De If erken moeten meer
ioeh dan meehobbelen'
Het laatste houvast
ns. J. H. HYLKEMA BIJ INTREDE:
SRVOLG VAN PAG. 1
Cursussen voor
scheidsrechters
Texels Mannenkoor
gaat naar Kampen
Reddingboot
voer uit voor
catamaran in nood
Bejaardentocht
naar Friesland
Hanneke terug
FEUILLETON
5DAG 5 SEPTEMBER 1978
7
TEXELSE COURANT
PAGINA 7
De nieuwe Doopsgezinde predikant ds. J. H. Hylkema tijdens zijn intrededienst
Vooral omdat het aantal Texelse
scheidsrechters in het afgelopen seizoen
nog verder terugliep en nu nog slechts
10 personen bedraagt wordt binnenkort
begonnen aan een speciaal op Texel te
houden scheidsrechterscursus. Deze
start op donderdag 14 september en
wordt gehouden in de kantine van S.V.
Texel („De Kletskeet"). De cursus
omvat 8 lessen waaronder een examen
avond.
Dat de afdeling Texel van de KNVB
best wat meer scheidsrechters kan
gebruiken blijkt wel uit de cijfers van het
afgelopen seizoen toen ongeveer 35
Texelse elftallen aan de voetbalcompeti
tie deelnamen. Men verwacht dat het
aantal elftallen in het seizoen 1978/'79
eerder meer dan minder zal zijn. Het
huidige aantal scheidsrechters steékt
hier met in totaal 10 personen schril bij
af. Het aantal is hoofdzakelijk gedaald
door verhuizingen maar ook door het
badanken van enkele scheids-
rechtlstlers. De huidige sterkte van het
scheidsrechterskorps in Noordholland is
833 A-scheidsrechters en 260 B-scheids-
rechters. Er zijn 61 vrouwelijke scheids
rechters.
De scheidsrechterscursus in „De
Kletskeet" wordt (vanaf 14 september)
wekelijks gehouden en begint om 19.30
uur. Belangstellenden kunnen zich
aanmelden bij P. van der Gracht,
Kikkertstraat 59, De Cocksdorp, tele
foon (02222)293.
Op zaterdag 9 september neemt het
Texels Christelijk Mannenkoor op uitno
diging van het Leger des Heils deel aan
een concert te Kampen. Dit concert is
georganiseerd ter gelegenheid van het
honderdjarig bestaan van deze door de
Engelsman William Booth gestichte or
ganisatie.
Aan dit concert wordt tevens deelge
nomen door vijf muziekkorpsen van het
Leger des Heils. Het Texelse Mannen
koor ie het enige koor dat voor deze bij
eenkomst in de Burgwalkerk te Kampen
is uitgenodigd.
De leden van het koor gaan op zater
dag 9 september (om 13.30 uur) per
kotter vanuit Oudeschild naar Den Hel
der alwaar men de reis met enkele auto
bussen voortzet. Het gezelschap komt
dezelfde avond weer per kotter terug.
Belangstellenden die deze reis en dit
concert mee willen maken (er zijn 15
20 plaatsen vrij in de bus) kunnen zich
wenden tot de familie H. Schrama,
Wilsterstraat 26, Den Burg, telefoon
(02220) 2615 of bij B. Vlaming, Achter
tune 22, Oosterend, telefoon (02223)
385. De kosten voor de reis (inclusief
een eenvoudige broodmaaltijd) bedra
gen 712,50 per persoon.
Zaterdagavond voer de reddingboot
Ida Mary uit om hulp te bieden aan een
catamaran die omgeslagen dreef tussen
De Cocksdorp en de Steenplaat. De
problemen waren te wijten aan een
gebroken stag waardoor de mast over
boord ging en het hele spul in de
richting van het Vogelzwin dreef.
Nog voordat de reddingboot ter plaat
se wes, had Theo Eilander de catamaran
(met aan boord o.a. de Texelaars Johan
Zuidema en Ruud Kikkert) met zijn boot
bereikt en vastgemaakt. De Ida Mary,
met aan boord schipper A. Boon, P.
