TESO-bemanning leert
op „Molengat" varen
in Wageningen
in het begin gaat
't wat onwennig
15
Veerboot
in dok
10 VRIJDAG 7 MAART 1980 TEXELSE COURANT PAGINA 7
De kapitein en de stuurman op de brug van de TESO-boot staan
ingespannen te turen. Het zicht is slecht, er staat windkracht negen
en bovendien is er een sterke getijdestroom. Eigenlijk varen de
zeelieden meer op radar dan op het zicht. Op het telkens even fel
oplichtende radarschermpje zijn de contouren van de haven van Den
Helder en de boot haarfijn getekend. De boot ligt goed op koers.
Voorzichtig beweegt de struurman de twee stuurhandels om de boot
recht voor de haven te krijgen. Hij draait iets te lang; de wind en de
strom krijgen vat op het schip. De gloednieuwe boot komt te laag in
de havenmond uit. Wanhopig proberen de mannen op de brug het
schip nog in goede positie te krijgen, maar het is te laat. Het wachten
is nog slechts op het geluid van schurend metaal en schreeuwende
passagiers
Het lijkt het begin van een nieuwe
spannende feuilleton, maar gebeurtenis
sen als boven geschetst vinden dagelijks
plaats in het Nederlands Scheepsbouw
kundig Proefstation (NSP) aan de Haag-
steeg in Wageningen. In het proefsta
tion krijgen de kapiteins, stuurlieden en
adspirant-stuurlieden van de TESO een
training in het besturen van de nieuwe
TESO veerboot. Voor dat doel staat in
jhet NSP een brug die in grote lijnen
gelijk is aan die op de nieuwe TESO
boot ..IVIolengat". Wanneer men op die
brug staat, waant men zich in het echte
schip. Via een ingenieus spiegelsysteem
zien de oefenende zeelieden langzaam
Ihet land naderen. Opzij van de brug
lopen scheepsrelingen en kijkt men
achter zich dan staat daar een levens
echte schoorsteen. De suggestie is zo
echt dat uw verslaggever enige tijd
nodig had om uit te maken of in de brug
nu echt beweging zat, of dat hij het zich
3 slechts inbeeldde. Het bleek suggestie
j te zijn.
levert het varen met de boot weinig
problemen op. Het aanleggen in de
haven is even moeilijk, maar verder gaat
het best. Langzamerhand komen er
andere factoren bij. De wind wakkert via
windkracht twee, vijf en zeven aan tot
een storm waarbij windkracht tien wordt
gemeten. Er ontstaat een hevige getij
denbeweging. Onder deze condities is
het al heel wat moeilijker om het schip
netjes op koers te houden. Er worden in
het totaal zes volledige reizen gemaakt,
daarna wordt verder gegaan met halve
reizen. Het is zonde van de tijd om
steeds maar weer hele reizen te maken
als de kapiteins en stuurlieden het op
koers houden van het schip eenmaal
beheersen. Het accent komt dan te
liggen op het manoeuvreren in en vlakbij
de havens. In de laatste uren dat met de
simulator wordt 'gevaren', komen uit-
Het Nederlands Scheepsbouwkundig Proefstation in Wageningen, waar de TESO-kaprteins en
stuurlieden worden voorbereid op het varen met De Molengat
op de brug van de simulator met raad en
daad terzijde staat, zegt dat de TESO- J
mannen het besturen van de nieuwe J
boot aardig onder de knie hebben, maar Si
In het proefstation is een brug nagebouwd, die zich in vrijwel niets onderscheidt van de echte scheepsbrug. Radar, Doppler log en gyro kom
pas, alles is er. De boten worden bestuurd met twee stuurhandles ter weerszijden van de stuurman.
Dwars varen
De training van de stuurlieden en
J kapiteins van TESO is nodig omdat de
nieuwe boot door een heel ander
systeem voortgestuwd en bestuurd
wordt dan bij de bestaande boten. De
„Texelstroom" en de „Marsdiep" heb
ben zowel voor als achter schroeven en
roeren, nog altijd de meest gebruikelijke
manier van besturen en voortstuwing.
De nieuwe boot heeft echter een hori
zontaal draaiende propeller waaraan
verstelbare bladen zitten. Via de stand
van de bladen kunnen de snelheid en de
richting waarin het schip vaart, geregeld
^worden. Dit systeem geeft een grotere
^wendbaarheid. In het rond draaien, of
^desnoods een stukje dwars varen, het
kzijn allemaal manoeuvres die met het
t nieuwe systeem kunnen worden uitge
voerd. De boot wordt niet bestuurd met
een traditioneel stuurwiel, maar met
twee handles; die een beetje doen
denken aan de stuurknuppels waarmee
vliegtuigen zijn uitgerust. Deze handles
bepalen de stand van de bladen van de
propellers. Het systeem is een vinding
van de Voith fabrieken in Duitsland.
Een van de veerboten is voor een
dokbeurt naar Amsterdam vertrokken.
