<euzelijst Filmganger
Het laatste houvast
FEUILLETON
Jaarvergadering
dam- en schaakclub
fRIJDAG 15 SEPTEMBER 1978
TEXELSE COURANT
ilmganger-serie
start in oktober
Zoals gebruikelijk aan het begin van het winterseizoen wordt op
eze pagina een overzicht gegeven van de films die dit jaar kandidaat
jn voor de serie ,,Filmganger"-voorstellingen.
Filmganger start op donderdag 26 oktober. Er zijn in totaal 12 films
ie met een tussenruimte van veertien dagen worden gedraaid
Omdat er zoals gebruikelijk een keuze kan worden gemaakt uit meer dan twintig
Iprenten is bij de hieronder volgende opsomming een lijstje gevoegd waarop men
n of haar keus kan maken.
Het Filmganger-programma vormt een aanvulling op het normale bioscoopver-
ir, terwijl het daarbjj ook mogelijk is dat titels die nu in de onderstaande lijst staan,
het „gewone" bioscoJpprogramma opduiken. Hoewel zowel vorig jaar als het
ar daarvoor bleek 'dat het wegstrepen van enkele interessante films velen nogal
oeilijk valt (echtecinefielen willen alles zien) maakt wellicht een flink aantal
ensen gebruik van'deze mogelijkheid. Als vingerwijzing bij dit karweitje volgt hier
in korte beschrijving van de 22 films waarvan er tien moeten vervallen.
Belangstellenden voor de Filmgangerserie wordt verzocht uit de onderstaande
jst die (10) films te kiezen waar men de meeste interesse voor heeft. Men kan dit
et beste doen door de titels van de films waarvoor men niet bijzonder veel
«langstelling heeft door te strepen.
IL DESERTO DEI TARTARIE - Valerio Zurlini
UNA GIORNATA PARTICOLARE - Ettore Scola
JULIA FredZinneman
- SOLEIL DES HYENES - Ridha Behi
- CET OBSCUR OBJET DU DESIR - Luis Bunuel
ELISA, VIDA MIA - Carlos Saura
A WOMAN OF PARIS - Charles Chaplin
- MIMI DE BANKWERKER - Lina Wertmuller
PROVIDENCE.— Alain Renais
L'HOMME QUI AIMAIT LES FEMMES - Francois Truffaut
THREE WOMEN - Robert Altman
LA DENTELLIÈRE - Claude Goretta
ANNIE HALL - Woody Allen
TO BE OR NOT TO BE - Ernst Lubitsch
LA GIFLE Claude Pinoteau
THE LAST TYCOON - Elia Kazan
- CADAVERI ECCELLENTI - Francesco Rosi
- LE JUGE FAYARD DIT ,,LE SHERIFF" - Yves Boisset
DIE VERLORENE ERRE DER KATHARINA BLUM - Volker Schlondorf en Mar-
garethe von T rotta
JABBERWOCKY - Terri Gilliam
TELEFONI BIANCHI - Dino Rissi
- EQUUS Sidney Lumet
De uitgeknipte lijsten moeten zo spoedig mogelijk worden ingeleverd. Dat kan in
Den Burg bij het City theater. Gravenstraat 21; in Den Hoorn bij Cor van
Heerwaarden, „De Spyker"; in De Waal bij Ton Rombout, Polderweg 12 (of op de
Rijksscholengemeenschap) en in Den Burg ook bij Jan Pijlman, Vloedlijn 21.
Zo spoedig mogelijk na de sluitingsdatum wordt het definitieve Filmganger-pro-
gramma bekend gemaakt. Men kan zich dan ook als lid van de „Filmgangerliga
aten inschrijven.
IL DESERTO DEI TARTARIE. Regie:
'allerio Zurlini.
Bewezen wordt dat als in een firn
niets gebeurt" dit nog geen verveling
loeft te betekenen. In een schitterend
an de buitenwereld afgesloten land-
ichap, wordt door een langzaam gemi
nimaliseerde compagnie soldaten een
lutteloos fort bewaakt tegen de drei-
)ing van de horde Tartaren, die nooit zal
;omen. Ziekte, depressie en soldaten-
noraal beheersen het uitzichtloze leven
ran de officieren.