Kikkert, M. de Ridder en J. Groen, kon
dus huiswaarts keren.
3|)e nieuwe pVedikant van de Doopsgezinde gemeente ds. J. H.
kema heeft er bij zijn zondagmiddag gehouden intrededienst geen
eim van gemaakt dat hij de huidige kerken als „lui in het verande-
ervaart. Volgens hem wordt de bijbel lang niet altijd met het oog
de moderne samenleving geïnterpreteerd. Ds. Hylkema vond het
's urstellend dat men maar al te vaak blijft vasthouden aan het gang-
.rje „omdat dat zo gemakkelijk is".
in het sturen door een moeilijke wereld.
Dat zal niet meevallen maar aan de hand
van de signalen langs de spoorbaan
zijn eerste prediking in de Doops-
s nde kerk van Den Burg vergeleek
Hylkema de menselijke samenleving
een rijdende trein waarbij de ker
els locomotief zouden moeten fun-
n. Hij constateerde evenwel dat dat
niet het geval is.
rortbordurend op deze beeldspraak
ds. Hylkema de konklusie dat de
van vandaag als het ware tot een
tauratiewagen" is gedegradeerd
rin de predikant als kelner optreedt.
bij komt dan nog dat deze restau-
iwagen bovendien losgekoppeld is
Ier dat de inzittenden daar iets van
>en gemerkt
iv\
3r den is wel in beweging maar het is
meer dan „meehobbelen" en men
1 steeds verder achterop".
Hylkema hield de aanwezigen
dat hij „zijn gemeente" niet graag
ju zien. „Ik voel er niets voor om in
.restauratiewagen" te zitten. Laten
tiezen voor de wagen vooraan en
mee voor de verantwoordelijkheid
moeten we toch veilig bij het eindstation
kunnen komen".
Motief
De intrededienst van ds. Hylkema
werd („ondanks het stalende weer",
zoals hij zelf vaststelde) door veel
belangstellenden bezocht. De nieuwe
Doopsgezinde predikant verwelkomde
naast de Texelse gemeenteleden en
belangstellenden ook de vele kennissen
en vrienden die uit zijn vorige gemeente
Assen naar Den Burg waren gekomen.
Als motief voor de prediking had ds.
Hylkema het gedeelte van het evangelie
van Lucas uitgezocht waarin de belijde
nis van Petrus en de eerste aankondi
ging van het lijden van Jezus is ver
woord. (Lucas 9 vers 18 - 24). Hierin
vraagt Jezus aan Petrus ondermeer:
„Wie zeggen de scharen dat Ik ben?"
en „Wie zegt gij dat Ik ben?" Aan de
hand hiervan ging de nieuwe predikant
dieper in op de inhoud en de betekenis
van zijn dienstverband op Texel. Hij
kwam daarbij allereerst tot de vraag wat
de gemeenteleden voor zichzelf voor
ogen hebben. Ds. Hylkema stelde zijn
nieuwe gemeente bovendien de vraag
of men wel beseft wat het betekent een
„gemeente" te zijn en welke waarden
men daar zelf aan hecht.
Voetsporen
De nieuwe predikant zei zich te reali
seren dat hij met zijn komst naar Texel in
bepaalde voetsporen treedt. Ook zei hij
terdege te beseffen dat hij met verschil
lende dingen een andere aanpak aan de
dag zou leggen. Ds. Hylkema haastte
zich daaraan toe te voegen dat hij er
beslist niet op uit is alles maar meteen te
veranderen. Hij vond het echter wel een
levenszaak dat „de kerk in het alge
meen" zich steeds opnieuw weer be
zint: „Kerk zijn is één maar als kerk
handelen is een andere zaak".
Volgens ds. Hylkema is het de taak
van de kerk in onze steeds veranderende
maatschappij om Gods woord steeds
weer herkenbaar te maken. Hoe we dat
doen hangt af van de tijd waarin we
leven.
