„Ome" Wim Fock: Texel
is een pracht eiland
-■
I Deelnemer Olympiade van Berlijn '36
Tweede blad Texelse Courant vrijdag 23 juli 1976
Dt.hniiui ilTi.n'oiynpiH'hc Spe/ttl Berlijn
en denk erom jongens: niet te breed voorstaan want
dan geef je meer trefkans aan je tegenstander; goed aan de
verdediging denken, dus vooral niet kwaad worden;en nog
maals, sportief boksen hè
De scheidsrechter kijkt de beide opponenten aan.
akkoord, allebei begrepen vraagt hij dan
Van twee kanten wordt nu ja geknikt. Ze geven elkaar een schou
derklopje en gaan ieder naar de eigen hoek.
De arbiter gaat in de neutrale sector van de ring staan.
Dan klinkt het: helpers weg, eerste ronde!" En terwijl de
bel weerklinkt begint de partij.
„Nou, via het wielrennen eigenlijk.
V' Dat deed ik al zo'n beetje sinds m'n
vijftiende Eerst bij de „Peddelaars"
Later ben ik overgestapt naar „Le
Champion". Ik ben op een winter bij de
boksclub teredht gekomen. Dat vond ik
nodig in verband met indoortraining en
zo. Dat ging wel aardig zeiden ze daar.
En mij boeide het ook nogal dus ik ging
me helemaal op het boksen toeleggen
Bij de vereniging „Hercules", die be
staat nog. In het begin bokste ik alleen
maar oefenpartijtjes en deed ik de trai
ning. Het is enorm goed voor je spieren.
Ik kan eigenlijk wel zeggen dè sport
waarbij je alle spieren zo'n beetje ge
bruiken moet. Roeien is ook zo'n
sport.
Mevrouw Fock komt binnen met de
koffie; met taart vandaag. Ze wijst op
een kastje dat achter haar man in een
hoek van de kamer staat. Er staat een
zestal bekers op die met diverse par
tijen verdiend zijn. We lezen de namen
van diverse grote steden waar de ont
moetingen zich in de dertiger jaren heb
ben afgespeeld- Oslo, Stavanger, Keulen,
Berlijn.
ten. Ik werd daarna gevraagd of ik te
gen Jarl Johnson wilde uitkomen. Die
was toen zwaargewichtkampioen van
Scandinavië (boven 162 pond)
Het was een gewichtsklasse hoger maar
als degene die in de lagere gewichts
klasse zit dat toestaat mag een zwaar
gewicht tegen een halfzwaargewicht uit
komen. Dat gebeurde dus, want ik voelde
me prima in die tijd".
Het werd evenwel een nederlaag voor
Wim Fock, alweer op punten. Er zitten
nog veel herinneringen aan deze Jarl
Johnsson in het fotoboek wat hij toont.
Eén ervan is zelfs gesigneerd en voor
zien van een groet.
De scheidsrechter is een spor
tief gebruinde al wat oudere man
met grijs haar. Hij heeft de partij
goed in de hand. Het is duidelijk
dat hij bij de minste overtreding
direkt zal ingrijpen. Onsportiviteit
duldt hij niet.
Voordat hij de ring inklom zei hij:
„Geloof me. Er is geen sport die zo
karaktervormend is als de bokssport.
Moed is er voor nodig en zelfbeheer
sing. De eerzucht komt er aan te pas.
En ach, af en toe krijg je wel eens een
flinke tik, nou èn? Ik zeg altijd maar
ie kunnen er wel op slaan, maar er
doorheen slaan ze nooit".
Ome" Wim Fock heeft recht van
spreken. Hij is op en top sportman. Hij
traint nu hij 67 jaar is nog immer de
eugd van Texel in de goede boks-
techniek. Hij was amateurkampioen
van Nederland in 1936 en nam deel
aan de Olympische Spelen van Berlijn,
nu precies 40 jaar geleden
I Amsterdam en Texel
Wie precies is Wim Fock?
Hoe lang woont hij op Texel, vraagt
en geboren Texelaar dan altijd. Want
én ding is duidelijk, Wim Fock heeft
lier niet zijn hele leven gewoond. Dat
mtkent hij dan ook niet.
„Ik kom uit Amsterdam", zegt hij. „Ik
ïad daar een goed lopend garagebedrijf
amen met mijn broer. Maar de plan-
lenmakers van de hoofdstad hadden bij
le bouw van de nieuwe metro een fout-
e gemaakt. Hierdoor verzakten vrijwel
11e huizen van de buurt en ook de pan-
len waarin de Oosterparkgarage geves-
igd was".