UNA GIORNATA PARTICOLARE.
Regie: Ettore Scola.
Tegen de achtergrond van Hitiers
listorische bezoek aan Rome, begeleid
loor het pompeuze commentaar van
len opgewonden commentator, speelt
zich in een Romeinse flat een ontmoe
ting van kleiner formaat af tussen twee
thuisblijvers. Een afgesloofde huisvrouw,
Sophia Loren, en een homofiele omroe
per, Marcello Mastroianni, van de
staatsradio, die ieder ogenblik zijn arres
tatie kan verwachten. Niettemin, ook
voor hen wordt het een aangrijpende
dag.
JULIA. Regie: Fred Zinnemann.
De jeugdvriendschap tussen twee
vrouwen blijkt zo sterk dat later in moei
lijke tijden de toneelschrijfster en jodin
Lilian door Nazi-Duitsland reist om naar,
met al haar geld zich voor het socialisme
inzettende vriendin Julia een bijzondere
dienst te verlenen. (Lilian: Jane Fonda,
Julia: Vanessa Redgrave).
SOLEIL DES HYENES. Regie: Ridha
Behi.
Een vissersdorp in Noord-Afrika
wordt aangedaan door West-Europees
toerisme. Het traditionele dorpsleven
wordt er drastisch door verstoord. De
slechterikken (kapitalisten, grondbezit
ters, overheidsambtenaren) varen er wel
bij. De eenvoudige dorpsbewoners blijft
«niets anders over dan zich aanpassen
aan de nieuwe omstandigheden. Docu
mentaire verteltrant loopt het verhaal in
de weg.
CET OBSCUR OBJET DU DESIR.
Regie: Luis Bunuel.
Met het klimmen van de jaren lijkt
Bunvel speelser te worden zonder zijn
streken te verliezen. Met kristalheldere,
efficiënte beeldenreeksen spint de
Spaanse meester een schijnbaar logisch
verhaal rond een bon-vivant op leeftijd
en een jonge Flamenco-danseres (ge
speeld door 2 actricesl) die hem tart,
aantrekt, en op de beslissendemomenten
afstoot. Maar de kern waar het om
draait blijft duister en raadselachtig. Als
de inhoud van de juten zak die op
onwaarschijnlijke momenten in de film
opduikt.
ELISA, VIDA MIA. Regie: Carlos
Saura.
Een vrouw zoekt troost voor een
mislukkend huwelijk bij haar eenzaam
levende vader en groeit naar hem toe.
Werkelijkheid, fantasie en herinneringen
lopen door elkaar en scheppen een
.tijdloze sfeer waarin de indentiteiten van
vader en dochter lijken te versmelten.
Maar de dromerigheid wordt in balans
gehouden door schitterende, aardse
acteurprestaties. (Geraldine Chaplin -
Elisa moeder - Fernando Rey - Luis).
A WOMAN OF PARIS. Regie: Char
les Chaplin.
Chaplin laat zich bewonderen als
regisseur in een zedenschets zonder
zedenmeesterij. Ondanks de uitvoerige
verteltrant van de toen nog zwijgende
film blijft er veel te genieten over
speciaal van licht satirische scènes,
spelend in het verderfelijk Parijs. Opge
zet als vehikel voor Charlies leading lady
Edna Purviance is het haar tegenspeler
Adolphe Menjou die de show steelt.
MIMI DE BANKWERKER. Regie:
Lina Wertmuller.
Humoristische Italiaanse zedenschil
dering, zich afspelend op het door de
Maffia gecontroleerde Sicilië. Bitterzoe
te humor en een kostelijke hoofdrol
van de Italiaan Giancarlo Giannini.
PROVIDENCE. Regie: Alain Renais.
De film handelt over het verval der
ouderdom, en is daartoe opgehangen
aan het leven van de schrijver Clive
Langhan, die we drinkend en kankerend
in zijn nadagen briljant vertolkt zien door
de Engelse acteur John Gielgud. Als z'n
kinderen hem vragen hem op de hoogte
te houden als hij zich niet lekker voelt
zegt de schrijver: Je ken't, het hart
pompt, alsof het een ton poep door een
betonmuur moet duwen. De longen
ademen niet maar piepen om genade,
en terwijl ik graag een leuk verpleeg
stertje wil hebben sturen ze een heks, al
zou te veel vrijen met een leuk meisje
m'n dood kunnen worden.
