Thans ruim 5000 rotganzen op en bij Texel „VADERS TWEEDE VROUW" n van het raadhuis Massa-bevolkingsonderzoek naar tuberculose en andere afwijkingen Plannen zijn geen beslissingen Derde blad Texelse Courant, vrijdag 22 april 1977 In de hele wereld wordt een groot aantal diersoorten in hun voortbestaan bedreigt. De natuurbescherming pro beert daaraan wat te doen. De rotgans was tot voor kort één van de diersoor ten waarvan het voortbestaan onzeker was. Gelukkig is er de laatste jaren ver betering in de situatie gekomen, omdat er een langzame verandering in de voed- selkeuze is opgetreden. Zo verschijnen de vogels tegenwoordig vaker dan vroe ger op het agrarische land om er te eten. Wanneer de dieren in grote aantallen aanwezig zijn, is het gevolg dat in kwetsbare situaties een aantal boeren daar schade van ondervindt. Daarom is het nodig met de betrokke nen overleg te plegen om deze schade zoveel mogelijk te voorkomen of op te vangen. Om enig inzicht te krijgen in de pro blemen, verschafte Staatsbosbeheer ons het volgende feitenmateriaal. Er bestaan in de wereld drie rassen, waaronder de witbuikrotgans en de zwartbuikrotgans. In dit artikel komt al leen het laatste ras ter sprake, omdat het de vogel is waar we op Texel mee te maken hebben. Het afgelopen jaar kwamen in ons land maximaal 50.000 van deze vogels voor, waarvan er enige tijd 8.000 op Texel zaten. Wel moet er direkt bij ver teld worden dat dit hoge aantal veroor zaakt werd door het koude en droge weer in het vorige voorjaar. Daardoor was er in het Waddengebied zo weinig te vreten dat de vogels noodgedwongen veelvuldig op het agrarische land te vin den waren. Siberië In de periode van juni tot eind augus tus verblijven de rotganzen in het wes ten van Noord-Siberië, een gebied dat ongeveer 6.000 kilometer bij ons van daan ligt. Hier brengen ze de broedtijd door. Omdat het land er voor een groot deel van het jaar met sneeuw bedekt is, komen de vogels niet voor begin juni op de broedplaats. Zodra de sneeuw in het gebied is weggesmolten beginnen de vo gels met de voortplanting. Tijdens het verblijf in het noorden hebben ze daar voor alle beschikbare tijd nodig want enkele maanden later raakt de planten groei weer onder de sneeuw. De eerste weken na hun aankomst in het broedgebied is er voor de rotganzen nauwelijks iets te vreten, maar in de periode dat de jongen zijn geboren is er een overvloed aan plantaardig voedsel Omdat het in het poolgebied 's zomers niet of nauwelijks donker wordt, kun nen de jonge vogels steeds dooreten. Ze groeien in die tijd dan ook als kool. Men kan zich afvragen waarom deze vogels zo'n afgelegen plaats op de we reld hebben uitgekozen om zich voort te planten. Het is nauwelijks mogelijk een zinnig antwoord op deze vraag te ge ven. Ze zoeken instinctmatig deze plaats op. Goede en slechte jaren Een slechte (koude) zomer op de broed plaats kan tot gevolg hebben dat er wei nig jonge rotganzen opgroeien. Als de sneeuw in sommige jaren enkele weken later smelt dan normaal wordt er zelfs helemaal niet gebroed! Zo wisselen goede en minder goede broedjaren elkaar af en hierbij blijft de stand van deze soort ongeveer gelijk. Het zal duidelijk zijn dat er schomme lingen in de aantallen voorkomen. Dat blijkt wel uit de stand van de rotganzen over de laatste jaren. Een aantal goede broedseizoenen achter elkaar heeft een duidelijk effect gehad op het totale aan tal rotganzen: winterseizoen 1972-1973 51.800 ex. winterseizoen 1973-1974 84.500 ex. winterseizoen 1974-1975 71.300 ex winterseizoen 1975-1976 110.600 ex. Hoewel alle gegevens nog niet ver werkt zijn, lijkt het er op dat er momen teel ongeveer evenveel rotganzen zijn als in het vorige seizoen. Valt mee Overigens hoeft niemand bezorgd te zijn dat we binnen afzienbare tijd onder deze vogels bedolven zullen raken. De natuurlijke omstandigheden zorgen al tijd voor een grens aan de uitbreiding van het aantal. We hoeven alleen maar te denken aan de slechte zomers waarin de vogels niet