Gravures Peter Froese in het raadhuis NJN houdt aktie voor Waddenzee „Halleluja voor de vier vuisten" a i m\vi i m Van vakman tot kunstenaar Buitenlandse valuta Harmonie „Eensgezindheid Weekenddienst Groene Kruis Zuigelingenbureau Geslaagd Grote huurboot VRIJDAG 11 JUL11980 TEXELSE COURANT PAGINA 5 Een jaar of wat geleden heb ik Peter Froese voor het eerst ont moet, pas langzamerhand zijn we vrienden geworden. Hij is in het Noord-Duitse plaatsje Bot- tenhagen geboren en omdat hij goed kon tekenen werd hij opge leid tot graveur, een vrijwel uit gestorven beroep. Hij begon met vaste hand eenvoudige letters in een gepolijste koperen plaat te snijden en verdiende er soms wat bij door aan de binnenkant van gouden ringen de opdracht voor een geliefde te graveren. Dit was al minder eenvoudig omdat zo'n ring nu eenmaal moeilijker te hanteren is. De gra veerkunst vindt nog maar een schaars getal aan beoefenaren. In de regel worden namen en initialen met een stalen stem peltje in een gouden ring gesla gen; dit vereist nauwelijks vak manschap, het gaat veel vlugger en is daarom minder kostbaar. Gedreven door het verlangen om goed werk te leveren, beijverde de leerling-graveur zich met de grootste nauwkeurigheid te werk te gaan. Talloze uren gingen heen om met kleine beiteltjes bepaalde voorstellingen in koper of staal te drijven. Door harder op een burijn te drukken-kon hij diepere groefjes maken en sommige groefjes vereisten bijzondere beiteltjes. In volle dige rust, een sterk vergrotende loep in het rechteroog, stak hij een tekening spiegelbeeldig in het materiaal. Was de gravure gereed, dan werd de gegraveerde plaat in een laag dikke inkt gezet. Door voorzichtig de inktlaag weg te wrijven, bleef inkt in de groefjes van de plaat achter. Onder een hand pers werd het beeld dan op vochtig ge maakt, geschept papier afgedrukt. Peter Froese Voor iedere afdruk moet de voorstelling op de koperen plaat opnieuw worden ge-inkt, afgeveegd en gedrukt. Omdat de koperen plaat onder de sterke druk van de pers langzaam slijt, zullen de eerste afdrukken van een gravure altijd de beste zijn, hoe meer afdrukken er worden gemaakt, hoe minder sprekend zij zullen worden. Het is hierom dat de graveur iedere afdruk van een nummer zal voorzien. In het algemeen kunnen van één plaat slechts enkele tientallen afdrukken wor den gemaakt. Omdat Peter Froese voor het grave-1 ren van jachtgeweren was opgeleid kwam hij voorlopig niet aan het maken van gravures toe. Ik heb hem nog in moeizame arbeid bezig gezien met het graveren in het stalen gedeelte van een jachtgeweer, waarop een prachtig beeld van een hertenjacht ontstond. Heel voorzichtig op een schone wollen doek liet hij zijn werk zien en vertelde dat het staal na harding pas in een geweer aangebracht kon worden. Maandag begint in de expositieruimte van het raadhuis een tentoon stelling van de 41-jarige graveur Peter Froese uit Bickenbach in Duits land. Hij laat een collectie kopergravures zien, die voor een deel zijn gemaakt naar Texelse onderwerpen. Peter Froese onderhoudt bijzondere betrekkingen met ons eiland. De afgelopen vijf jaar is hij er regelmatig geweest en in menige Texelse hal of huiskamer hangen de gravures, die hij in deze periode maakte. Bekende onderwerpen als het kerkje van Den Hoorn, de Eierlandse vuurtoren, de molen van Het Noorden, het watermolentje van Waalenburg, diverse boerderijtjes en andere, meest herkenbare objekten werden in dagenlange arbeid in koper gegraveerd en in