Hij legt uit dat de verzakking is ont-
itaan doordat het waterniveau in de on-
lergrond van Amsterdam-Oost daalde
loor de aanleg van de metroputten. Er
:wam zuurstof bij de houten palen on
er het bedrijf waardoor een rottings-
•roces intrad
„Toen was er geen hou'en meer 'an Er
'ntstonden steeds meer scheuren in de
anden. Wij waren zo'n beetje de laat-
ten die uit de Oosterparkbuurt ver
rokken".
Hij heeft in Amsterdam een hoop her-
nneringen achtergelaten, dat wel (In de
e Oosterparkstraat werd hij geboren)
laar nu hij op Texel woont wil hij hier
iet meer weg.
Zijn echtgenote denkt er ook zo over.
De familie Fock kwam hier al zo'n 20
aar regelmatig op vakantie Ze kenden
et eiland dus, en toen er een kans
as
Texel is al geruime tijd hun nieuwe
oonplaats. Hun huis staat op een stille
laats aan de rand van Den Burg.
,Je kunt van hieruit binnen vijf mi-
uten in het centrum zijn maar waar
'ij wonen komt vrijwel nooit enig ver
eer"
Ze hebben het wel getroffen en ze zijn
erg blij mee. „De stilte van de Wad
enzee vooral, als ik aan het vissen
en", zegt „ome" Wim
Die aanduiding „ome" is echt Am-
erdams. Wim Fock wordt op deze
ianier bij de boksschool aangeduid. Hij
eeft er geen hekel aan. Het benadrukt
i vriendschappelijke sfeer die er heerst.
I Gevoelige snaar
Hoe kwam u eigenlijk in de bokssport
frecht, vragen we hem dan. Te oorde-
'n naar zijn reaktie wordt met deze
^Jraag een gevoelige snaar beroerd. Hij
Vljgt even, en steekt dan van wal.
„M'n eerste partij bokste ik toen ik
19 jaar was. Ik weet echt niet meer hoe
m'n tegenstander heette. Hij was bijna
een kop groter dan ik. Bovendien had
hij al eerder wedstrijden gebokst. Ik
kreeg advies van m'n begeleider Fokko
Houtkoop. Die zei me bij het begin: Je
laat hem eerst komen, dan plaats je wat
plaagstootjes over links, en als hij dan
in de verdediging gaat schiet je er in
eens uit met een rechtse
Wim Fock ziet de partij in gedachten
weer voor zich, en hij vervolgt dan op
montere toon.
„Hel ging precies zoals Fokko had ge
zegd. Hij kwam, ik ging over links, en
toen die rechtse. Pal op de kaak! Hij was
meteen knock-out!"
We vragen hem wat voor gevoel dat
geeft voor degene die zo'n stoot uit
deelt.
„Je voelt je belabberd, echt waar.
Ik ben daarna ongeveer 3 jaar niet
meer in wedstrijden uitgekomen. Zelfs
daarna heb ik tijdenlang angst gehad
om m'n rechtse te gebruiken. Weet je,
toen ik die stoot plaatste ging die te
genstander in de lucht knock-out. Hij
tuimelde achterover in de touwen. Ik
heb dat beeld nog jaren in m'n herin
nering gedragen".
De bokssport bleef toch boeien en z'n
vrienden haalden hem over er mee door
te gaan. Inmiddels deed hij, alround
sportman die hij was ook al regelmatig
mee met het rugby-team van AAV
Niet op kracht
In het halfzwaargewicht werd Wim
Fock in 1936 kampioen van Nederland.
Dat gebeurde in Bellevue te Amserdam.
„Niet op kracht", zegt hij. „Ik ben een
zuiver technische bokser".
Dat moeten we beamen. Je zou beslist
niet zeggen tegenover een oud-half-
zwaargewichtkampioen van Nederland
te zitten, als je op een warme zomer
avond met hem zit te praten.
Ik ging met het Nederlands team
naar Noorwegen en kwam in Oslo uit
tegen Aage Mörk die toen halfzwaar
kampioen van Scandinavië was. Het
werd een overwinning voor mij, op pun-
Nederlands kampioen half zwaargewicht 1936
De jaren voor de laaste wereldoorlog
waren voor wat de bokssport betreft
bloeiende jaren in Nederland. Over het
algemeen ging het uitstekend met de
sport.
De Olympische Spelen van Amster
dam in 1928 leverden Nederland 6 gou
den, 9 zilveren en 4 bronzen medailles
op. Hiervan waren er twee voor bok
sers. Bep van Klaveren behaalde in het
vedergewicht (114 pond) de Olympische
titel. De zwaarmiddengewicht (150 pond)
Miljon legde beslag op een bronzen plak.