tot broeden komen. Zodra de weersomstandigheden slech ter worden, trekken de rotganzen weer naar het zuiden, waar de eersten meestal in de maand september arriveren. Veel vogels passeren ons land in het najaar. Ze verblijven altijd in kustgebieden, om dat ze voor een deel aangewezen zijn op voedsel dat ze alleen in zout of brak wa ter vinden. Dat is de reden waarom we bijvoorbeeld op de Veluwe nooit een rotgans te zien zullen krijgen. De aantallen rotganzen op Texel wis selen in het najaar sterk. Een troep die de ene dag nog op het eiland verblijft, kan de volgende dag naar Zeeland of Friesland zijn doorgetrokken. De rotganzen die we hier 's winters zien, brengen meestal enkele maanden op of in de buurt van Texel door. De zachte winters van de laatste jaren heb ben mede tot gevolg gehad dat er nu meer rotganzen in onze streken de win terperiode doorbrengen dan vroeger. Alleen bij invallende strenge koude trekken de vogels weg naar het zuiden. Zodra het weer enigszins beter wordt keren ze echter weer terug. De meeste rotganzen brengen de win ter door in Engeland en Frankrijk. Ze zoeken hun voedsel er meesal buiten dijks, zodat er betrekkelijk weinig scha de wordt veroorzaakt. In Engeland on dervindt men in de agrarische gebieden wel enige last doordat de dieren de bo dem dichttrappen. Omdat ze daar be trekkelijk vroeg in het voorjaar weer wegtrekken, valt de schade verder wel mee. In Engeland heeft men echter ook plannen om voor deze vogels enkele re servaten te stichten, zoals ook op Texel is gebeurd. Op ons eiland arriveren in het voor jaar de troepen rotganzen die de winter meer zuidelijk, in Engeland, Frankrijk of bijvoorbeeld in Zeeland hebben door gebracht. In het voorjaar eten de vogels extra veel, om in goede conditie te zijn als ze de verre tocht naar het broedge bied gaan ondernemen. Bescherming overbodig? Bij het zien van de soms indrukwek kende troepen rotganzen, lijkt een goede bescherming van deze vogels voor som migen een beetje overbodig. In totaal leven er momenteel ruim 110.000 (zwartbuik)rotganzen op de we reld. Op het eerste gezicht lijkt dat een enorm aantal, maar als we het vergelij ken met de aantallen van andere soor ten dan blijkt dat de rotgans naar ver houding een betrekkelijk zeldzame vo gel is. De meeste andere vogelsoorten komen veel talrijker voor. We hoeven maar te denken aan de kievit, waarvan er vele miljoenen in de wereld voorko men. Alleen in ons land broeden er al zo'n 300.000, dat is dus bijna driemaal zoveel als het totale aantal rotganzen in de wereld. Voor verschillende soor ten zangvogels liggen deze aantallen nog hoger; zo leven er tientallen miljoenen merels over de hele wereld. Hoe kwetsbaar rotganzen zijn, is wel gebleken in de dertiger jaren, tijdens de periode dat het zeegras verdween. De stand van deze vogels daalde door het wegvallen van hun hoofdvoedsel zeer sterk. Gelukkig leerden ze andere plan ten in het zoute en brakke milieu eten. De laatste jaren komen ook cultuurge wassen op hun menu voor. Het aantal van deze vogels is ondanks dat echter lang niet meer zo hoog als in het verleden, toen er veel grotere aantallen voorkwamen. Dat laatste blijkt ook wel uit de woorden van een Duits geleerde die de vorige eeuw schreef „dat de rotgans aan de kusten van Europa zo talrijk voorkwam, dat hun geroep het geluid van de zee overstemde en de zwermen als rookwolken de zon ver duisterden". Als we bedenken dat deze vogels slechts in enkele landen van de wereld voorkomen en dan nog wel speciaal in de kustgebieden, is het duidelijk dat de ze landen een taak hebben bij de be scherming van deze soort. Gelukkig leven we in een tijd waarin steeds meer mensen zich bewust worden van onze taak ten opzichte van de schep ping. Ook vogels hebben recht op een plaats onder de zon. Dat daarbij schade zoveel mogelijk voorkomen moet wor den is een duidelijke zaak evenals het feit dat de ontstane schade zoveel moge lijk dient te worden vergoed. Terug naar Texel. Bij een laatste