Texels Theologen Convent aan de
Eilandcompetitie deelneemt („Goed
voor de lijn") en het uitspreken van zijn
vertrouwen op een hele goede samen
werking met ds. Hylkema besloot Schel-
linger zijn toespraakje.
Alvorens de aanwezigen in de gele
genheid werden gesteld persoonlijk ken
nis te maken met ds. Hylkema en zijn
gezin dankte de nieuwe predikant voor
de medewerking die hij had ondervon
den. „Ik zie de samenwerking wel
zitten. Ik vermoed zo dat we op de
zelfde golflengte uitzenden. Texelaars
zeggen graag wat ze denken. Dat doe ik
ook, en, hoewel het best mogelijk is dat
we daarbij eens op lange tenen komen
te staan stel ik me veel van Texel voor".
De dorpscommissie van Oosterend
organiseert op dinsdag 19 september
een bejaardentocht die de oudere
„Strenders" ditmaal naar Friesland zal
brengen waar per touringcar een
aantal plaatsen zal worden bezocht.
Wat precies op het programma staat is
op dit moment nog niet bekend. Men
vertrekt 's morgens met de boot van
8.35 uur en verwacht met de boot van
19.35 uur vanuit Den Helder naar het
eiland te kunnen terugkeren.
Omdat de voorbereidingstijd (mede in
verband met de vele evenementen die
de dorpscommissie dit jaar organiseer
de) tamelijk kort is worden belangstel
lenden verzocht zich zo spoedig moge
lijk zelf aan te melden. Het is in verband
met dit korte tijdsbestek onmogelijk om
iedereen persoonlijk af te gaan. Aan
melding is mogelijk bij de volgende
adressen: J. Boon-Dijksen, telefoon
(02223) 650 of C. Vlaming, telefoon
(02223) 886. 4
in Stolk belde de Belgische zaken-
op, die op dat moment nog geen
rtier thuis was. De gelukstijding was
Biding om opnieuw met zijn vrouw
e auto te stappen en de 380 km
e reis naar Den Helder te maken met
a gemiddelde snelheid van ruim bo
de 100 km en de meeste stoplichten
ïrend
19 jonge marineman ging intussen
de vogel in een kooi naar het
enrestaurant op Texel, waar de
kkige hereniging van Hanneke en
pleegouders moest plaatsvinden.
e was nog wel even spannend, want
e 'as natuurlijk een kansje dat het een
v ire parkiet was. Tenslotte zijn er in
n erland honderdduizenden parkieten
rvan er elke dag wel een paar ont-
ppen en wellicht ergens komen
31 fienvliegenMaar toen mevrouw
,e lens de zak van de kooi trok was alle
Hanneke gelukkig horenigd met haar bazin
twijfel verdwenen. Hanneke slaakte dui
delijke vreugdekreten en was niet meer
bij zijn bazin weg te slaan. Alle bij
het drama betrokken mensen dronken
een paar borrels en Albert Kooistra
mocht tien briefjes van honderd gulden
in ontvangst nemen. „Ik moet er anders
meer dan een maand voor werken", zei
hij verheugd.
Henri Bijnens toonde zich buitenge-
won tevreden over de hulp die hij bij zijn
speuraktie had ondervonden, met name
van de mensen van het Havenrestau
rant. Tot dusver waren zijn ervaringen
met Texelaars niet zo positief geweest.
Het was hem onder meer overkomen
dat hij bij een benzinestation voor
tachtig gulden benzine liet tanken en de
jongen bij de pomp een tientje fooi gaf.
De knaap had echter geweigerd de
voorruit van de auto schoon te maken
en dat was voor Henri, die toch al in
slechte stemming was, reden om hart
grondig te verklaren dat hij nooit meer in
zijn leven naar Texel zou gaan. „Maar
nu kom ik beslist terugl", zei hij vrijdag
opgetogen.
