Schoonmoeder
Familie Kraal speelde
familie Bach
Lucky Luke
riLAVNiiüinvs
Evangellsatledlensten
Baptisten
„WAT IK ZEGGEN WOU.
Huizenbouw
Auto beschadigd
Hans Mulder door
fanfare uitgeluid
ftIJDAG
Door L. van Schooten
•KKVEN \AN t F7TAS BITTEN VEA*NT¥MXWOCUJHXD «M OC NEOMtTC
13 JUL11979 TEXELSE COURANT
„Ik vond dat het nogal ging'
„Ik vind het toch wel een charmant
meisjeen ik geloof dat ze haar
wereldje kent".
„Dat geloof ik ook wel, moederlief.
Maar hèèr wereldje is het mijne niet".
Hoofdschuddend zocht mevrouw
Van Hoornwijck haar slaapkamer op. Er
was iets met Bert aan de hand. Maar ze
zou het wel uitvinden!
HOOFDSTUK 5
Moeder is teleurgesteld
„Sjonge Pier wat ben je weer mooi",
zei Jennie Polderman, haar etende broer
beschouwend, die er inderdaad voor
een doordeweekse dag onwaarschijnlijk
netjes uitzag.
„Z'n haar zit zo mooi in de schei
ding", haakte Hennie in.
„Keurig aangeharkt luizenpaadje",
vond Jennie.
„Kind, hij moet vanavond naar z'n
ega", deelde Hennie haar zuster mee.
Pier at onverstoorbaar door, trok zich
van het gegiechel van de tweelingzus
niets aan. Vader Polderman grinnikte,
zijn zoon had het niet makkelijk met drie
zussen.
„Als Truus es van jou wist, wat wij
van jou weten", begon Jitske, die niet
wou achterblijven, haar broer te plagen.
Maar dèt was een onvoorzichtigheid.
Pier legde zijn vork neer, zag zijn
zuster doorborend aan en sprak de
betekenisvolle woorden: „Als jij es wist,
wat ik van jou wist
Jitske kreeg een hoofd als een pioen,
Tijdens de maand juli wordt door de
Baptistengemeente elke zondagavond
een evangelisatiedienst gehouden in de
Doopsgezinde kerk te Den Burg, steeds
om 19.00 uur. Zondag 15 juli a.s. zal in
deze dienst voorgaan de landelijk beken
de ds. R. Reiling uit Rotterdam. Door de
Unie van Baptisten Gemeenten in Ne
derland is hij speciaal voor het evangeli
satiewerk vrijgesteld.
11. Opeens vond hij haar banaal en
goedkoop, met haar toespelingen en
haar eeuwige flirttoon. Zoals ze daar
zat, haar benen kwasi-onverschillig over
elkaar geslagen, in een bestudeer-non-
chalante houding, de ogen half toege
knepen, de sigaret in een lang pijpje
tussen haar vingers, vergeleek hij haar
met de frisse, natuurlijke Jitske.
„Ik ben geen huwelijksbureau" ant
woordde hij niet al te charmant.
„O, dacht je dat ik dat nodig had?"
gaf ze scherp terug.
Mevrouw Van Hoornwijck sloeg het
tweetal gade. Mia was al wel helemaal
een vrouw van de wereld, dacht ze, en
misschien had Bert zo'n vrouw wel
nodig om hem een beetje vooruit te
helpen. Toch mocht ze Marjorie van
Besoyen nog liever, die was gewoner.
Mia was al zo helemaal vrouw. geen
meisje meer. En wat Bert had wist ze
niet, maar anders kon hij wel tegen haar
op, nu scheen ze hem voortdurend
onder de huid te raken. Hij zag er
uitja, hij zag er uit of hij maar liefst
wou dat ze allemaal ophoepelden. En
dat was inderdaad precies wat Bert op
dit ogenblik dacht.
Mevrouw Loman, die ook wel merkte
dat het tussen de jongelui niet zo best
boterde, begon een heel verhaal over de
reis die ze naar Italië zou maken, en dat
ze beslist niet naar Venetië zou gaan
want daar kwam iedereen, en ook niet
naar Rome want daar kwam ook ieder
een, en de scheve toren van Pisa kon ze
wel drómen
Eindelijk stonden ze op.