L'HOMME QUI AIMAIT LES FEM
MES. Regie: Francois Truffaut.
Het ligt een beetje voor de hand.
„l'Homme qui aimait les femmes" met
Truffauts „La nuit Americaine" en
„l'Argent de poche" samen te voegen
tot een trilogie over de liefdes voor de
film, voor kinderen en voor vrouwen.
Zijn film zit vol prachtige vrouwenpor
tretten, vol geestige ontmoetingen en
vol vluchtige contacten. Een film die
spelenderwijs gemaakt schijnt, luchtig,
teder zinnelijk, met humor maar ook met
bitterheid en wanhoop.
THREE WOMEN. Regie: Robert
Altman.
Altman heeft met zijn „Three
women" een prachtige film afgeleverd.
Waar het in de film om draait is dat drie
vrouwen op bepaalde momenten in hun
leven elkaar kunnen worden, ze worden
door de gebeurtenissen onderling ver
wisselbaar. Ze vertegenwoordigen ver
schillende stadia van wat dezelfde per
soon zou kunnen zijn. Naast deze per
soonsverwisseling speelt ook tijd een
belangrijke rol. De tijdsbeleving in
„Three woman" lijkt normaal, maar is
niet reëel. Door allerlei kleine elementen
suggereerd Altman deze abnormale
tijdsbeleving.
LA DENTELLIÈRE. Regie: Claude
Goretta.
La dentellière (de kantwerkster) gaat
evenals zijn voorgaande drie films over
een persoon die niet de capaciteit bezit
om voor zich zelf te spreken. Een
persoon die anderen niet kan bereiken
via woorden, wiens gevoeligheid geen
uitdrukking kan vinden door gebrek aan
ontwikkeling. Dit niet kunnen uitdruk
ken is de bron van hun eenzaamheid en
wanhoop. Goretta beaamde dat zijn
films erg Tjechoviaans zijn in zijn manier
van kijken naar mensen. Tjechoviaans in
de betekenis dat er niettegenstaande
een bepaalde afstand en ironie vooral
een tederheid voor de personages be
staat. Het is deze tederheid die Goretta-
films aangenaam maken om naar te
kijken.
ANNIE HALL. Regie: Woody Allen.
Hoewel de titel van de film een beetje
probeert te verdoezelen, is Annie Hall de
„gefilmde" autobiografie van Woody
Allen. De film Annie Hall heeft wat
ontroerends zoals de gehele love story
volkomen geloofwaardig op de kijker
overkomt. Het tragische zit hem in het
feit dat Annie en Alvy (Diana Keaton)
elkaar goed aanvullen, maar toch niet
met elkaar kunnen leven. „Een goede
relatie opbouwen", zegt Alvi, „is gek
kenwerk, maar de meesten blijven het
proberen, want ze kunnen niet zonder".
Annie verbergt zijn onzekerheid in zijn
bijtende humor. Zo zegt hij o.a.: Niet
alleen God bestaat niet, maar probeer
maar eens een loodgieter op zondag te
krijgen.
TO BE OR NOT TO BE. Regie: Ernst
Lubitsch.
Na de antie-Sovjet satire „Ninotch-
ka" wilde Lubitsch zijn krachten beproe
ven op een soortgelijke aanval, gericht
tegen het nazisme. Maar wat toen. in
1939, uiteindelijk uitviel als een onschul
dige farce zou nu een satirische komedie
worden in een gruwelijke werkelijkheid.
Het was Lubitsch' bedoeling nl. zijn
ridikuliserend spelletje met de Germa
nen te laten spelen in het bezette War
schau van 1942, dat al in 1939 door de
Duitse bombardementen verwoest was
en daarna twee jaar van wrede nazi-be
zetting achter de rug had. Thema wordt
de wijze waarop een Pools toneelgezel
schap dankzij zijn vermogen de schijn
tot werkelijkheid en de werkelijkheid tot
door Henk van Heeswijk.
