'Eyes of Laura Mars' FILM JMSh Terschelling vraagt steun voor Doeksen Tragisch stuk goed gebracht Suikeroom ganger TRANEN OP HET TONEEL EN IN DE ZAAL Schietoefeningen DINSDAG 22 JANUAR11980 TEXELSE COURANT PAGINA 5 Spelmoment uH 'Het ontvolkte huls'. Van links naar rechts: Emmy Zyerveld, Nico Blom, Marden de Vries, Karin de Vries, Dick Witte en Ria Buisman. verlaat weliswaar het huis om met zijn verloofde een beter leven tegemoet te gaan, maar de andere familieleden hou den het niet meer uit op de hoeve omdat zij weten dat zij daar hun leven lang door bitter zelfverwijt achtervolgd zullen worden. Jong oudje De tamelijk jonge Lien Stolk had de moeilijke opdracht om de hoogbejaarde boerin Vergouwen uit te beelden. Mede dank zij de vakkundige grime (van Pol man uit Den Helder) lukte dat redelijk. Haar tekstvoordracht was bovendien uitgesproken goed, al had nog wat meer variatie aangebracht kunnen wor den. Maar dat is een kwestie van rol- interpretatie, want als het er om ging wijsheid en stille gelatenheid tot uit drukking te brengen was die nuance ring minder belangrijk. Bijzonder goed deed Ria Buisman het als de zeer haatdragende en achter dochtige schoondochter Tonia. Zij is het kwade brein achter het familiecom plot dat tot doel heeft de oude moeder het huis uit te werken. Minder uitge sproken maar ook alleszins overtuigd speelde ook Emmy Zyerveld als dochter Linda. De inwonende zoon Sjoerd moest uit de verf komen als een figuur die sterk onder druk staat van zijn vrouw, maar in wezen een goedzak is die het met zijn oude moeder zo heel slecht niet meent. Hij zit echter tussen Reg...Irving Kerschner. He 4 takel van deze film concen treert zie vnd een serie zowel raadsel achtige al beestachtige moorden in de New Yorkse scene van modieuze recla mejongens en oogverblindende foto modellen. De keus voor dit milieu getuigt reeds van een groot inzicht bij de makers, in de sensatiezucht van het bioscooppu bliek dat zonder omslag wordt inge voerd in een wereld van ongekende prietpraat, privé-zwembaden en onscru puleuze sexuitspattingen. Terwijl "slechts de aanwezigheid van Fayne Dunaway in de hoofdrol toch voldoende had moeten zijn. Zij speelt Laura Mars, die ,,ziet met andere ogen." In haar werk als fotografe komt dat goed van pas, in het dagelijks leven is dat knap lastig. Zij blijkt namelijk in staat moor den te voorspellen, wat tot panische reakties in haar omgeving leidt. Er volgen echter nog heel wat identieke moorden eer de verlossende ontknoping komt. Helaas is Eyes of Laura Mars geen ijzersterke film, want een goede kijker kan na enige tijd een donkerbruin ver moeden opbouwen van de identiteit van de dader, weliswaar gefrustreerd door afleidingsmanoeuvres van de makers maar daardoor des te duidelijker. Voor een bloedstollende thriller is zo'n erva ring uiteraard dodelijk. Toch blijft er glamour genoeg om je aan te vergapen en is de spanning door het gebruik van candid-camera's tijdens „ongelukken" hier en daar wel degelijk te snijden. Faye Dunaway zien we in de voort durend swingende rol van een door haar (droom)beelden geteisterde fotografe en Tommy Lee Jones is grimmig ge noeg als de langzamerhand door haar gebiologeerde politieman. Zo werd „Eyes" een pakkende thriller met te veel bloed. Het City-theater is van dinsdag 29 januari t/m woensdag 20 februari we gens vakantie gesloten. Deze onderneming heeft getracht dat te voorkomen door een tariefsverhoging van 20% door te voeren, maar de minis ter van economische zaken heeft slechts een verhoging van 10% willen toestaan. Naar aanleiding daarvan is Doeksen begonnen met het treffen van kosten besparende maatregelen. De ochtend dienst met de snelle boot „Koegel- wieck" op zondag is geschrapt en per 22 januari vervalt de verbinding Vlieland- Terschelling. Bij deze maatregelen zal het niet blijven. Zowel op Terschelling als op Vlieland