„Bert, breng jij mevrouw en Mia even
thuis?" vroeg zijn moeder.
„Dat hoeft heus niet, zo ver is het
niet" protesteerde mevrouw Loman.
Maar mevrouw Van Hoornwijck hield er
ouderwetse opvattingen op na, een
dame ging zo laat niet zonder geleide
over de straat.
Bert voelde er niet veel voor, maar
bedacht dat hij dan tenminste terug nog
een eindje alléén kon lopen en rustig alle
indrukken van deze dag ordenen. Als hij
hier bleef, zou moeder toch maar praten
en vissen
„Zullen we hem tussen ons in nemen
moeder?" lachte Mia.
„Welja" zei mevrouw Loman speels
„ik wil wel weer eens aan de arm van
een man lopen. Diplomaat, dacht Bert
dan zit er natuurlijk niet anders op dan
dat ik Mia óók een arm geef. En zo liep
hij tussen de twee vrouwen, mevrouw
Loman voortdurend kwebbelend, Mia
zwijgend. Maar hij voelde haar naast
zich, rook haar zwoel parfum, ze liep net
naast hem, dacht hij, of ze dik met
elkaar verloofd waren. Mia slaagde er
altijd in hem uit z'n evenwicht te
brengen. Hij probeerde al zijn aandacht
te wijden aan het gepraat van mevrouw
Loman, maar als hij terzijde soms naar
Mia keek, zag hij haar duistere glimlach,
de blik van verstandhouding in haar
ogen. Hij voelde zich honderd pond
lichter, toen hij eindelijk bij de voordeur
afscheid kon nemen, weigerde de uit
nodiging van Mia om binnen nog één
sigaretje te roken, moeder ging toch
meteen naar bed, zei Mia en zij had nog
helemaal geen slaap, maar hij trapte er
niet in. Toen hij thuiskwam, was zijn
moeder gelukkig al op haar kamer. Nog
even kwam ze hem, in haar kamerjas,
welterusten wensen.
„Je was ook niet erg aardig tegen
Mia".
van ds. J. J. H. Hoekstra horen zeggen,
dat zij beiden amateurs zijn, opdat de
mensen geen al te hoge verwachtingen
zoudenhebben. Harroen Engelien wonen
in Eindhoven en zijn zes jaar geleden in
het Hoornder kerkje in het huwelijk
getreden, waarna ze besloten daar ieder
jaar een concert te geven. Tot dusver is
dat steeds gebeurd, zodat we dinsdag
getuige konden zijn van het zesde
traditionele concert. Afwisselend beste
gen de beide musici de orgelbank, om
iets ten gehore te brengen. Aan Enge
lien was de eer, het programma te
openen, wat zij schitterend deed met
een fantasia in a van Johann Sebastian
en acht partita's (variaties) over 'Ach,
was soil ich Sünder machen', van
dezelfde componist. Jammer was het
dat het regeerwerk, vooral bij de wat
zachtere gedeelten, de muziek wel eens
overstemde. Het Hoornder orgel staat
bekend om zijn 'rammelen'.
Harro Kraal speelde een fuga in g, van
de hand van Wilhelm Friedemann en het
allegro uit de (origineel voor 'Hammer-
klavier' geschreven) sonate in G, van
Johann Christian. Dit allegro klonk
precies zo als het hoorde: levendig. Het
'Christe, der du bist Tag und Licht', van
Wilhelm Friedemann, dat door Engelien
gespeeld werd, leek een treurmars, een
effect, dat nog onderstreept werd door
het eerder genoemde rammelen van het
speelwerk. Om het publiek, dat mogelij
kerwijs bij het wat zachte en langzame
'Jesu meine Freude' van Wilhelm Frie
demann wat was ingedut, wakker te
keijgen, was het praeludium in C van de
onbekende August Wilhelm een goede
keus. De opening hiervan werd met het
volle werk gespeeld, zodat het door de
kerk schalde. Harro Kraal, die de drie
laatste programma-onderdelen voor zijn
rekening nam, speelde de lastige sonate
in a van Carl Phillipp Emmanuel.