Dubbelleven
Volgens dé. Hylkema ligt de oorzaak
van de zorgen tWaérmee de „kerk van
vandaag" wordt geconfronteerd bij een
soort kortsluiting. De kerk zit nog te veel
vast aan oude bewerkingen van zowel
het oude als het nieuwe testament.
Ds. Hylkema zei geregeld op te
merken dat veel mensen een soort
„dubbelleven" leiden. Men is „door-de-
week" erg modern in de weer maar
zodra het zondag is zendt men op een
anderg golflengte uit. Dan is men plot
seling terug in de leefwereld van het
traditionele en spreekt (zingt) men een
andere taal waarin men feitelijk zichzelf
niet is.
Wat betreft het denken over het leven
en de persoon van Jezus Christus zei de
nieuwe predikant dat deze „Christolo
gie" eigenlijk in iedere eeuw anders is.
We weten nog steeds niet precies wie
„die Christus" nu precies was. „Maar
dat is eigenlijk niet eens het belangrijk
ste", meende ds. Hylkema. „Waar het
in de grond van de zaak om gaat is het
verstaan van Gods boodschap. Dat
verstaan is een zuiver persoonlijke affai
re. Niemand verstaat op dezelfde ma
nier".
Teruggrijpend op zijn motief uit het
evangelie van Lucas waarin Jezus aan
Petrus vraagt „Wie zegt gij dat Ik ben?"
en waarin Petrus antwoord „Gij zijt
Christus, de zoon van de levende God",
zei ds. Hylkema: „Zo'n antwoord is niet
Als voorzitter van de kerkeraad sprak
de heer F. Schellinger een kort wel
komstwoord tot de nieuwe predikant.
Hij herinnerde hierbij aan het eéi-Ste
bezoek dat ds. Hylkema (incognito) aan
Texel bracht en waarbij tijdens de reis
naar fièt eiland de auto van de predikant
het op de Afsluitdijk had begeven. Eén
telefoontje was genoeg om de familie
Hylkema af te halen en deze niet
alledaagse kennismaking vormde het
begin van een contact waarin het
meteen „klikte".
Schellinger bracht ook nog in herin
nering dat een van de eerste (telefoni
sche) contacten met de nieuwe predi
kant tot stand kwam terwijl de gijzeling
in het Provinciehuis van Assen bezig
was. Ds. Hylkema was nauw bij deze
gebeurtenissen betrokken omdat hij er
vlak bij woonde en militaire wachtpos
ten voor zijn deur had staan.
De voorzitter van de kerkeraad sprak
er zijn voldoening over uit dat de ver-
bouwwerkzaamheden aan de Doopsge
zinde pastorie op tijd klaar waren en
dankte iedereen die hieraan zijn of haar
steentje had bijgedragen. Tevens dank
te de heer Schellinger de beroepings
commissie voor het vele werk dat men
in de afgelopen maanden had verricht
en verklaarde dat gedurende deze perio
de het kerkbezoek steeds „erg goed"
was geweest.
Met de opmerking dat de nieuwe
predikant wellicht een goed figuur zou
slaan in de volleybalploeg waarmee het
Ds. Hylkema legde er de nadruk op
dat de bijbel ook op deze wijze werkt.
Iedere samenleving vereist een bewer
king die past in de ervaring en het
denken van die tijd. Dit geldt ook voor
het evangelie zoals dat in de bijbel staat
waarin Jezus in de woorden van die tijd
spreekt. De wezenlijke Boodschap (de
Grondstof, aldus ds. Hylkema) ligt er
onder en daar moeten we ons mee bezig
houden. Gods woord leidt niet een leven
naast onze samenleving. De kerk heeft
nog heel wat te doen en moet steeds
nieuwe verbindingen leggen naar die
„Grondstof". „We moeten ons steeds
weer bezinnen naar het goed verstaan
van die Boodschap en dat betekent dus
een heel werk".
Welkom
concreet. Daar zijn we niet mee klaar".
