de grote bonte specht Tweede scholentoernee van denksportclubs Schoonmoeder mfëi 9r EEN NIEUWE TEXELSE BROEDVOGEL: ha! óók lid van de fietsclub! Landelijke kollekte kankerbestrijding IIJDAG 24 AUGUSTUS 1979 TEXELSE COURANT PAGINA 7 'j/S* v Reageren op deze rubriek kao bij Jaap van Groenigen, telefoon (02220) 3562, Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676 of bij het Natuurrecreatiecentrum, telefoon (02228)741 Sinds het begin van deze eeuw zijn door allerlei oorzaken, heel wat x>rten vogels van Texel vetdwe- sn. Er zijn echter ook andere voor de plaats gekomen I Het ziet er tans naar uit dat ook de grote ante specht zich definitief als roedvogel op ons eiland heeft avestigd. We stelden dit seizoen maar liefst ie geslaagde broedgevallen vast. Ook ih diverse andere vogelaars bleven de ssten niet onopgemerkt. Een eiland bos De in de aanhef vermelde nieuw- imers vinden we vooral onder de bos- jgels. Logisch natuurlijk als we be- ;nken dat het Texelse bos pas eind arige eeuw, begin deze eeuw werd ingeplant. Daarvoor was het eiland ijwel kaal, op wat geriefhoutbosjes, in enkele erfbeplanting of een grote ijn na. De echte bosvogels vonden is eenvoudigweg geen broedgelegen- jid. Met het opgroeien van het bos ifschenen steeds meer soorten. Dat as vooral het geval in de loop van de rën dertig. Ik noem bijvoorbeeld de yarte mees, de vlaamse gaai, de grote ster en de sperwer. Toch ontbreken nog steeds enkele ;fite bosvogels op Texel die wat lidelijker, bij Bergen bijvoorbeeld, niet ildzaam zijn. Dat komt o.a. door het it, dat ons bos nog steeds niet „vol- assen" is. De afgelegen ligging is éarschijnlijk een andere belangrijke cirzaak. Er zijn geen andere bossen ih enige omvang in de direkte omge- ng. Bovendien zijn de Dennen nog ijns extra geïsoleerd door een strook éter: het Marsdiep. Vooral voor andvogels dat zijn vogelsoorten niet trekken betekent een paar lometer water een bijna onoverkome- ke hindernis. En juist die bosvogels jh vaak standvogels. Zo missen we og soorten als kuifmees, matkop- lees, boomklever en groene specht. Broedsels De grote bonte specht is dus de ingste aanwinst op Texel. Vorig jaar al enden m'n vrouw en ik één nest met ingen. Toen durfden we nog niet van en nieuwe regelmatige broedvogel oreken. Het zou een alleenstaand qval kunnen zijn. Ook in 1962 werd amelijk al eens een broedgeval rttdekt, maar al die jaren daarna ont- rak de soort weer in het bos. Met drie aren lijkt er nu echt wel sprake te ijn van een definitieve vestiging. Maar te optimistisch mogen we ook weer iet zijn. Dat leert ons de geschiedenis iet de staartmees. Ook deze soort ont- rak jarenlang op Texel. In 1972 rerden de eerste broedgevallen vast- esteld en direkt maar liefst 8 paren, lok de jaren daarna vonden mijn broer n ik tijdens tellingen van broedvogels i. het bos, een ongeveer even gropt antal paren. Daarna begon het echter minderen. Vorig jaar broedde waar- chijnlijk nog maar één paar op Texel en dit seizoen hebben we geen aanwij zingen voor een broedgeval kunnen vinden (misschien anderen wel?). Kennelijk zijn de omstandigheden in het Texelse bos (nog) niet goed genoeg voor staartmezen. Dat het ,,even" duurde voordat er spechten op Texel gingen broeden, is geen wonder. De soort broedt immers in zelf uitgehakte boomholtes en verkiest loofbomen verre boven naaldhout. Er is aanvankelijk niet veel loofhout aangeplant, zodat het lang heeft geduurd voordat deze bomen dik genoeg waren om er een nestholte in uit te hakken. Wereldwijd Spechten leven over de hele wereld verspreid. In totaal rond 210 verschil lende soorten. Alleen in Australië en op een aantal oceaan-eilanden ontbreken ze. Het zijn allemaal vogels die hele maal zijn aangepast aan het leven in bossen of boomrijke gebieden. Op deze „regel" zijn natuurlijk weer de gebrui kelijke uitzonderingen. In Zuid-Amerika leven twee soorten in