20. Ze was bij het hoofd van de
P.O.D. geweest. Om te proberen iets
Ie bereiken voor haar zuster. En stelde
zich voor: mevrouw Ranzijn, directrice
ran een meisjes-HBS. Ja, hier in de
stad. Ze trof het: een der leden van de
P.O.D. had een dochter op haar
school. Er ontstond een kort, maar
geanimeerd gesprek over de school in
het algemeen en de vorderingen van
Treesje in het bijzonder. Truus herin
nerde zich het kind, dat in de tweede
klas zat. Helemaal geen hoogvlieger,
ook al geen schoonheid, maar rustig,
verlegen en misschien te zijner tijd met
de hakken over de sloot komend voor
wat het eindexamen betreft. Maar dit
alles somde Truus met op. Ze memo
reerde uitsluitend de goede hoedanig
heden van het kind: „Bijzonder rustig
meisje, meneer. Ik wilde wel, dat al
mijn kinderen zo kalm en beheerst de
lessen volgden. Dat zou me heel wat
zorgen besparen. In dit opzicht is
Treesje zeker een voorbeeld voor vele
leerlingen En zo voort.
Gedachtig aan het spreekwoord, dat je
meer vliegen met stroop vangt dan met
azijn. Typisch, dat mevrouw Ranzijn,
die deze zure bijnaam had, inwendig
tot deze konklusie moest komen.
Meneer Spokreef, de P.O.D.-man,
welke Truus zich nu ook vaag uit de
dagen der illegaliteit herinnerde,
beloofde dat hij het dossier van Leentje
Ranzijn zou doornemen. „Geef me uw
telefoonnummer, mevrouw. U hoort
van me. Als ik wat voor u kan doen,
hoort u het. Ik hoop, dat uw zuster
geen gekke dingen heeft uitgehaald.
Als ze enkel omgang heeft gehad met
een moffenofficier, nu ja, in die dingen
zijn we niet kinderachtig. Ze zal
intussen haar lesje wel geleerd hebben
en waarom zullen we zo'n domme
vrouw dan voor het Tribunaal halen?"
De invloed van directrice Ranzijn
wierp vruchten af, want twee dagen
voor Kerstmis kreeg Nelie Ranzijn te
horen, dat ze haar spullen kon inpak
ken. Daarna mocht ze gaan, als ze
tenminste een papier tekende, waarop
stond dat ze van alles afstand deed.
Verheugd over de op handen zijnde
vrijheid, tekende ze.
Maar nog diezelfde avond kwam ze
nijdig en mokkend thuis. In Purmerend,
waar ze door moeder Trijnie dol geluk
kig in de armen werd gedrukt en door
vader beheerst werd oekust. En waar
men de schouders ophaalde over de
jeremiades. „Wees blij, kind, dat je er
nog zo gemakkelijk van af bent geko
men, als je hoort, en leest, wat voor
straffen de tribunaals geven. Die zijn
lang niet mals".
Nelie keek haar vader verontwaar
digd aan. „Zo? Ik heb anders niks
gedaan, hoor! Ik was toch geen lid van
de NSB? Mag ik alstjeblieft houden van
een Duits officier? Franz was hartstikke
goed voor me. Als alles wat rustiger is,
komt hij me heus wel halen. Dat heeft
ie beloofd".
Freerk haalde de schouders op.
„Laten we er maar over zwijgen en
God danken, dat je vrij bent. We
hebben veel voor je gebeden, m'n
kind".
Ze haalde verachtelijk haar schouders
op. „Had dan ook maar gebeden voor
m'n spullen. Ze hebben me alles
afgenomen, de schooiers! Ook de meu
belen, die Franz en ik gekocht hadden.
In het huis zit nu een ander, moet je
wat? Ik mocht niet eens meer binnen
komen, daar in Haarlemi Ze scholden
me bovendien nog uit! Mooie wereld,
die we nu hebben, hoor! Heet dat soms
democratie? Alles van je stelen en jei
maanden opbergen in een kamp? Enkel
en alleen omdat je van een Duits offi
cier houdt? Zelfs de meeste kleren zijn
foetsie". Ze wees op een koffertje.