Lastig is deze sonate niet zozeer door
de noten als wel door het feit, dat ze
voor een tweeklaviersorgel geschreven
is. Weliswaar reageerde Engelien vlot
Harro en Engelien een het Scheuer-orgel in
Den Hoorn, (foto W. Bernard!
met het uittrekken van d^ verschillende
registers, maar toch krijgt dit stuk,
wanneer het op een eenklaviers orgel
wordt gespeeld, altijd een wat schokke
rig effect. In het adagio van deze sonate
deed of het orgel het niet goed, of de
registers waren niet goed uitgetrokken,
want dit gedeelte klonk hier en daar wat
vreemd. In de vier delen uit de 'Musika-
lische Nebenstunden' van Johann
Christoph Friedrich, werd op uitsteken
de wijze gebruik gemaakt van het
scherpe tongwerk van het orgel. Het
laatste gedeelte van de avond, fantasia
en fuga in c van Johann Sebastian,
bleek een waardig besluit. Aan het
begin klonk een lang aangehouden
pedaaltoon door-ide hele kerk en juist
toen de kerk gevuld was met deze ene
toon hield hij op, precies op het juiste
moment. De fuga was een zeer goede
finale. De laatste maten hiervan werden
met het volle werk gespeeld en de stilte
die erop volgde was dan ook tastbaar.
Het is duidelijk dat het orgel in het
Hoornder kerkje heel wat meer mogelijk
heden biedt, dan de meeste mensen
weten. Nog lang niet alle mogelijkheden
zijn deze avond gebruikt en toch was
het een zeer afwisselend geheel. Bij het
afscheid klonken kreten als „Tot vol
gend jaar", dus de traditie zal wel
voortgezet worden. „Zo'n thema-avond
bevalt goed, misschien nemen we vol
gend jaar de familie Couperin onder de
loep", aldus de musici. W. B
Onbekenden beschadigden in de
nacht van zaterdag op zondag de langs
de Brink geparkeerde Opel Kadett van
de heer J. B. N. uit Overdinkel. De
wagen liep een forse deuk en een ver
bogen antenne op. De schade
bedraagt ongeveer vijfhonderd gulden.
Mede omdat mijn beroep (architect)
dit met zich meebrengt heb ik met veel
belangstelling de recente berichtgeving
gevolgd over zowel het Bouwfondsplan
als het bouwplan De Krim dat onlangs in
de Texelse Courant verscheen. Ik wil
hierover graag een en ander kwijt omdat
in diverse bedenkingen heb.
Allereerst het 85 woningen tellende
Bouwfondsplan waarbij ik het ongeloof
lijk vind dat op progressief Texel in 1980,
voor de eigen bevolking woningen
gebouwd gaan worden met een breedte
van 414 meterl B. en W. en de
raadsleden zouden hun tuinen eens
moeten verkavelen in tuintjes van 414
meter breedte en zich dan eens inden
ken dat de naaste buren op zo'n korte
afstand aan het barbecueën slaan. Dat
worden de krotten van 19801 Ik zie niet
in dat de lager gesalarieerde Texelaars
op deze manier gestraft moeten wor
den. Dan het parkeren van auto's. Men
heeft binnenterreinen geprojecteerd
waarop 100 auto's gestald kunnen wor
den, m.i. is dit voor het milieu een
verschrikking. Het betekent namelijk
stank en lawaai, niet alleen vóór maar
ook échter de woningen. Voorts kan de
verkaveling veel beter worden gemaakt.
Er moet meer rekening worden gehou
den met wat de bewoners willen. En dat
kan wel eens in tegenspraak zijn met de
belangen van het Bouwfonds dat op
zoveel mogelijk winst uit is. Verder heeft
J. C. Dros gelijk wanneer hij zegt dat het
project sneller klaar is wanneer het door
twee aannemers wordt gebouwd. Elk
aannemersbedrijf heeft namelijk een
kleine vaste kern die het tempo van de
bouw bepaalt.