volkomen boomloze gebieden. De ene in laagvlaktes, de andere in ge bergten tot wel 5.000 meter hoog. Deze dieren hakken hun nestholen in de harde, stenige bodem. Ze worden dan ook heel toepasselijk „grond- spechten" genoemd. Ook de, elders in Nederland vrij ge wone, groene specht komt veel op de grond om voedsel te zoeken. Hij heeft het dan voornamelijk op (bos)mieren gemunt. Maar verder leeft de soort wel in bosrijke gebieden en hakt hij ook netjes zijn nestholten in boomstammen, zoals het echte spechten betaamt. De grote bonte specht tekening Johan Reydon Spechten zoeken hun voedsel voor namelijk door tegen de stammen op te klimmen. Ze hebben hier een aantal bijzondere aanpassingen voor. In de eerste plaats staan er niet drie tenen vooruit en één achteruit zoals bij de meeste vogels, maar hebben ze twee tenen vooruit en twee achteruit. Hier mee krijgen ze een betere „grip" op de stam. Bij het klimmen maken ze echter ook nog gebruik van hun staart die als steun tegen de stam wordt aangedrukt en daarom erg stevig en stug is. Dit ex tra steuntje hebben ze inderdaad wel nodig! Spechten zijn niet in staat van boven naar beneden, met de kop om laag, te klimmen. Dat voorrrecht is in ons land alleen voorbehouden aan de boomklever. Tussen de schors wordt naar allerlei insekten en spinnetjes gezocht. Maar ook de dieper in het hout levende dier tjes en larven in voornamelijk niet al te gezond hout, zijn niet veilig. Met enkele snavelhouwen worden ze snel opgespoord. De prooien kunnen uit heel smalle spleten worden wegge haald. Spechten beschikken namelijk over een heel lange tong. Deze is zo lang dat hij helemaal in een bocht achter tegen het verhemelte opgerold ligt. Het uiteinde van de tong is wat breder en heeft „kleverige" weerhaak- jes, waaraan de prooien blijven han gen. U begrijpt dat een specht over heel wat kracht moet beschikken om zo maar een gat in een levende boom te kunnen hakken. De spieren in hals en nek zijn dan ook bijzonder sterk, even als de beitelvormige snavel. De snavel heeft bovendien een speciale „ophan ging" om de enorme klappen gedeelte lijk op te vangen. Hadden spechten dit niet dan zouden ze zichzelf een hersen schudding slaanl Spechtenzang Alle wetenswaardigheden over deze bijzondere groep vogels kan ik hier niet gaan beschrijven. Per soort zijn er weer zoveel andere gewoonten en aanpas singen, dat er gemakkelijk een heel boek mee zou zijn te vullen. Wel moet nog wat verteld worden over de „zang" van de spechten. Ik schrijf zang met opzet tussen aanhalings tekens, want hoewel het tamelijk luid ruchtige vogels zijn, ze roepen veel, zingen ze niet. Dat wil zeggen niet met hun stembanden. Niettemin hebben ze net zo goed als andere vogels een „sein" ontwikkeld om vrouwtjes te lokken en hun woongebied af te bakenen. Ze maken daarbij gebruik van een van hun sterkste eigenschappen: het hameren op bomen. Het specht mannetje zoekt een (half)dode tak, meestal hoog in een boom, op. Die tak moet onder de krachtige snavelhouwen van de specht beginnen te vibreren. En dan horen we de typische spechten- roffel. Hoewel iets minder metaalach tig, lijkt het veel op een stoot met een pneumatische hamer op een scheeps werf. Éénmaal dacht ik zelfs inderdaad zo'n apparaat in het bos te horen. Maar ook dit bleek een grote bonte specht te zijn. In plaats van op een dode tak te roffelen, had deze specht een metalen plaatje op een nestkastje als muziekin strument gekozen. Omdat dit plaatje aan een kant los zat, ging het ook vibreren. De metalen plaatjes worden overi gens wel rond de vlieggaten van de kastjes aangebracht met het oog op spechten. Natuurlijk niet om ze er op te laten roffelen, maar om te voorkomen dat de spechten het vlieggat groter maken. Op zoek naar insekten in de kastjes of naar een beschutte slaap plaats doen ze dat namelijk nogal eens. Een beetje vindingrijke specht laat zich