tel ling van Staatsbosbeheer bleek dat er ongeveer 2.100 rotganzen voorkwamen. Overigens waren de weersomstandighe den op de teldag gunstig, zodat we mo gen aannemen dat een aantal vogels op het wad verbleef. In totaal wordt het aantal op en om het eiland op ongeveer 5.000 geschat, een aantal dat de komen de weken mogelijk nog wat zal toene- MEDEDELINGEN VAN B. EN W. Maandag 25 april a.s. zal opnieuw worden gestart met een massa-onder zoek. Hoewel daar weinig van zal zijn te bemerken, wijzigt de opzet van het röntgenologisch borstonderzoek zich be langrijk. Het accent verlegt zich hoe langer hoe meer van de tuberculose naar de toenemende andere afwijkingen. Afwijkingen geconstateerd in 1974: tuberculose 3 genezen tuberculose 20 longtumor1 andere, niet tuberculose, longafwijkingen 3 hart- en vaatafwijkingen21 varia-af wij kingen 30 Laatstgenoemde afwijkingen komen meer voor naarmate de leeftijd stijgt, maar dit geldt ook voor tuberculose. In de jongste leeftijdsgroepen spelen de niet tuberculeuze afwijkingen geen rol van betekenis, terwijl de invloed van tuberculose in de leeftijdsgroep tot 35 jaar vrijwel nihil is geworden. Over eenkomstig een advies van het Centraal College voor bevolkingsonderzoek is door het Centraal Bureau voor keurin gen te 's Gravenhage besloten aan het bevolkingsonderzoek alleen nog perso nen van 35 jaar en ouder te laten deel nemen. Bij het onderzoek zal weer een grote röntgenauto worden gebruikt, die op de hieronder vermeld staande plaatsen in de gemeente standplaats zal innemen. De kosten bedragen per persoon ƒ6,50. Personen geboren né 31 december 1942 zullen dus niet worden onderzocht. Ont kleden is niet nodig. Per minuut kan van 2 personen een foto worden ge maakt. Het onderzoek neemt dus maar een moment in beslag. De oproepkaarten zijn inmiddels per post verzonden. Zorgt u er wel voor om tijdig op de aangege ven plaats aanwezig te zijn en met ge past geld te betalen. Schema standplaatsen Maandag 25 april: 14.00 - 17.00 uur, Den Burg, gemeente huis. 18.30 - 21.00 uur, Den Burg, gemeente huis. Dinsdag 26 april: 13.30 - 17.00 uur, Den Burg, gemeente huis. 18.30 - 20.45 uur, Den Burg, gemeente huis. Omdat vooral onder de leden van de Texelse tennisvereniging „Deuce" nogal wat verwarring blijkt te bestaan over de gemeentelijke plannen tot de aanleg van vier tennisbanen, een clubhuis en een sintelbaan op de huidige speelweide aan de Emmalaan in Den Burg wordt er nogmaals op gewezen dat dienaangaan de niets definitiefs vaststaat. Er werd in de berichtgeving daarover in de Texelse Courant van 8 april alleen ge rept over plannen en niet over beslis singen. Betreffende de financiële konsekwen- ties van het geheel werd in t' artikeltje (Onder de kop: Ambitieus plan maakt goede kans. Vier tennisbanen en sintel- baan op speelweide.) gemeld dat contact met de Nederlandse Sportfederatie was opgenomen. Tot een definitief akkoord is het echter in het geheel nog niet ge komen. Hieruit mag echter niet gelezen worden dat het er dan ook wel zal ko men. Bestuurslid Jan Drent je van de ten nisvereniging liet weten dat wat hem betreft de tennisbanen „niet hoeven" omdat „Deuce" hiervoor te hoge kosten zou krijgen. De tennisver. zou vol gens hem geen kans zien met het huidi ge contributiebedrag vier extra banen te huren. Volgens Drentje zou realisatie van de plannen opnieuw tot „elitevor ming" gaan leiden, „iets waar „Deuce" nu gelukkig vanaf begint te raken". Van gemeentewege (G. Praamstra) werd meegedeeld dat de verstrekte cij fers aangaande het ledental van de ten nisvereniging (nu 190 leden en een wachtlijst van 40 namen) foutief zijn. Een wachtlijst is er op dit moment vrij wel niet en het aantal leden schommelt tussen 160 en 170. Woensdag 27 april: 13.30 - 17.00 uur, Den Burg, gemeente huis. 18.30 - 20.30 uur, Den Burg, gemeente huis. Donderdag 28 april: 9.00 - 10.00 uur, Gollard Stichting, Den Burg. 10.30 - 12.00 uur, Jan Dirkszoord, Den Burg. 14.00 - 18.00 uur, Den Burg, gemeente huis. Vrijdag 29 april: 8.45 - 12.30 uur, De Bijenkorf, Oosterend Maandag 2 mei: 14.30 - 18.00 uur, Eierlandsche Huis, De Cocksdorp. 