Ook over het bouwplan De Krim
(ongeveer 500 bungalows) wil ik graag
wat opmerken en daarbij tevens het
redactionele commentaar 'Somber'
(Texelse Courant 6 juli) betrekken. (In
De Krim staan voor niet-Texelaars ove
rigens wel ruime tuinen aangegeven).
Volgens mij vormt het 'Krimplan' een
unieke gelegenheid om te realiseren wat
in het commentaar wordt gesuggereerd,
namelijk Texel op korte termijn aantrek
kelijk maken voor een verblijf in de
winterperiode. Ik pleit dan ook voor de
bouw van een groots winterontspan-
ningsproject op het Krimterrein. Verder
ben ik voorstander van minder vakantie
bungalows en wijs een verdere bouw
van appartementen af. Het belang voor
het toeristenbedrijf voor geheel Texel
moet prevaleren boven de financiële
belangen van de aandeelhouders. Ik
-vind het overigens nog maar de vraag of
de aandeelhouders er financieel beter
van worden wanneer het Krimplan een
'dood dorp' wordt.
Tenslotte nog een waarderend woord
voor mijn collega's C. Alkema en J.
Visser die met coördinator H. Venema
op Texel voor prima renovatiewerk
hebben gezorgd. Ik kijk er altijd met
plezier naar. Op deze wijze kan Texel
niet alleen 's zomers maar ook 's winters
aantrekkelijker worden.
P. de Graaf,
architect BNA, Amstelveen
De familie Bach
Het programma bestond uit tien
werken van zes verschillende leden van
b de Bach-familie, gekozen over een
n periode van ruim honderd jaar. De
familie Bach was zeer uitgebreid en
i muzikaal. Tegen het einde van de
e achttiende eeuw leefden er in verschil
lende plaatsen in Thüringen ten minste
v veertig musici die naar de naam Bach
luisterden. De bekendsten zijn echter
wel: Johann Sebastian, Johann Chris
tian, Carl Phillipp Emmanuel. De eerste
bekende Bach was Hans, die in 158C
werd geboren. De laatste was Wilhelm
Friedrich Ernst, die in 1845 is overleden.
Hoewel de familie rond 1800 bijzonder
uitgebreid was, is zij gedurende de 19de
eeuw vrijwel uitgestorven. Op dit con
cert werden werken gespeeld van Jo
hann Sebastian, zijn eerste zoon Wil
helm Friedemann ('De Halier Bach'), zijn
achttiende zoon Johann Christian ('De
Londense Bach'), zijn tweede zoon Carl
Phillipp Emmanuel ('De Berlijnse Bach'),
zijn zestiende zoon Johann Cristoph
Friedrich ('De Bückeburgse Bach') en
een onbekend familielid, August Wil
helm, over wie geen enkel handboek
uitsluitsel kon geven.
De musici wilden in het voorwoord
De publieke belangstelling voor dit
concert was groot; al ruim voor de
c aanvang van het concert was de kerk
vol. Ter gelegenheid van dit concert
werden de kaarsen in de eenzame
kroonluchter ontstoken, om een feeste-
lijk tintje aan het gebeuren te geven.
„Het is tenslotte maar eens per jaar",
n merkte Engelien Kraal terecht op.
In het kader van de zomeravondcon-
van de gezamenlijke kerken
dinsdagavond het Scheuerorgel
de Hervormde kerk van Den Hoorn
door Harro en Engelien Kraal.
De avond had als thema: „De familie
Bach" en er werd dan ook alleen maar
muziek gespeeld, die door componisten
uit deze familie was geschreven.
PAGINA 9
In dorpshuis De Waldhoorn hebben
maandagavond de leden van het Ko
ninklijk Texels Fanfarekorps en DEK via
een met veel muziek gelardeerd feest
afscheid genomen van dirigent Hans
Mulder die binnenkort naar Vlaardingen
vertrekt.
Ter gelegenheid daarvan werden aan
Hans Mulder en zijn echtgenote diverse
geschenken aangeboden waaronder een
speciaal voor deze gelegenheid door
Jan Wieten gecomponeerd muziekstuk.
