Jacob Kuiter (85) schildert herinneringen
„Van het dorp naar de stad"
Smid van beroep
artiest uit roeping
FEUILLETON
Tweede blad Texelse Courant vrijdag 20 augustus 1976
De huisjes aan de Kerkstraat in Oosterend zijn met veel veranderd sinds 1910.
Er zijn tal van raakvlakken aan te wijzen tussen de schilderkunst
van Jacob Kuiter uit Oosterend en van de beroemde Ameri
kaanse kunstenares Grandma Moses, die, toen ze eindelijk begon
regelmatig schilderijen te maken, de zeventig al gepasseerd was.
Evenals zij van het platteland afkomstig, heeft Kuiter nooit enige
lessen gevolgd op het gebied van de kunst. Maar ondanks dat
weet ook hij toch met zoveel gevoel voor diepte en kleur zijn ge
dachten in tekeningen om te zetten dat het alom bewondering op
roept.
Jacob Kuiter was al 77 toen hij eindelijk de gelegenheid kreeg
zich meer in zijn hobby te manifesteren. Hij begon pentekeningen
te maken van beelden uit zijn jeugd, die hij, evenals de rest van zijn
leven, in Oosterend en omgeving doorbracht. Er volgden olieverf
schilderijen en aquarellen, die bij de kleine groep bekenden met
veel lovende woorden ontvangen werden.
Onlangs, op 8 juli, vierde Jacob Kuiter zijn 85ste verjaardag.
Mede ter gelegenheid van dat feit, begint op 21 augustus in de
expositieruimte van het Texelse raadhuis een tentoonstelling te
zijner ere. Voor de eerste maal zal Kuiters werk op Texel bijeenge
bracht worden en voor iedereen te bezichtigen zijn.
Het is niet voor niets dat het werk van
zg. naïeve schilders - ook wel zondags
schilders - steeds meer aandacht krijgt.
De dikwijs onbeholpen en zonder preten
tie gemaakte schilderijtjes stralen een
onbevangen echtheid uit ,waar veel be
roepsschilders jaloers op zijn. Jacob
Kuiter tekende eigenlijk al als kleine
jongen, maar heeft zijn leven lang nooit
20. „Voor zo'n jongen is het ook niet
alles, steeds tussen z'n moeder en z'n
eh geliefde", deed Stans een duit in
het zakje. „Als jullie het zo goed eens
bent, waarom heb je dan niet wat meer
vertrouwen? Er kan zoveel veranderen.
Dacht je dat ik gisteren gedroomd had
dat ik haar vandaag op de koffie zou
hebben?"
„Wat kwam ze dan eigenlijk doen?",
informeerde Jennie, toch wel nieuws
gierig.
Stans vertelde haar verhaal in geuren
en kleuren. Jan luisterde zwijgend en
draaide een sjekkie.
„En ze mag wezen wat ze wil", besloot
Stans haar verhaal, toch al haar voor
oordelen nog niet prijsgevend, „maar ik
vond dat ze het heel flink opnam. Voor
[laar is het ook niet alles, zo'n rus aan
je deur. 't Zijn toch ook nette mensen,
zoals wij".
Veel netter als wij", priemde Jennie
nog,
„Nou ja", zei Jan ongeduldig, „dat we
len we nou wel.
De volgende morgen wachtte Jennie
ongeduldig op Daan.
"Zeg", viel ze met de deur in huis, „je
Boeder is bij ons geweest, weet je dat?"
„Ja", ze hoorde de blijdschap in zijn
stom, „dat had ik nooit van haar ge
dacht, Jen".
„Ze heeft het met geen woord over
ons gehad".
„Dat zal wel niet, niks voor moeder.
Die zegt niks voor ze haar mening kant
en klaar heeft".
„Nou, haar mening over mij heeft ze
anders wel kant en klaar". Ze had er
spijt van zodra ze het gezegd had, dit
ging wéér de verkeerde kant op.
Ze hoorde hoe hij zuchtte.
„Daan", ze pakte zijn arm „dit bedoel
ik niet zo. Ik vind.... we moeten zo
niet over je moeder praten. Misschien
heeft ze een hekel aan me zonder dat
ze me kent. maar eigenlijk is dat met
mij ook zo".
„Jij kent moeder net zo min als zij
jou", zei Daan, „jullie zouden mekaar
ontzettend meevallen". En zijn blik
gleed liefkozend over haar heen.