beperkte oplage afgedrukt. Peter Froese is meer ambachtsman en kunstenaar dan zakenman. De paar tientjes, waarvoor hij zijn eerste werken te koop aanbood, stemden menige ge- interesseerde koper tot ernstig nadenken. Menigeen zag van kopen af omdat zo'n gravure voor zo weinig geld nooit echt kon zijn.... Peter Froese beoefende het maken van kopergravures tot voor kort als hobby naast zijn werk als typograaf, maar het is zijn hoofdberoep nadat hij op tal van tentoonstellingen in Duitsland veel succes boekte. De kunst van het kopergraveren trekt zowel in Duitsland als in Neder land bijzondere aandacht, omdat het een zeer zeldzaam beroep is. Illustratief voor de naam die hij met deze vorm van ambachtelijke kunst heeft gemaakt, is het feit dat beheerders van overheidscollecties de laatste tijd interesse tonen. Zo kocht het Koninklijk Prentenkabinet in Brussel onlangs de gravure „Die Möwe" (een meeuw in de vlucht) voor omstreeks duizend gulden. Gelukkig produceert Peter Froese daarnaast nog steeds betaalbaar werk. Een van de bewonderaars van de Froese-gravures is ereburger J. A. van der Vlis uit Blaricum, die ter gelegenheid van de tentoonstelling in het raadhuis bijgaand artikel schreef. Froese ontleende zijn voorstellingen aanvankelijk aan antieke prenten, foto's of prentbriefkaarten. Zijn eerste gravu res van Texel zijn uit de jaren '75 en '76 en dragen nog het kenmerk van de echte vakman: ze zijn wat koel van aard en missen nog de verbeelding van de artiest. Hij wist een zeer fraaie foto van een molentje in Waalenburg, ge maakt door Jook Nauta, om te toveren in een volmaakte gravure. Nauta had echter voor de artisticiteit gezorgd, Froese was de zeer bekwame graveur vakman gebleven. Langzamerhand toonde Peter Froese dat hij méér dan alleen een vakman was en begon hij naar zijn aard veranderingen aan te brengen. Een mooi gezicht op de oude kerk van Oosterend was wat kaal en hij graveerde er een oude vergroeide boom voor, waardoor het beeld veel aantrekkelijker werd. Bovendien toonde hij zich een meester in het graveren van wolken en watervlakten. Een van zijn allermooiste werken gaf hij tot titel „De meeuw". Vliegend boven een woeste zee domineert de vogel, die tussen lucht en water een sterke mate van onafhankelijkheid suggereert. Het is geen wonder dat het Koninklijk Pren tenkabinet in Brussel deze en nog een andere gravures van de kunstenaar heeft aangekocht. In de loop der jaren is op Texel een grote belangstelling voor afbeeldingen met betrekking tot het eiland ontstaan en heel wat kunstenaars hebben getracht hun bewondering voor het ty- pisch-eigene in ets, tekening of schil derij vast te leggen. Geen schilder heeft dit beter gedaan dan Toon de Haas. Slechts weinigen kunnen zich het aan schaffen van zijn schilderijen veroor loven en ook Ad Blok van der Velden is haast onbetaalbaar geworden. Ik wil niet beweren dat Peter Froese altijd even goedkoop is, maar het is zeker dat hij tegen een zeer redelijke prijs nog steeds heel mooi werk levert. De sterk toegenomen vraag naar zijn werk niet alleen in Duitsland maar ook in andere landen, maakte het mogelijk dat hij zich geheel aan het graveren kan geven. Het is een voorrecht dat Texel, waar hij zijn eerste proeven van bekwaamheid aan de man trachtte te brengen, nu een tentoonstelling met veel van zijn werk te genieten krijgt. Het kleine aantal Texelaats dat 4 of 5 jaar geleden zijn eer ste werk heeft aangeschaft zij gelukge wenst, want zij hebben het werk van