wordt de inkrimping van het dienstbetoon beschouwd als een bedreiging van de leefbaarheid en het twee vuren en is nogal laf. Het gedrag dat deze toestand oplevert, werd door de geroutineerd spelende Martien de Vries uitstekend vertolkt. Heel gevoelig en karakreristiek speel de Karin de Vries als het dienstmeisje Bertha, die dank zij haar vriendschap voor Felix het geheim van Moeke Vergouwen mag vernemen. Een vrij moeilijke rol was weggelegd voor Dick Witte. Als de 'bastaardzoon' Felix moest hij uiteenlopende emoties ten toonspreiden, iets waarin hij redelijk slaagde en daarbij een behoorlijke rol vastheid aan de dag legde. Het ons inziens zwakste moment in het stuk was toen Felix zijn dode stief moeder, staande in de deur van de sterfkamer, toespreekt. Dat was te gek en zeker niet waarschijnlijk in dit boe- renmilieu van in zichzelf gekeerde norse zwijgers. Als regisseur Jaap Zuidewind dit deel had geschrapt, zou het stuk aan kracht hebben gewonnen. Als Gradus (de man van Lynda) zagen we Nico Blom heel verdienstelijk spelen. Hetzelfde geldt voor Jaap Bakker die als plattelandsarts Bruinslot best acceptabel was. Bijzondere vermelding verdient het ongedwongen en vlotte spel van Jeanette Duinker als Gradus' tienersdochter Annemarie. De Oudeschilder toneelvereniging „Nieuw Leven" heeft za terdagavond in het dorpshuis voor de tweede keer het stuk „Het ontvolkte huis" van A. Boere opgevoerd. Het was een uit voering om te huilen en dat bedoelen we om de gunstige zin van het woord. De gang van zaken van het verhaal werd be heerst door haat, achterdocht en verbittering en de spelers van „Nieuw Leven" wisten het allemaal zo levensecht te brengen dat een deel van het publiek zich zichtbaar betrokken voelde. Op de tweede avond was dat met een ander deel van het (deels jeug dige) publiek juist niet het geval. Op de meest ongelukkige momenten vonden enkele toeschouwers het nodig om luidruchtig te lachen en flauwe opmerkingen te maken, wat voor het overige publiek, maar meer nog voor de spelers bijzonder onaan genaam was. Gelukkig ging het na de pauze veel beter. De in 1964 opgerichte toneelvereni ging beleeft zijn vijftiende toneelsei zoen. Dit derde lustrum was aanleiding geweest om deze keer een 'pittig' stuk te kiezen. „Nieuw Leven" heeft het zich inderdaad niet makkelijk gemaakt, want een verhaal als 'Het ontvolkte huis' komt alleen tot zijn recht als alle spelers zich volledig in hun rollen inle ven en de verschillende, uiteenlopende karakters die de schrijver heeft be dacht, scherp tegenover elkaar weten te stellen. Dat lukte bijzonder goed. Levensstuk Wat de kwaliteit van het stuk betreft zullen de meningen ongetwijfeld uiteen lopen. Het verhaal was spannend en origineel, zeer aangrijpend en meesle pend, maar hier en daar heeft de schrij ver er een schepje teveel op gedaan, waardoor het drakerig werd. Het gaat om een boerenfamilie met als centrale figuur de bejaarde weduwe Vergouwen, bij wie haar zoon Sjoerd en zijn hardvochtige vrouw Tonia zijn ingetrouwd. Vooral Tonia maakt er zich boos over dat moeder Vergouwen kennelijk bijzonder is gesteld op de ongehuwde jongste zoon Felix en dat laat blijken door hem geld en geschen ken toe te stoppen. Ze is jaloers en bang dat er voor haar straks niets zal overblijven. Samen met de eveneens jaloerse dochter Lynda en diens echt genoot Gradus smeden ze het plan om de oude vrouw laar een rusthuis te sturen en een zodanige regeling te treffen dat Felix, volgens hen een werk loze nietsnut die al het geld van zijn moeder erdoor jaagt, zijn moeder niet meer kan bezoeken. De emoties laaien hoog op als moeder Vergouwen een kostbaar erfstuk aan Felix geeft. Moeke krijgt van haar kinderen te horen dat zij het huis uit moet. Zij zegt niets maar trekt zich terug op de slaapkamer. Daar wordt zij korte tijd later dood aange troffen. Als gevolg van de emoties