Slufter blijft voorlopig dicht
CJ
4 NOG IN
GANG
VOLLE
Olympische
portable T.V.
299,-
Electrohuis
Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 16 juli 1976
ren, het is duidelijk, dit is zout water.
„Je zou kunnen zeggen dat dit de le
vensader van het gebied is", zegt Maar
ten „Het water zorgt dat de vlakte
levend blijft. Als het verdwijnt zijn er
ook veel minder vogels in het gebied te
zien Je kunt het bijvoorbeeld merken
aan de kluten. Er broeden er ieder jaar
een aantal in ons terrein, maar als het
water verdwijnt, kunnen ze vrijwel niet
meer aan voedsel komen. Dat heeft dan
tot gevolg dat de jongen sterven en de
volwassen dieren wegtrekken". Hij ver
telt dat Rijkswaterstaat in het voorjaar
de kreek heeft uitgediept. Waterstaat
kundig was dat natuurlijk wel juist,
want het water heeft de neiging om van
de kreek na verloop van tijd een kron
kelige stroom te maken. De stroom kan
op den duur zo'n grote slinger maken
dat het de duinen aan de. rand van de
Slufteropening begint aan te vreten.
Rijkswaterstaat kan dat voorkomen door
de uitstroomopening uit te diepen, waar
door het water gemakkelijk en snel weg
terrein binnendringen. „Vaak gaat aat
min of meer ongemerkt, doordat men de
kreek van de Slufter niet kan overste
ken en dan al zoekend het broedterrein
binnendringt. Er wordt regelmatig aan
gedrongen op het plaatsen van een prik
keldraadheining om de beide delen van
de Slufter duidelijk te scheiden. Daar
verzet ik me fel tegen", zegt hij, „ik zou
het vreselijk vinden als het nog eens zo
ver zou komen".
We praten over de excursies die da
gelijks in het terrein worden georgani
seerd. We horen dat ze tegenwoordig
om 7 uur 's morgens plaatsvinden. Is dat
gedaan omdat een wandeling op dat
vroege tijdstip meer de moeite waard
is? „Nou, inderdaad is er zo vroeg in de
morgen meer te zien dan later op de
dag", zegt Stoepker, „maar de hoofd
oorzaak is anders. Vroeger vonden de
excursies altijd 's middags plaats, en dan
gebeurde het nog al eens dat er tijdens
de wandeling mensen het terrein inlie
pen Dan moet je je excursiegroep in de
steek laten om achter de indringers aan
te gaan en dat gaf natuurlijk nog wel
eens problemen Vandaar dat een paar
jaar geleden is besloten de rondleidin
gen voortaan om 7 uur 's morgens te
houden".
LEVENSADER
We steken de kreek over. Overal zijn
in het zand hoopjes te zien van zeepie-
kan stromen in de Noordzee. Alleen is
het nadeel dat het water uit de Slufter
vlakte nu zo gemakkelijk kan wegstro
men dat de vlakte veel droger is dan in
het verleden. Bij springtij loopt het ge
bied voor een deel onder, maar een paar
dagen later ben ik het meeste water al
weer kwijt. Er is al overleg met Rijks
waterstaat over deze kwestie geweest.
Misschien is het mogelijk dat ze volgend
jaar een soort drempel in de kreek ma
ken door er zand in te schuiven over een
behoorlijke lengte Het water kan dan
nog wel naar binnen en naar buiten
stromen, maar niet meer zo vlug. En dat
betekent voor de vogels dat het terrein
veel aantrekkelijker voor ze is".