door zo'n plaatje echter niet tegenhouden. In de kortste keren heeft hij een gat in de zijkant van het nest kastje gehakt. Ook op Texel ontstaat zo nog wel eens wat spechtenschade. Dat gebeurt voornamelijk in herfst en win ter. De Scandinavische grote bonte spechten trekken namelijk wel, hoewel in het ene jaar meer dan in het andere. De trekkende spechten belanden ook op ons eiland en overwinteren hier soms. In goede trekjaren kunnen we ze ook wel in grote tuinen in de dorpen of in kleine bosjes in het cultuurland aan treffen. Andere soorten op Texel De andere soorten spechten die op Texel gezien zijn, staan als onregel matige gasten of zélfs dwaalgast te boek. Het zijn de groene, de zwarte en de kleine bonte specht. Misschien is ook één keer de middelste bonte specht gezien. Overigens kan aan een aantal waarnemingen van de kleine bonte getwijfeld worden. De niet-ken- ner denkt bij de naam grote specht al gauw aan een groot, fors dier. Dat valt echter tegen. De grote bonte is maar iets groter dan een spreeuwl De kleine bonte is zelfs niet groter dan een huis mus. Als een grote bonte specht hoog tegen een stam op zit, lijkt het al gauw een klein dier en de leek zal zo mis schien tot een waarneming van de kleine bonte besluiten) Omdat spechten op Texel dus niet talrijk zijn, zijn we ge'aiteresseerd in alle waarnemingen van deze dieren. Van de grote bonte specht echter alteen in de waarnemingen buiten de Staatsbossen. Adriaan Dijksen Georganiseerd door de Texelse denk sportclubs zal dit najaar voor de tweede maal een zogenoemde denksporttoer- nee op de scholen worden gehouden. Alle leerlingen van het basisonderwijs kunnen hieraan deelnemen. De Dam- en Schaakclub Oosterend, de Damclub Texel en Schaakclub En Passant zijn hiertoe overgegaan gezien de grote belangstelling die de vorig jaar gehouden eerste serie wedstrijden trok. Er zijn in totaal dertien zittingen gepland die steeds op woensdagmiddag vallen. Ze beginnen om 14.00 uur en duren ongeveer een uur. De eerste speeldag is 5 september wanneer de Texelse basisschooljeugd in de Waalder Redmer IJskaschool terecht kan. De serie wordt besloten met een scholen kampioenschap in de aula van de Rijksscholengemeenschap te Den Burg. Het accent bij de wedstrijden ligt vooral op het spelen tegen gelijkwaardi ge tegenstand(st)ers. Instructie zal niet worden gegeven hoewel de kinderen desgewenst wel opgaafjes mee naar huis kunnen krijgen. Voor het vervoer van de deelnemende jongens en meisjes wordt een beroep gedaan op de ouders. Zij zouden dit bij toerbeurt kunnen verzorgen. Opgave hiervoor is mogelijk bij A. C. Bakker, Tjakkerstraat 5, Den Burg, telefoon (02220) 3503. De inmiddels samengestelde agenda van de tweede denksporttoernee luidt als volgt (er is geen winterstop): 5 september: Redmer IJskaschool, De Waal; 12 september: Jan Strijbosschool, Ei- erland; 19 september: School met de Bijbel, Oosterend; 26 september: J. P. Thijsseschool, Den Burg; 3 oktober: Beatrixschool, Den Burg; 10 oktober: Jozefschool, Den Burg; 24 oktober: J. Drijverschool, Den Hoorn; 31 oktober: De Bruinvis, Oudeschild; 7 november: Eierlandsche Huis, De Cocksdorp; 14 november: Lubertischool, De Koog (onder voorbehoud); 21 november: CVO school, Den Burg; 28 november: Jacob Daalderschool, Oosterend; 19 december: scholenkampioenschap, RSG-aula, Den Burg. Gedurende veertien dagen, te begin nen op maandag 27 augustus, zal op Terxel worden gekollekteerd door en voor het dertigjarige Koningin Wilhelmi- nafonds (KWF) dat zich inzet voor de kankerbestrijding. Het motto dat dit jaar aan deze actie is gekoppeld luidt: Je kunt en mag er niet omheenl Alleen al in ons land eisen tientallen vormen van kanker jaarlijks meer dan 30.000 mensenlevens op. Dat betekent dat één op de vier Nederlanders aan kanker overlijdt. Dat zijn de feiten waartegen het KWF en zijn medewer kers zich te weer