Het had als titel 'De deserteur' meege
kregen.
Tijdens het afscheidsfeest gaf KTF-
voorzitter P. J. Koorn een kort overzicht
van de diverse activiteiten die in de
afgelopen vier jaar onder het dirigent-
schap van Hans Mulder ontplooid zijn.
J. Kiljan zette als voorzitter van DEK
speciaal mevrouw Mulder in het zonne
tje.
In zijn dankwoord liet Hans Mulder op
zijn beurt uitkomen erg getroffen te zijn
door de vele lovende woorden die aan
zijn adres werden gericht. Hij wenste
het korps veel succes en sterkte in de
komende jaren.
Over de opvolging van de heer Mulder
is nog niets bekend. De vereniging heeft
advertenties in diverse Noordhollandse
dagbladen laten zetten en onderhoudt
hierover ook nauwe contacten met de
Texelse Welzijnsstichting. Ook zonder
(vaste) dirigent zal men evenwel in de
komende maanden actief blijven. Er
staan optredens op het programma voor
het concours hippique (21 juli), de
woensdagse folkloremarkten en een
wielerwedstrijd in De Cocksdorp. Ook
de boerenkapel zal diverse evenementen
muzikaal opluisteren.
Wie eens kennis wil maken met de op
tekenfilm vastgelegde avonturen van
een cowboy die sneller schiet dan zijn
schaduw en voor wie vrijwel niets te
veel is kan zondagmiddag terecht in het
City theater. Daar begint om 15.00 uur
een film met in de hoofdrol de strip
figuur Lucky Luke die zoals gebruikelijk
weer eens moet optreden omdat de vier
Daltonbroers het te bont hebben ge
maakt. In 'De ballade van de Daltons' zijn
Joe, William, Jack en Averell door
Lucky Luke gevangen genomen en zit
ten in het midden in de woestijn gelegen
spinhuis hun straf uit. Het viertal,
onafscheidelijk, dom en slecht en stuk
voor stuk vol haat jegens de man die
hen in de cel heeft gezet (Lucky Luke)
doen allerlei pogingen om vrij te komen.
Het haalt weinig uit totdat er op zekere
dag iets gebeurt. Joe is juist bezig een
duivels plannetje uit te denken als
iemand hem en zijn drie broers komt
vertellen dat een notaris contact met
hen zoekt. Als de man verschijnt horen
de Daltons van hem twee nieuwtjes.
Allereerst vertelt hij dat hun oom, Henry
Dalton, een in hun kringen 'gebruikelij
ke' dood is gestorven. Tevens komen de
Daltons te weten dat oom Henry hen tot
zijn enige erfgenamen heeft benoemd.
Aan die erfenis is echter wel een
belangrijke voorwaarde verbonden
want, willen de broers het geld in de
wacht slepen, zullen zij hun oom eerst
moeten wreken. Oom Henry wil dat zijn
'lieve neefjes' alle leden van de jury met
inbegrip van de rechter die hem tot de
strop hebben veroordeeld uit de weg
ruimen. Als de Daltons na vele avontu
ren de indruk hebben dat hun snode
plannen goed zijn verlopen komen zij
er achter dat door het ingrijpen van
Lucky Luke al hun slachtoffers het er
levend hebben afgebracht. Onze held is
dus de lachende derde nadat Joe en zijn
broers wederom in het cachot zijn
beland en nieuwe louche plannen gaan
uitbroeden. Lucky Luke zelf vervolgt zijn
eenzame zwerftochten over de prairies
van het wilde westen, en zingt zijn
vertrouwde liedje: 'I'm a poor lonesome
cowboy and a long way from home'.
Deze film is Nederlands gesproken en
toegankelijk voor alle leeftijden.
Voor de verfilming van een verhaal
met veel 'Vrolijke ontucht in Tirol' kan
men vrijdagavond om 23.00 uur terecht.