„Dat is alles, wat ik die morgen na de
bevrijding mocht meenemen uit mijn
huis. Bevrijding Ze schokschou
derde. „De zenuwen kunnen ze krijgen
met hun bevrijding. Vuil dieventuig!
Voor mij hoeft het allemaal niet".
„Met die kleren komt het wel in
orde", antwoordde Freerk moeilijk. „Je
hebt nog maar weinig geleerd in dat
kamp. Dat merk ik wel".
De volgende dag was ook Truus in
het ouderlijk huis. Van de P.O.D.-er
Spokreef wist ze, dat haar zuster in
vrijheid was gesteld. Ze had hem
ervoor bedankt. En er aan toegevoegd:
tot wederdienst bereid. Dat was al het
minste, wat je kon toezeggen.
De zusters begroetten elkander tame
lijk koel. In één oogopslag zag Truus,
dat haar zuster magerder was gewor
den. En ontdekte tevens, dat ze nors
en ontevreden bleek te zijn. Hetgeen
haar heel niet aanstond. „Je mag blij
zijn, dat je nu al vrij bent", hield ze
haar zuster voor „Voor hetzelfde geld
hadden ze je voor het tribunaal kunnen
brengen en wat dan? Twee jaar is
gewoonlijk het minste, wat ze geven".
Nelie was helemaal niet geïmpo
neerd. „Dan zijn ze nog erger dan de
Duitsers, op wie ze zo te keer gaan.
Houd er alstjeblieft over op. Franz was
in elk geval een fijne vent. Helemaal
geen S.S.-er, zoals ze me tijdens de
verhoren voor de voeten hebben
gegooid. Hij was gewoon bij de Wehr-
macht; wat kon hij er aan doen? Enfin,
als de verhoudingen genormaliseerd
zijn, komt-ie me wel halen. Dat heeft
hij beloofd".
schijn te maken, een rol gaat spelen in
het verzet.
LA GIFLE. Regie: Claude Pinoteau.
Met een perfecte cast en een speelse
en moeiteloos reagerende regie die het
tempo van de handeling goed weet te
houden, is een leuke, vitale en soms een
aandoenlijke komedie ontstaan, die
steeds net niet in het karikaturale vervalt
en uiteindelijk met heel menselijke con
flicten en sehtimenten jongleert. Naast
Lino Ventura, die als in iedere film en
iedere gedaante formidabel aanwezig is,
speelt Annie Girardot een relatief kleine
rol als een evenwichtige ex-moeder.
Isabella Adjani is de mooi genuanceerd
lieve, onhandelbare dochter die haar
vrijheid moet verdedigen tegen haar
behoudende en fatsoenlijke omgeving.
Zij verzet zich dus tegen haar vader,
tegen haar werk, haar vrienden, tegen
alles en iedereen die in de weg staan
naar haar volstrekte onafhankelijkheid,
die ze uiteindelijk toch weer minder
begeert dan zij doet voorkomen.
THE LAST TYCOON. Regie: Elia
Kazan.
De Amerikaanse filmindustrie wordt
met een grote aandacht van zeer nabij
bekeken en op scherpzinnige wijze
gedramatiseerd, waardoor „The last
tycoon" verreweg de beste film over
Hollywood is geworden die er bestaat
en de enige die ons de binnenkant van
het bedrijf laat zien. Medespelenden zijn
o.a.: Robert Deniro, Tony Curtis, Ro
bert Mitchum, Jeanne Moreau, Jack
Nicholson.
CADAVERI ECCELLENTI. Regie:
Francesco Rosi.
Een film met een lugubere titel
(„Voorname lijken") en een luguber ver
haal. Kort na elkaar worden drie voor
aanstaande rechters vermoord. De in
specteur van politie, Rogas, krijgt de
zaak te behandelen. Hij verdenkt eerst
de Maffia van de moorden. Maar al
spoedig komt hij op een ander idee: een
onschuldig veroordeelde wil zich wre
ken op de rechters die hem naar de
gevangenis hebben gestuurd.