„Jij houdt veel van je moeder, niet?"
„Ja.wat dacht je. Daarom vind ik
het zo ellendig".
„Maar als we er alsmaar over praten,
wordt het nog veel ellendiger".
„Ja, het bederft alles".
Zie je wel.vader had gelijk.
„Geloof jijdat het tussen ons in
orde komt?" Haar stem klonk opeens
zo benepen, ze moest er niet aan denken
dat dit tussen hen ooit.
„Ik weet het wel zéker", glimlachte
hij en zijn arm was beschermend en
huidige dag. Het echtpaar Kuiter woont
in één van de monumentale huisjes aan
de Peperstraat in Texels tweede dorp.
Jacob Kuiter is zijn leeftijd niet aan
te zien. Het is een rijzige, grijzende man
die nog dagelijks wandelingen maakt
door zijn woonplaats waar de smederij,
die hij vroeger had, nog steeds aanwe
zig is op de hoek van de Koetebuurt en
de Wierstraat. Hij vertelt over zijn
jeugd
..Ik ben geboren In 1891 in het huis
m de Kerkstraat, waar nu de winkel van
G Koot is op nummer 3. Vader was vis
serman en ik'wilde eigenlijk ook wel naar
zee, maar ik werd bij grootvader in de
leer gedaan. Die had een smederij aan de
Koetebuurt. Dat huis staat er nu nog, al
is het wel een beetje bouwvallig gewor
den Ik hoop maar dat het nog eens ge
restaureerd wordt. Later heb ik de smede
rij overgenomen van grootvader. In totaal
heb ik er zo'n veertig jaar voor mezelf ge-
papier Er zijn intussen nogal wat andere
huizen gekomen en ook is veel afgebroken
of verbouwd Ik probeer met mijn schil
derijen te bewaren zoals het vroeger was.
Ook dezelfde kleuren van vroeger probeer
ik er in te verwerken. Op een paar schil
derijtjes komen mensen uit die tijd voor
zoals ik ze gekend heb Bij mijn dochter
Marretje thuis (echtgenote van portret
schilder Toon de Haas - red.) hangt een
waterverftekening van de Koetebuurt, die
ik gemaakt heb toen ik ongeveer tien
jaar oud was. Ik had toen een verfdoosie
gekregen als Sinterklaascadeau. Daar
staat de oude Jacob Paulus Plaatsman nog
op. terwijl hij met zijn kromme knieën uit
het poortje naast zijn huis komt. Mjjn
grootmoeder kun je er ook nog op zien.
Die hangt met haar ellebogen op de on
derdeur van het huis. Zij droeg altijd nog
de echte oude Texelse klederdracht met
kap. Voor de smederij kun je nog de
traval ie" zien waar de paarden werden
beslagen Mijn moeder was erg gróós op
het schilderijtje; zij liet het aan iedereen
veel gelegenheid gehad erg produktief te
worden. Er moest brood op de plank
komen en aan het begin van deze eeuw
(ver van kunstacademies; te ver en te
duur om zich daar verder te bekwamen
in zijn liefhebberij) verscheen Kuiter als
leerjongen in de smederij van zijn groot
vader. De plaats van handeling was Oos
terend en het bleef Oosterend tot op de
werkt. Tegen mijn pensionering heb ik de
zaak verkocht en ik heb toen nog 12 jaar
bij Rentenaar gewerkt als hoefsmid en
voor allerlei smeedwerk.
Er was veel werk te doen voor een
smid Visserlui lieten hun korren en be
slag voor de blokken maken, de wier-
vissers hadden wierhaken en ankertjes
voor de wiernetten nodig en verder waren
er de reparaties aan de boerenwagens en
moesten paarden beslagen worden
Dat beslaan van paarden heb ik altijd
fijn werk gevonden. Het is een nogal se-
kuur karwei Paarden hebben ook recht
op goeie schoenen, zeg ik altijd maar. Net
zoals bij de mensen eigenlijk, met krappe
schoenen aan je voeten loop je niet goed,
dus paarden ook niet met verkeerde hoe
ven.