heeft zij een beroerte gekregen. Intus sen is ook duidelijk geworden dat Moeke Vergouwen haar halve leven met een verschrikkelijk geheim heeft rondgelopen. Felix is niet haar kind, maar de buitenechtelijke zoon van een inmiddels overleden dochter uit haar eerste huwelijk. De verwekker was Moekes tweede man. Het kind is direct na de geboorte het huis van de familie Vergouwen binnengebracht en voor de kinderen en de burgerlijke stand werd het voorgesteld alsof de boerin het zelf had gebaard, ter vermijding van schan de. Een happy end ontbreekt. Felix TESO op Texel en de Rederij Doeksen op Terschelling zijn in Neder land de enige veerdienstondernemingen die zonder rijkssteun van betekenis werken. Hun bedrijfskosten worden dus volledig in de tarieven doorberekend. Naar Nederlandse begrippen zijn deze tarie ven daarom hoog, ook als de betreffende onderneming geen winst maakt. Er is een kans dat TESO binnenkort de twijfelachtige eer heeft de allerlaatste ongesubsidieerde vervoersonderneming te zijn, want Doeksen op Terschelling raakt in de rode cijfers. gemeentebestuur van Terschelling heeft de minister van Economische Zaken ge vraagd om Rijkssteun voor Doeksen, om aldus mogelijk te maken dat het aantal vaarten dat in 1979 is uitgevoerd, ook in 1980 wordt gemaakt. Het college van Terschelling stelt dat de rijkssteun voor de onrendabele verbindingen met de vaste wal, driemaal daags, ook in de winter en tenminste 2x daags vracht- en autovervoer in ge spreide afvaarten, onontbeerlijk is ten einde te voorkomen dat de leefbaarheid voor èn de mogelijkheden van eiland bewoners achteruit gaat. In het schrijven zegt het college van B en W van Terschelling dat de verhoging van de tarieven met 10% door de bewoners van Terschelling en andere eilanden als onrecht wordt ervaren, daar de tarieven voor vervoer naar Ameland en Schiermonnikoog slechts met 5% worden verhoogd. Het college schrijft dit toe aan het feit dat de verhoging van de tarieven van de rijksveerdienst wèl en die van rederij Doeksen niet in de Com missie Vervoersproblematiek is bespro ken. Jaarabonnement Aansluitend merkt het kollege op dat het ontbreken van jaarabonnementen voor de eilandbewoners tegen een redelijk tarief, zoals bij de Amelanders en Schiermonnikogers, eveneens als een onrechtvaardig gemis wordt be schouwd. Ten aanzien van het vervoer met de Koegelwieck wijst het kollege de be windsman erop dat dit snelle vervoer door de eilanders niet meer als een gunst, „maar als een rechtmatig verlan gen van deze Nederlanders in hun wezenlijke verbindingen met de vaste wal." Het vervallen van de verbindingen tussen Terschelling en Vlieland vermin dert de onderlinge kontakten van fami lies die sinds jaren op beide eilanden woonachtig zijn. Ook wordt in het zomerseizoen het aantal toeristische mogelijkheden hierdoor beperkt en be tekent een achteruitgang van de mid denstand op beide eilanden. Tevens wijst het kollege de minister er op dat behouden van het aantal arbeidsplaat sen een eerste vereiste is. Vlieland De gemeenteraad van Vlieland heeft vorige week zelfs een spoedvergadering aan de kwestie gewijd. Daarbij werd een motie aangenomen waarin er bij de minister van Verkeer en Waterstaat op werd aangedrongen de rijkssteun voor de instandhouding van de veerdienst toe te kennen. Voorts werd bij de minis ter van Economische Zaken protest aan getekend tegen de tariefsverhoging van 10% die per 1 januari van kracht is geworden, terwijl deze volgens de gel dende normen slechts 5% had mogen zijn. Een verhoging van 5% is ook van kracht voor de veerdiensten naar Ame land en Schiermonnikoog (die wel met (Lees verder op pagina 7) Ligging schietterrein C 52°52,5'N - 4°42,8'E. In het tijdvak van 4 t/m 29 februari 1980 zullen, op werkdagen van 08.00 uur tot 18.00 uur, van bovengenoemd terrein schietoefeningen worden gehou den met lichte luchtdoelartillerie. De on veilige afstand is tot 14000 m. Op 31 januaris a.s. wordt te Bree- zanddijk van 10.00 tot 17.00 uur met 105 lang geschoten. FEUILLETON door Tom Lodewijk. 