LE JUGE FAYARD DIT „LE SHE
RIFF". Regie: Yves Boisset.
Fayard is rechter van instructie in een
grote provinciestad. Hij behoort tot de
generatie van magistraten, die proberen
de justitie aan te passen aan een maat
schappij, die snel aan het veranderen is.
Door zijn doortastende werk is Fayard
(Patrick Dewaere) het onderwerp van
veel druk en kritiek, maar overtuigd van
zijn capaciteiten en de juistheid van de
door hem ingeslagen weg laat hij zich
geen enkele concessie afdwingen.'Hij
zet zich ieder ogenblik in voor zijn strijd
tegen de onderwereld waarvan de wor
telstot in de hoogstle kringen doorlopen.
Hierbij neemt hij vaak zijn toevlqcht tot
nogal ongebruikelijke en soms onbe
suisd lijkende initiatieven waardoor de
kranten hem de bijnaam „de sheriff"
geven.
DIE VERLORENE EHRE DER KA
THARINA BLUM. Regie: Volker
Schlondorf en Margarethe von Trotta.
Tijdens een carnavalsfeestje wordt
Katharina Blum verliefd op een jonge
aktivist die op de vlucht is voor de
politie. Haar korte samenzijn met de
voortvluchtige man is voor de politie
aanleiding genoeg om haar in het oog te
houden. Als zelfs een groot landelijk
.dagblad een voorpagina artikel aan haar
wijdt en haar daarin beschrijft als een
hoer, een atheïste en sympathisante
met communisten, wordt zij het slacht
offer van anonieme telefoongesprek
ken, brieven, sexuele benaderingen en
bedreigingen. Diep gekwetst vanwege
het feit dat men haar integriteit zo bruut
geschonden heeft, rekent zij medoge-
„Ik hoor 't je zeggen", spotte Truus.
„Kind, die is je al lang vergeten".
„O ja? Dat denk je. Omdat je hem
niet kent".
Nelie knikte. „Dat konden ze me niet
afpakken, want ik had het in m'n
geheugen: Landstrasse 74 in Teine aan
de Wupper. Franz Schindler".
„Dan schrijf je hem eens", stelde
Truus voor. „Het postverkeer met dat
moffenland is alweer normaal".
„Doe ik zeker, maar nu moet ik eerst
nieuwe kleren hebben. Met die vodden
ze wees op haar koffertje kan ik
me met Kerstmis niet in de stad ver
tonen. Textielpunten heb ik voldoende,
maar ik heb geen geld. Dat hebben ze
me ook allemaal ontstolen, de lamstra
len".
„Ssst, kalm aan", bezweerde haar
vader. „Hoeveel had je, toen je in mei
werd gearresteerd?"
„O, een paar honderd gulden
precies weet ik dat niet meer. En thuis
had ik ook wat".
„Thuis?" vroeg Truus.
„Ja, thuis, bij Franz. Hij was enkele
dagen voor de capitulatie vertrokken,
naar Utrecht. Dienstbevel. Alles
hebben ze me afgenomen, de ellende
lingen!"
Truus opende zwijgend haar tasje en
diepte er vier briefjes van vijf en twintig
gulden uit op, die ze aan haar zus gaf.
„Alstjeblieft; besteed het geld nuttig,
want het is duur".
„O", riep Nelie opgetogen, „dat is
geweidigi Zodra ik weer verdien, krijg
je het terug. Dank je, ik ga meteen naar
de stad!"
PAGINA 9
loos af met de journalist die dit alles
heeft veroorzaakt.
JABBERWOCKY. Regie: Terri Gi-
liam.
De leden van Monthy Phytons
Flying Circus" maakten een vrolijke film
vol- absurde humor. Jabberwocky naar
het beroemde nonsens gedicht van
Louis Carroll is het monster dat het
koninkrijk van Bruno de Twijfelachtige
terroriseert. Er wordt druk gespot met
o.a. St. Joris en de draak, het monster
van Loch-Nes en Jaws. Erg gek en erg
Engels.
TELEFONI BIANCHI. Regie: Dino
Rissi.