een ware artiest gekocht. De vele vreemdelingen die thans op het eiland verblijven, zullen met genoegen zien dat Froeses werk dikwijls langs de Rijn, maar ook in Noord-Duitsland is ont staan. Er zijn enige prachtige gezichten op Xanten en Piegnitz en ware minia turen zijn er van kleine stadjes, waar Peter Froese zo dikwijls inspiratie voor zijn werk vond. J. A. van der Vlis In afwijking tot wat in de rubriek voor het weekend staat vermeld, wordt de weekenddienst van het Groene Kruis, die loopt van vrijdagavond 18.00 uur tot maandagmiddag 13.00 uur, waargenomen door Zr. Van der Kloet, Naalrand 4, Den Hoorn, tel. (02226I 467. De zuigelingen die aan de beurt zijn worden op het bureau verwacht op de tijden, waarop hun eigen huisarts zitting heeft. De tijden zijn als volgt: Dokter Eisaen, dinsdag 15 juli om 14.00 uur. Dokter Coutinho, woensdag 16 juli om 13.30 uur. Dokter Barnard, woensdag 16 juli om 15.00 uur. In aansluiting op de Rijnbootactie zal een boot van de Nederlandse Jeugd bond voor Natuurstudie een tocht ma ken langs de hele Noordzeekust tot Denemarken aan toe. De boot vertrekt zaterdag uit Rotterdam en zal maandag in de haven van Oudeschild arriveren. De actie wordt mede georganiseerd door de Algemeen Christelijke Jeugd bond voor Natuurstudie, de Wadden vereniging en de Duitse en Deense jeugdbond. Vanaf maandag 9 uur is iedereen welkom op het schip om de tentoon stelling aan boord te bezichtigen. In Oudeschild zal burgemeester Engelvaart een petitie worden aangeboden waarin hem wordt gewezen op het belang van een schone en rustige Waddenzee. Tevens zullen er maandag stalletjes van de NJN op de markt staan waarin aandacht voor het onderwerp gevraagd zal worden. Er worden dan ook pam fletten verspreid hoe men zich milieu vriendelijk dient te gedragen. De ad viezen houden in geen wegwerppro- dukten te gebruiken, binnen natuurge bieden op aangewezen paden te blijven de vogels vooral tijdens de broedtijd niet te verstoren, geen planten of bloemen te plukken of te vernielen, afval in de afvalbak te gooien, geen water te ver spillen en de auto wat vaker te laten staan. In De Schakel zullen de hele dag natuurfilms worden vertoond, 's Avonds vanaf zeven uur zullen in de Schakel lezingen worden gehouden door Wim Wolf en Cor Ellen. Ook zal 's avonds de uitslag van de enquete die overdag wordt gehouden bekend wor den gemaakt. In -deze enquete worden vragen gesteld aan touristen wat ze het aantrekkelijke vinden van Texel. Na Oudeschild zal de boot van de NJN Ameland aandoen en vervolgens verder varen naar Harlingen. Na Har- lingen wordt het Duitse en Deense waddengebied bezocht. Voor het diploma machineschrijven slaagden: praktijkdiploma: Mariet Smit en Esther Smit. Praktijkdiploma 1ste klas: Greta Pol en Kitty Kikkert. Opleiding A. C. Peetoom. Het duo Terence Hill en Bud Spen cer, is na zijn doorbraak in „They call him Trinity" uit 1970 en „Trinity is still my name" 1971, een onafscheidelijk filmkoppel geworden. Maar ook in 1969 behaalde het al behoorlijke successen met de film „Boot Hill", een western die met de Nederlandse titel „Halleluja voor de vier vuisten" op de markt de markt verscheen. „Boot Hill" was de vierde film uit een serie van totaal 13, die na een paar jaar op de plank te hebben gelegen in 1979 met succes op nieuw is uitgebracht. Na 21 jaar samen werking lijkt het „filmische" duo nog niet erg aan slijtage onderhevig. Over handen probeert te krijgen en daarbij niets en niemand ontziet. Ook het ciri- cus