18. De komst van Sjoerd deed hem op schrikken en weldra waren zijn gedach ten helemaal bij het jolletje van Han. Sjoerd trok een bedenkelijk gezicht, maar zag er wel een gat in. Er lag nog een prima mast, van een schuitje dat in diggels gevaren was. Daar was wel iets van te maken, dat niet de wereld uit zou kosten. Hij begrootte de schade en het viel nog best mee. „Bij een gewone scheepswerf", zei hij, „was ze twee tot driemaal zo duur uit geweest, maar ja, Han is iederéén niet, wat zeg jij Simon?" Dat was Simon hartgrondig met hem eens. Opgewekt stapte hij de volgende dag op de fiets. Het was een prachtige zomeravond, het idee in een bus te zitten schrikte hem af, en hij had de buitenlucht nodig om na te denken. „Zó", zei han respectvol, „jij bent voor geen kleintje vervaard. En van avond nog dat hele eind terug". „Ach kind, dat is zo heerlijk. Lekker rustig langs de weg. En 't is goed voor de lijn ook". „Ja, dat heb jij wel nodig", lachte ze, terwijl ze zijn stoere, gespierde gestalte opnam. „Zoveel overbodig vet zit er niet op je ribben". „Ik ben een van die gelukkige men sen", verklaarde Simon „die zoveel kan eten als hij wil en nooit dik wordt". „Is dat soms een tip, dat je al weer honger hebt?" „Zo ver is het nog niet". „Ik heb boterkoek bij de koffie, dus dat vult de gaatjes weer een beetje". Simon genoot van de koffie, loofde de boterkoek en de bakster van de boterkoek en deed zijn verhaal. „Dat valt mee", zei Han verheugd. „Dat arme kind was gisteravond nog aan m'n deur. Is nog op school, dol graag op het water, zorgt voor haar eigen bootje, al haar zakgeld gaat er aan. Ik denk, dat ik haar maar niet eens lastig val. Dan is er weer een blij mens in de wereld, 't Is een aardige meid, we hebben zo gezellig zitten kletsen. Ik ver heug me er al op om haar gezicht te zien". „Ik begin inderdaad te geloven", zei Simon ernstig, „dat jouw levensvreugd ligt in het geluk van je medemensen". „Maar dat is ook iets heerlijks", gaf ze toe, „als je iemand kunt helpen, blij, gelukkig kunt maken. Iets mooier be staat er niet". „Je krijgt niet altijd dank". „Dat hoeft niet. Je bent zelf dankbaar omdat je het hebt kunnen doen". 't Klonk allemaal heel idealistisch, vond Simon, maar opeens dacht hij aan het meisje dat in de sloppen en de krotten rond Buenos Aires had gewerkt. Nee, dat was geen wereldvreemd idea lisme, daar schuilde geen haartje poëzie in. Zij, Han Heersma kón dit zeggen zonder dat het hoogdravend klonk. „Moet je nog een kop koffie?" onderbrak ze zijn gedachten. Hij wel. Terwijl ze in haar keukentje bezig was, dwaalden haar gedachten af. Een man in huis, gezellig. En hij was een gezellige vent. Hij zat daar alsof hij hier dagelijks kwam. Een grimas vertrok haar gezicht. Zou déér even over geroddeld worden? Zuster Heersma die ménnen ontvingl Ze stak de schemerlamp aan, want het werd al donker in de kamer, en al pratend kwam ze Simon's levensge schiedenis aan de weet. Een zwerver aan de wal, dacht ze, en nu hij aan de wal is weet hij met zijn leven geen raad. „Dat vrije leven", vatte Simon zijn eigen gedachte van de dag tevoren sa men, „dat verliest ééns zijn bekoring. En dan vraag je: wat zit er nog voor me in?" „Ja", zei Han peinzend, „dat is de leeftijd. Het is niet alleen maar dat je terugziet op wat je gedaan hebt. Dat valt vaak nog erg mee. Je hebt gelééfd. Maar ik denk ook wel es: ik ben weer spiksplintergezond, ik kan wel zeventig, misschien tachtig worden. Dan ben ik nu even over de helft. Maar wat zit er nog voor me in?" „Neem nou mijn neef Pieter", vatte Simon de draad op, „een doodgewone schoolmeester. Helemaal geen ambi ties, een hoop liefhebberijen, schat van een vrouw, leuke jongens, die maakt