De spelen van 1932 waren minder suc
cesvol door een geringere afvaardiging
uit de Lage Landen bij de zee. Tweemaal
goud en 5 maal zilver, kwam hier uit de
bus. De bokssport behaalde geen me
dailles. Het wachten was op Berlijn
1936....
9 Oude sport
Het boksen is een oude sport, maar in zijn
moderne vorm werd het pas vastgesteld in
1860. De markies van Queensberry definieer
de het toen als: het wedijveren van twéé
vechters in een partij van beperkte duur
waarbij ze alleen hun handen met bokshand-
schoenen gebruiken. Alen mag elkaar alleen
raken op bepaalde delen van het bovenli
chaam. De partijen kunnen gewonnen wor
den door knock-out, door een tegenstander
te dwingen zich terug te trekken of op pun
ten.
Elke ronde in een wedstrijd is een vast
aantal punten waard voor de winnaar. Bij
het amateurboksen krijgt de winnaar van
een ronde in het algemeen 20 punten en
krijgt de verliezer minder punten in verhou
ding tot het aantal treffers die hij op de juis
te plaatsen heeft toegebracht. Bij het ama
teurboksen kan een ronde niet onbeslist blij
ven. Als beide boksers aan het einde van een
Zondagmiddag 18 juli ,,De Bremakker"Diatste demonstratiepartij seizoen 1973-'76.
9 40 jaar geleden
„Je staat er niet bij stil dat dit nu al
40 jaar geleden is.zegt hij dan
„Dat was ook het jaar van de Olym
pische Spelen in Berlijn, daar ben ik
toen ook naar uitgezondenver
volgt hij.
ronde evenveel punten hebben, wint die bok
ser die het meest in de aanval geweest is. Als
de ronde dan nog onbeslist blijft wint de
bokser met de beste stijl. Als de strijd dan
nog niet beslist is wint de bokser die het
beste verdedigd heeft.
Bij ivedstrijdboksen voor amateurs boksen
de deelnemers aan de open categorie 3 ron
den van 3 minuten. In de overgangsklasse
zijn dit gewoonlijk 2 ronden van 2 en één
van 3 minuten. Beginners boksen partijen
met 3 rondes van 2 minuten lengte
Bokshandschoenen zijn opgevuld met paar
de haar. Ze wegen 226 gram in amateunved-
strijden en door zwaargewichten worden in
sommige landen handschoenen van 283 gram
gebruikt.
De kleding van amateurs bestaat uit shorts
en een hemd; profs dragen alleen shorts. Er
worden hoge schoenen gedragen.
9 Naar Olympiade
De opening van de Olympiade in Ber
lijn woonde Wim Fock niet bij. De wed
strijden waarin hij moest uitkomen be
gonnen pas toen de Spelen zo'n dag of
vijf bezig waren. De afstand naar Berlijn
was niet zo groot dus de eerste dagen
verbleef de boksploeg nog in Nederland
Wim Fock: „Het is een gebeuren dat ik
m'n levenlang niet meer zal vergeten.
Buiten het feit dat ik daar meedeed. Al
leen al dat ik er bij was. Dat ik in het
Olympisch Stadion zat toen Jesse Owens
daar kampioen werd
Hij kan terugzien op een redelijk suc
ces op de Spelen in Berlijn 1936. Er
wordt en werd gebokst volgens het af-
valsysteem. Wie verloor lag er uit. Er
weren geen herkansingen.
Wim Fock kwam in de eerste ronde
uit tegen de kampioen van China.
Wan Yung Lan had een lengte van
zo'n 1.85 meter en stak dus een tiental
centimeters boven de kampioen van
Nederland uit.
„Het was een snelle bokser", zegt
Wim Fock nu. „Ik had het flink moei
lijk met hem, maar toch werd mijn
techniek beter geoordeeld dan die
van Wan Yung Lan en won ik op pun
ten".
In de volgende ronde volgde een
ontmoeting met de Deen Holm. Een
halfzwaargewicht die nota bene had
verloren van Aage Mörk. De Scandi-
naviër die in het voorjaar van 1936
een nederlaag tegen Wim Fock had
geleden. Het zag er dus positief uit
voor de Nederlandse kampioen, maar
(en we zullen wellicht nooit weten hoe
het kwam) de partij ging verloren op
punten, en de Olympiade was voor
hem voorbij.