19.00 - 20.00 uur, Eierlandsche Huis, De Cocksdorp. Dinsdag 3 mei: 9.00 - 10,00 uur, huize Irene, Den Burg. 14.00 - 17.00 uur, De Koog, parkeer plaats Nikadel. 19.00 - 20.00 uur, De Koog, parkeer plaats Nikadel. Woensdag 4 mei: 13.30 - 15.15 uur, De Waal, dorpshuis. 15.45 - 17.30 uur, Den Hoorn, openbare lagere school. 18.30 - 20.30 uur, Den Hoorn, openbare lagere school. Donderdag 5 mei: 9.00 - 10.00 uur, huize Sint Jan, Den Burg. 14.00 - 17.00 uur, Oudeschild, o.l.s. De Houtmanstraat. 19.00 - 20.00 uur, Oudeschild, o.l.s. De Houtmanstraat. Vrijdag 6 mei: 9.00 - 10.30 uur, gemeentepersoneel, Den Burg, gemeentehuis. FEUILLETON: 23. Toen hij weer thuis was en zich bij de pomp waste, omdat het buiten nog altijd fiks regende, zei ze: „Hier is vanmiddag een jager langs gekomen; hij had een boodschap voor je. Ik heb hem maar doorgezonden. Apropos, ik had mijn zonnebril op". Even opkijkend, antwoordde hij: „Heel verstandig". Of dit nu sloeg op het dragen van de zonnebril of het doorsturen van de jager, wist ze niet. Op de bewuste boodschap ging hij hele maal niet in. En ik ben niet nieuwsgie rig, dacht Els, maar het gaf haar toch een onbevredigend gevoel, omdat hij er met geen woord over repte. Geleidelijk aan vorderde Els met de schoonmaak van de kamerwanden. Tot nog toe had ze zich kunnen behelpen met een trap, waarop ze het bovenste deel van de wanden kon bereiken. Maar toen ze daarmee geheel klaar was en met voldoening keek naar hetgeen ze gepresteerd had, wist ze: nu is het pla fond aan de beurt, maar hoe versier ik dat? Enkel met een trap? Of met een ladder? Ze sprak er 's avonds met Dirk over. Die wist meteen raad. „In de schuur hebben we nog een trap. En er zijn ste vige delen, dikke planken, zal ik maar DOOR GERRIT FRANSSEN zeggen. Die leggen we op beide trappen, een eind van elkaar. Dan kun je daarop staan. Maar ik wil niet, dat je het alleen doet. Dat bewaren we voor de komende zaterdag, doen we het samen". Ze wilde protesteren, maar iets in zijn stem weerhield haar. Er lag ook wat in zijn blik, dat bij haar respect in boezemde. Op bepaalde momenten had zijn stem een dwingende klank en was zijn gezichtsuitdrukking ermee in over eenstemming. Toen ze een week of zes bij hem in huis was, wist ze het met zekerheid: Hij is een persoonlijkheid. En dat niet al leen; hij is ook ontwikkeld. Van dit laat ste had ik al enigszins een vermoeden, want anders heb je niet zo'n boeken schat. Aan verschillende kleinigheden bemerkte ze zijn intelligentie en hij had redelijk goede manieren, als hij wilde, al liet zijn hygiëne in haar ogen soms wel wat te wensen over. Vaak ergerde ze zich aan zijn zwarte nagels. Zater dags boende hij ze zo schoon, dat elke vinger er rood van was geworden en zat daarna nog een poos aan zijn nagels te peuteren. Maar maandagsavonds was al het moois er weer af. Begin juni pootte hij de laatste aard appelen voor dit seizoen. Els ging een middag met hem mee naar het land om te helpen. Dirk had gezegd, dat er regen werd verwacht en daar om had ze aan geboden mee te gaan. „Misschien zijn we met z'n beiden sneller klaar", opper de ze Zodoende werkten ze enige uren ver woed samen. Els had op het laatst geen gevoel meer in haar rug, maar ze werk te verbeten door, hoewel de vlammen soms uitschoten. Ik laat me niet kennen, dacht ze. Maar toen ze in de tractor te rugreden naar huis en de eerste drup pels begonnen te vallen, wist ze: ik ben geradbraakt door dit ongewone werk. Ik dacht, dat ik intussen een hele piet was geworden in dit soort werk, maar wat ik thuis en rond de woning deed, was nog maar kinderspel bij dit poten. Hoewel de man er met geen woord over gesproken had, bemerkte ze thuis, dat hij terdege begrepen had, dat de vrouw zo ongeveer aan het eind van haar Latijn was gekomen. Naar de leun stoel wijzend, beval hij: „Nu ga jij daar zitten; je steekt een sigaret