De nieuwe Doopsgezinde predikant
voegde er tenslotte aan toe: „Waar het
om gaat is het herkenbaar maken van
de Boodschap, op onze manier. Er is
daarom veel werk te doen en dat
kunnen we alleen bereiken in het voor
ste rijtuig van de trein".
door Henk van Heeswijk.
intussen zou een advertentie geplaatst
worden voor een nieuw hoofd. Want
uiteindelijk was er een vacature ont
staan doordat meneer Bredius niet
meer teruggekomen was.
In de grote vakantie werd een
nieuwe directeur benoemd, afkomstig
uit het gebombardeerde Rotterdam.
Het bestuur had terdege naar 's mans
antecedenten laten informeren en deze
waren bevredigend. Zodat hij onmiddel
lijk na de vakantie de leiding van de
school op zich nam. Bart werd weer
leraar Duits en droeg nu openlijk zijn
NSB-insigne. Hoewel hij zeer wel
begreep, dat hij het aan zijn collegae te
danken had, dat hij niet permanent tot
directeur was benoemd, liet hij niets
merken. Te zijner tijd, als Duitsland
deze oorlog had gewonnen, gingen alle
politiek onbetrouwbare leraren en lera
ressen er uit en werd er uitsluitend door
nationaal-socialisten les gegeven. Daar
zou Mussert dan wel voor zorgen I
In Purmerend ging na de capitulatie
alles weer normaal verder, voor zover
dat mogelijk was. In het gedeelte, waar
Freerk en Trijnie woonden, had men
weinig of geen last van de bezetting.
Duitse soldaten zag je nauwelijks. Een
enkele keer reed er een legerwagen
over de Purmerweg, maar daar bleef
het bij
De veranderde situatie bracht voor
Nelie Ranzijn ook onverwachte narig
heden, want de advocaat, die Freerk
Ranzijn gecharterd had om de belangen
van zijn dochter te behartigen, kreeg in
Zaandam nul op 't request. Wim Koster
had zijn zaak verkocht, want ook hij
bleek opeens een NSB-er te zijn en als
zodanig had hij een funktie gekregen in
Den Haag, op een der Departementen.
Kitty was met hem meegegaan. Daar
had Koster een huis gehuurd, maar
alles op Kittys naam laten zetten, met
wie hij voorlopig samenwoonde. Op
papier bezat hij niets meer en probeer
dan maar eens veren te plukken van
een kikker.
Dit was voor de jonge vrouw een
grote teleurstelling. De advokaat
raadde haar aan te rusten in de feite
lijke toestand. Ook al, omdat Koster nu
belangrijke relaties had in hogere krin
gen. En wie was zij?
Opnieuw waren er ellendige dagen.
Tot Freerk op een zaterdagmorgen,
terwijl ze koffie dronken opperde: „Je
moet maar weer eens een baan zoeken,
Nelie. Misschien kun je bij Eikenboom
terugkomen. Zal ik 't hem dinsdag
morgen vragen?"
Nelie schudde mistroostig het hoofd.
„In een winkel ga ik niet meer. Ik heb
serveren geleerd, dus als ik weer aan
het werk ga is het in een restaurant of
iets dergelijks".
's Middags arriveerde Truus om het
weekend in Purmerend door te bren
gen. Ze vernam van de plannen harer
zus. „Ik zal eens in Haarlem kijken.
Daar heb je meer kansen dan hier. Als
ik wat weet, laat ik het je horen",
beloofde de lerares.
In oktober begon Nelie Ranzijn als
serveerster in een groot restaurant aan
het Houtplein in de Noordhollandse
hoofdstad. Het loon was zeer gering,
dus moest ze het in hoofdzaak hebben
van de fooien, doch dat viel wel mee.
Truus had bovendien voor een kamer
gezorgd. Ook dichtbij het centrum.