Rissi neemt de bloeiperiode van het
fascisme schitterend op dè hak. Behalve
dit, is de film tevens een satire over de
filmwereld van de jaren dertig. Een film
over burgerlijkheid en de nep van de
massacultuur die op het laatste gehou
den festival van Arnhem met grote
instelling werd ontvangen.
EQUUS. Regie: Sidney Lumet.
Een puber-passie voor paarden ein
digt in een bloedbad, en twaalf dieren
worden de ogen uitgestoken in een
manege waar de jongen zijn eerste
mislukte liefdesdaad verricht (Peter
Firth). Een heel gevecht voor de psy
chiater (Burton) die zichzelf ziet als een
priester in dienst van de afschuwelijke
God normaal. Wat psychiater Dysart bij
de jongen ontdekt is een enorme harts
tocht en daar wordt hij jaloers op,
omdat hij zelf zo'n passie nooit gekend
heeft. Door de realistische verfilming
heeft het toneelstuk wat van religieus
mythologisch karakter ingeboet, maar
niettemin is het een ongewone psycho
logische thriller.
Met ingang van 19 september kan op
dinsdagavonden vanaf 19.30 uur door
de jeugd gedamd en geschaakt worden
in hotel De Zwaan te Den Burg. Aldus
een der mededelingen op de maandag
avond gehouden jaarvergadering van de
damclub Texel en schaakclub En Pas
sant. Aan het begin van deze avond
herdacht voorzitter Rombout de on
langs overleden oud-leden van de dam
club, de heren Stam en Groenhof. Door
de aanwezigen werden enkele ogenblik
ken stilte in acht genomen.
Verder werden nog een viertal „ach
terstallige" prijzen uitgereikt, te weten
aan de heer P. Bakelaar (clubkampioen
dammen), de heer C. Meedendorp
(prestatieprijs bondscompetitie), A.
Terpstra (3e prijs clubcompetitie) en J.
Witte (1e prijs algemeen comparitie
schaken).
Een voorstel om de speelavond te
verleggen naar de maandag- of donder
dag werd gehouden. Meer wel werd de
contributie voor schakers flink opge
trokken. Verder werd meegedeeld dat
de schakers weer in drie groepen zullen
spelen en dat En Passant nu met een
derde team in de NHBS-competitie zal
deelnemen.
Nylon windjack
grote en kleine maat nu ƒ10,
Duffelse schippers-
kielen nuf 10,
SPORTSHOP
Toen ze op de fiets van haar moeder
vertrokken was, schonk Trijnie nog een
kop thee in en vroeg: „Is dat zo? Van
dat geld? Maar dan is het toch stelen?"
Truus zuchtte. „Moeder, het was
oorlog en dan lopen verschillende din
gen uit de hand. Wees blij, dat het
geen bijltjesdag is geworden, anders
zou je maar één dochter overgehouden
hebben. En wat betekenen dan die vier
honderd gulden?"
„Maar 't is toch stelen", hield Trijnie
hardnekkig vol.
„Tja, dat hebben we van de Duitsers
afgekeken", bevestigde Freerk op wijs
gerige toon. „Als je met pek omgaat,
wordt je er mee besmet".
De beide kerstdagen verliepen rustig.
Verscheidene Purmerenders waren op
de hoogte van de scheve schaats, die
de jongste dochter van Freerk Ranzijn
had gereden. Hield ze 't niet met een
Duitse officier? Zal ook wel een poos
vastgezeten hebben. Maar dat dachten
ze enkel. Freerk Ranzijn was een
rustige man, die niet langs de weg tim
merde, en daarom mocht men hem.
Dus werd hij gewoon begroet op het
kerkpad, al keek menigeen wel met een
schuin oog naar de jongste dochter.
Tussen Kerstmis en Nieuwjaar vroeg
Freerk haar: „Wat zijn je plannen voor
de toekomst?"
„O, ik heb Franz geschreven. Met
een paar dagen heb ik wel antwoord.
Dan ga ik waarschhijnlijk naar hem toe
en trouwen we".
Freerk besloot hierop niet in te gaan,
maar zei enkel: „Na nieuwjaar zullen
we wel zien".
(wordt vervolgd)