Ook de overige Nederlandse deelne
mers aan het boksen werden in de voor
ronden uitgeschakeld. Bij alle 17 me
dailles die ons land in Berlijn binnen
haalde was ditmaal in tegenstelling tot
Amsterdam 1^28 er niet een voor het
boksen bij.
Als deelnemer mocht Wim Fock dan
uitgeschakeld zijn; hij had hier de kans
om alle andere wedstrijden te bezoeken
en heeft dat dan ook gedaan.
„Het was allemaal wel erg strak ge
organiseerd", zegt hij nu. „Dat had je nu
eenmaal in het Duitsland van toen Het
Olympisch Dorp bijvoorbeeld was 's
avonds vanaf tien uur hermetisch afge
sloten. Kwam je later, dan werd je ab
soluut niet meer toegelaten en kon je
in de stad een slaapplaatsje zoeken Die
laatkomers waren natuurlijk meestal die
atleten die al uitgeschakeld waren.
Sportleider
De Olympische Spelen bleven voort
leven in Wim Focks herinnering en hij
realiseerde zich al spoedig dat het blij
ven uitkomen in bokswedstrijden nade
lige gevolgen zou kunnen hebben. Hij
stopte er dus na een paar jaar mee en
werd in zijn vrije tijd sportleider en in
structeur bij de boksclub „Ursus".
Hij grijpt nog even terug naar de ja
ren voor 1936.
„In de tijd dat ik bij de „Amateur
bokser" was kwam op een gegeven mo
ment de functie van voorzitter vrij. Via
mij is toen mijn vader in het bestuur
gekomen en werd hij de voorzitter. Je
ziet in dit geval kwanuniet ik via mijn
vader in de sport, maar mijn vader via
mij
In totaal heeft hij zo'n 120 wedstrij
den gebokst, won het merendeel en de
overige partijen gingen meestal op pun
ten verloren. Wim Fock is maar een
maal knock-out gegaan. Dat was tegen
de zwaargewicht Piet ter Meulen.
„Hij gebruikte een back-hand slag.
Die is nu verboden omdat er te veel on
gelukken mee zijn gebeurd. Ik smakte
in de touwen maar was eigenlijk maar
zo'n 5 seconden dizzy. Dus eigenlijk
maar de partij ging toch verloren".
Wim Fock senior bleef gedurende de
naoorlogse jaren sportleider naast zijn
eigen besognes in het garagebedrijf aan
de Oosterparkstraat. Enkele jaren ge
leden coachte hij zijn zoon (Wim Fock
ir.) die ook enige tijd succesvol bokste.
Hij stond tegenover de broers Jan en Ru-
die Lubbers maar is nu met de sport
gestopt. Hij heeft zich nu volledig gericht
op zijn hobby paardrijden
9 Rugby
We vragen of Wim Fock sr. ook wel
eens paardrijdt.
„Ik, nou nee, niet zoveel O, voor ik
het vergeet ik heb ook nog aan rugby
gedaan".
Hij haalt een forse foto uit de ach
terkamer. „Parijs", verklaart hij. De foto
toont een spelmoment uit een rugby
wedstrijd.
li m i Awm
De publieke belangstelling was massaal toen de Boksclub Texel zich onlangs in Den Hoorn manifesteerde.
„Ik zat toen in het Nederlands rugby-
team dat ter gelegenheid van een we
reldtentoonstelling in Parijs tegen Roe
menië speelde". Hij wijst iemand aan op
de foto.
„Kijk, dit is dr. A. C. van Swol. Die
zat toen ook in het Nederlands 15-tal.
Hier sta ik aan de rechterkant".
We zien een jongere uitgave van Wim
Fock. Het is een aktiefoto uit de zomer
van 1938.
9 Foto
Enkele dagen later maken we zelf
een foto van „ome" Wim Fock. Hij is
de scheidsrechter bij een demonstratie
wedstrijd van de boksschool Texel op
camping „De Bremakker". Het is de
laatste bijeenkomst van dit seizoen. De
boksclub gaat op vakantie. De vereni
ging bestaat nu anderhalf jaar, heeft
ongeveer 45 aktieve leden en omstreeks
100 donateurs. In augustus komt de Ne
derlandse Boksbond naar, Texel om de
akkommodatie en dergelijke van de club
te bekijken en te keuren. Wie weet kan
de BST dan erkend worden en deel gaan
nemen aan de nationale competitie.
Wat „ome" Wim Fock betreft is de
club er klaar voor. „We hebben goed
materiaal, we hebben goede sportmensen.
Ik zie het wel zitten hieren wie
zou hem met zijn enorme sportervaring
tegen kunnen spreken?