UIL
„Ah, ik verwachtte hem al", hij wijst
naar een vogel die op ons af komt vlie
gen. „De velduil", zegt Stoepker, „die
broedt in het terrein; we zijn in de buurt
van z'n nest". We kijken naar de vogel
die nu vlak boven ons vliegt. Hij lijkt
net zo nieuwsgierig naar ons te kijken
als wij naar hem. Hebben we niet ergens
gelezen dat uilen meestal in de scheme
ring of 's nachts vliegen? „Ja, dat geldt
inderdaad voor de meeste uilen, maar
de velduil is een uitzondering op die re
gel". Even later knielen we bij het nest
neer. Vier uilskuikens kijken ons letter
lijk met grote ogen aan. Tussen hen in is
nog een wit ei te zien. „In de vogelwe-
(foio's f. Haag)
.We kijken naar de velduil die nu vlak boven ons vliegt
reld is het meestal de gewoonte dat eerst
alle eieren in het nest worden gelegd en
dat pas dan met broeden wordt begon
nen, maar bij de roofvogels en de uilen
is dat anders. Zodra het eerste ei is ge
legd, wordt met broeden begonnen. De
andere eieren worden tijdens het broe
den nog bijgelegd. Dat heeft tot gevolg
dat de eieren met tussenpozen van één
of meer dagen uitkomen. Aan de uiltjes
in het nest is dat ook duidelijk te zien.
De oudste is al een fors exemplaar, ter
wijl de jongste nog wat onwennig naast
het nog niet uitgekomen ei zit.
EVENWICHT
„Een stukje natuurlijk evenwicht",
zegt Maarten. „Het oudste jong bedelt
natuurlijk het meest om voedsel, omdat
het naar verhouding veel nodig heeft.
Z'n ouders zullen hem dan ook in de eer
ste plaats verzorgen. Is er genoeg voed
sel in het terrein aanwezig, dan zullen
alle jongen in het nest aan hun trekken
komen, als er te weinig is, blijven alleen
de oudste jongen over. De rest verhon
gert gewoon. Dat mag wreed klinken,
maar het is een manier om het even
wicht in stand te houden. Bij de velduil
gebeurt dat trouwens ook nog door het
aantal eieren dat wordt gelegd. In goe
de voedsel jaren, als er veel muizen zijn,
legt de vogel wel eens twaalf eieren, in
slechte jaren zijn het er soms maar
drie". Het oudste jong wordt uit het nest
gehaald en van een ring voorzien. De
gegevens worden in een boekje geno
teerd; welke soort vogel, wanneer ge
ringd, waar enz. „Door dat ringen zijn
we al heel wat over vogels aan de weet
gekomen. Laatst kreeg ik een terugmel
ding van een velduil die zes jaar geleden
in de Slufter als nestjong was geringd.
Het dier was geschoten in de Oeral in
Rusland. Ja, velduilen kunnen ver weg
trekken. In ons land zijn er niet veel
plaatsen meer waar ze broeden, want
het zijn echte rustzoekers. Gelukkig
broeden er in de Texelse duinen ieder
jaar nog zo'n 14 paren".
MISVERSTAND
Maar hoe zit het dan met dit nest vra
gen we ons af, want de Slufter gaat 15
juli toch weer open voor het publiek?
„Dat is een misverstand, waar we ieder
jaar weer problemen mee hebben", zegt
Stoepker. „Ondanks het feit dat we de
borden met de tekst „broedterrein" om
het terrein laten staan na 15 juli, heb je
altijd weer mensen die denken dat de
borden na die datum niet meer gelden.
(vervolg binnenzijde van dit blad)
Dagelijks worden in De Slufter excursies gehouden. De belangstelling ervoor is bijzonder groot.
MINDER VERVUILING?
We kijken nog eens naar de dode ei-
lereend op de grond. „Van het nest van
leze vogel is dus niets terechtgekomen",
:egt Maarten. „Gelukkig hebben we de
aatste jaren veel minder van deze ge-
allen. Ik heb het idee dat de Wadden
zee minder vervuild is dan een aantal
aren geleden Het broedseizoen van de
klereenden is dit jaar trouwens over
iet algemeen goed verlopen, we hadden
naar liefst 62 legsels. Als je nagaat dat
zr vorig jaar maar 38 werden geteld! Al
lie eidereenden geven ons trouwens een
>oop werk", zegt hij lachend. Dat begrij-
tèn we niet zo goed. „Nou, een eidereend
een vogel die bij de nadering van
lensen diep wegduikt op het nest De
rachtige schutkleur zorgt er dan meest-
1 wel voor dat het dier ongezien blijft.