Gezien de hoeveelheid werk die moet
worden verricht, is het niet waarschijn
lijk dat het schip het volgende weekend
al terug is. Automobilisten moeten dus
rekenen op wachttijden. Uitstel van de
dokbeurt is niet verantwoord omdat het
vervoersaanbod de komende maanden
alleen maar zal toenemen.
Windkracht tien
Er zijn in totaal vijftien zeevarende
Texelaars die bij het NSP les krijgen in
het besturen van de boot. Steeds
komen ze met tweeën naar Wagenin
gen, waar ze totaal tien uur blijven,
i Iedere kapitein of stuurman 'vaart' vijf
3 uur met de simulator onder deskundige
k leiding. Er wordt begonnen met volledi-
^ge reizen Texel-Den Helder. Die eerste
reizen vinden plaats onder ideale weers
omstandigheden. Er is geen wind en er
1 staat ook geen stroom. In dit stadium
zonderlijk moeilijke omstandigheden
aan de orde. De haven van Den Helder
uitvaren tijdens vliegende storm van
opzij bijvoorbeeld. Het beeld van het
naderende land voor de ramen van de
brug gaat slechts tot zekere afstand
door. Komt de boot erg dichtbij dan
valt, om technische redenen, het bui
tenbeeld weg en moet de stuurman
uitsluitend op de radar manoeuvreren.
Een situatie die te vergelijken is met heel
dichte mist. Het varen op de echte
'Molengat' zou daarom voor veel zeelie
den wel eens makkelijker kunnen blijken
dan het varen met de simulator.
Palen omvaren
Kapitein Theo Dogger die donderdag
het bevel voerde op de brug van de
nagemaakte 'Molengat' omschrijft het
varen met het nieuwe schip als in het
begin moeilijk. „Het systeem is heel
anders dan met de gebruikelijke sche
pen en dat merk je extra sterk bij het
manoeuvreren", zegt hij. Dogger geeft
toe met de simulator wel een paar keer
de fout in te zijn gegaan. „Als ik echt zo
gevaren had, zouden er in Den Helder
nu wel een aantal palen omver liggen en
er happen uit de dijk zijn", zegt hij
lachend. De kapitein laat verder weten
dat vijf uur naar zijn mening genoeg is
om het besturen van de boot onder de
knie te krijgen. Daarbij speelt mee, dat
de mensen van TESO allemaal ervaren
zeelieden zijn die alleen maar aan het
nieuwe systeem moeten wennen, maar
die verder natuurlijk niets over varen
verteld hoeft te worden.
Volgens hoofd Nautische Dienst van
de TESO de heer Bloem waren er in het
begin wel kapiteins die ernstige beden
kingen tegen de nieuwe boot hadden.
„Ze vonden het zo'n grote bak, en dan
die nare besturing". Die kapiteins die
het in het begin helemaal niet zagen
zitten om met die nieuwe boot te varen,
zijn stuk voor stuk van mening veran
derd. Bloem: „Op het laatst waren ze
niet meer bij de simulator weg te slaan.
Het was dan ook wel te verwachten.
Toen vijftien jaar geleden de „Texel-
stroom" en de „Marsdiep" in de vaart
kwamen waren er dezelfde geluiden.
Toen vonden ze ook dat die boten te
groot waren".
Even later komt Dirk Bakker beneden
om te vertellen dat hij 'lekker gevaren'
heeft. Maar op dat ogenblik had Dirk
dan ook al vier en een half uur kennis
gemaakt met de simulator.
Instrumenten
Een deel van de instrumenten die op
de „Molengat" zullen komen, zijn niet
terug te vinden op de twee bestaande
TESO-schepen. Het Doppler Log bij
voorbeeld, dat de snelheid van het schip
dwarsscheeps en langsscheeps meet.
Of het gyro kompas. Of de zeer
nauwkeurige wind- en stroommeters.
De bemanning van de boten moet aan
deze nieuwe instrumenten wennen en
ook dat is een van de redenen waarom
het trainingsprogramma in Wageningen
zijn vruchten afwerpt. Uitvaktijdschriften
zijn de meesten wel bekend met het
bestaan van dergelijke apparatuur, maar
er zelf mee gewerkt hebben ze nog
nooit. In april zal iedereen die met de
simulator in Wageningen heeft gevaren
op 'herhalingsoefening' gaan. Als de
nieuwe boot er eenmaal is, zal er eerst
uitvoerig en onder leiding van een
deskundige van het NSP worden proef-
gevaren, voordat de boot uiteindelijk
gebruikt wordt om er passagiers en
auto's mee te vervoeren.
Wiskundig model
De kardinale vraag die zich bij de leek
opdringt bij het zien van de simulator is
hoe men heeft kunnen uitrekenen dat de
simulator prcies zo reageert als het
echte schip. De heer Bloem legt uit dat
men, om dit vast te stellen, gebruik
heeft gemaakt van een aantal gegevens.