moet er aan geloven. Samen met wat goudzoekers en de circusartiesten proberen Hill en Spencer dit tot een goed einde te brengen. Maar voor het zover is, zijn er weer heel wat harde klappen gevallen. „Halleluja voor de vier vuisten" is te zien van donderdag t/m dinsdag, toegang 12 jaar. Westduitse marken Belgische francs Franse francs Zweedse kronen Zwitserse francs Deense kronen Amerikaanse dollar Engelse pond Oostenrijkse schilling Italiaanse lires Spaanse peseta 100 f108,50 100 f 6,68 100 f 46,25 100 f 45,00 100 f 118,75 100 f 34,00 1 =f 1,86 1 f 4,40 100 f 15,34 10000 f 22,00 100 f 2,59 de gehele wereld is het publiek dol op die goedmoedige beer (Spencer) die slechts met grote tegenzin, maar dan ook uitermate drastisch zijn tegenstanders bij tijd en wijle demon teert. Hill, die déér nu weer het juiste uiterlijk voor heeft, speelt de volslagen immorele, maar in alle opzichten knap pere makker in het kwaad. In deze film gaat het om een klein reizend circus, dat zijn tenten in een klein wild west stadje Libertyville opslaat. Dit stadje wordt bezwendeld door Honey, de eigenaar van een mijnmaatschappij, die zoveel mogelijk huizen en land in In het zondagmatinee is vanaf 15.00 uur een tekenfilm van Asterix en zijn vrienden te zien. Gallië wordt bezet door de romeinen. Alleen een klein dorpje blijft weerstand bieden aan de overweldigers. In dit dorpje wonen Asterix, Obelix en al hun vrienden. Door een toverdrank bezitten ze boven natuurlijke kracht. Een Romeins centu rion, die door hen verslagen wordt, komt op het idee, dat ze goden zijn, omdat ze weerstand kunnen bieden aan Rome. Julius Caesar gelooft niet in die theorie. De Galliërs moeten eerst maar bewijzen dat ze goden zijn. Daar toe stelt hij het volgende voor: de dor pelingen moeten 12 werken uitvoeren. Als ze daarin slagen, hebben ze bewe zen goden te zijn en zal Rome zich aan hen onderwerpen. Zo niet dan worden de dorpsbewoners slaven van Rome. Hoe dit avontuur afloopt is te zien in „Asterix verovert Rome". ondernemers -aktiviteiten Ondememersactiviteiten Bij een bootje huren denk je het eerst aan een BM'ertje op de Friese meren of een polyester kruisertje op de West- einder. Mensen, die met dat in hun achterhoofd contact opnemen met Piet Betsema zullen bedrogen uitkomen. Want dit weekeinde gaat Betsema de grootste boot verhuren, die je maar op Texel kurtt krijgen. Een enorm motor jacht waar maar liefst acht mensen in kunnen slapen en dat f120.000, gekost heeft. De huurprijs zal dus ook wel iets hoger liggen dan die van een zeilbootje in Friesland. Het bijna 12 meter lange schip wordt voortgestuwd door een 106 Volvo Penta motor. De eerste huurder voor het schip heeft zich al aangediend. Het is een kottervisser die er zaterdag de eerste vaart mee zal maken. Voor Betsema eigenlijk wel een geruststelling dat een terzakekundige met de nieuwe boot gaat varen, want een boot van derge lijk kaliber geef je niet aan de eerste de beste mee. De nieuwe huurboot, die onder de naam Wilma de golven van de Wad denzee zal doorklieven toont duidelijk dat jachtbouwer Betsema vroeger in de visserij heeft gezeten. Het stuursysteem en de kiel van het schip zijn duidelijk op de bouwwijze van een kotter geïnspi reerd. Het interieur is stijlvol en effectief. Uiteraard zijn een kompas en middelen om noodsignalen te geven aan boord, evenals een brandblusser. Peillood en een radar niet. „De meeste mensen weten toch niet wat ze met die dingen moeten doen, dus is het zinloos om ze erin te plaatsen", zegt de jacht bouwer. De „Wilma" is het eerste schip dat Betsema verhuurt. FEUILLETON door Tom Lodewijk. 