stellen. Zij vinden dergelijke cijfers voldoende reden om in hun strijd tegen deze ziekte de moed niet op te geven. Er is namelijk vooruit gang en dat is voldoende reden om door te blijven vechten. Stapje voor stapje is in de strijd tegen deze gevreesde ziekte terrein teruggewonnen. Nieuwe aspec ten zijn aan het licht gekomen en be handelingsmethoden konden worden verfijnd. Men slaagt er nu in ongeveer een kwart van alle kankerpatiënten te genezen en het jubilerende KWF ver richt daarbij veel werk. Om dit werk te steunen wordt in de komende twee weken ook op Texel gekollekteerd. Daarbij wordt men te vens in de gelegenheid gesteld lid van het Koningin Wilhelmina Fonds te wor den. Dat kost minimaal f5, per jaar. Er zijn op dit moment ongeveer 600.000 KWF-leden. Op Texel wordt deze actie gecoördi neerd door de familie W. Visser, Dorps straat 21, De Koog. Eilandbewoners die enkele uren beschikbaar willen stellen om te koliekteren worden verzocht contact op te nemen met de familie Visser via telefoon (02228) 312. FEUILLETON Door L. van Schooten. ;19. En toen ze die avond met z'n Weeën tegeover elkaar zaten, zei Bert ifJeens: „Wat heb jij toch vandaag?" Ik? Wat zou ik hebben?" j,Je bent niet zoals anders". j,lk ben net als altijd". Hij verdiepte zich weer in zijn boek, naar had zijn aandacht er niet bij. Even ster keek hij steelsgewijs op. Wat was lat? Met een sprong was hij bij haar. „Jitsl Wat is dat? Huil je? Wat is er? len je ziek? Is er iets?" Ze weerde hem af. L,Wat zou er zijn laat me maar". Maar hij liet haar niet. Hevig veront- u$t, drong hij aan, trok haar op zijn cfioot, liefkoosde haar met alle malle laampjes uit haar verlovingstijd. En oën liet ze zich gaan en snikte het ilötseling uit. Bij stukken en brokken kwam het hele 'érhaal. j,lk had me zo op deze dag verheugd. ié die appeltaarthij was niet eens :o erg mislukt.. en toen kwam je noeder en toen durfde ik niet en ik weet wel dat ik het niet zo goed kan als zij. je had héér een vrouw voor je moeten laten kiezenen nog meer. Bert zat als door de bliksem getroffen. Gelukkig als jonggetrouwd man, te vreden met het leven dat hem zo veel goeds schonk, had hij geen oog gehad voor de moeilijkheden van Jitske. Het was hem volkomen ontgaan, dat Sr deze dag tussen deze vrouwen een stille'strijd was gevoerd om hèm. Langzamerhand kalmeerde ze, leunde tegen hem aan. „Jij idioot", schold hij liefderijk, „ten eerste kan een appeltaart nooit zó mis lukken, dat je hem niet kunt eten en ten tweede vind ik het gemeen, dat je mij jouw appeltaart niet hebt laten proeven. Nou zal ik es boos worden. "en toen probeerde hij haar duidelijk te maken dat het voor zijn moeder zo moeilijk was te wennen aan de nieuwe toestand, waarin zij niet meer zorgde en alles voor hem deed. „En had jij je zo op deze dag verheugd?" vroeg hij zacht. „Ja" zei ze „en misschienmis schien komt het déérdoor wel dat ik zo lelijk deedik ben een mispunt, dat weet ik welik ben onbillijk Ze valt van 't ene uiterste in 't andere, dacht hij vermaakt. Nu fungeert ze zelf weer als zondebok. Eigenlijk niks voor Jits, zo'n onevenwichtigheid. Zou ze zó van haar stuk zijnzat er soms méér achter? Ze liet hem niet lang in het onzekere. „En juist vandaag", fluisterde ze, „had ik je iets willen vertellen. want ik weet het nu wel zeker, Bert het is zo verals alles goed gaat dan Opeens lachte ze, toen ze zijn verbou wereerde gezicht zag. „Ja jongetje" en nu was ze weer helemaal de oude Jitske, „dacht jij dat dat vrije leventje maar zo voortging? Wie trouwt sticht een gezin, nietwaar? Of wou je liever een hondje, of een poes, of een kanarie?" „Jits, lieverd!" „Héhévoorzichtig een beetje. Je kraakt mei Je zult me van nu af aan wat meer moeten ontzien, jongetje!" Hij staarde voor zich uit. Dèt was het. Déérom was het vandaag zo'n extra feestelijke dagen déérom ook had ze zich de vreugd van deze dag al te