Ik heb het geleerd in de Ripperda-
kazerne In Haarlem van een majoor-paar
denarts. Z'n naam weet ik niet meer, het
is ook al weer zo'n tijd geleden Het was
nog voor de oorlog van 14-18, zo onge
veer in 1910 Toen moest je 28 maanden
in dienst. Dat was wel even wat anders
dan tegenwoordig, maar ik heb die tijd niet
steeds op dezelfde plaats gezeten. Ik ben
tussendoor ook gelegerd geweest in het
Grootarsenaal Naarden en ook in Den
Helder. Mijn eigenlijke rang in dienst was
vesting-artillerist. Ik herinner me nog dat
we een keer uitvoeren met de Assistent"
dat was eèn klein sleepbootje dat een vlot
trok waarop van de wal geschoten moest
worden als oefening. Toen we eenmaal op
zee waren, ongeveer ter hoogte van Huis
duinen bij de Lange Jaap (Vuurtoren -
redkwam er ruw weer opzetten en
moesten we als de weerga zorgen dat we
onder de wal kwamen. Het werd knap ge
vaarlijk. Ik heb pas van die belevenissen
nog een schilderijtje gemaakt"
Nadat hij uit militaire dienst kwam
nam Jacob Kuiter op 23-jarige leeftijd
de smederij over van zijn grootouders.
Het schilderen en tekenen bleef echter
zijn liefde houden en in de weinige vrije
uren, die zijn beroep hem liet, schetste
en verfde hij naar hartelust. Veel van
zijn kunstwerken uit die tijd zijn bij
kennissen, vrienden of familieleden te
recht gekomen. In totaal werden voor
de tentoonstelling ongeveer 40 werken
achterhaald, waarvan de verblijfplaats
bekend is. Er moeten er echter nog veel
meer zijn, die nog niet opgespoord kon
den worden.
,,lk schilder vooral landschappen en
dorpsgezichten uit de omgeving van Oos-
terend zoals het vroeger was. Wat ik in
mijn herinnering heb zitten, zet ik dan op
bezittend om haar heen.
„Dan moeten we hier ook niet meer
over zeuren", besliste Jennie.
„Jen, je bent een reus", vond Daan.
En oneindig opgelucht omdat het nare
debat van gisteren niet werd voortge
zet, luisterde hij met verliefde aandacht
naar Jennies levendige verhaal over de
nieuwe chef, zei soms maar op goed
geluk ja of nee, want al zijn aandacht
was voor dat levendige gezicht, zo ver
trouwend naar hem opgeheven.
Als moeder haar maar eerst kénde,
dan.
HOOFDSTUK IX
Burenhulp
Het gebeurde toen Maartje de straat
overstak, haar tas vol met boodschappen
van de kruidenier, haar hoofd vol zor
gen.
Een bromfietser kwam met een vaart
de hoek om. Hij zag de vrouw met de
boodschappentas, wilde met een zwaai
achter haar om, maar Maartje, ver
schrikt, sprong terug en tegen hem op.
Een moment later lagen ze beiden op
straat en van alle kanten snelden men
sen naar hen toe.
De bromfietser keek troosteloos naar
zijn vehikel, waarvan het stuur verbo
gen en het wiel krom was.
En Maartje stond pijnlijk en moeilijk
op, haar enkel deed verschrikkelijk pijn.
Behulpzame handen zochten de bood
schappen bijeen, die uit de tas waren
gevallen.
„Dat rijdt en rost maar", zei veront
waardigd een gezette vrouw met een
kind aan de hand.
„Ik hield rechts", verdedigde zich de
bromfietser.
„Je vloog veel te hard om de bocht,
ik heb het zelf gezien", beschulidgde een
zien en het is toen ook ingelijst. Het hing
daarna jarenlang op een ereplaats boven
moeders bed in de alkoof. Toen zij later
gestorven was en in haar kist werd weg
gedragen, viel het schilderijtje van de
wand, boven op de kist
Jacob Kuiter schildert ook graag bo
ten op zee. Het liefst oude visserssche
pen, zoals blazers met volle zeilen op de
woelige zee voor Texel. Ook heeft hij
een eigen interpretatie gemaakt van een
antieke gravure uit de 18de eeuw, waar
op een dijkdoorbraak te zien is bij de
boerderij „Den Douk" bij Oost toen pol
der 't Noorden nog niet droog gelegd
was en de Waddenzee ver landinwaarts
schade toebracht. Kuiter schildert graag
dingen uit zijn herinnering. Het houdt
hem geestelijk en lichamelijk bezig. Dat
beseft hij zelf ook.
Pentekening uit de jeugd van Jacob Kuiter.
schilderend komen vanzelf de kleine de
tails op het doek. Het gebeurt wel eens
dat ik achteraf pieker hoe dit of dat er wel
uitzag en dan blijk ik het al geschilderd
te hebben".