zich daar niet druk over. Die heeft z'n kinderen, misschien straks kleinkinderen en die heeft z'n vrouw, die hem tot het eind van z'n dagen niet zal vervelen. Samen oud en lelijk worden, zegt hij, en dan kan hij er om lachen. Maar als je op je eentje oud en lelijk.... en eenzaam wordt, dat is niks leuk". Ze zweeg, staarde voor zich uit. „Als jij nou nog es een vent vond die zin in je had, zou jij het dan nog aan durven?" vroeg hij opeens met zijn ka rakteristieke bruuskheid. Ze schrok op. En ze wist zo gauw geen antwoord' „Zo oud ben je toch nog niet?" zei hij lachend. Ze zag hem niet aan. Ze speelde met de franje van het tafelkleedje toen ze zei: „Het gaat niet om een vent. Het gaat er niet om een man te hebben. Ik heb de leeftijd niet meer om halsoverkop ver liefd te worden.... misschien dat nog wel, maar dan wint je gezonde verstand het toch. Het zou iemand moeten zijn waar je meteen mee op je gemak bent, dat je mekaar begrijpt, zelfs al zeg je niets, dat je om dezelfde dingen kunt lachen, en het over andere dingen lekker nooit eens worden. En je moet elkaar vrijheid laten, geen twee parkietjes in een kooi. Ik ben te lang m'n eigen baas geweest, dan dat ik zoet in een huisje kan gaan zitten en tevreden zijn met het poetsen van de meubels en het koken van het eten. Ik weet wel, als je van elkaar houdt, denk je makkelijker méér om de ander dan om jezelf, maar ik zou dat dan ook bij die ènder willen. De mensen nemen te makkelijk aan, dat het leven van de vrouw staat in het teken van het offer. Maar als een offer een vanzelfsprekende zaak is, dan word je zelf het slachtoffer." „Tja", stemde hij toe, „voor de man is dat eigenlijk óók wel zo. Je moet niet het idee krijgen, dat er nu een etiket op je geplakt zit en dat je netjes in een ladenkastje van het leven wordt gescho ven, bijgezet op je vaste plaatsje in de maatschappij. Maar" ze merkte dat hij niet makkelijk van zijn spoor was af te krijgen „ik vroeg of jij het nog zou aan durven, Sis je zo iemand vond". „Hóe iemand", vroeg ze glimlachend maar niet helemaal op haar gemak. Die zin in jou had en waar jij, nou ja, ook niet helemaal de schrik van had". „Dat zou ik pas weten", zei ze, „als je me vroeg. Wou je nog iets drinken?" Er was iets in zijn ogen dat haar onrustig maakte. „Welnee", zei hij kalm, „ik heb net m'n koffie op. Maar ik wil wel over iets Snders praten, als je dat bedoelt". Opeens lachte ze. „Jij zegt toch altijd maar precies wat je meent, hè?" „Dan weet je toch wat je aan me hebt? Of weet je dat niet?" „Ja", zei ze langzaam, „ik geloof wel dat ik weet, wat ik aan je heb, trouwens anders zat je hier niet." „Dat weten we dan van elkaar". Hij keek op zijn horloge. „Drommels meid, ik kan hier nog wel uren zitten, maar ik moet es opstappen". „Zeg je hebt nog een hele rit. En ik ben bang dat je van de graat valt onderweg. Zal ik een broodje voor je klaarmaken?" „Je moet geen moeite doen". „Nee, ik hou je wel gezelschap, 'k Heb nog een lekker stuk koud vlees in de kast. Ben Jij ook zo'n vleesliefheb ber?" „Het liefst", beleed Simon, „was ik zo'n ouwe Germaan geweest. Hele os aan 't spit en dan met de blanke sabel zo'n stuk van een meter in 't vierkant er uit en dan maar kluiven jongens". „Gebakken, gestoofd en als 't een zoute haring is rauw, om de andere dag als 't moet". „Je bent een man naar mijn hart", zei ze lachend. „Dat hoop ik dan maar", zei hij. „Sa men hetzelfde lekker vinden is óók ge wichtig". „Als je dét maar weet", vond ze opgewekt. Toen Simon allang weer op z'n fiets was gestapt voor de lange rit naar huis, zat Han in haar donkere kamer nog uit de kijken in de verlaten straat. Twee zwervers, dacht ze. En zo bij toeval tegen elkaar aange dreven. Zou 't een botsing worden, en dan weer verder drijven, ieder apart? Toeval? Wat was toeval? (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1980 | | pagina 5