0 Vogelwachter Maarten Stoepker bezig met het ringen van vogels. jonge velduil
Winter 1858. Tijdens zware stormen breekt de Texelse duinenrij op drie plaatsen door
ten noorden van De Koog. Het woeste water van de Noordzee kan in het achterliggende
duingebied binnendringen De doorbraak in het gebied van de Muy wordt binnen vrij
korte tijd door Rijkswaterstaat weer afgesloten. Met de beide ander gaten heeft men meet
moeite. Het zijn de Grote en de Kleine Slufter. Als de Grote Slufter (aan het einde van
de tegenwoordige Krirnweg) na veel inspanning eindelijk wordt gedicht, wordt de andere
opening in de duinenrij weer groter Keer op keer slaagt de zee er in de inspanningen
van de mens ongedaan te maken. Er is een uniek natuurgebied ontstaan. Het water van
de Noordzee kan er bij een hoog tij binnenstromen, waardoor de plantengroei in de
Sluftervlakte een eigen karakter krijgt. Ook komen er bijzondere diersoorten voor. Als
Rijkswaterstaat in onze tijd eindelijk de middelen heeft om het gebied blijvend van de
Noordzee af te sluiten laat men de doorbraak met opzet bestaan Zo blijft een schitterend
natuurgebied behouden.
wordt behoudt het z'n kleur. De naam
van de plant is gemakkelijk te verkla
ren, want het blad heeft veel weg van
het oor van een lam
RIJK TERREIN
We praten over de resultaten van het
afgelopen broedseizoen De Slufter blijkt
een rijk broedterrein te zijn Er zijn dit
jaar maar liefst 180 nesten van de schol
ekster gevonden. Je kunt de vlakte
van de Slufter beschouwen als een soort
weidegebied", vertelt Maarten. „Er broe
den ook veel grutto's en kieviten; van
de laatste soort hadden we zo'n 90 nes
ten. Bijzondere soorten in het gebied
zijn o.a. de strandplevier en de bontbek-
plevier. Dat zijn vogels die vrij zeld
zaam zijn geworden. Vooral Engelsen
doe je een groot plezier als je ze tijdens
de excursie laat zien.. Het zijn namelijk
soorten die in hun land met voorkomen.
Vroeger broedden ze ook in het vrije
gebied van de Slufter. Maar ja, dat vrije
gebied is voor de vogels als broedterrein
verloren gegaan omdat er zoveel mensen
komen. Er broedt vrijwel niets meer.
Dat is natuurlijk wel jammer, maar ie
dereen is nu tenminste in de gelegenheid
om de Slufter toch te bezoeken Men
moet dan wel accepteren dat het broed
terrein afgesloten is. Ik ben ook streng
als men de regels overtreedt en toch het
gebied binnendringt. Het gebeurt regel
matig dat ik een bekeuring geef. Men
neemt me dat nog wel eens kwalijk,
maar ik heb het idee dat het de beste
manier is om sommige mensen uit het
terrein te houden. Ik maak me er be
slist niet populair mee en het bezorgt
me veel extra werk om de proces-ver-
balen op te maken, maar ik doe het voor
het behoud van het terrein".
PRIKKELDRAAD?
Hij vertelt dat er nog al eens mensen
vanuit het vrije deel in het afgezette
Juli 1976. De lucht boven de Slufter
vlakte trilt van de warmte. In de verte
loopt een aantal mensen door het gebied
in de richting van de Noordzee om er
verkoeling te zoeken. In de plas voor
ons zwemt een stel eidereenden met
jongen.