op en zo meteen breng ik je koffie. Morgenoch tend kun je niet overeind komen van de pijn in je rug. Ik schaam me, want ik heb teveel van je gevergd". Ze glimlachte, maar liet zich vertroe telen „Zo erg is het ook niet; ik moet er toch een keer aan wennen?" Terwijl ze rookte, zag ze toe, hoe de man het avondeten klaarmaakte. Er was nog rijst van de vorige dag en ook soep, dus hij had het gemakkelijk. Ondertussen zag de man met toenemende bezorgdheid, dat elke beweging haar pijn deed. Na het eten ruimde hij op en waste alles af. Zo nu en dan naar de vrouw kijkend. Opnieuw koffie inschenkend, bracht hij het bij haar. „Hoe gaat het nu?" vroeg hij lachend, „Probeer eens overeind te komen". Ze deed het, maar gaf een kreet van pijn, haar hand in de lendenen steu nend. „Jeetje, Dirk, dat is ook wat? Ik kom zo nooit boven vanavond". „Dan slaap jij beneden, dat is geen probleem, en ga ik naar boven. Nou, ga rustig zitten. Ik ga m'n handen even boenen, dan zal ik je masseren. Ben je morgen een stuk beter". „Masseren?" vroeg ze verwonderd. Hij was al bij de pomp en goot warm water uit de ketel in de wasbak, waarna hij uitgebreid begon te boenen. „Ja, je weet toch wel wat massage is?" „Allicht. Maar denk je, dat 't helpt?" „Ik weet het wel zeker", antwoordde hij, zonder de vrouw aan te kijken. Els dacht: Hoe kun je zoiets zeker we ten? Maar besloot er verder niet op door te gaan. Maar toen hij een tien minuten later met een schone badhanddoek en een busje poeder voor haar stond en zei: „Laat ik je even overeind helpen. Je rug zo recht mogelijk proberen te hou den...." protesteerde ze. „Hoe wil je dat versieren? Dat masseren?" Ongeduldig haalde hij zijn schouders op. „Vraag niet naar de bekende weg: je rug- en borstspieren natuurlijk. En lenden. Die zijn geforceerd, doordat je lange tijd in ongewone, gebukte hou ding gewerkt hebt. Als ik ze masseer, worden ze vanzelf wat soepeler en voel je morgenochtend veel minder. Kom, waar wacht je op?" „Maar.waar wil je dat dan doen?" vroeg ze, steeds meer in verwarring ra kend. „Ik heb hier geen massagetafel, dus mijn bed lijkt me de meest geschikte plaats. Ik heb er al een schoon laken op gelegd, dus je kunt er meteen op gaan slapen, als je wilt". Enigszins overbluft liet ze toe, dat hij haar overeind hielp en ondersteunde. Zijn harde handen voelden nu onge woon zacht aan. Eigenaardigdie keer, dat hij haar voeten gemasseerd had, hielp het ook en deed 't weldadig aan. Net of er een soort stroom door haar voeten was gegaan. In de slaapkamer zei hij: „Ontbloot je bovenlichaam en ga voorover op bed liggen, ja?" Ze keek hem verschrikt en veront waardigd aan. „Zeg, waar zie je me voor aan? Dat doe ik niet, hoor!" „Els, doe niet zo overdreven preuts. Ik ga wel zo lang naar de kamer, als je dat liever hebt. En je mag je beha ook wel aanhouden". Toen hij de slaapkamer had verlaten, was de vrouw enige tijd in dubio, of ze het al of niet zou doen, maar ze dacht aan de pijn en het feit, dat de vorige keer die voetmassage ook zo wonderlijk had geholpen. Wat aarzelend begon ze zich te ontkleden, maar ze hield haar lange broek aan. Enige tijd later kwam hij in de slaap kamer terug en keek naar de vrouw, die voorover op het bed lag. Hij smeerde zijn handen in en maakte rustig de bei de knoopjes van haar beha los, waarna hij begon te masseren. De eerste paar minuten moest ze zich op de tanden bijten om het niet uit te schreeuwen van de pijn. De man bemerkte het en zei: „Geneer je niet als het zeer doet. Het wordt geleidelijk aan minder pijn lijk". Gedurende geruime tijd wrong, kneed de en streek hij haar rugspieren tot over de schouders en terug. Ze voelde haar rug warm worden en door de stij gende gloed voelde ze steeds minder pijn. Geleidelijk aan vond ze het prettig en toen hij met zijn masserende handen tot vlak bij haar busten kwam, reageer de ze al niet meer. Evenmin toen zijn handen afzakten naar haar lendenen. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1977 | | pagina 9