Allereerst is van hout een zeer groot
model gemaakt van de romp van de
„Molengat". Met dat model zijn sleep-
proeven genomen in een tank. Door die
proeven kreeg men een goed beeld van
de gedragingen van het onderwater
schip. Verder heeft men de nodige
gegevens van de werf waar het schip
wordt gebouwd. De leverancier van de
propellers, de firma Voith, heeft ook
bijgedragen aan het juiste beeld voor de
simulator. Verdere gegevens die zijn
gebruikt kwamen van Rijkswaterstaat
en een deskundige van het Nederlands
Scheepsbouwkundig Proefstation.
Door Dr. Ir. Hooft is dit alles in een
wiskundig model samengebracht. Via
formules werd een precies beeld verkre
gen van hoe de „Molengat" zich in een
willekeurige situatie gedraagt. Hiermee
was het wiskundig model echter nog
niet klaar, want ook gegevens over
windsnelheid en getijdestroom moesten
er in. Het model werd tenslotte gecom
pleteerd met de plattegronden van de
havens van Den Helder en Texel. In de
controlekamer kan men de computer
opdracht geven het eens flink hard te
laten waaien of stormen. De kapitein op
de brug merkt dit en zal zijn maatregelen
moeten treffen. Vandaar ook, dat de
mensen op de brug een perfect model
van de haven, waar ze heenvaren, op
hun radarscherm zien. De mogelijkhe
den van de met het wiskundige model
gevoede computer zijn legio en in feite
onbeperkt. Van iedere tocht wordt
door een 'plotter' een tekening ge
maakt, zodat later nog eens rustig kan
worden bekeken waar men in de fout
ging-
Teveel denken
De heer Borstlap, die projectleider is
bij de NSP en als zodanig de kapiteins
dat ze nog teveel moeten denken bij de J
verschillende handelingen. „Het bedie- 5
nen van de twee handels moet automa- 5
tisch gaan", zegt hij. „Ze moeten niet 5
iedere keer denken: als ik dit doe met de 9
handel, dan doet de boot dat. Ze 3
moeten het op den duur net zo makke- 3
lijk kunnen als het varen met de oude
boten". Borstlap vindt de tijd van vijf
uur, die voor iedereen is uitgetrokken
om met de apparatuur overweg te
leren gaan, net genoeg. Het is in ieder
geval genoeg om met het schip te leren
sturen en te manoeuvreren. Of de tijd t
ook voldoende is om het schip in iedere k
willekeurige zware omstandigheid in 9
bedwang te houden wilde hij niet S
volledig beamen. Daarom is het ook 9
belangrijk dat er nog een keer een J
herhalingsoefening plaatsvindt en dat er 9
met de echte boot wordt geoefend. De S
heer Meurs van het NSP zal dan J
meegaan, om waar nodig corrigerend 3
op te treden. De NSP projectleider zei 5
verder dat met het model van de 3
„Molengat" alleen maar voortstuwings-
en weerstandproeven zijn genomen.
Proeven die antwoord geven op de 4
vraag hoe hard het schip loopt met welk j§
vermogen. Manoeuvreerproeven waren
er, vanwege de bijzonder hoge kosten t
die hieraan vastzitten, niet genomen fc
Desondanks verklaarde de heer Borstlap 9
alle vertrouwen te hebben in het wis- 9
kundig model. „Het echte schip zal wel 9
iets afwijken, maar dat is altijd zo. Dat S
houdt in elk geval geen enkel verband S
met de besturing van het schip".
Deskundig 9
Overigens is TESO met het NSP wel
met een zeer deskundig en grootschalig
Proefstation in zee gegaan. In hetzelfde
station ontvangen de kapiteins en stuur- t
lieden van mammoettankers hun oplei- 9
ding. Via twee boven elkaar gelegen 9
S
bruggen kunnen de bemanningen van 9
mammoettankers oefenen in het ontwij- S
9
ken en
passeren van elkaar. In de
simulator van de mammoettanker kijkt 5
men dan over het hele dek heen. Een 3
ander huzarenstukje van het NSP was 3
het simuleren van het op zijn plaats K
brengen van een gigantisch betonnen C
boorplatform met zeven sleepboten.
Ook hier werd met verschillende weers- l|
gesteldheden geoefend. Uiteindelijk l|
bleek dat het werken met het boorplat- 9
form in werkelijkheid net zo verliep als 9
tijdens de oefening. Wat dat betreft J
mogen de TESO-zeelui verwachten een 9
gedegen ondergrond voor het varen met 8
de „Molengat" te hebben gekregen.
Een scheepsmodel in het proefbesstn. Ook van de TESO-boot werd een dergelijk model
gemaakt om voortstuwings- en weerstendsproeven te doen. IFoto fllSPI. r
apparatuur kan men het
chip laten varen met wind,
veestroming en
De controleruimte waar de computers worden geïnstrueerd. Met deze
andere omstandigheden, die zich ook in de praktijk voordoen.