We zijn bij Maarten Stoepker, één van
de vogelwachters van het Staatsbosbe
heer in de Slufter. We lopen voorzichtig
op het groepje eidereenden toe en be
kijken ze door de verrekijker. „Enkele
jaren geleden heeft Rijkswaterstaat dit
plasje gegraven om zand te winnen ter
versteviging van de zeewering in het
gebied", zegt Stoepker. „Ik ben erg blij
dat ze het gedaan hebben, want het wa
ter kan er niet uitlopen. Nu is er ieder
jaar weer een groep eidereenden die hier
jongen grootbrengt. Dat is wel een voor
deel voor deze vogels, want normaal ge
sproken moeten ze met hun jongen naar
het voedselrijke water van de Wadden
zee. Je kunt wel nagaan dat zo'n tocht
via de Noordzee met z'n branding erg
gevaarlijk voor die dieren is".
De eidereend is als broedvogel voor
Texel nog vrij nieuw. In 1942 werd voor
het eerst een broedgeval vastgesteld.
Sinds die tijd is het aantal gevallen toe
genomen, hoewel deze eendensoort be
paald nog niet algemeen is.
Kijk", zegt Stoepker, „daar ligt er
één". We lopen naar een bruin hoopje
dat voor ons ligt Een dode eidereend.
,Ja dat gebeurde vooral een aantal ja
ren geleden regelmatig tijdens de broed
tijd", zegt hij en begint te vertellen. „Een
eidereend broedt achtentwintig dagen
achter elkaar en al die dagen eet het dier
niet. Het verlaat het nest alleen maar
om af en toe iets te drinken De vogel
heeft een vetvoorraad die groot genoeg
is om die periode door te komen. Het
dier wordt gewoon magerder als het zit
te broeden". Maar hoe kan het dier dan
toch sterven, vragen we ons af. „Dat
heeft een andere oorzaak", zegt Maar
ten „Als een dier eet, krijgt het meestal
een zekere hoeveelheid vergif bin
nen. Er zijn bepaalde soorten vergif die
gemakkelijk weer door het lichaam wor
den uitgescheiden. Het probleem is dat
andere vergiften in het lichaam worden
opgeslagen, bijvoorbeeld in het li-
chaamsvet. DDT is in dat opzicht heel
gevaarlijk. In normale gevallen heeft
het dier er geen last van, maar juist tij
dens het broeden ontstaan er moeilijk-
leden. Als het dier z'n vetvoorraad gaat
ïanspreken, komt het vergif in de bloed
baan. In bepaalde gevallen is die hoe
veelheid gif zo groot dat de vogel sterft".
Pas op het allerlaatste moment, als je
vlak bij het nest bent, vliegt hij op.
Maar dat betekent jammer genoeg in
de meeste gevallen wel dat het dier niet
meer terug komt. Er staan natuurlijk
wel borden om het terrein waarop staat
aangegeven dat de Slufter een broedter
rein is, maar er zijn jammer genoeg al
tijd weer mensen die zich daar weinig
van aan trekken. Als je ze dan aanhoudt
zeggen ze meestal: ja maar ik weet wel
waar ik loop, ik kijk wel uit. Toch zijn
we dit jaar weer verschilende nesten
van de eidereend op die manier kwijt
geraakt"
VLOOIENKRUID
Plotseling bukt Stoepker zich om ons
een plantje te laten zien. „Vlooienkruid",
zegt hij, „ruik maar eens". We snuiven
een heerlijke geur op „Ja, die naam
vlooienkruid gaven de Texelaars vroe
ger aan de plant. Als het stro in de ma
trassen werd ververst, stopten ze er al
tijd wat van deze plant bij om het onge
dierte weg te houden. Het werd trou
wens ook gebruikt in de linnenkast. De
officiële naam van de plant is zeealsem.
Het is een typische plant voor de Sluf
ter, want het groeit alleen op plaatsen
die regelmatig door zout water worden
overspoeld. Voor deze plant geldt trou
wens hetzelfde" Hij laat ons een ander
plantje zien, waarvan het bloemhoofdje
licht paars is gekleurd. Dat is lamsoor,
maar voor de bloei van de plant zullen
we nog even moeten wachen. Dat is een
fantastisch gezicht, want de Slufter is
dan één grote paarse vlakte. Er zijn nog
al wat mensen die het lamsoor plukken
als het bloeit, want als het gedroogd