaperig in haar housecoat gedoken, ,dat was een laat concert, Johannes!" Het klonk schert send, maar haar ogen zagen hem in dringend, vragend aan „Ja Miek", verontschuldigde zich Jan, „Oistrakh was zo goed, dat ik 'em niet door Bruckner wou laten bederven. En toen zijn we nog even naar 't Leidseplein geweest". „Hm", zei Mieke, „nou Marja, meisje, maar gauw naar bed. Jan, je komt er wel uit?" Jan was al weg, blij dat het zo goed afliep. „En hoe was het?", vroeg Mieke vrien delijk, toch wel een beetje bezorgd. Marietje, van een zware last ontheven nu mevrouw het zo gewoon opnam, ver telde verrukt en alle angsten vergeten, zag de de avond opeens weer in één ro zerood waas. „Vertel es.... heeft ie je gezoend?" vroeg Mieke op de man af. Marietjes schrikkelijke blos zei haar genoeg. „En jijhém?" Geen antwoord. Mieke stond op en schoof naast Marie tje op de bank, sloeg haar arm om haar heen. „Luister es kindzo erg is 't niet maar je haalt je niks in je hoofd, hè? Ik kèn Jan Bak. „Hij was heel aardig", verdedigde Ma rietje plots heftig. „Ja, dat is-ie. Ik zeg ook niks kwaads van 'em. Maar als een jongen als Jan een meisje zoent, is dat precies alsof jij in je dorp een schoolvrindje gedag zwaait, weet je. Hij is daar erg makke lijk in. Ze zweeg, zag hoe Marietjes hoofd zonk Zou het kind het al te pakken heb ben? Enfin, ze moest hier doorheen, Am sterdam was geen stad voor meisjes die geloofden, wat er in de boekjes van vijf tig jaar geleden stond. „Drink nog gauw een beker melk en gan dan naar bed", adviseerde ze moe derlijk „Ik lust niets meer", zei Marietje dof. „Dag mevrouw" en ze liep naar boven. De rozerode schijn om de avond was verdwenen En toen ze insliep was haar kussen vochtig. Mieke, die stilletjes naar haar kwam kijken, zag het. „Mónnen" zuchtte ze.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1976 | | pagina 5