makkelijk laten roven. Ze zaten nog lang op. En hun gedachten en hun woorden gingen ver in de toekomst. Tussen hen beiden was de weten schap, dat het eeuwige wonder zich ook in hun huis herhalen zou: het ontstaan van een nieuw leven. „Heb je er al met iemand „Wat dacht je? Vóór ik het jou zou vertellen?" „Jij schatl" Maar toen Jitske al sliep, lag Bert nog wakker. Vol verwondering, dat dit ge weldige tussen hem en Jitske gebeuren zou, maar ook niet zonder zorg. Van daag voor het eerst merkte hij dat er spanning was tussen zijn moeder en zijn vrouw. En zijn gezond verstand zei hem dat hij het was, die hier tussen de wal en het schip zat. „Ze moeten hun verstand maar ge bruiken", dacht hij, ,,'t zijn geen kinde ren meer". En nadat hij, echt-mannelijk, zo het probleem van zich afgeschoven had, draaide hij zich om en sliep een minuut later de slaap der rechtvaardigen. HOOFDSTUK 8 De verhoorde verwensing „Nou", zei Maartje Polderman, nadat ze haar keel geschraapt had ,,'t is vandaag wèl een dag van goede tij ding!" Ze keek naar haar dochter, die tegen over haar zat, op haar oude, vertrouwde plaatsje. Haar kind, Jitskedie haar zo even verteld had, dat ze hoopte moeder te worden. Zij, Maartje, groot moeder. Haar eerste kleinkindl Want Pier was al wel eerder getrouwd, maar daar waren ze nog niet zo ver. „Hoezo?" vroeg Jitske „hebt u al méér goede tijdingen gehad?" „Ja meid, 'k wou het je net vertellen maar jij was me met je nieuws voor. Dat is trouwens het allergrootste en beste nieuws hoor. Je zult vader horen, en de meidenl Maar weet jeer is vanmor gen een brief gekomenuit Ameri ka" voegde ze er geheimzinnig achter aan. „Amerika?" „Van oom Piet" Oom Piet was reeds jaren geleden naar de nieuwe wereld vertrokken om daar te gaan boeren. Hij had zeer goed geboerd, had er een eigen farm, was er een silobedrijf bij gaan bouwen en als vader Polderman beweerde dat zijn broer miljonair was, mocht dat mis schien een tikkeltje overdreven zijn, maar dat oom Piet zijn schaapjes op het droge had, was een feit. Vast eenmaal per jaar, op de verjaar dag van zijn broer, schreef oom Piet een brief en zo waren ze op de hoogte gebleven van zijn voor- maar ook van zijn tegenspoed. Zijn zoon en zijn dochter waren getrouwd, zaten allebei op een eigen farm. Maar zijn vrouw was overleden, nu twee jaar terug. Mat al zijn welstand was hij een tamelijk eenzame man, al was zijn vrolijke en levenslustige aard het beste middel tegen zwaarmoedigheid. „Zomaar een brief van oom Piet?" vroeg Jitske verwonderd. Enkele maan den gelden was de jaarlijkse brief op vaders verjaardag gekomen. „Hij komt naar Nederland" liet Maar tje de bom ontploffen. En blij met het nieuwtje en Jitskes verbazing vertelde ze. Oom Piet had er genoeg van. Hij zat daar maar eenzaam. Hij had z'n bedrijf zéér voordelig kunnen verkopen en hij wou nu eerst eens wat van de wereld gaan zien. Hij kon stil gaan leven als hij wilde, maar daar voelde hij zich nog te jong en actief voor. Nu wilde hij eerst eens naar Nederland komen en zijn familie opzoeken. „Komt hij hier logeren?" „Wat dacht je, dat we hem in een hotel lieten slapen?" „Zou hij er nog aan kunnen wen nen?" „Hij schreef het zelf" betoogde Maar tje „als jullie een hokje voor me hebt waar ik kan slapen en misschien nog een brief schrijven, laat me dan een tijdje bij jullie blijven" las ze van de snel tevoor schijn gehaalde brief, „ik kan me er zo op verheugen weer eens in m'n eigen ouderlijk huis te zijnl" Nou, wat dacht je? Vader is de koning te rijk, die was toch altijd zo op oom Piet gesteld. Al wou-ie hier altijd blijven, heeft-ie ge zegd En met dit grote nieuws kwam Jitske thuis. Bert luisterde met aandacht. Maar toen ze opstond om koffie te schenken zei hij: „Zeg Jitsheb je het al aan moeder verteld?" „Wat?" „Nou zegwat dacht je?" (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1979 | | pagina 7