21Het was voor de mannen van de Harmonie niet makkelijk, weer in het oude spoor te stappen. De eerste repetitie-avond kwam er van repeteren niets terecht. Er waren foto's, veel foto's gekomen. En velen hadden brieven en kaarten gekregen van hun tijdelijke gasten. De een had de uitnodiging om naar Frankrijk te komen logeren, de ander werd in Duitsland verwacht en één van de Vreehorster meisjes had zelfs in de gauwigheid nog kans gezien stevige banden aan te knopen met een forse Vlaming met een zware snor, die Emiel hette en die over veertien dagen terug zou komen om haar hand te vragen afficieel, zunne! Meneer Korsten liet het maar over zijn kant gaan en was na al die inspanning eigenlijk wel blij, dat hij vanavond niet behoefde te dirigeren. Het was hem allemaal erg meegevallen, hij had nieu we contacten aangeknoopt, kennis ge maakt met dirigenten uit andere landen. Hij had wel even vreemd opgekeken toen de beroemde Engelse dirigent in hetzelfde blauwe uniform als zijn man nen gestoken, de dirigeerstok hief. Die man achtte het toch niet beneden zich een uniform te dragen maar ja, hij was ook zoveel jonger! Tegen het eind van de avond gaf meneer Korsten een kritisch overzicht van alles wat men gedurende de con- coursweken had gehoord, wees op de eigenaardigheden van de diverse korp sen en prees de Harmonie-mannen, die in dit internationale gezelschap zulk een goed figuur geslagen hadden. Toem kwam Gerard Markmaan met z'n witte kop op het kleine podium. „Mannen", zei hij, „ik ben er altijd trots op geweest voorzitter te zijn van de Harmonie Eensgezindheid. Maar in deze weken heb ik gevoeld wat een voorrecht het is, en dat wij onze naam met ere dragen. We hebben ons tegenover geen enkel korps behoeven te schamen. We zijn uitstekend voor de dag gekomen. En dan wil ik hier in het bijzonder twee mensen een pluim geven: Arie Smits, die de gangmaker is geweest, en me neer Baars hij is hier vanavond gelukkig ook die zo geweldig veel voor het concours heeft gedaan". Ze braken de zaal zowat af. „En nu zullen we weer verder moeten gaan. In het ouwe spoor vooruit. Laten we niet slabakken. We hebben honderd eervolle jaren achter de rug, we gaan de tweede honderd in en die willen we ook volmaken". „Leve onze voorzitter", riep een opgewonden jong tamboertje achter uit de zaal en het werd een ovatie van jewelste. „Het laatste vuurwerk", zei Jaap tegen Arie. „En nu maar weer het alle daagse leven in". Het concours van de Harmonie Eens gezindheid was voltooid verleden tijd. HOOFDSTUK 11 Een nieuwe wind gaat waaien „Gerard", zei Cuvelier tot zijn oude harmonie-kameraad, toen ze samen zaten te domineren in Het Wapen, „herinner je je wat ik indertijd gezegd heb?" Gerard Markman wou antwoorden, „je hebt zoveel gezegd" maar dat klopte niet. Cuvelier was een zeer zwijgzaam man, die in het publiek nooit zijn mond open deed. En Gerard wist deksels goed wat zijn overbuurman bedoelde. Tè goed. Want ook in hem was een gevoel van onrust geslopen. Wat hij gevreesd had was niet ge beurd. Hij was bang geweest dat na de koortsige concours-sfeer de patiënt, in dit geval de harmonie, verzwakt en slap op de benen te voorschijn zou komen, dat de mensen maar moeilijk weer in het gareel zouden gaan lopen, kortom dat na dit hoogtepunt een dieptepunt zou aanbreken, dat met alle krachten diende te worden overwonnen. Het tegendeel