Hierin speelt Alfred een zeer potente en
mooie jongen die in zijn onderhoud
voorziet door in het vakantieseizoen
rijke en naar liefde smachtende dames
het leven te veraangenamen. Op een
dag kan hij zijn werk niet meer aan en
besluit het mondaine leven te ruilen voor
een vakantieverblijf in de bergen. Hij
merkt al snel dat de vakantietijd hier niet
zo veel verschilt van hetgeen hij achter
zich gelaten heeft. Alfred neemt zijn
intrek in herberg De Vurige Stier, waar
het dan nog rustig is. Al snel verliest
Alfred al zijn geld met kaarten. En
omdat hij nog wat rekeningen moet
voldoen stelt de waard van De Vurige
Stier hem voor als 'seizoenhengst' te
opereren. Hij is dus gedwongen zijn
oude metier op te nemen. Toegang 16
jaar.
Lucky Luke laat niet met zich spotten en de
Daltons krijgen hun zoveelste lesje.
en haar moeder zag het.
„Vertel het es. Pier", vleide Hennie,
meteen weer in bondgenootschap met
de oudste.
„Veeg jij je neus maar", adviseerde
Pier broederlijk en Hennie probeerde
onmiddellijk of deze schimpscheut een
kern van waarheid bevatte.
„Wat weet jij van mij", daagde Jitske
uit. Ze kon dit toch maar zo niet op zich
laten zitten I
„Ach kind niets bijzonders hoor.
Alléénhet lijkt me toe dat je ver
standig zou doen, niet langer meer
grapjes te maken op de huwelijkse staat,
zoals tot nog toe". Pier vond dat hij het
maar netjes had gezegd en wijdde zich
con amore aan z'n worteltjes.
Vader Polderman knipoogde naar zijn
oudste dochter. De toespeling van Pier
en haar blozen waren hem niet ont
gaan zou ze werkelijk't Had
hem alleen maar verwonderd dat zo'n
leuke meid als Jits nog steeds geen
vrijer had thuisgebracht. Te kieskeurig
waarschijnlijk.
Haar moeder zweeg, haar alziend oog
ging over de tafel. „Als je ziet hoe
moeder de botervloot bestuurt, dan had
ze admiraal moeten worden", had Jen
nie eens gezegd. Maar daarom was haar
geen tittel of jota van de schermutseling
ontgaan, en ze herinnerde zich een
gesperk onder het afwassenze
moest Jits toch es polsen.
„Wat zat Pier nou te zaniken?" vroeg
ze, toen deze jongeman, gepikt en
gedreven, naar zijn zoetelief was ge
fietst.
„Ach niks", antwoordde Jits kortaf.
„Zeg Jits", moeder was net een fret,
vond Jits, als ze het spoor rook hield ze
vol, en ze hèd een fijne neusl, „die
jongen, weet je wel, van die doos
bonbons heb je die nog wel es
gesproken?"
Jits was in tweestrijd. Ze wilde
hierover nog niet praten. Ze was nu
verscheidene keren met Bert op stap
geweest, ze hadden fietstochten ge
maakt, ze waren een avond samen naar
een concert geweesthet kon niet
uitblijven, bedacht ze, of het liep in de
gaten. Vandaag of morgen kwamen de
oudeluidjes er achter, Pier had vast de
klok al horen luiden, die was ook niet
van gisteren. En dat zou ze toch niet
prettig vinden, wanneer ze het van de
buitenwacht moesten horen. Er was
geen enkele reden tot achterbaksheid.
Moeder Polderman naaide ijverig
door. Ze kon zwijgen, als het nodig was.
Ze liet Jits de tijd.
„Ja" zei het meisje tenslotte, „ik heb
hem nog wel weer gezien".
„Aardige jongen?"
„Ja".
„Zeg Jitsik wil me echt niet met
jouw zaken bemoeien, maar ik vind het
ook niet prettig als er zo van die
toespelingen worden gemaakt, zoals
door Pier vanavond. Ik wil maar zeggen:
je kunt mij toch wel vertrouwen?"
Natuurlijk vertrouw ik uEn d'r Is ook
niks dat u niet weten mag. Ja, we zijn
een paar maal samen een eind gaan
fietsen".
(wordt vervolgd)