Ronduit een meesterwerk uit het
oeuvre van Jacob Kuiter is een minus-
kule tekening van een Fries arbeiders
huisje, dat werkelijk ontroert door zijn
eenvoud en punctuele weergave van de
details.
Van de grote Amerikaanse naïeve
schilderes Grandma Moses werd destijds
gezegd: „Zij laat ons zien dat er in deze
wereld nog een stukje van het paradijs
Jacob Kuiter schildert vooral landschappen en dorpsgezichten.
,,Als ik teken, zit ik in m'n kracht. Dan
herleef ik weer en komen er steeds meer
beelden uit vroeger in me op. Soms begin
ik zomaar aan een dorpsgezicht en al
gasfitter. „Je kon niet eens meer rem
men. Als ik jou was nam ik maar gauw
de benen, want als d'r 'n juut aankomt
ga je nog op de bon ook".
„Die snotneuzen razen maar op die
dingen", sprak de gezette vrouw op
nieuw en luider, „een mens is z'n leven
niet meer zeker".
De bromfietser merkte wel dat de
stemming van het publiek niet te zijnen
gunste was. De gasfitter schreef met een
air z'n adres op. „Wie weet hoeveel na
righeid deze dame nog meeft", zei hij
bestraffend, „en dan moet ze je weten
te vinden". En toen was de onvoorzich
tige rijder blij dat hij, met een ge
scheurde jas en een beschadigde brom
mer, er tussen uit kon knijpen.
Maartje stond het vrij wezenloos aan
te zien, haar tegenwoordigheid van geest
was ze helemaal kwijt. De schrik zat
haar nog in de benen, maar dat niet
alleen. Ze kon op die ene voet nauwe
lijks staan.
Opeens voelde ze een hand op haar
arm en hoorde ze een bekende stem.
„Leunt u maar op mij, dan breng ik u
wel thuis". Ze keek in het goedig gezicht
van haar buurvrouw, mevrouw Bremer
„M'n boodschappen", stamelde ze.
„O die draag ik wel even voor u", zei
een meisje naast haar.
Voorzichtig strompelde Maartje in de
richting van huis, vergezeld van moed
gevende en troostende woorden van de
omstanders. Het deed haar toch goed
dat de mensen zo met haar meeleefden.
En ze was dankbaar dat mevrouw Bre
mer haar steunde, want ze kwam maar
moeilijk en pijnlijk vooruit.
Bij de trap naar haar woning stond
een grote blonde vrouw met een koffer-
bewaard bleef". Voor het merendeel
van de werken van Jacob Kuiter (smid
van beroep en kunstenaar uit roeping)
gelden dezelfde woorden
tje.
„O mevrouw Klaarhamer", begrootte
Stans Bremer haar, „ik had u al willen
waarschuwen. Mevrouw Klaarhamer",
lichtte ze de beduusde Maartje in, „is
bij de EHBO".
„Ik zag de oploop en wou er net heen
toen ik u aan zag komen strompelen",
glimlachte de dame. Als vanzelfsprekend
liep ze met het tweetal mee naar bo
ven en volgde, toen Maartje met tril
lende handen de deur opende. „Dank
je wel hoor meid", hoorde ze mevrouw
Bremer zeggen tot het hulpvaardige
meisje dat de boodschappen gedragen
had.
Vijf minuten later zat ze in een mak
kelijke stoel en bewonderde de vakkun
digheid, waarmee de onbekende vrouw
de gekneusde enkel betastte.
„Nou", constateerde ze opgewekt, „dat
schijnt erg mee te vallen. Alleen maar
gekneusd. Maar u zult er toch wel een
weekje mee moeten blijven zitten, an
ders geneest-ie niet. En laat u voor alle
zekerheid de dokter komen, want die
kan het altijd nog beter bekijken dan
ik".
Maartje was zo in beslag genomen
door het handige gedoe van de eerste-
helpster, die vakkundig een verband
aanlegde, dat ze niet eens merkte hoe
Stans Bremer in de keuken verdwenen
was. Dat ontdekte ze pas, toe die waar
dige dame weer verscheen met drie dam
pende koffiekoppen op een blaadje.
„Neem me niet kwalijk", verontschul
digde ze zich lachend, „maar ik dacht,
dat u niets zo nodig had als een goed
kop koffie. En toen heb ik er maar
meteen drie gemaakt".
(wordt vervolgd)