Liever had ze haar zusje bij zich gehad,
maar haar home was niet voldoende
voor twee vrouwen. Bovendien kreeg
Truus de indruk, dat Nelie liever op
zichzelf wilde zijn. Mede met het oog
op haar werktijden. Meestal was ze pas
om twaalf uur en soms nog later klaar
met haar werk. Dan lag Truus al lang
ter ruste en zou ze ongetwijfeld wakker
worden, als Nelie bij haar woonde.
Nee, dat was beter zo. Ze konden
elkaar immers altijd opzoeken als ze
wilden.
De oorlogsjaren doorleefde Truus
Ranzijn als vele anderen Door haar
vriendschap met Joop Bierman, die al
spoedig in het verzet zat, werd ze koe
rierster en zorgde er voor, dat vele
onderduikers in de polder tussen Haar
lem en de hoofdstad voldoende bonnen
en geld kregen. Waarvoor ze in nacht
en ontij op haar fiets lange tochten
maakte. Het geluk was met haar, want
de enkele malen, dat ze door Duitse
patrouilles of de Landwacht werd
aangehouden, mocht ze na een opper
vlakkige controle spoedig doorrijden.
Ze zag de misprijzende blikken soms,
die op haar gestalte werden geworpen
en in deze maanden prees ze zichzelf
gelukkig, omdat ze niets aantrekkelijks
bezat voor een man. De vijand ging
waarschijnlijk uit van de gedachte: zo'n
scharminkel kan ons geen kwaad doen.
Stil laten gaan.
Anders was het met zus Nelie. In het
restaurant, waar ze bediende, kwamen
verschillende Duitse officieren, lagere
en hogere in rang. Onder hen was een
majoor, een betrekkelijk jonge man, die
wel eens een grapje maakte met
de goed geproportioneerde dienster.
Nelie had als stelregel: van politiek heb
ik geen verstand; de Duitsers worden
ook gestuurd, dus die kunnen het niet
helpen. We moeten het leven derhalve
nemen, zoals het is. Al dat voor of
tegen Duitsland zijn is maar onzin. Te
zijner tijd zien we wel verder.
Nelie Ranzijn voelde zich tamelijk
gevleid, omdat zo'n hoge officier meer
dan gewone belangstelling voor haar
aan de dag legde. Ze flirtte een enkele
keer met hem, liet toe, dat hij haar
hand of arm streelde, maar op zijn
uitnodiging om eens een avond mee te
gaan naar zee „ik heb een Ausweis
en jij mag met me mee" zei ze kort
en bondig: nee. Ook toen hij bleef
aanhouden.
Op een middag, toen ze vrij was,
kwam ze de majoor in het centrum van
de stad tegen. Daarom kon ze hem niet
verbieden naast haar te lopen. De man
was bijzonder gevat, spraakzaam en
humoristisch, zodat ze hem steeds
aardiger begon te vinden. Die middag
gingen ze samen ergens eten en na
afloop nodigde hij het meisje uit met
hem te gaan dansen. Na enige
aarzeling stemde ze toe, maar zei, toen
ze in een bar zaten en wat dronken:
„Je bent waarschijnlijk getrouwd en je
zult ook wel kinderen hebben. Daarom
bij mij geen flauwekul en handen thuis
houden, begrepen? Want al ben je een
hoge officier en een Duitser, ik ben
niet bang en geef je een lik op je
gezicht, als je bij mij ergens aan komt,
waar ik het niet wil hebben. Is dat
duidelijk?"
Hij snapte het en lachte enkel.
Tijdens en tussen het dansen door ver
telde hij van zijn leven. „Ik ben ge
trouwd geweest, maar gescheiden.
Mijn vrouw was niet arisch genoeg.
Nee, kinderen hebben we niet. Geluk
kig. Ze was wel lief, maar ze had geen
Ahnung van het nationaal-socialisme".
Hij zuchtte diep. „Mijn promotiekansen
zouden nihil geweest zijn, als ik niet
was gaan scheiden. Zo, nu weet je in
elk geval, dat ik niet getrouwd ben.
Althans niet meer".
(wordt vervolgd)