was het geval geweest. Niet alleen waren de mannen van de harmonie met nieuwe lust en moed bezield, maar de belangstelling en de animo voor de muziek was in Vreehorst geweldig toegenomen. Er deden allerlei geruchten de ronde. Men wist dat volgend voorjaar de Harmonie bij de Duitsers werd ver wacht, om daar aan een concours deel te nemen en zich de verleende gastvrij heid eens duchtig betaald te laten zetten. Men had horen verluiden dat het bestuur verzoeken had gekregen om het fraai geüniformeerde korps met zijn martiale tamboer-majoor, dat door het internationale concours zo in het nieuws was gekomen, bij verschillende feeste lijke evenementen te doen optreden. Dat het allemaal zo was, kon Gerard Markman beamen, maar hij hield zijn mond. Diverse bestuursleden echter waren blijkbaar niet zo zwijgzaam. Hij herinnerde zich heel goed wat Cuvelier had gezegd. De woorden wa ren in zijn oren blijven klinken. „Na dit concours gaat er een andere wind waaien, en die wind zal misschien juist die mensen wegwaaien die het meest voor de harmonie hebben ge daan". Hij vond het niet nodig, tegen zijn oude vriend Cuvelier verstoppertje te spelen. Hij keek hem aan en knikte. „Dus je weet het nog. Gerard, voel jij niet in je botten dat ik gelijk krijg?" „Ja Hermanals ik eerlijk ben, dan voel ik de weersverandering ook. Maar is dat niet een normaal verschijn sel? Als het goed is, dan is er groei en uitbouw, en dan krijg je ook de ver schijnselen daarvan". „Als het hele geval naar niet scheef groeit". „Herman, vergeet niet, we zijn niet jong meer, jij en ik. Zoals het in onze tijd was, was het goed en beviel het ons", „En dat is voor deze tijd ook nog goed genoeg. Muziek is muziek. Ik heb es rondgekeken bij die vreemde muziek- lui en ik zie daar allerlei nieuwigheden, die met de eigenlijke muziekbeoefening niets te maken hebben. Ik ben bang dat met name onze jongelui daarop de ogen hebben uitgekeken en dat de echte muziekbeoefening daaronder gaat lij den. En déérvoor zitten we toch in de harmonie, jij en ik". „Jij en ik wel ja, maar de ande ren „Het komt toch op de kwaliteit aan". „Tegenwoordig speelt de verpakking ook een rol, Herman, een grote rol zelfs". „Goed dat wil ik toegeven. Je weet hoe ik er tegen gekant was dat we in uniform zouden gaan lopen. Ik heb me aangepast". Gerard glimlachte, hij wist hoe de krachtige hersenspoeling van Cuveliers gade daartoe hed bijge dragen, wist dat Cuvelier in alle stilte een foto van zichzelf had laten maken in het uniform waarin hij nog een flinke jongkerel leek, omdat zijn vrouw het zo verschrikkelijk graag wilde. „Maar we moeten niet te ver gaan. Ze zullen er weer aan moeten wennen dat we doorgaan als gewoon. Een paar openluchtconcerten in het park, de aubade op koninginnedag en de muzi kale rondgang en het jaarlijks concert. Willen we bij de tijd blijven en niet ieder jaar weer hetzelfde spelen, dan hebben we die tijd hard nodig om te repeteren". „Jaja, Herman, maar. ik heb er wel eens aan gedacht, dat ons korps veroudert. De meeste mensen zijn van middelbare leeftijd of daarboven. De jongkerels zijn in de minderheid. We moeten toch voor vernieuwing zorgen". „Goedmaar als je uitbreidt kost dat geld. Denk eens aan de instrumen ten. Man, het gaat in de tienduizenden guldens lopen. Wij zitten er goed voor en het concours heeft ons ook geen windeieren gelegd, maar we zullen toch moeten oppassen". „We zijn geen bank". (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1980 | | pagina 9